dinsdag 9 oktober 2012

Cees Nooteboom - 'Brieven aan Poseidon' (BOEK)


Een boek vol mijmeringen over het verstrijken van de tijd en de onvermijdelijkheid van de dood. Dat is Brieven aan Poseidon van Cees Nooteboom. Als mens nadert de 79-jarige auteur de dood, als schrijver is hij onverminderd vitaal.

Nooteboom prikkelt zijn lezers tot een antwoord

Hoe begint iets? luidt de eerste zin van Brieven aan Poseidon. Zoals zo vaak bij Nooteboom is het antwoord: aan de hand van tekenen. Hij zat in februari 2008 op een terras in München met een dagboek van de Hongaarse schrijver Sándor Márai, bekend van romans als Gloed. Het zijn korte stukken van iemand die zijn leven doorbrengt met kijken en lezen, reizen en schrijven. Op dat moment krijgt hij bij zijn champagne een servet met daarop de naam Poseidon. En Nooteboom weet: ik moet ook zo’n boek schrijven – in de vorm van brieven aan Poseidon.
De keuze voor de antieke god van de zee als ontvanger van Nootebooms mijmeringen is uiteraard niet zo toevallig als het in deze eerste tekst lijkt. Poseidon is een Griekse god in wie niemand meer gelooft. Voor een god is dat fataal. En toch is hij niet overleden. Poseidon leeft voort omdat iedere gymnasiast leert wie hij was, iedere kunstliefhebber hem met zijn drietand tegenkomt in musea en hij anders wel opduikt in een restaurantje in München. Nog vele eeuwen nadat de aan hem gewijde tempels zijn verlaten, blijft hij schrijvers inspireren. Van Kafka tot Nooteboom zelf.
Deze tegenstrijdigheid brengt de raderen van Nootebooms immer sprankelende geest op gang. Hij begint bijna aan zijn zesenzeventigste levensjaar, schrijft hij in de eerste tekst. Inmiddels wordt hij, over minder dan een jaar, tachtig. Hij nadert dus de poort van de dood. Dat doet hem afvragen hoe hij voortleeft. Of hij wel kan voortleven – in zijn werk dat in theorie tot in de eeuwigheid gelezen kan worden en zelfs kunstenaars die na 2300 leven kan inspireren, maar ook in de herinneringen van de mensen die hem gekend hebben of in zijn bezittingen.
Zo letterlijk staat het er allemaal niet in Brieven aan Poseidon. Wel draaien de teksten in dit boek – 23 brieven aan de Griekse god, 53 losse notities – allemaal om vergankelijkheid, onsterfelijkheid, het verstrijken van de tijd, de dood, het onveranderlijke. Van het raadsel van een kindermoord tot het wonder dat hij teksten kan lezen die 2500 jaar oud zijn en toch over tijdgenoten lijken te gaan. Alles dient daarbij als inspiratiebron. Van een schilderij van Pieter Snayers, de Divina Commedia van Dante, de dierentuin van Buenos Aires tot een film met een nog jonge en door de tijd onaangetaste Brigitte Bardot.
De brieven aan de niet-bestaande Poseidon die hem nooit antwoordt, leveren scherpe vragen waarin Nootebooms mythische denken tot zijn recht komt. Waren jullie jaloers op de goden die na jullie kwamen? vraagt hij hem. Of: Is iemand die een paar duizend jaar dood is even dood als iemand die vorig jaar stierf? Is er standsverschil tussen een mummie en een lijk? Poseidon zal hier misschien nooit antwoord op geven, maar wij, Nootebooms lezers, worden hierdoor zo geprikkeld dat we bijna vanzelf op zoek gaan naar een antwoord – ook al laten wij dat de schrijver evenmin weten.
De overige teksten zijn niet zelden fraaie miniatuurtjes, geschreven in die melancholieke meanderende stijl vol komma’s die Nootebooms oeuvre kenmerkt. Zoals hij de erfenis van een walvis opsomt, die een eeuw lang als voedsel op de bodem van de zee ligt totdat andere vissen, wormen, slakken, bacteriën het gigantische lijf helemaal hebben verorberd. Of zijn beschrijving van de gaswolk na het uiteenklappen van de challenger in 1986: ‘een uit elkaar waaierend graf van steeds fijner wordend stof’. Bevatte het oeuvre van andere schrijvers maar één zo’n scène.
Uiteindelijk besef je dat ook de keus van uitgerekend Poseidon uit het brede gamma aan Griekse goden niet toevallig is. Hij symboliseert de zee die nooit ver weg is in Nootebooms bestaan, zeker niet in de wintermaanden als hij op Menorca vertoeft. Ook zijn oneindigheid en onveranderlijkheid trekt hem aan: wie in de oudheid, vol ontzag voor Poseidon, over de zee vaart en wie dat nu doet, het uitzicht is hetzelfde. Tegelijk symboliseert de zee het verzet tegen wat niet oneindig is: altijd beschikt Poseidon over tsunami’s om zijn woede te koelen, noteert Nooteboom.
Of de schrijver met Brieven aan Poseidon zijn angst voor de dood heeft bezworen en vrede heeft gesloten met het nadere einde, meldt hij niet. Maar waarschijnlijk is het niet. Een toestand van zulke sereniteit is onmogelijk voor een mens. Laat Nooteboom dan nog maar vele jaren om door te blijven schrijven.

Cees NooteboomBrieven aan Poseidon (254 p.) – De Bezige Bij, € 18,95, ISBN 978 90 234 7432 6.
(Eerder gepubliceerd in BOEK 5, 2012)

1 opmerking:

Anoniem zei

ik ben verwonderd dat c nooteboom in brieven aan poseidon, de villa van de setting van "le mépris" linkt aan Remarque, terwijl ik dacht dat Malaparte daar woonde.
ben ik zo mis?