vrijdag 16 februari 2018

Boom voortgezet onderwijs: concurreren op kwaliteit (Inct)

Koninklijke Boom uitgevers gaat leermiddelen voor het voortgezet onderwijs op de markt brengen. In een samenwerking met de succesvolle jonge educatieve uitgeverij Staal & Roeland ziet het grote kansen. Dankzij een focus op de kwaliteit van content.

Een aanval op het monopolie van ThiemeMeulenhoff, Noordhoff en Malmberg? Zo zal directeur John Boom van Koninklijke Boom Uitgevers het nooit noemen. Het bedrijf – een van de grotere uitgeverijen van Nederland – begeeft zich op de leermiddelenmarkt voor het voortgezet onderwijs omdat het daar kansen ziet. Het gaat mooie producten lanceren en daar klanten voor proberen te winnen. 'En hoeveel marktaandeel we straks hebben, zien we dan wel', zegt Boom.
Feit is echter dat de nieuwe werkmaatschappij Boom voortgezet onderwijs dit jaar als eerste product een methode voor Nederlands lanceert en dat methodes voor Engels en wiskunde in ontwikkeling zijn. Met andere woorden: Boom richt zich niet op de kleinere vakken die de grote drie laten liggen, maar op de kernvakken. Het familiebedrijf gaat daarbij, zijn traditie indachtig, voor de lange termijn. De werkmaatschappij is niet opgericht voor een quick win, maar om 'eeuwig' te blijven bestaan.

De kans die Boom ziet, ligt in het bieden van de hoogste kwaliteit. Dat heeft het bedrijf in eerste instantie niet zelf gezien. Boom heeft de methode Kern overgenomen van de jonge educatieve uitgeverij Staal & Roeland, die sinds de oprichting in 2014 heeft laten zien met kwaliteit – juist wél in de kleinere vakken – succes te hebben. De oprichters Donald Staal en Elout Roeland worden bovendien ingehuurd om mede leiding te geven aan Boom voortgezet onderwijs.
Beide uitgevers zijn afkomstig van Noordhoff, vertelt Donald Staal. 'We hadden een zeer comfortabel salaris maar het ondernemersklimaat binnen het bedrijf werd in de loop der jaren moeilijker. Noordhoff is een mooi bedrijf, maar het was in handen van een investeringsmaatschappij. Het klimaat was daardoor eerder gericht op risicobeheersing. Het werd steeds moeilijker om de handen op elkaar te krijgen voor een nieuw idee.'
En nieuwe ideeën, die hádden ze. 'Wij geloven dat je met maximale aandacht voor content een onderscheidend product kunt maken. Bij de grote uitgeverijen ligt de nadruk soms meer op platformen en structuren en minder op de inhoud van methodes. Ik zeg het heel gechargeerd, maar daar komt het in de kern op neer: content is onderbelicht. Tegelijk hebben wij de jarenlange ervaring om het verschil te maken met andere spelers die zich volledig op één niche richten.'

De eerste methode die Staal & Roeland in de markt zette, was SPQR voor Latijn. Roeland had deze methode al ontwikkeld bij Noordhoff, maar de lancering moeten afblazen toen de directie de markt toch te klein achtte. Op zoek naar een methode die Staal & Roeland snel kond exploiteren, namen ze na de start van het bedrijf contact op met de auteurs. Die bleken SPQR in hun eigen scholen te hebben gebruikt én verbeterd. Zo kon de uitgeverij al kort na oprichting de markt benaderen.
'Nadat we het materiaal hadden vormgegeven en een redactionele slag hadden uitgevoerd, mailden we de scholen in april', herinnert Staal zich. 'Zo laat. En toch kochten twintig scholen de methode in. Er waren weliswaar vier methodes op de markt, maar daar gebeurde weinig mee. Er waren geen innovaties, nieuwe edities kwamen te traag. Er was onvrede in de markt. Dus maar liefst 20 % van de scholen reageerde op onze mailing. Dat is bizar hoog.'
Dat bewees hun gevoel dat er voor kwaliteit altijd markt is. 'Onze methode is van top-kwaliteit, in inhoud én vorm. Boeken worden steeds meer gezien als wegwerpproduct. Wij kiezen echt voor papier. De boeken hebben daarbij een volwassen en luxe uitstraling. Het zijn boeken waar docenten én leerlingen blij van worden. De digitale component is weliswaar eenvoudig, maar juist daardoor populair. Het doet wat het moet doen en iedereen snapt het onmiddellijk.'

Inmiddels gebruikt de helft van de scholen SPQR voor Latijn. Staal & Roeland ontwikkel­den ondertussen ook met succes methodes voor Grieks, Kunst en CKV – allemaal vakken waar de concurrentie matig of nagenoeg ontbrekend was. Bij de volgende stap stuitte het echter op haar grenzen. Dat was Kern voor Nederlands. 'Wij dachten: we richten ons eerst op de randen van de markt. Dus methodes voor gymnasium en vmbo-basis. Maar scholen wilden toch liever een breder pakket kunnen afnemen.'
En toen was daar Boom als ideale partner. Staal & Roeland kon niet de investering opbrengen om een methode breed in de markt te zetten. Het bedrijf dat al langer zon op uitbreiding van haar educatieve portfolio – vooral gevuld met methodes voor vmbo, mbo, en hoger onderwijs – had dat wel. Staal: 'Het is bovendien een familiebedrijf dat gaat voor de lange termijn. '
Kern wordt dit jaar in twintig scholen gebruikt. De methode wordt gestaag verder uitgerold. 'We kijken daarbij wat iedere stroom nodig heeft. Bij grote uitgevers maken de methode voor het vwo. Voor gymnasium doen ze er wat bij, voor havo er wat af en voor vmbo nog wat meer. De methode is daardoor minder geschikt voor de bovenkant en de onderkant. Wij geven iedereen precies wat ze nodig hebben. Omdat wij zélf heel erg veel op scholen komen en met iedereen praten, kunnen we dat realiseren.'
De marktverdeling is daarbij helder. Kern verschijnt onder de vlag van Boom voortgezet onderwijs. Ook andere basisvakken worden door dit bedrijf ontwikkeld. Staal & Roeland richt zich ondertussen op de kleinere vakken. Beide bedrijven gaan samen in één kantoor in Groningen zitten. 'Dat is handig, veel leuker en biedt natuurlijk ook de nodige synergetische voordelen,' aldus Staal. Een opvatting waar John Boom zich nadrukkelijk bij aansluit.
(Eerder gepubliceerd in Inct

Geen opmerkingen: