Koninklijke Boom uitgevers gaat leermiddelen voor het
voortgezet onderwijs op de markt brengen. In een samenwerking met de
succesvolle jonge educatieve uitgeverij Staal & Roeland ziet het grote
kansen. Dankzij een focus op de kwaliteit van content.
Een aanval op het monopolie van ThiemeMeulenhoff, Noordhoff
en Malmberg? Zo zal directeur John Boom van Koninklijke Boom Uitgevers het
nooit noemen. Het bedrijf – een van de grotere uitgeverijen van Nederland –
begeeft zich op de leermiddelenmarkt voor het voortgezet onderwijs omdat het
daar kansen ziet. Het gaat mooie producten lanceren en daar klanten voor
proberen te winnen. 'En hoeveel marktaandeel we straks hebben, zien we dan
wel', zegt Boom.
Feit is echter dat de nieuwe werkmaatschappij Boom
voortgezet onderwijs dit jaar als eerste product een methode voor Nederlands
lanceert en dat methodes voor Engels en wiskunde in ontwikkeling zijn. Met
andere woorden: Boom richt zich niet op de kleinere vakken die de grote drie
laten liggen, maar op de kernvakken. Het familiebedrijf gaat daarbij, zijn
traditie indachtig, voor de lange termijn. De werkmaatschappij is niet
opgericht voor een quick win, maar om
'eeuwig' te blijven bestaan.
De kans die Boom ziet, ligt in het bieden van de hoogste
kwaliteit. Dat heeft het bedrijf in eerste instantie niet zelf gezien. Boom
heeft de methode Kern overgenomen van
de jonge educatieve uitgeverij Staal & Roeland, die sinds de oprichting in
2014 heeft laten zien met kwaliteit – juist wél in de kleinere vakken – succes
te hebben. De oprichters Donald Staal en Elout Roeland worden bovendien
ingehuurd om mede leiding te geven aan Boom voortgezet onderwijs.
Beide uitgevers zijn afkomstig van Noordhoff, vertelt Donald
Staal. 'We hadden een zeer comfortabel salaris maar het ondernemersklimaat
binnen het bedrijf werd in de loop der jaren moeilijker. Noordhoff is een mooi
bedrijf, maar het was in handen van een investeringsmaatschappij. Het klimaat
was daardoor eerder gericht op risicobeheersing. Het werd steeds moeilijker om
de handen op elkaar te krijgen voor een nieuw idee.'
En nieuwe ideeën, die hádden ze. 'Wij geloven dat je met
maximale aandacht voor content een onderscheidend product kunt maken. Bij de grote
uitgeverijen ligt de nadruk soms meer op platformen en structuren en minder op
de inhoud van methodes. Ik zeg het heel gechargeerd, maar daar komt het in de
kern op neer: content is onderbelicht. Tegelijk hebben wij de jarenlange
ervaring om het verschil te maken met andere spelers die zich volledig op één
niche richten.'
De eerste methode die Staal & Roeland in de markt zette,
was SPQR voor Latijn. Roeland had
deze methode al ontwikkeld bij Noordhoff, maar de lancering moeten afblazen
toen de directie de markt toch te klein achtte. Op zoek naar een methode die
Staal & Roeland snel kond exploiteren, namen ze na de start van het bedrijf
contact op met de auteurs. Die bleken SPQR in hun eigen scholen te hebben
gebruikt én verbeterd. Zo kon de uitgeverij al kort na oprichting de markt
benaderen.
'Nadat we het materiaal hadden vormgegeven en een
redactionele slag hadden uitgevoerd, mailden we de scholen in april', herinnert
Staal zich. 'Zo laat. En toch kochten twintig scholen de methode in. Er waren
weliswaar vier methodes op de markt, maar daar gebeurde weinig mee. Er waren
geen innovaties, nieuwe edities kwamen te traag. Er was onvrede in de markt.
Dus maar liefst 20 % van de scholen reageerde op onze mailing. Dat is bizar
hoog.'
Dat bewees hun gevoel dat er voor kwaliteit altijd markt is.
'Onze methode is van top-kwaliteit, in inhoud én vorm. Boeken worden steeds
meer gezien als wegwerpproduct. Wij kiezen echt voor papier. De boeken hebben
daarbij een volwassen en luxe uitstraling. Het zijn boeken waar docenten én
leerlingen blij van worden. De digitale component is weliswaar eenvoudig, maar
juist daardoor populair. Het doet wat het moet doen en iedereen snapt het
onmiddellijk.'
Inmiddels gebruikt de helft van de scholen SPQR voor Latijn. Staal & Roeland ontwikkelden
ondertussen ook met succes methodes voor Grieks, Kunst en CKV – allemaal
vakken waar de concurrentie matig of nagenoeg ontbrekend was. Bij de volgende
stap stuitte het echter op haar grenzen. Dat was Kern voor Nederlands. 'Wij dachten: we richten ons eerst op de
randen van de markt. Dus methodes voor gymnasium en vmbo-basis. Maar scholen
wilden toch liever een breder pakket kunnen afnemen.'
En toen was daar Boom als ideale partner. Staal &
Roeland kon niet de investering opbrengen om een methode breed in de markt te
zetten. Het bedrijf dat al langer zon op uitbreiding van haar educatieve
portfolio – vooral gevuld met methodes voor vmbo, mbo, en hoger onderwijs – had
dat wel. Staal: 'Het is bovendien een familiebedrijf dat gaat voor de lange termijn.
'
Kern wordt dit
jaar in twintig scholen gebruikt. De methode wordt gestaag verder uitgerold.
'We kijken daarbij wat iedere stroom nodig heeft. Bij grote uitgevers maken de
methode voor het vwo. Voor gymnasium doen ze er wat bij, voor havo er wat af en
voor vmbo nog wat meer. De methode is daardoor minder geschikt voor de
bovenkant en de onderkant. Wij geven iedereen precies wat ze nodig hebben.
Omdat wij zélf heel erg veel op scholen komen en met iedereen praten, kunnen we
dat realiseren.'
De marktverdeling is daarbij helder. Kern verschijnt onder de vlag van Boom voortgezet onderwijs. Ook
andere basisvakken worden door dit bedrijf ontwikkeld. Staal & Roeland
richt zich ondertussen op de kleinere vakken. Beide bedrijven gaan samen in één
kantoor in Groningen zitten. 'Dat is handig, veel leuker en biedt natuurlijk
ook de nodige synergetische voordelen,' aldus Staal. Een opvatting waar John
Boom zich nadrukkelijk bij aansluit.
(Eerder gepubliceerd in Inct)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten