dinsdag 23 april 2019

Interview: secretaris Bookspot Literatuurprijs Jeroen Kans over uitbreiding met non-fictieprijs (Boekblad)

De Bookspot Literatuurprijs wordt in november in twee categorieën uitgereikt: fictie en – voor het eerst – non-fictie. Beide winnaars krijgen 50.000 euro. De uitreikingsavond in november groeit hopelijk uit tot een waar Uitreikingsgala, vertelt secretaris Jeroen Kans van de organiserende Stichting Jaarlijkse Literatuurprijs.

Hoe was je een week?
'Goed, met een mooi einde. We hebben een tijdlang gewerkt aan de voorbereiding van deze nieuwe prijs en konden er eindelijk mee naar buiten komen. Normaal ben ik in het voorjaar niet intensief bezig met de prijs. In deze fase moet ik er vooral voor zorgen dat de juryleden de boeken krijgen. Het echte werk begint na de zomer vanaf de bekendmaking van de longlists. Maar deze week was ik relatief druk met de Bookspot Literatuurprijs.'

Eerder in de week was de bekendmaking van Annejet van der Zijl als auteur van het Boekenweekgeschenk. Wat dacht je toen?
'Dat kwam wel héél mooi uit. We wisten van niets, maar de keuze voor een non-fictieauteur – de tweede na Geert Mak in 2007 – onderstreept het belang dat de Stichting hecht aan non-fictie. We zien de belangstelling ervoor groeien. De verkoop van dit segment stijgt. En we vinden de waarde van non-fictie in deze tijden van desinformatie en nepnieuws groter dan ooit.'

Voorspel je dat de CPNB vaker voor non-fictieauteurs zal kiezen?
'Dat weet ik niet. Ik ken hun agenda niet.'

Was ook de aandacht voor de aankondiging van de nieuwe prijs een bewijs van de groeiende interesse in non-fictie? Het stond zelfs op Teletekst.
'Inderdaad. Dat was me de afgelopen twee jaar niet meer gelukt. Althans, met de shortlist. De winnaars haalden Teletekst nog wel. En nu stond het overal: van NRC tot Nederlands Dagblad. Ook Susan Smit besteedde er aandacht aan in haar boekenrubriek in Vijf Uur Live op RTL4. Ik denk dat de media er wel gevoelig voor zijn. Dat Annejet van der Zijl bij Jinek kwam vertellen dat zij het boekenweekgeschenk gaat schrijven, zegt ook dat dit relevant nieuws gevonden wordt.'

Hoe is het idee voor de non-fictieprijs ontstaan?
'Het speelde al een tijdje. We merkten, ook bij de jury, dat je toch appels en peren met elkaar vergelijkt. En dat dan vijf of zes fictietitels het haalden vóór de eerste non-fictietitel, hoewel dat ook heel goede boeken werden gevonden. Ik denk omdat non-fictie bij herlezing geen diepere laag heeft. Literatuur kun je een tweede keer lezen. Je ontdekt nieuwe dingen. Terwijl dat bij non-fictie niet het geval is. Neem De vergelding van Jan Brokken. Een geweldig boek, je gaat helemaal mee in zijn zoektocht. Maar als je dat een tweede keer leest, ken je de ontknoping al. Nadat de ideeën een tijdje binnen de stichting hebben geborreld, hebben we uiteindelijk besloten hier iets aan te gaan doen.

Dus toen benaderden jullie de sponsor: Bookspot.
'Ja. Wij wilden per se dat fictie en non-fictie qua prijzengeld gelijk werd behandeld. Anders zou je nog steeds denken dat het een belangrijker is dan het ander. Dan zou het geen zin hebben gehad. Dus we stelden voor het prijzengeld desnoods te halveren, maar Bookspot zei meteen: nee, we gaan op zoek naar extra geld. Dat er bleek te zijn.'

Hebben jullie ook uitgevers gepolst?
'Ik moet niet vergeten: ook het pleidooi van Haye Koningsveld van De Bezige Bij in NRC Handelsblad voor een grote non-fictieprijs was een belangrijke trigger. Er was in het vak dus behoefte aan. Haye vormde met Leonoor Broeder van Atlas Contact en Mireille Berman van het Letterenfonds een clubje die zo'n prijs probeerde op te zetten. In gesprekken met hen kreeg ik de bevestiging dat zo’n prijs er echt moet komen. Dat gaf extra overtuiging om met dit initiatief verder te gaan.'

De uitreiking van beide prijzen vindt tegelijk plaats. Waarom niet gescheiden zoals Libris doet met haar literatuur- en geschiedenisprijs? Dat is twee keer aandacht voor de sponsor.
'Ik denk dat we met de uitreiking echt een mooi nieuwsmoment kunnen creëren. Liever een keer een grote klapper dan twee keer een wat minder luide klapper. Bovendien zitten we op een ander denkspoor. We zouden de uitreiking willen uitbreiden met andere prijzen en zo een groot Uitreikingsgala organiseren. Dat zijn geen prijzen die we zelf op gaan zetten, maar prijzen van anderen die we eraan zouden willen koppelen. Het vereist alleen heel veel lobbyen en met mensen praten, dus dat is nu nog toekomstmuziek.'

De Gouden Uil is anders in 2000 gestopt met een gezamenlijke uitreiking van een fictie- en non-fictieprijs omdat de laatste te weinig aandacht kreeg.
'Maar dat is twintig jaar geleden. Ik denk dat de positie van non-fictie als genre sindsdien sterk is gegroeid. Ik denk ook dat wij met Bookspot iets neer kunnen zetten waarmee beide genres op gelijke manier volwaardig in de spotlights worden gezet.'

Maar wat schrijft de pers als Grunberg de fictieprijs en een onbekende auteur met een biografie van een provinciaal bestuurder de non-fictieprijs wint?
'De pers kun je niet sturen, dat klopt. Maar ik denk dat je dingen gewoon moet doen. Dat je je niet van tevoren moet laten tegenhouden door eventuele beren op de weg. We merken het wel. Daarbij: als zo'n boek de non-fictieprijs wint heeft het een bepaalde zeggingskracht die verder gaat dan de feiten. Het gaat er in deze prijs wel degelijk om dat het verhaal goed is opgeschreven en goed is opgezet. En dat maakt dat de biografie die je noemt zeer de moeite waard zal zijn voor een groot lezerspubliek.'

Verwacht je dit jaar nog meer inzendingen dan de 460 van 2018?
'De prijs stond altijd al open voor non-fictie. Een aantal uitgevers zal heus wel denken: hé – en iets meer titels insturen. Maar waarschijnlijk alleen dit jaar. Meer dan een heel kleine hausse zal het daarom niet zijn. We hebben wel de jury uitgebreid naar zeven, om de werklast te verdelen. Ook omdat we meer mensen in de jury wilden met een andere achtergrond dan die van recensent voor wie het lezen van boeken dagelijks werk is. Boekverkopers dus, die – hoe hardnekkig het romantische beeld ook is dat zij de hele dag lezen – dat vooral in de avonduren moeten doen.'

Je verwacht niet dat andere uitgevers opeens interesse hebben en alle titels insturen? Een uitgeverij als Verloren die veel proefschriften uitgeeft...
'Ik hoop het niet. Uitgeverijen zullen toch ook naar de criteria kijken en beseffen dat het geen zin heeft om alles op te sturen? Nee, dat komt wel goed.'

En waarom boekverkopers in de jury? Op de boekverkopers in het DWDD-panel hoor je steeds de kritiek dat ze nooit oordelen maar alleen verkopen.
'Ik heb geen mening over het panel. De boekverkopers die wij hebben, denken in ieder geval niet in termen van: effect op de verkoop. Daan Stoffelsen van Athenaeum zit erbij als redactielid van De Revisor. Jan Dertaelen van De Groene Waterman schrijft voor allerlei media. En Maartje Kroonen van Bijleveld is zeer actief in de literaire wereld. Ik heb alle vertrouwen in hun vermogen tot oordelen op literaire criteria.'

Wat ga je vandaag doen?
'Ik zou gaan wandelen met Chris Herschdorfer [directeur Atlas Contact], maar ik ben door mijn enkel gegaan. De dag ligt dus nog open. Ik ga zeker ook lezen. Inderdaad, non-fictie. Ik ben bezig met het laatste stuk van De Bourgondiërs van Bart Van Loo.'
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 14 april)

woensdag 17 april 2019

Interview: Victor Mids over de invloed van de bibliotheek op zijn carrière (Bibliotheekblad)

Het gaat Victor Mids (Mindf*ck) te ver om te zeggen dat hij uitsluitend dankzij de bibliotheek illusionist is geworden. 'Maar daar is zeker een heel belangrijk zaadje in mijn hoofd geplant.'

In Mindf*ck live, die op oudejaarsavond werd uitgezonden. In interviews. In zijn in 2016 verschenen boek. Overal vertelt Victor Mids hoe hij illusionist is geworden. Hij kreeg op zijn vierde een goocheldoos cadeau. En hij werd op de middelbare school door een leraar voorgesteld aan een klasgenoot die ook de hele tijd met trucs in de weer was: Oscar Verpoort, die sindsdien zijn onafscheidelijke compagnon de route is. Minder bekend is dat ook de openbare bibliotheek een cruciale factor is geweest.Dankzij zijn moeder zat Mids (1987) in zijn jonge jaren vele dagen in de bibliotheek van zijn geboorteplaats Delft. 'Ik weet niet eens precies wat ze daar deed', vertelt het brein achter Mindf*ck. 'Ze hielp er, maar waarmee? Ze had er in ieder geval geen vaste baan. Ze was er ook onregelmatig. Maar zolang ik op de basisschool zat, nam ze mij altijd mee. Ik vond het er heerlijk. De bibliotheek voelde – en voelt nog steeds – als een plek waar de buitenwereld geen grip op kreeg. Waar de tijd stilstond. En plek ook die niet te onderschatten is voor het belang van de ontwikkeling van een kind.'
In die tijd, grofweg de jaren negentig, had de bibliotheek weinig anders dan boeken. Mids herinnert zich nog een hoek met blokken. Maar hij besteedde de uren vooral met lezen. 'Goochelboeken, natuurlijk.' Je zou zeggen dat hij een zo specialistische categorie snel uit had, maar: 'dat waren er toch een stuk of vijf. Eentje had een man met een rood jacquet op het omslag. Als een klassieke goochelaar. En het Groot Spectrum Goochelboek. En een soort jeugdroman: je volgde het verhaal en kreeg ondertussen allemaal trucs uitgelegd.'
De trucs die hij toen leerde, past hij nog steeds toe. 'De grap is dat veel dingen die ik doe, ook in die kinderboeken staan. Mensen beseffen dat vaak niet. Alleen het verhaal eromheen is meer voor volwassenen. Sterker: men zal echt verbaasd zijn als ze wisten dat een aantal trucs in Mindf*ck die op tv waanzinnig ingewikkeld lijken, gewoon in zo'n bibliotheekboek worden uitgelegd. Daarom werken we vaak ook vanuit het verhaal en gaan we daarna pas bedenken hoe we die illusie kunnen creëren. Het verhaal werkt dan net zo goed als mindfuck: om je af te leiden van wat eigenlijk heel simpel is.'

Ook in tijden van internet kan de bibliotheek nog altijd opleiden tot illusionist. Daarvan is Mids overtuigd. Het is waar dat er veel online te vinden is. Van de shows van voorbeelden als David Copperfield tot stap voor stap instructievideo's. Maar uitleg kan ook té helder zijn, vindt hij. 'In een filmpje kan je precies zien hoe je je vingers moet bewegen. In een boek moet je het doen met een paar foto's. Precies in die ruimte daartussen, die je dus niet ziet, is ruimte voor eigen inbreng. Zo leer je om je eigen draai aan trucs te geven.'
Een beetje bibliotheek heeft daarom nog steeds goochelboeken in de collectie. 'Als ik een bibliotheek ben, zoals laatst in de buurt van Breda – ik treed ook wel eens op in bibliotheken – kijk ik wel eens naar wat ze hebben. Dat is vaak best wel wat. Ook mijn eigen boek staat er altijd. En als alleen mijn boek er staat, heb ik daar ook geen moeite mee. Ik wilde met het schrijven ervan de ervaring die ik had in mijn jeugd heel graag doorgeven. En met meer dan 125.000 verkochte exemplaren – waaronder ook heel wat door bibliotheken – bleek mijn gevoel juist dat daar behoefte aan had.'
Het boek dat Mids ook met Verpoort samen schreef, is een even aanstekelijke als volgepakte boek geworden, waarin niet alleen trucs worden uitgelegd, maar ook hoe ze werken – én wordt de lezer zelf voortdurend gemindfucked. In interviews daarover heeft hij wel eens laten doorschemeren te veel weg te geven. Maar dat valt mee. 'Ik heb niet alles weggegeven, hoor. Ik heb nog wat tricks up my sleeve. Ik weet ook precies wat ik wel en niet kan doen. Ik denk wel dat boek echt goed werkt om een nieuwe generatie te inspireren.'
Het enig jammere voor wie het boek uit de bibliotheek leent, is dat de lezer óók wordt uitgenodigd in het boek te tekenen of bladzijden te vouwen. Dat kan natuurlijk niet met een boek dat je onbeschadigd moet retourneren. 'Anders moet de bibliotheek maar regelmatig nieuwe exemplaren kopen', lacht Mids.
(Eerder gepubliceerd in Bibliotheekblad 2, 2019)

maandag 15 april 2019

Interview: Luciënne van der Leije (Singel Uitgeverijen) over de ALMA voor Bart Moeyaert

Senior foreign rights manager Luciënne van der Leije beleefde waarschijnlijk de succesvolste kinderboekenbeurs van Bologna die ze ooit heeft meegemaakt. Na bekendmaking van de Astrid Lindgren Memorial Award (ALMA) voor Bart Moeyaert werd haar stand omvergelopen door buitenlandse uitgeverijen.

Hoe was je week?
'Krankzinnig, ik kan niet anders zeggen. De beurs is altijd al even uitputtend als superleuk en inspirerend. Maar dit jaar had ik helemaal een adrenalinekick toen ik eenmaal thuis was. Dat begon maandag al. Toen maakten we bekend dat Querido in Amerika nauw gaat samenwerken met Arthur Levine. Dat leverde belangstelling op, felicitaties, een leuk moment met champagne en allemaal Amerikaanse en Engelse uitgeverijen die kwamen vragen wat het voor hen betekende. Maar dat was niets vergeleken bij wat er dinsdag gebeurde toen Bart Moeyaert de ALMA won.'
Vertel.
'We wisten natuurlijk dat Bart genomineerd was. Maar ja, er staan elk jaar 260 namen of zoiets op de lijst. Bart stond er elk jaar bij, zestien keer op rij. Dus ook al wisten we dat de winnaar bekend zou worden gemaakt, we waren rustig aan het werk. Tot om zeven minuten over één een collega van het Vlaams Fonds voor de Letteren aan kwam rennen. "Bart heeft hem! Bart heeft hem!", riep ze. Uitgeefster Wendy Wilbers begreep meteen wat ze bedoelde, dus er was direct geschreeuw en gejuich. Heel erg leuk. Ik zei tegen mijn collega Martijn Prins – die voor het eerst op Bologna was – "tien minuten". En inderdaad, toen kwam de eerste buitenlandse uitgeverij naar de rechten informeren: een Zweed. Het hele middag was het daarna superdruk. We wilden onze afspraken aftikken, terwijl tegelijkertijd de stand werd omvergelopen.'
Hebben jullie een receptionist op de stand?
'Nee. Martijn en ik zijn normaal de enigen op de stand. We hadden wel een derde tafeltje als flextafel. Mede met hulp van onze directeur Paulien Loerts hebben we het daarmee gelukkig kunnen oplossen.' 
Het was de tweede ALMA voor Querido na Guus Kuijer in 2012. Was het dit keer anders dan zeven jaar geleden?
'Dat was niet heel anders. Ook toen waren er veel reacties en veel emoties. Ook toen hebben we snel allerlei spullen die we bij ons hadden neergelegd – en in de maanden daarna aanzienlijk meer contracten gesloten. Het grootste verschil is dat Guus nooit op de beurs was en Bart juist altijd. Guus en zijn vrouw kwamen toen wel het jaar erna op onze uitnodiging.'
Bart Moeyaert is al in twintig landen vertaald. Hadden jullie nog wel rechten te koop?
'O, zeker. Je moet internationale bekendheid hebben om in aanmerking te komen voor de prijs. Vanaf zijn debuut in 1983 is hij ook vertaald. Hanser in Duitsland doet bijvoorbeeld alles van hem. In Frankrijk heeft hij ook een vaste uitgeverij: La Joie de Lire. Succesboeken als Het is de liefde die we niet begrijpen en Broere zijn breed vertaald. En ook zijn laatste boek Tegenwoordig heet iedereen Sorry is al naar drie talen verkocht. Maar er blijft voldoende over. In Scandinavië is hij vrij. In Zuid-Amerika. In Amerika ook, nadat Front Street – die drie titels had gedaan – failliet was gegaan. Sterker nog: is er altijd ruimte. Zelfs voor Minoes van Annie M.G. Schmidt, het meest vertaalde Nederlandse kinderboek, blijft belangstelling.' 
Heb je dan al iets kunnen verkopen?
'Een Zweedse uitgever heeft een bod gedaan op drie boeken. Een daarvan wil hij tijdens de uitreiking over zeven weken op de markt hebben. Een waagstuk. Daarnaast zitten er een aantal biedingen in de mailbox.'
Hoe hebben jullie de ALMA gevierd?
'Bart kwam rond half drie naar de stand – met een stoet camera's achter zich aan. Toen hebben we weer champagne gedronken. We werden die avond ook uitgenodigd voor het ALMA-diner, maar die avond was ook de traditionele diner met onze auteurs. Daar konden we moeilijk wegblijven. Wendy en Barts redacteur Dik Zweekhorst gingen met hem mee, Martijn, Paulien en ik aten met de auteurs. Daarna gingen naar de jaarlijkse party van uitgeverij Salani, waar Bart ook altijd is. Toen ik rond middernacht aankwam, was hij er nog niet. Ik stond daar te kletsen toen ik opeens een gegil hoorde! Dat was dus Bart, die door iedereen werd toegejuicht. Het wordt hem ook zo gegund.'
Straalt de prijs ook af op de rest van jullie fonds?
'Absoluut. Deze prijs heeft een ontzettende aantrekkingskracht. Hij bestaat misschien nog niet zo lang, maar het prijzengeld maakt hem felbegeerd en door het nominatiesysteem is er internationaal veel belangstelling voor. Dat hebben die Zweden slim gedaan. En Querido is nu de enige uitgeverij ter wereld die twéé winnaars in het fonds heeft. Ik kan naar mijn contacten niet genoeg benadrukken hoe bijzonder dat is.'
Wat merkte je daarvan bij de andere titels die je dit jaar aanbood?
'Onze topper was dit jaar een prentenboek zonder woorden, 96 pagina's dik. dat in augustus in Nederland verschijnt: Zwerveling van Peter Van den Ende. De achterwand van de stand was gevuld met een van zijn prachtige zwart/wit-illustraties. Daar hebben we tijdens de beurs twee biedingen op gekregen. Dat is vrij ongebruikelijk.'
Dit jaar was de beste Bologna die je ooit hebt meegemaakt?
'Misschien wel. Hoewel 2012 ook bijzonder was, was het dit jaar echt krankzinnig. Ik zei het al.'
Betekent het ook dat je het na terugkeer drukker hebt dan wat je gewend was?
'Ik moet heel wat afhandelen, dat klopt. Ook dit weekend. Maar dat vind ik niet erg, dit is zo'n uitzonderlijke situatie. Dan kan ik best vandaag een dealtje sluiten. Maar ik werk dit weekend niet alleen. Mijn gezin verdient aandacht en ik wil absoluut van het mooie weer genieten. Straks gaan we met z'n allen ook brunchen bij een vriendin. Dan wachten de mensen maar vijf minuten langer op mijn reactie.'
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 7 apr)