Na ruim zeven en een
half jaar trekt Eppo van Nispen tot Sevenaer de deur van de CPNB achter zich
dicht. Het waren geweldige jaren – al heeft hij ook een keer overwogen om,
samen met zijn hele team, op te stappen.
Een directeur moet
hooguit vijf jaar aanblijven. Ondanks die filosofie die hij zijn hele carrière
heeft aangehangen, stond Eppo van Nispen tot Sevenaer anderhalf keer zo lang
aan het hoofd van de CPNB. Op 1 juni 2010 volgde hij Henk Kraima op. Op 1 februari
dit jaar vertrekt hij naar het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid. De
reden van het verlengde directeurschap was het besluit van NBD Biblion om de
subsidie aan CPNB stop te zetten.
'De bijdrage van NBD
Biblion ging in twee jaar van 1,2 miljoen euro naar nul', blikt hij op een van
zijn allerlaatste werkdagen terug. 'Zo'n groot bedrag haal je niet in één keer
terug uit de markt. Het was echt crisis, er moesten mensen uit. Dan kun je wel
zeggen: ik ga. Maar ik vind dat je er als kapitein ook moet staan als het
stormt. Het is te makkelijk om alleen te varen bij mooi weer. Nu we dat bedrag
bijna weer binnen hebben, kan ik gerust gaan. We zijn heel ver met nieuwe
partners. En ook NBD Biblion keert terug als sponsor. Ze zien in dat de CPNB
toch veel toegevoegde waarde heeft op het gebied van leesbevordering.'
Maar hij had
natuurlijk ook domweg een heel mooie baan. 'Ik ga hier weg met een brok in mijn
keel. De CPNB is zo'n grandioze club. De missie is geweldig, waarin ik
ontzettend veel creativiteit kwijt kon. En de mensen waar ik mee te maken heb,
zijn ontzettend leuk, zowel hier in huis als in het vak.'
Hoe staat het boek
ervoor aan het einde van jouw tijdperk bij de CPNB?
'In al die jaren kreeg
ik vaak de vraag: blijft het boek? Dan ging het over de digitalisering. Mijn
antwoord was altijd helder: het papieren boek gaat absoluut niet verdwijnen. Ik
zat laatst in een panel met de vrouw van Pwc die ieder jaar voor Nederland de
Media Outlook maakt. Zij maakte excuses dat ze de kracht van het boek had
onderschat. De vergelijking met muziek en andere producten bleek niet op te
gaan. Het papieren boek blijft veel beter overeind.'
Is dat mede aan jou te
danken?
'Dat moet je eigenlijk
aan anderen vragen. Maar in hun reacties op mijn aangekondigde vertrek hoor ik
vaak dat ze mij een prachtige ambassadeur voor het boek vonden. Niet alleen
voor de literatuur, waar onder Henk de nadruk op lag, maar voor alle genres.
En: niet in de eerste plaats voor de verkoop van het boek, maar voor de
maatschappelijke impact ervan. Door te hameren op leesbevordering heb je een
veel beter argument naar de buitenwereld.'
Waarom?
'De CPNB is toch: wij
van wc-eend raden wc-eend aan. Daar kun je niet mee aankomen. Dus moet je de
intrinsieke waarde van het boek aantonen. Dat hebben we gedaan door onderzoeken
te initiëren, vaak met Stichting Lezen, en zo veel mogelijk te praten over het
belang van lezen. Dat is bovendien ook de basis voor het vak zelf. Als we de
leescultuur niet overeind houden kunnen we op termijn alle boekhandels en uitgeverijen
wel opdoeken. Als vak moeten we daarom de lange bal durven spelen, en ons niet
te veel concentreren op de day to day business.'
Heeft die strategie
goed uitgepakt?
'Ik denk het wel. Mijn
stelling was altijd: elke dag aandacht voor het boek. Dat is goed gelukt. We
zijn meer campagnes gaan voeren, die ook effectief en relevant zijn. Dat zien
we terug in de mediawaarde van campagnes. Die is enorm gestegen.'
Kun je daar cijfers
van geven?
'De Boekenweek is
bijvoorbeeld goed voor 21 miljoen euro aan aandacht in de media. Gigantisch
veel. Dat is weliswaar een cijfer uit 2012, omdat die onderzoeken erg kostbaar
zijn. Ieder berichtje moet worden geanalyseerd. Maar we zijn het sinds
afgelopen najaar opnieuw aan het doen: een jaar lang, voor alle campagnes. De
eerste voorlopige resultaten wijzen op een vergroting van de mediawaarde.'
Toch waren het
economisch moeilijke jaren, zoals ook uit het besluit van NBD Biblion blijkt.
Kon je wel je ambities waarmaken?
'Mijn taak is
natuurlijk niet af. De ambitie uit het beleidsplan om van Nederland het meest
boekbelezen land ter wereld te maken is nog niet gelukt. Maar toch: ik denk dat
ik veel heb kunnen realiseren. Ik ben bijvoorbeeld heel blij dat het is gelukt
om in deze jaren de collectiviteit te behouden. Als het slecht gaat, is
iedereen immers meer geneigd naar zijn individuele belang te kijken. Hopelijk
blijft die collectiviteit in de toekomst behouden. Neem een platform als Readr
van de KBb. Elk platform kost geld, en hoe kleiner het draagvlak hoe moeilijker
om een groot bereik te krijgen. Dan is het beter als het vak, iedereen vanuit
zijn eigen belang, de samenwerking zoekt.'
Wat is niet gelukt?
'Als ik toch iets moet
noemen, betreur ik het dat het niet is gelukt om zoiets als Manuscripta van de
grond te krijgen om met een groot boekenfeest het begin van het seizoen te
vieren.'
Er zijn ook campagnes
gestaakt.
'Jawel. Maar niet
omdat er geen geld voor was. Sommige campagnes blijken gewoon niet te werken.
Dan moet je er gewoon mee ophouden, zodat je het geld kunt gebruiken om
campagnes die wél werken te versterken.'
En vanuit de
boekhandel klinkt nog altijd de roep om de resultaten van campagnes
inzichtelijker te maken.
'Maar die vind ik wel
inzichtelijk. We meten altijd of we onze doelstellingen hebben gehaald. Wat het
ingewikkeld maakt, is dat niet alle boekhandels en bibliotheken op dezelfde
manier op campagnes inhaakt. Als ik nog een niet gerealiseerde ambitie mag
noemen: ik had graag gewild dat alle boekverkopers en bibliothecarissen met
dezelfde passie en gevoel voor marketing hun beslissingen namen. Het is niet
gelukt dat in de volle breedte over te brengen.'
De CPNB is een
organisatie die het nooit goed kan doen. Er is altijd wel iemand die kritiek
heeft. Hoe ging je daar mee om?
'Ik heb de CPNB opener
gemaakt. We hebben klankbordgroepen opgericht. Daarin kunnen we zien hoe
beslissingen vallen, en ook toelichten waarom we na lang nadenken vinden dat
dát ons de beste beslissing lijkt. Dat werkt goed. Ook heb ik uitgedragen dat
iedere boekverkoper, uitgever en bibliothecaris altijd contact kon zoeken.
Natuurlijk heb je altijd individuen die blijven roepen: "CPNB, arrogante
club!" Maar dat kan ik naast me neerleggen. Ik heb een dikke huid.'
Riep je
onconventionele optreden, maar ook een uitspraak als: 'Ik lees geen boeken', in
het begin extra veel weerstand op.
'Jawel, al heb ik die
uitspraak nooit gedaan. Ik zei: "ik lees verhalen, de vorm waarin maakt me
niet uit – papier of digitaal." De eindredacteur zette er toen die tekst
als kop boven. Dat riep soms heftige reacties op. Maar dat geeft niet. Je kan
beter de reactie oproepen: 'Die man zal wel niets kunnen brengen', dan het
tegenovergestelde. Hoge verwachtingen zijn veel moeilijker om waar te maken.'
Maar wás er veel
weerstand?
'O ja. Ook intern.
Zeker nadat Henk er zo lang zat en ervoor had gezorgd dat de CPNB hoge
kwaliteit levert, was iedereen een bepaalde manier van werken gewend. En dan
wilde ik het veranderen. Ik vond bijvoorbeeld dat Gerda van Wageningen naar het
Boekenbal moest. Ik was directeur van de bibliotheek in Delft, ik wist hoe
ontzettend veel mensen zij bereikte met haar romantische verhalen. Zij hoorde
daar gewoon thuis. Maar daar was niet iedereen meteen van overtuigd.'
En hoe is het nu?
'Intern is er geen
kritiek meer. De CPNB is een verschrikkelijke leuke club, waar iedereen met
hart en ziel keihard werkt. Maar – ook dat is een mislukte ambitie – de
discussie over het bestaansrecht is niet verstomd. Hij speelt momenteel niet,
maar bij vlagen steekt hij de kop op. De laatste keer dat dat gebeurde,
beschouw ik als het dieptepunt van mijn tijd hier. Dan hoorde ik voortdurend:
waar is die CPNB eigenlijk goed voor? Ik kon daar zó van balen.'
Het argument dat de
CPNB tijdens de Boekenweek voor 21 miljoen euro mediawaarde creëert telde niet?
'Nee. Ze zeiden:
"ach, wat maakt 21 miljoen nou uit". Alsof het boekenvak dat bedrag
zo maar even kan inkopen. Het gaat dan alleen om het gevoel dat de CPNB
irrelevant is. Daar kun je niet tegenop. Eigenlijk dacht ik toen: wij zouden
collectief moeten opstappen. Dat heeft natuurlijk niemand gedaan.'
Om positief te
eindigen: wat was dan het hoogtepunt?
'De laatste
Midzomerkinderboekenborrel. Er was altijd een diner, waarop de Zilveren
Griffels bekend werd gemaakt. Ik vond dat we het kinderboek veel breder moesten
vieren. Natuurlijk was daar kritiek op. "Dan hebben we dat diner niet
meer". Maar de afgelopen borrel, de vijfde editie inmiddels, was zwaar
overtekend. Het is echt een plek geworden waar iedereen die iets met het
kinderboek doet een keer per jaar bij elkaar komt. Zoiets is misschien klein
vergeleken bij een Boekenweek, maar het staat symbool voor alles wat ik heb
proberen open te breken.'
(Eerder gepubliceerd in Boekblad magazine, jan 2018)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten