donderdag 31 januari 2019

Interview Tom Lanoye over het Poëzieweekgeschenk en de openbare bibliotheek (Bibliotheekblad)

foto: Arthur Los
Zonder de bibliotheek was hij niet geworden wie hij was. Tom Lanoye, die dit jaar het geschenk voor de Poëzieweek schreef, is glashelder over het belang van de bibliotheek in zijn leven. Een gesprek over bibliotheken, poëzie en het thema van de Poëzieweek 2019: vrijheid.

Het absurdistische verhaal 'Het boek' uit zijn prozadebuut Een slagerszoon met een brilletje (1985) is autobiografischer dan je zou denken, vertelt Tom Lanoye. Het gaat over Achille van den Branden: de alleslezer die voor zijn vijftigste alle boeken van de wereld heeft kunnen afvinken – behalve het boek over zijn eigen leven. Als hij negen jaar oud is, heeft hij alle boeken op de jeugdafdeling van de bibliotheek gelezen. Hij vraagt dan aan de bibliothecaris of hij boeken voor volwassenen mag lezen.
'Dat vroeg ik op die leeftijd ook. Ik ben de bibliothecaris in Sint-Niklaas – een geweldig sfeervolle bibliotheek, een voormalige gevangenis – eeuwig dankbaar dat hij me toestemming gaf. We hadden thuis weinig boeken. De Feniks-reeks, een soort ECI avant la lettre met Nobelprijswinnaars, dat was het wel. Dus toen ik alle boeken voor mijn leeftijd had gelezen, was ik blij dat ik bij de afdeling voor volwassenen tenminste iets te lezen hád. Ik heb daar enorm veel aan gehad, zoals later als student ook aan de faculteitsbibliotheek van de Universiteit Gent.'

Vanzelfsprekend werd de auteur van Wij – vrij?, het geschenk van de Poëzieweek 2019, ambassadeur van de campagne #bibvooriedereen – de handtekeningenactie waarmee de Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek, Archief & Documentatie (VVBAD) vorig jaar protesteerde tegen de afschaffing van de gemeentelijke verplichting om een bibliotheek te hebben. 'Mijn hart bloedt, mijn verstand staat stil en mijn lijf klapt uit elkaar van woede als ik eraan denk dat zoiets mogelijk is in Vlaanderen', fulmineert hij ook nu.
Het Vlaams-nationalisme is historisch gegroeid uit de taalstrijd, licht hij toe. Het ging hen, net als de christendemocraten en sociaaldemocraten, op hun manier om de ontvoogding en verheffing van het volk. 'En nu zegt een regering onder leiding een zich cultuurflamingant noemende minister-president: bibliotheken kunnen best verdwijnen. Omdat kunst alleen wordt gezien als entertainment. Omdat ze denken dat alle gezinnen toch voldoende geld hebben om alles te downloaden. Het is een parvenu beslissing, door en door.'
Het idee dat dreiging van sluiting bibliotheken verplicht mee te gaan met hun tijd, wijst Lanoye stellig af. 'Dat kun je toch ook afdwingen door een paar keer per jaar met de bibliothecarissen om tafel te gaan zitten, hen het beleid laten uitleggen en kritisch bevragen? En ook zonder de dreiging hebben bibliotheken meer functies gekregen dan alleen het uitlenen van boeken. Kijk naar De Krook in Gent of, in Nederland, de OBA. Er zijn zaaltjes voor lezingen, er zijn exposities, er is ruimte om te studeren.'
Nu het decreet ondanks handtekeningen van 56.841 burgers en 223 steden en gemeenten nog altijd niet van tafel is, roept Lanoye op tot hardere actie. 'Bibliotheken zijn veel te braaf. Ze zouden, als in de toekomst één bibliotheek wordt gesloten, collectief moeten besluiten dicht te gaan. Het bijltje erbij neer gooien. Misschien zullen politici blij zijn dat bibliotheken zichzelf opdoeken. Waarschijnlijker echter wordt in een keer zichtbaar wat de samenleving mist als bibliotheken niet langer informeren en opvoeden.'

In de tijd dat Een slagerszoon met een brilletje verscheen, stond Lanoye vooral bekend als dichter. Hij toerde met James Bordello door Nederland en Vlaanderen als 'de Twee Laatste Grote Poëtische Beloften Van  Net Voor De Derde Wereldoorlog'. Hij had gedichten als Gent-Wevelgem en Neon – een elegisch rockgedicht in eigen beheer en bundels als In de piste en Bagger bij reguliere uitgevers uitgegeven. Maar na zijn bundel Hanestaart (1990) concentreerde hij zich steeds meer op proza en theater.
Dus waarom deze Vlaamse schrijver vragen voor het geschenk van de Poëzieweek in plaats van een 'fulltime eerstelijnsdichter', zoals Lanoye het noemt? Dat komt door de gedachte achter de Poëzieweek: een evenement om het genre voor het voetlicht te zetten. 'En dát kan ik goed. Ik kan optreden en zo een ijsbreker zijn voor deze dichters en ze bij een groter publiek bekend te maken. Het is net als met de Boekenweek, waarvoor ik in 2012 het geschenk schreef, en dat nu naam begint te krijgen in Vlaanderen. En mijn voorgangers waren ook literaire veelvraten: Anna Enquist, Ilja Leonard Pfeijfer, Stefan Hertmans…'
Daarbij schreef Lanoye wel degelijk poëzie. Maar: 'veel toegepaste poëzie, die daarom een beetje onder de radar is gebleven'. Hij verwijst naar toneelstukken als Atropa en Hamlet versus Hamlet, die zijn geschreven in respectievelijk alexandrijnen en vijfvoetige jamben. Of zijn bewerkingen van gedichten uit de Eerste Wereldoorlog: de bundels Niemands land en Overkant met, in de eerste, klassieke gedichten en, in de tweede, modernistische gedichten. Ook was hij van 2003 tot 2005 de eerste stadsdichter van Antwerpen.
'Ik had nooit echt de lust om een bundel te maken', zegt Lanoye. 'Hanestaart was ook een grote bundel vol liefdesgedichten, geschreven toen ik net mijn man had leren kennen. Misschien ben ik sindsdien niet genoeg verliefd geweest! Maar serieus: poëzie is zo belangrijk dat je er goed voor moet gaan zitten, terwijl de kern van mijn kunst is om ook het podium op te gaan met mijn teksten. Ik ben soms te veel een acteur. Ik heb daarom een project nodig – en een deadline – om echt tot dichten te komen.'

De Poëzieweek vindt Lanoye een zeer waardevolle campagne. Van het geschenk tot alle projecten en evenementen die eind januari plaatsvinden: dat was er niet toen hij zijn entree in de letteren maakte. Grote avonden in Antwerpen, schoolprojecten rond slam poetry, gedichtenwedstrijden voor het grote publiek. Het maakt poëzie zichtbaar. 'Het is ook een mooi fenomeen dat dichters tegenwoordig weer fysiek aanwezig zijn. Juist in de tijd van Youtube en Spotify is de live-ervaring van groter belang geworden.'
Hij ging met alle plezier in op het aanbod van de CPNB om de geschenkbundel te schrijven – nota bene in het jaar waarin Lanoye zijn 60e verjaardag met speciale uitgave en een tournee viert. Ook door het thema van 2019: vrijheid. 'Als projectfucker hou ik van spelregels. Vrijheid is dan heerlijk paradoxaal. Dat begint immers bij de dichterlijke vrijheid om het begrip op alle mogelijke manieren in te vullen, maar ook een breed palet aan technieken en onderwerpen te hanteren.'
Vrij – wij? werd zo een verrassende staalkaart van Lanoye's kunnen als dichter. De bundel van zestien pagina's telt zes gedichten: van het programmatorische 'Zonder handen, zonder tanden', waar de bundel zijn titel aan ontleent, tot het zeer persoonlijke 'L'envoye de Lanoye'. Typerend bevat het ook twee bewerkingen. 'Ongegronde eigendom' is een moderne variant van William Shakespeare's sonnet 134. En 'Tooglied in tijden van #me2' is een hilarische adaptatie van boek 6 en 7 van het Hooglied.
'Ik erken daarmee het bestaan van de traditie', zegt hij, 'maar ook dat ik me de vrijheid veroorloof om daarmee te spelen – ook dat is een invulling van het thema. Ik hoop dat de lezers de moeite nemen om de werken waaraan ik refereer ter hand te nemen. Wie dat doet, zal drie keer genieten: de eerste keer door mijn gedicht te lezen, de tweede keer door de oorspronkelijke werken van Shakespeare en de Bijbel te lezen, en de derde deer door nogmaals mijn gedicht te lezen en te zien wat ik met het origineel heb gedaan.'

Lanoye lijkt kritisch te zijn op het gebruik van het begrip 'vrijheid'. Het woord 'vrij' duidt óók vaak iets aan wat er niet is. Denk aan 'smetvrij' of 'vetvrij'. En zit er ook geen negatieve connotatie aan termen als 'vrije jongen' of 'vrije handel'? 'Zonder handen, zonder tanden' krijgt daarbij ook een politieke lading: wat betekent 'gastvrij' in een tijd waarin de grenzen sluiten? Dat gevoel bekruipt je zeker als je het gedicht leest in combinatie met het volgende, waarin Zuid-Afrikaanse dichters de vrijheid écht met betekenis bezingen.
De dichter laat deze interpretatie aan de lezer. 'Ik ben wel politiek. Maar: in mijn columns en essays. Dit zijn geen teksten voor de krant. Dit zijn gedichten waarin ik, zoals in het eerste, de filosofische onmogelijkheid van vrijheid wil aantonen. En het tweede gedicht, 'Bekentenissen van een knolgewas', is vooral een heel persoonlijk gedicht. Het gaat over waar ik vandaan kom en waar ik van ben gemaakt, en dat ik me in Zuid-Afrika zo misplaatst voel, maar tegelijk ook zó thuis. Ik wilde dat dubbele gevoel oproepen.'
(Eerder gepubliceerd in Bibliotheekblad)

Zie ook:

zondag 27 januari 2019

Interview: Eveline Aendekerk van de CPNB over haar eerste honderd dagen (Boekblad)

Eveline Aendekerk heeft in honderd werkdagen uitgebreid kennis gemaakt met het boekenvak. Deze week kon ze zichzelf en het beleid van de CPNB presenteren op de traditionele Nieuwjaarsborrel. Wat haar betreft is dé vraag voor haar organisatie in 2019: doen we de juiste dingen?

Hoe was je week?
'Die stond helemaal in het teken van de nieuwjaarsspeech. Mijn eerste, dus dit was het moment om mezelf neer te zetten, daarom vond ik het best spannend. Zo'n tribune voor je is overweldigend, en het publiek is behoorlijk kritisch. Maar ik denk dat het, ondanks de zenuwen, gelukt is om mezelf te presenteren zoals ik ben. Ik kreeg na afloop goede feedback, rechtstreeks en indirect. Het was open, kwetsbaar, maar ook duidelijk, met af en toe een grapje. Daar ben ik heel blij mee.'

De speech ging over veel dingen. Om te beginnen de cijfers die je bekend kon maken. Wat viel je daarin op?
'De omzet is eigenlijk heel stabiel. Voor het vierde jaar op rij lichte groei bij dit jaar een iets lagere afzet – dat vind ik prima cijfers. Maar je ziet onder die stabiele cijfers tegelijk een aardverschuiving bij onze stakeholders. De Nederlanders kochten al voor een groot deel boeken online, maar ook in 2018 heeft het onlinekanaal weer marktaandeel gewonnen op het fysieke kanaal.'

Is dat zorgwekkend?
'Ik kijk naar zo'n verschuiving als: "het is". Als: een feit. Om me vervolgens af te vragen: wat betekent dat voor de CPNB? Voor onze toegevoegde waarde? Onze campagnes? Onze strategie? Je ziet bijvoorbeeld dat de omzet en afzet van kinderboeken en fictie in de fysieke boekhandel nog steeds substantieel hoger is dan in het onlinekanaal. Non-fictie informatief wordt al zowel in afzet als in omzet meer online dan offline gekocht. Als we echt impact willen maken dan moeten we daar rekening mee houden in onze campagnestrategieën en inzet van middelen. Dat vergt niet alleen lef, maar ook veel data. En we hebben nu nog te weinig data voor dit soort beslissingen. Gfk meet het afzet en omzet aandeel per verkoopkanaal pas twee jaar. Maar het is cruciale informatie om mee te nemen in de gesprekken met onze convenantpartners die we dit jaar gaan voeren.'

Je nieuwjaarsspeech markeerde het einde van je kennismakingsperiode van het vak. Van je eerste honderd dagen.
'Inderdaad. Het waren eigenlijk 137 dagen, maar als je alleen de werkdagen meetelt kom je op 100 uit.'

En hoe is de kennismaking bevallen?
'Wat ik in mijn eerste week al zei: het is een superleuke branche. Ik voel me hier enorm thuis. In de tussentijd ben ik er wel beter achter gekomen dat de opdracht van de CPNB – gezien de huidige ontwikkelingen – best omvangrijk is. En: hoe belangrijk de collectiviteit is. Dat klinkt flauw om te zeggen als directeur van de CPNB, maar ik meen het wel. De reden dat het boekenvak hier beter presteert dan in het buitenland is de hele infrastructuur van CPNB, CB, Stichting Lezen en andere instanties. Met andere woorden; de collectiviteit. Als er zulke aardverschuivingen plaatsvinden, moeten we samen strategieën ontwikkelen en samen voor het boek en het lezen gaan staan.'

Hoe waren je stages?
'Uiteindelijk heb ik er nog maar een kunnen doen: bij boekhandel Los. Dat was heel inspirerend. Je hoort en ziet dingen die je anders niet opmerkt. Je realiseert je ook hoe hard het werken is. Volgende week ga ik nog een dag naar de bibliotheek in Oosterhout en ook in de Boekenweek wil ik sowieso weer een dag meelopen. Meer lukte echt nog niet. Het is zo druk. Wel heb ik een heleboel uitgevers, bibliotheekmedewerkers en boekverkopers gesproken. Ik ging bijvoorbeeld tijdens onze campagnes zo veel mogelijk met onze auteurs mee het land in. En ik heb besloten dat ik die dagen meelopen erin hou. Dat hoort bij mijn baan, niet alleen bij de inwerkperiode.'

Hoe praat het vak over de CPNB?
'In de kern zegt iedereen zonder uitzondering: het is zo goed en belangrijk wat jullie doen. En ook: wat doen jullie veel. Maar het grappige is: diezelfde mensen hebben ook nog genoeg ideeën van zaken die we óók zouden kunnen oppakken. Iedereen vindt het dus tegelijk níet genoeg wat we doen. Ook gaat het soms om de timing: soms lopen acties tegelijk – en waar moet een winkel, zo zeggen ze, dan aandacht aan besteden? Wat mij betreft is overigens de vraag voor ons: doen we de juiste dingen?'

Was er geen kritiek?
'Gelukkig wel. Anders zou er niets meer te verbeteren en te winnen zijn. Je  hoort of leest – buiten de gesprekken die ik had – mensen wel eens narrig doen over de CPNB. Dat vind ik jammer. Dat wil zeggen: kritiek vind ik prima. Graag zelfs. Maar uit die in een gesprek, dan kunnen we er veel meer mee. Waarom moet de buitenwereld dat ook weten? Laten we ons als collectief naar de lezer toe in de eerste plaats gedragen als ambassadeurs, van het lezen, het boek en onze gezamenlijke campagnes!'

Wat is precies de opdracht van de CPNB die je uit je kennismakingsperiode hebt gedestilleerd?
'Dat de opdracht van de CPNB duidelijker kan en moet. Dát vaststellen wordt de belangrijkste taak voor 2019, zoals ik in mijn nieuwjaarsspeech aankondigde – samen met onze convenantpartners KBb, GAU en VOB. Volgens onze missie doen wij aan het bevorderen van het lezen en het stimuleren van het boekenbezit, hetzij door te kopen hetzij door te lenen. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Zeker in sterk veranderende tijden, waar het lezen van boeken minder vanzelfsprekend is en meer concurrentie heeft dan ooit te voren. We staan dus met z’n allen voor verschillende dillema's en uitdagingen, bovendien delen we een aantal doelen die op gespannen voet met elkaar staan.'

Kun je dat ook concreet maken?
'Een leesbevorderingscampagne hóéft niet tot verkoop te leiden. En een volledig commerciële campagne heeft niet altijd een leesbevorderend effect.Neem de Boekenweek voor jongeren. Een zeer belangrijke campagne. Als je zou zeggen: dat is een honderd procent leesbevorderingscampagne, hoef je ze binnen de campagne niet ook naar de boekhandel te lokken. Dan kun je volop inzetten op gedragsverandering door te laten zien hoe gaaf lezen is. Maar ik snap heel goed dat de boekhandel dan zegt: dat is voor mij niet zo interessant. En dan dringt de vraag zich weer op of en hoe we zo’n campagne kunnen en willen organiseren met elkaar.'

Begrijp ik goed uit je speech dat de CPNB in ieder geval méér dan nu aan leesbevordering wil doen?
'We moeten wel, willen we relevant blijven. En ik denk dat we andere strategieën en middelen moeten (durven) inzetten als het om leesbevordering gaat.'

Maar is leesbevordering niet eerder de taak van bibliotheken of Stichting Lezen?
'We zijn hierin partners. Bibliotheken en boekhandels doen al veel met scholen, en onze campagnes geven daar vaak een extra stimulans aan. Denk aan de Kinderboekenweek of komende week: de Nationale Voorleesdagen. De CPNB kan zich wat dat betreft nog beter profileren richting het onderwijs. Wij verkopen lespakketten en kerntitels aan hen, maar zijn daar nog onvoldoende zichtbaar. Op scholen moeten ze automatisch denken: "wil je iets met lezen, dan ga je naar de CPNB!" Als dat gebeurt kunnen we meer lespakketen verkopen waardoor wij meer geld kunnen investeren in de promotie van de leesbevorderende campagne onder ouders en kinderen. Dat is in het belang van al onze partners.'

Waarom heeft de CPNB niet eerder antwoord gegeven op die vraag?
'Dat antwoord was er wel, maar nu is de tijd ernaar om te kijken of dat antwoord nog het juiste is. Vergelijk het vak nu met dat van vijf jaar geleden en je ziet hoe recent de aardverschuivingen zijn. De verschuiving richting online die ik al noemde. De vijf wettelijke functies die de bibliotheek heeft gekregen, waarvan lezen & literatuur er slechts een is. De groei aan manieren waarop uitgevers hun boeken aan de man kunnen brengen. De opkomst van andere vormen van vrije tijdsbesteding, zoals series kijken. En laten we ook de (technologische) ontwikkelingen binnen het marketing vlak niet onderschatten. Die zorgen ook voor ontwikkeling.'

Het traject om jullie taak scherp te krijgen is dus geen impliciete kritiek op je voorganger?
'Integendeel, ik heb groot respect voor hoe Eppo [van Nispen] de boel met 200% enthousiasme door turbulente tijden heeft geloodst. Maar een organisatie die al zo'n negentig jaar bestaat, heeft zichzelf nu eenmaal vaak opnieuw uitgevonden. En als er een nieuwe directeur komt, is dat vaak een logisch moment om te bekijken: wat moeten we wel en niet doen. Ik vind het heel goed dat Eppo heeft gezegd: 'elke dag moet het boek worden gepromoot' – een goed statement, trouwens – maar nu komen we weer in een andere fase.'

Eppo van Nispen heeft ook de deuren van de CPNB al opengegooid, terwijl jij nu aankondigt dat ze makkelijker open moeten.
'Absoluut. Met Eppo is de CPNB weer veel vaker en enthousiaster naar buiten toegegaan. Zo toetsen we nu veel campagne-onderdelen bij onze partners. Maar dat kan nog verder gaan. Niet alleen: wat vinden jullie van dit campagnebeeld? We willen juist samen met het vak de campagne opzetten. Als een soort co-creatie. Ook kunnen we nog transparanter zijn. Daarom heb ik tijdens de speech onze zes interne doelen gedeeld. Voor het eerst hebben we nu ook met de uitgevers gedeeld welk rekenmodel we gebruiken om een totaalbeeld te krijgen van de boekenmarkt, omdat GfK maar 90% representeert. Dat hielden we altijd voor ons.'

Vooruitlopend op het traject hebben jullie wel al een aantal beslissingen genomen.
'Er is natuurlijk altijd laaghangend fruit. Waarom zouden we wachten dat te plukken? En bovendien: ook dit hebben we – heel transparant – eerst getoetst bij het collectief en andere betrokkenen. Zo konden de Griffels en Penselen anders worden georganiseerd, een wens van veel auteurs. Ook stoppen we met de Airport Library en LeesID. Een bibliotheek op Schiphol runnen om reizigers het mooiste van (literair) Nederland te laten zien, dat kunnen anderen beter. Hetzelfde geldt voor het digitaal boekenplankje. Daarnaast gaan we het boek in Nederland Leest weer centraal stellen en de non-fictiecampagnes samen onder de loep nemen.'

Tot slot: wat ga je vandaag doen?
'Mijn kinderen alvast voorlezen uit Een huis voor Harry het prentenboek van het jaar, dat de komende week centraal staat bij De Nationale Voorleesdagen. En daarna met elkaar naar mijn ouders, denk ik. Dat heb ik al lang niet gedaan. En zelf lezen natuurlijk. Ik ben bezig in Mooi doodliggen van A.F.Th. van der Heijden. Dat ga ik maar eens uitlezen.'
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 20 jan)

vrijdag 25 januari 2019

Boekhandel Hendriks (Eerbeek) lanceert landelijk thuisbezorgd-concept

Er zijn boekhandels die lokaal aan huis bezorgen. Boekhandel Hendriks in Eerbeek probeert daar nu een landelijk dekkend netwerk voor op te zetten: via de website en app Boekbezorgd.nl.

Het idee is afkomstig van Jan Willem Bommeljé, de partner van Inez Hendriks, eigenaar van boekhandel Hendriks. 'De warme bakker tegenover de winkel begon met de verkoop van pizza's', vertelt hij. 'In de avond stond de oven anders toch maar uit. Hij legde me uit dat mensen via de app van Sitedish bestelden en hij leverde binnen een vastgesteld postcodegebied. Dat ging heel makkelijk. Toen dacht ik: kan dat niet ook met boeken? Ze staan in de winkel: dan kunnen we het beste proberen ze te verkopen.' 
Boekhandel Hendriks heeft daarom sinds november 2017 de site en app Boekbezorgd.nl, die draait op software van Sitedish. 'Het idee is: voor 17 uur besteld, tussen 18 en 21 uur geleverd uit de voorraad van de winkel. Dan ben je sneller en persoonlijker dan Bol.com. Om heel eerlijk te zijn: we hebben niet vaak boeken hoeven bezorgen. Maar: het deed lokaal heel veel voor de bewustwording van de service die wij bieden. Deze nieuwe dienst gaf daarom een vliegwieleffect aan de verkoop via de winkel en onze eigen site.'
Bommeljé wil het concept nu landelijk uitrollen om de fysieke boekhandel te ondersteunen. Hij vergelijkt het met Thuisbezorgd.nl. Iedere cafetaria heeft een eigen website, maar verreweg de meeste van hun online klanten bestellen via Thuisbezorgd.nl – omdat die de schaal heeft om serieuze pr te bedrijven. 'Zo creëer je een breed bewustzijn bij de klanten over het belang van zijn of haar lokale boekhandel. Zoals Hendriks in ons dorp zal dat iedere boekhandel beter positioneren in zijn werkingsgebied.' 
Deelname vereist wel een investering en een inspanning. De investeringen bedraag eenmalig 150 euro (waarvan 30 euro naar Sitedish gaat) en daarnaast 25 euro per maand, waarvoor iedere boekhandel onder andere een eigen landingspagina krijgt. Bommeljé vindt het daarbij beter dat er een aparte dienst voor is. Als je het integreert in je website – waarover hij wel heeft gesproken met RDC, waar boekhandel Hendriks bij aangesloten is – valt de dienst veel minder op.
De inspanning is dat de boekhandel zelf zijn voorraad via Boekbezorgd.nl bijhoudt. Geautomatiseerde koppeling met de actuele winkelvoorraad is niet mogelijk. Hendriks zelf beperkt zich ook tot de hardlopers plus enkele kinder- en kookboeken – en de Eerbeekse vlag, die de boekhandel ooit zelf heeft ontwikkelt. En zo kan iedereen dat doen. Tegelijk moet je de inspanning niet groter maken dan hij is, vindt Bommeljé. Stel dat hij centraal de top 10 of top 25 via Boekbezorgd.nl aanbiedt: 'Die heeft iedereen toch wel in huis? En het zijn niet voor niets de hardlopers. Die moet je dus in ieder geval aanbieden.'
Na een oproep op Facebook eerder deze maand kreeg boekhandel Hendriks veel positieve reacties, zegt de initiatiefnemer. Zeker tien boekhandels toonden belangstelling om de dienst te nemen. Twee daarvan hebben inmiddels afgehaakt, de overige hebben het nog in beraad. 'En ik wil er zeker nog meer bekendheid gaan geven aan Boekbezorgd.nl. Zo mogelijk ga ik daarvoor binnenkort naar een beurs waar veel boekverkopers komen.'
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 21 jan)

Zie ook:
- Boekhandel Blokker introduceert bestellen per Whatsapp

zondag 20 januari 2019

Musebooks: ook kunstboeken kunnen worden gedigitaliseerd (Boekblad)

Ook kunstboeken zijn tegenwoordig goed op je laptop of tablet lezen. Vanuit Hasselt probeert Musebooks de wereldwijde markt daarvoor te veroveren met een eigen techniek. In potentie is die markt 500 miljoen dollar groot.

Waarom kun je zo weinig kunstboeken digitaal lezen? Noël Slangen vond het maar vreemd. De communicatieadviseur, die in Vlaanderen ook bekend is als columnist en oud-politicus, wist als fanatiek stripliefhebbers dat je heel goed strips digitaal kunt lezen. Via het Amerikaanse Comixology (dochterbedrijf van Amazon), het Franse Izneo of het Vlaamse Yieha (van Standaard Uitgeverij en Ballon Media). Dan moest toch ook een platform te bouwen zijn waarop je perfect de afgebeelde schilderijen in een monografie over Rembrandt of de catalogus van een Rubens-tentoonstelling kunt bekijken?
Sinds 2016 zijn er daarom Musebooks. Dit is een digitale applicatie waarop consumenten ieder kunstboek op drie manieren kunnen lezen. Ten eerste als doorlopende tekst, met de afbeeldingen op de plek waar ze worden besproken. Deze versie lijkt nog het meest op een e-boek. Ten tweede is er een databank van alle afbeeldingen in hoge resolutie, waar gebruikers kunnen inzoomen. En ten derde is de titel beschikbaar als doorbladerbaar boek – alsof je door de pdf's scrollt. Uiteraard is het mogelijk om moeiteloos tussen tekstweergave, beeldweergave en paginaweergave te switchen.
De Musebooks worden gemaakt door het gelijknamige bedrijf dat Slangen een jaar eerder had opgericht met eigenaar Peter Ruyffelaere van kunstboekenuitgeverij Ludion en ondernemerDominique de Rijcke, die verschillende digitale bedrijven bezit. Het vijf man sterke bedrijf wordt geleid vanuit de Campus Corda – een bedrijvencommunity in Hasselt, waar verschillende innovatieve start-ups zijn gevestigd – door Sophia Rochmes en Kutlu Taskin Tuna. De eerste is een Amerikaanse kunsthistorica, de tweede is een Vlaamse bedrijfskundige die in het verleden als market data analist voor Twitter werkte.
Waarom er – zo veel jaren na de lancering van het e-boek – nu pas een digitaal platform is voor kunstboeken, heeft een aantal oorzaken, legt Rochmes uit. 'Er was geen disruptieve factor die de markt opschudde. Er is niet zoiets als digitale piraterij van kunstboeken, waardoor uitgevers de noodzaak voelen om zelf iets te ontwikkelen voor deze doelgroep. En voor musea is zoiets geen prioriteit. Ze zetten van alles online: afbeeldingen van de collectie tot allerlei data over tentoonstellingen en kunstenaars. Soms maken ze een digitale versie van een catalogus. En dat is het dan: iets eenmaligs.'
Dat partijen als Google hier niet op zijn gesproken, vult Tuna aan, is een gevolg van keuzes maken. Ja, het bedrijf is al in 2002 begonnen met het massaal digitaliseren van boeken. 'Maar Google Books concentreert zich op tekstboeken – niet op boeken waar afbeeldingen minstens zo belangrijk zijn. En dat zijn er zo veel dat nog altijd niet iedere roman of leerboek digitaal beschikbaar is.' En ja, Google Arts & Culture maakt sinds 2011 afbeeldingen in extreem hoge resolutie van kunstwerken. 'Maar kunstboeken zijn gewoon nog niet aan bod gekomen. Dat is normaal. Ook Google kan niet alles doen.'

De eerste taak van Musebooks was dan ook het ontwikkelen van een geheel nieuwe techniek en manier van presenteren. Er waren daarbij twee grote uitdagingen. Het bedrijf moest de pdf van uitgeverijen, waar het proces mee begint, converteren in 'iets waar we mee konden spelen', aldus Tuna. Ofwel: tekst, afbeeldingen, voetnoten en andere elementen moesten uit elkaar worden getrokken. 'Maar de voornaamste uitdaging was het vinden van een presentatie die het aantrekkelijkst was voor kunstliefhebbers. Dat werd uiteindelijk het idee van tekstweergave, beeldweergave én paginaweergave.'
Dat moest tegen zo laag mogelijke kosten. De drie oprichters legden een startkapitaal van 66.000 euro in – dat daarna in verschillende financieringsrondes werd aangevuld met een half miljoen door een tiental business angels en investeringsmaatschappijen zoals de Vlaamse Jonge Ondermenigen (VLAJO) en de Limburgse Reconversie Maatschappij (LRM). 'We hadden maar twee developers', zegt Tuna. 'Door strak lean management wisten we onze burn ratio laag te houden. Vanuit een grafische model van wat we wilden, maakten de developers steeds betere versies van wat uiteindelijk hét Musebook werd.'
Tegelijk moest er een e-commerceplatform komen. De specifieke techniek maakt het onmogelijk om de Musebooks via Amazon of Bol.com te verkopen. Klanten kunnen de kunstboeken alleen lezen via een account op de webbrowser Musebooks.worlds of via de app, die beschikbaar is voor iOS en Android. Zij moeten bovendien permanent online blijven. Het is niet mogelijk om de digitale kunstboeken te downloaden, om de simpele reden dat de afbeeldingen in hoge resolutie het boek zo zwaar maakt dat het geheugen van laptop of smartphone te veel zou worden belast.
De verkoopprijs wijkt, ondanks de rijke inhoud van een Musebook, niet af van de reguliere e-boekprijzen. Er zijn introducerende titels over Gustav Klimt en Leonardo da Vinci voor 2,99 euro. Een Taschen-achtige uitgave als Art of Islam kost 9,95 euro. How to Use Graphic Design van Michael Bierut is te koop voor 19,95 euro. 'Uitgevers stellen de prijzen van hun eigen titel vast', zegt Rochmes, 'maar wij adviseren 40% van de prijs van het papieren boek als norm te nemen. Zoals gebruikelijk bij e-boeken. Nu de technologie er is, kost het produceren ons niet veel. En wij krijgen 50% van de royalty’s.'
En natuurlijk waren er partners nodig die de – vooralsnog hoofdzakelijk Engelstalige – content konden aanleveren. Musebooks werkt daarvoor momenteel samen met uitgeverijen als Ludion, Abrams en Thames & Hudson. Ook is ieder nummer van het tijdschrift Openbaar Kunstbezit Vlaanderen (zes per jaar) digitaal te lezen. En daarnaast zijn er tal van prominente musea die, vaak in relatie met een expositie, hun catalogi via Musebooks aanbieden. Dat gaat van het Koninklijke Musea voor Schone Kunsten (KMSK) in Brussel tot het MoMa in New York en de Tate Galleries in Londen.
Rochmes schat de verhouding tussen uitgevers en musea op fifty-fifty. 'Het kost ons tussen de zes maanden en twee jaar om tot een overeenkomst te komen. Uitgevers zijn wel makkelijker over te halen, zeker als ze al hebben geëxperimenteerd met digitale uitgaven of de digitale rechten hebben geregeld. Dat komt vooral omdat boeken uitgeven hun kerntaak is. Voor musea is het bijzaak. Daarbij hebben ze vaak vaste zakelijke relaties met uitgevers. Het is makkelijker als we die uitgevers eerst aan boord hebben. Maar zoals gezegd: bij gebrek aan een disruptieve factor is lang niet iedere uitgever even gretig.'

Tweeëneenhalf jaar na de lancering gaat het naar eigen zeggen goed met Musebooks. Het bedrijf heeft inmiddels meer dan 50.000 gebruikers. De meesten zijn bezoekers van onder meer de Bosch-tentoonstelling in het Noordbrabants Museum en de Breughel-expositie in het KMSK, die bij aanschaf van de catalogus met een 'bookkey' gratis toegang kregen tot de digitale versie. Gezamenlijk kochten zij ook ruim 2000 exemplaren. En het aanbod groeit steeds harder: waren er begin dit jaar nog zo'n 100 titels beschikbaar, inmiddels zit dat al boven de 250.
Ook verwerft Musebooks inkomsten uit het ter beschikking stellen van de techniek voor anderen. Zo digitaliseert het bedrijf met enige regelmaat gidsen voor regionale of stedelijke toeristische centra in voornamelijk het eigen Vlaanderen. Een voorbeeld is de Limburgse vakantiegids, gemaakt voor de Provincie Limburg die uitsluitend op de site van deze organisatie is te lezen. Ook heeft Musebooks voor TEFAF een stadsgids voor Maastricht gemaakt. Wie een kaartje voor de kunstbeurs kocht, kreeg een bookkey om hem gratis te raadplegen. 'Maar dat is allemaal extra', aldus Tuna.
Daarmee is het bedrijf uiteraard nog niet winstgevend. Maar dat heeft nu eenmaal tijd nodig. Tuna: 'Er ís nog geen markt voor digitale kunstboeken. Die moeten wij zelf maken. Maar de potentie is er zeker. De wereldwijde markt voor kunstboeken is vier miljard dollar. Wij schatten de markt voor digitale kunstboeken op 500 miljoen euro. En ik doe het berekenen van marktwaarden als beroep – naast mijn werk bij Musebooks doceer ik onder andere dit soort dingen aan de University Colleges Leuven-Limburg. Ik durf daarom wel te zeggen dat ik behoorlijk goed ben in dergelijke berekeningen.'
Om de markt te ontwikkelen, volgt Musebooks drie routes. Ten eerste adverteert het bedrijf online, voornamelijk op sociale media. Hoewel het in principe liefhebbers in de wereld wil binnenhalen, focust het vooralsnog op vier markten: Nederland, België, Amerika en Groot-Brittannië. 'We hebben hiervoor gekozen vanwege de taal van de boeken én omdat klanten in het Nederlandse taalgebied erg open staan voor digitale boeken. Ik kan niet onthullen hoeveel geld we hierin steken, maar we zijn tevreden over de ratio tussen de kosten en het aantal nieuwe gebruikers die het oplevert,' meent Tuna.
In een volgende ronde gaat Musebooks zich ook richten op de Duits- en Franstalige markten. 'Om die reden hebben we de interface inmiddels in deze talen beschikbaar. Maar we hebben ook al een overeenkomst met het National Palace Museum in Taiwan om hun uitgaven via ons beschikbaar te maken. Het grootste deel is Engelstalig, maar een aantal titels zijn in het Chinees. We hebben inmiddels een uitgave gemaakt om te laten zien dat onze techniek ook Chinese karakters aankan. Die hebben we deze zomer meegenomen op een handelsdelegatie van Startups.be naar China en Hong Kong om contacten te leggen.'
Naast betaalde online advertenties is iedere titel in de catalogus ook een marketinginstrument. 'Ieder boek heeft zijn eigen aantrekkingskracht, dat we proberen te benutten', zegt Tuna. 'Daarom werken we ook graag met musea en kunstinstellingen', vult Rochmes aan. 'Door de bookkeys levert het niet veel omzet op, maar we krijgen wel zo veel gebruikers die in aanraking komen met ons product en zo kopers worden. De musea en instellingen helpen ons bovendien Musebooks promoten door op een enthousiaste manier aandacht te besteden aan de digitale versie van hun catalogus.'
Tot slot zoekt Musebooks groei op de professionele markt, zegt Rochmes. 'Bibliotheken van universiteiten en onderzoeksinstellingen besteden in de VS zo'n 75% van hun aankoopbudget aan digitale bronnen. Ook kunsthistorici, inclusief de studenten, willen betaalbare bronnen waar veel materiaal bij elkaar is gebracht. Juist voor deze markt zijn we daarom begonnen met onze eerste catalogue raisonné: van René Magritte. Zulke werken zijn doorgaans interessanter voor researchers dan het algemene publiek. Dat vereist overigens wel aanpassing van onze techniek.'
En als ook deze groep eenmaal klant is bij Musebooks – wie zal dan nog ooit de vraag opwerpen: Waarom kun je zo weinig kunstboeken digitaal lezen?
(Verscheen eerder in Boekblad magazine, dec 2018)

zaterdag 19 januari 2019

Uitgeverij Leopold viert heel 2019 dertig jaar Kikker (Boekblad)

Kikker is dertig jaar na verschijnen van 'Kikker is verliefd' onverminderd populair. Uitgeverij Leopold heeft dus alle reden om het dertigjarig jubileum van Max Velthuijs' personage uitgebreid te vieren.

De aftrap van het Kikker-feestjaar begon op 4 januari. Die dag plaatste de uitgeverij het speciaal geschreven lied Kikker viert feest op Youtube. 'Het is de eerste keer dat we zoiets doen', vertelt medewerker marketing & publiciteit Rosanne van de Poll. 'Het is bedoeld voor het onderwijs dat ons vaak om lesmateriaal vraagt, maar ook om de online zichtbaarheid te vergroten. We gaan het zeker nog veel verspreiden via nieuwsbrieven, sociale media en dergelijke'. Het lied is inmiddels een kleine duizend keer bekeken.
Daarnaast mikt de uitgeverij op maximale zichtbaarheid. Leopold heeft daarom een stand op én de Nationale Onderwijs Tentoonstelling (NOT) én de Negenmaandenbeurs. Kikker is kikker is het actieboek van Geef een prentenboek cadeau 2019, die begint op 5 april. En er verschijnen in nieuwe titels: het kartonboek Kikker geeft een feestje (feb) en de 160 pagina's tellende bundel Mijn mooiste voorleesboek van Kikker (mrt), dat zeven verhalen bevat. In de zomer volgt een persactie met de klassieke prentenboeken en Kikker-merchandise.
'De verkoop van de Kikker-titels is nog altijd goed', zegt uitgever Manja Heerze. 'Waarschijnlijk komt dat niet alleen door de universele thema's van Max Velthuijs – jezelf zijn of bang zijn voor een ander – maar ook door de karakters van de vriendjes. Die zijn van een puurheid waarin de lezers een facet van zichzelf kunnen zijn. Misschien ook niet onbelangrijk: Kikker is al die jaren zichzelf gebleven. De inhoud staat voorop, en niet in dienst van de commercie.' Kinderen is daarbij ook populair bij volwassenen. 'Met Valentijnsdag geven ze elkaar bijvoorbeeld Kikker is verliefd cadeau. We hoeven daar geen acties voor te doen, maar zorgen wel altijd dat het boek voor 14 februari goed zichtbaar is.' 
Leopold heeft Velthuijs, die op 25 januari 2005 overleed, beloofd om 'heel goed' voor Kikker te blijven zorgen, vertelt Heerze. 'En dat doen we. Alle twaalf prentenboeken die hij heeft gemaakt zijn daarom nog in druk – in groot formaat, sommige ook in klein formaat. Maar om het levend te houden is het ook belangrijk dat we steeds met nieuwe dingen komen. Max begreep dat heel goed. Door te werken met nagelaten schetsen of iets nieuws te maken op basis van bestaand werk, lukt dat goed. En iedere keer als er iets nieuws is, krijgt de verkoop een nieuwe impuls.'
Ze geeft als voorbeeld de uitgave Ik ben kikker! met handpop die in het voorjaar van 2016 verscheen. 'Toen Max nog leefde is er ooit een Kikker-knuffel gemaakt. Op basis daarvan konden we dit nieuwe boek bedenken zonder dat je in platte merchandising vervalt. Omdat in de Stichting Max Velthuijs, die zijn auteursrechten beheert, mensen zitten als zijn beste vriend, en zijn oud-uitgever Liesbeth van Houten en Annemarie van Haeringen – mensen die hem lang hebben meegemaakt – weten we dat we in zijn geest blijven werken. En ook omdat hier nog altijd redacteuren zitten die met Max hebben gewerkt.'

Leopold zoekt én krijgt bij het in leven houden van Kikker steun van de boekhandel. Ook in dit jubileumjaar. Er zijn speciale papieren tassen, cadeaupapier en een speciale display gemaakt. In die laatste zitten in totaal 19 exemplaren van 12 verschillende titels. Heerze: 'In de aanbiedingscatalogus was hij nog van karton. Maar nadat we, zoals altijd, voor de beurzen hebben gesproken met de grote inkopers en een paar kleinere boekhandels, hebben we besloten hem duurzamer te maken, zodat hij jaren mee kan gaan. Van hout dus. Zo veel belangstelling proefden we wel om Kikker langdurig goed neer te zetten.'
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 15 jan)

donderdag 17 januari 2019

Over Jonathan Robijn, 'De stad en de tijd' en 'Congo blues' (Ons Erfdeel)

WIE IS DIE JONGE VROUW?

Congo Blues, de eerste roman van de Vlaamse auteur Jonathan Robijn, begint op de koude ochtend van nieuwjaarsdag. Morgan, een aan lager wal geraakte jazzpianist met Congolese roots, treft vlak bij zijn Brusselse huis een jonge vrouw aan. Ze lijkt te slapen, maar reageert niet op zijn vragen of op een voorzichtige tik op de schouder. Is ze dronken? Morgan heeft geen idee. Om zich niet schuldig te voelen als ze dood zou vriezen, sleept hij haar met enige moeite mee naar binnen.
Wie is deze vrouw van hooguit twintig jaar die zo lijkt op Morgans overleden lief? Waarom heeft ze in haar jaszak een envelop met een miljoen Belgische franken in gloednieuwe biljetten? Waarom doet ze, eenmaal wakker, alsof het de gewoonste zaak van de wereld is dat zij in het bed van een vreemde man ligt? En waarom staat ze een paar dagen later opnieuw voor zijn deur? Om “een of twee nachten” te logeren, maar om daarna – zo lijkt het – nooit meer weg te gaan?
Gaandeweg neemt de vrouw, die Simona blijkt te heten, Morgan steeds meer op in haar leven. Een van de eerste dingen die ze hem vraagt, is haar te vergezellen naar het station. “Ik moet iemand zien, maar ik ben liever niet alleen”, is haar enige verklaring. Op het station neemt ze plaats op een bank. Morgan gaat een bank verderop zitten. De trein uit Luik arriveert, mensen stappen in en uit, en drie minuten later rijdt de intercity verder naar Oostende. Dat is alles. Wat is er gebeurd?

Vergelijk dat met het eerste verhaal uit Robijns debuut De stad en de tijd – een bundel van negen verhalen van elk zo’n dertig pagina's, die vier jaar eerder verscheen. Hoofdpersoon van ‘De indringer’ is een burgerlijke parfumeur met een goedlopende zaak in Brussel, die ten tijde van de wereldtentoonstelling van 1958 veel exotische bezoekers trekt. Hij heeft de grootste verwachtingen voor zijn nageslacht, een zoon en twee dochters, maar dat loopt anders.
De indringer blijkt een lid van het organisatiecomité van de wereldtentoonstelling te zijn. De man van Congolese afkomst wordt verliefd op de jongste dochter, weet het vertrouwen van de parfumeur te winnen, blijkt ook in staat te zijn geuren samen te stellen en treedt in dienst van de man die zijn schoonvader is geworden. Hij zal dat vertrouwen later misbruiken door de zoon, die niet de brave student in Londen is die zijn vader denkt dat hij is, te chanteren en zo zélf erfgenaam van de parfumerie te worden.
Het verschil tussen beide verhalen maakt precies duidelijk waarom de roman wel een aanrader is en de verhalen op zijn best vingeroefeningen zijn. In beide is sprake van een indringer die het leven van de hoofdpersoon overhoop gooit. Maar waar de geheimzinnige vrouw in Congo Blues op een intrigerende manier raadsels oproept die de lezer het verhaal in trekt, doet de buitenstaander in ‘De indringer’ dat niet. Ook als lezer blijf je een buitenstaander, en volg je onbewogen de gebeurtenissen.
‘De indringer’ begint wel met de opmerking dat de hoofdpersoon “de indruk [had] dat de wereldtentoonstelling zijn leven ondersteboven zou gooien en toch zou het nog meer dan twintig jaar duren voor hij besefte dat zijn voorgevoel hem niet had verraden”. Maar deze zin werkt als een etiket die aangeeft op welke manier de titel moet worden geïnterpreteerd. Het haalt juist eerder de verrassing uit het plot, omdat je aan het einde denkt: o ja, zo is die eerste zin dus bedoeld. Meer niet.

In beide boeken toont Robijn zich in de eerste plaats een verteller. Hij wil het niet hebben van zijn stijl of psychologisch inzicht, het draait om het verhaal zelf. Dat kan gaan over de invloed van de koloniale periode op de Belgen die deze decennia na hun vertrek uit Congo nog voelen, zoals in Congo Blues. Of het conflict tussen ambitie en liefde, de breuk binnen een familie of het verlangen naar het verleden – om wat thema’s uit de bundel te noemen. 
In de jaren tussen debuut en roman heeft hij echter geleerd hoe hij een verhaal beter kan verpakken. Niet meer als een alwetende verteller die zo rechttoe rechtaan het plot uiteenzet dat je alleen maar aan de leiband van de auteur kunt lopen, maar door te vertellen vanuit één hoofdpersoon die ook niet weet wat hem overkomt. Zo onderga je samen met Morgan het effect dat de entree van de vrouw in zijn leven heeft. Je wordt met hem nieuwsgierig naar zijn eigen verleden.
Robijn verhoogt de spanning door Morgan te laten dwalen door een onkenbare wereld zoals de Franse Nobelprijswinnaar Patrick Modiano dat altijd doet. Hij benoemt veel specifieke details: van de namen van straten en kroegen tot het gedrag van allerlei mensen op feestjes. Maar omdat Simona hem iedere uitleg over haar doen en laten onthoudt, blijft Morgan in het duister tasten over de betekenis van alles. Wat doet hij bijvoorbeeld op dat feestje van de mysterieuze Walter, bij wie Simona hem heeft geïntroduceerd?
Dit werkt alleen als je details gebruikt die het mysterie eerder vergroten dan oplossen. Dat doet Robijn. Als Simona en Morgan op genoemd feestje komen, zegt iemand: “Je bent gek, Agnes, dat betekent een verlies van driehonderdduizend.” Even later vallen plaatsnamen: Cagnes-sur-Mer, Vincennes, Sterrebeek. Het is precies genoeg om een onbestemde sfeer van rijkdom te schetsen. Nog mooier is als deze Walter uitlegt waarom er feest is: “Ik ben jarig vandaag. Blijkbaar vindt iedereen dat een drieëndertigste verjaardag gevierd moet worden.” Een zin die een hele wereld oproept.

Het sluit aan bij een ander aspect waarin Robijn beter is geworden: stijl. In zijn verhalenbundel zette hij zijn verhalen grof in de verf, waardoor ze nogal ongeloofwaardig werden. Zo gaat de zoon in ‘De indringer’ zich te buiten aan drugs. ‘Hij werd daarin bijgestaan door Bianca García Sánchez, die niet alleen onbegrijpelijk Engels sprak maar ook, dankzij haar roemruchte afkomst, het zonnige, zuiderse, opvliegende karakter van een rasechte zigeunerin had.” Kan het clichématiger?
Vergelijk dat met een typering uit het zo veel bescheidener, subtieler en daardoor levensechter geschreven Congo Blues. Als Simona onverwacht is verdwenen en Morgan naar haar op zoek gaat, staat hij voor een receptionist van een hotel waar ze verbleef. “Uit zijn mond kwamen de onverstaanbare woorden van iemand die zijn onzekerheid al een tijdje niet meer de baas is, maar die er tegelijkertijd niet in slaagt om die emotie te camoufleren.” Dat vind ik wél origineel en intrigerend.

Robijn houdt de mysterieuze sfeer van zijn roman tot het einde toe vast, ook als Morgan vanaf ongeveer de helft van het boek steeds meer over Simona komt te weten. Hij ontmoet allemaal mensen, hoofdzakelijk voormalig kolonialen (zoals zijn eigen stiefmoeder), die hem iets wijzer over haar kunnen maken. Haar relatie met Walter – die ik hier niet zal onthullen – wordt bijvoorbeeld uiteindelijk helder. Maar omdat niemand echt de waarheid weet, blijft hij aarzelen met het trekken van conclusies.
Dat is zonder meer knap gedaan. Aan het slot heb je daarom én een idee van de verwevenheid van de vermogens die ooit zijn vergaard in de Belgische kolonie, met de ontheemden die op een of andere manier uit Congo in Brussel zijn beland, én een consistente leeservaring die niet is verpest omdat de schrijver zo nodig keurig uit de doeken wil doen hoe hij alles heeft bedoeld. Robijn vertelt een boodschap zonder die zijn lezers in het gezicht te duwen.
Daarom is het des te spijtiger dat zijn uitgeverij dat wél heeft gedaan. Op de achterflap – die ik gewoontegetrouw godzijdank pas na afloop heb gelezen – schrijft Cossee onomwonden welk “weinig bekend hoofdstuk uit de koloniale geschiedenis” de auteur heeft geïnspireerd, toen hij daar tijdens zijn werk voor Artsen Zonder Grenzen over hoorde. Waarom? Het dreigt een prachtige literaire roman te reduceren tot een flauwe tendensroman of invuloefening.
Wie door deze bespreking nieuwsgierig is geworden naar Congo Blues, kan ik daarom alleen maar aanraden: vermijd de achterflap.
(Eerder gepubliceerd in Ons Erfdeel)

dinsdag 15 januari 2019

Weduwe Willem Donker zet uitgeverij Donker voort (Boekblad)

Jos Exler, de weduwe van Willem Donker, verkoopt uitgeverij Donker niet. Zij zet het in 1938 opgerichte familiebedrijf voort – met hulp van Maarten Muntinga als uitgever.

Willem Donker wilde de uitgeverij aanvankelijk verkopen, vertelt Exler, toen hij in het laatste jaar zijn energie verloor. 'Maar hij kreeg er te weinig voor. Hij dacht er tweeëneenhalve ton voor te krijgen, maar het boekenvak bleek daarvoor te veel veranderd. Hij was daarover teleurgesteld en besloot toen te leven van titels die blijven doorlopen.' Denk aan onder andere De kleine prins van Antoine de Saint-Exupéry, Tao van Poeh van Benjamin Hoff en De zin van het bestaan van Victor E. Frankl.

Ook Exler – al 45 jaar actief als couturier, met een eigen atelier in Delfshaven – dacht na Donkers overlijden begin oktober de uitgeverij van de hand te doen. Er was zeker belangstelling. Vier kandidaten benaderden haar met een serieus bod. 'Te laag natuurlijk. Maar ik dacht vooral: straks geef ik de sleutel af, dat is alsof ik Willem weggeef. Dat was zo'n emotionele gedachte. Tegelijk zat ik daar op zijn stoel, voor de archiefkast waar alle uitgaven sinds 1938 in staan, alle zaken af te handelen en ik vond dat zó leuk: het werk met boeken, vormgevers, noem maar op. Het begon echt te kriebelen. Alsof Willems geest in mij gevaren was.'

Uitgeverij Donker is, mede dankzij genoemde steadysellers, een gezond bedrijf. 'Ik had Maarten Muntinga, een van de mensen die geïnteresseerd waren om de uitgeverij te kopen, gevraagd een onderzoek te doen. Hij ontdekte toen hoe prachtig het bedrijf echt was. Dat komt mede omdat Willem altijd zuinig aan heeft gedaan, ook voor zichzelf: hij gaf zichzelf maar een bescheiden salaris. "De liefde zit in het maken", zei hij altijd. "En het verdriet in het magazijn".'

Daar komt bij dat Exler een atelier (met zes medewerkers) heeft dat alleen op afspraak is te bezoeken. Dat schept ruimte om de uitgeverij te leiden, die al een geoliede machine is, benadrukt ze. 'Dagelijks is hier een medewerker. De boekhouder komt twee keer per week. Een vormgever ook. Een mevrouw helpt regelmatig bij het versturen van boeken. En Maarten is hier drie keer per week.' En al is ze zelf 72 jaar, 'ik heb nog energie als een meid van veertig'.

Exler plant vier tot vijf titels per jaar te gaan maken. 'Gewoon: bescheiden. De boekhandel zit niet te wachten op duizend nieuwe titels.' In het najaar komt de eerste aanbieding. 'Daar komt in ieder geval een boek in waar Willem al mee bezig was: Tafelverhalen door de eeuwen heen – een vertaling uit het Italiaans. Daarnaast gaan we op zoek naar nieuwe titels. Daar zullen zeker Rotterdam-boeken tussen zitten. Ik heb inmiddels drie manuscripten toegestuurd gekregen, die ik ga beoordelen.'

Uitgeverij Donker zet ook de verzamelde correspondentie van Erasmus voort. Zestien delen zijn al verschenen, er volgen er nog vijf. 'Gisteren had ik een mevrouw uit Maastricht over de vloer voor een jasje dat ik voor haar heb ontworpen. Omdat ze een dik boek in haar tas had zitten, raakten we daarover aan de praat. "Ik lees alleen moeilijke boeken", vertelde ze. "O ja, ik heb zestien delen-Erasmus staan." En toen zei ze: "Stuurt u die mij maar toe". Heel leuk om mijn atelier en de uitgeverij zo te mengen.' (Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 11 jan)

maandag 14 januari 2019

Eerste druk 'Maan' van Lucinda Riley bedraagt 50.000 exemplaren (Boekblad)

de gereserveerde exemplaren
Gisteren gelanceerd bij boekhandels Jaspers in Badhoevedorp: Maan van Lucinda Riley. Met een eerste druk van 50.000 exemplaren en een tweede druk van 20.000 exemplaren is dat de eerste grote titel van 2019.

Xander Uitgevers plande verschijning van het vijfde deel van 'De zeven zussen'-serie kort na de feestdagen omdat 'er in een vaak rustige januari maand bij de boekhandel ruimte en behoefte is voor een grote lancering', vertelt marketing- en pr-medewerker Marieke Hofstede. 'Hiermee geven we hen een goed begin van het jaar. Heel veel vaste klanten komen deze week naar de winkel om hun reservering op te halen. Het blijkt ook wel. We kregen vorige week al zo veel reserveringen en bestellingen dat we maandag, nog voor verschijnen, de tweede druk hebben opgelegd. Die komt begin volgende week.'
Maan verscheen in oktober in het Engels. Xander had daarna tijd nodig om te vertalen. Dus verschijning midden in het toch al drukke cadeauseizoen lag niet voor de hand. Maar het bleek ook ingewikkeld om zó kort op de feestdagen het boek uit te brengen, vertelt Hofstede. 'Drukkers zijn soms dicht met de feestdagen. Het CB heeft een aangepaste dienstverlening. De freelancers die aan het boek hebben gewerkt, willen ook vrij zijn in deze periode. Maar door het goed te plannen is het toch gelukt.'
De marketing voor Maan begon al in november. De uitgeverij adverteerde veel online om mensen een exemplaar te laten reserveren. Dat lijkt goed gelukt: bij Jaspers stond gisteren een hele rij klaar voor de klanten. 'En dat geldt voor heel veel boekhandels in Nederland. Ook bij Bruna en Bol waren heel veel reserveringen. Nu vervolgen we de marketing met een postercampagne op stations en een radiocampagne. Ook hebben we héél veel afspraken met winkels en ketens gemaakt voor in store-promotie: posters, etalages, noem maar op. We willen echt de kracht van de winkel inzetten.'
Xander had in de aanbiedingsfolder boekhandels gevraagd om een idee in te dienen voor een launchparty. 'Dat hebben we bewust kort gehouden, omdat we het niet te veel willen invullen', zegt Hofstede. 'Omdat het zo direct na de feestdagen was, kregen we niet heel veel reacties: een stuk of vijf. Toen ik met hen in gesprek ging, bleek Jaspers zo enthousiast – ze wilden meteen flyers drukken, stoepbordposters maken, een etalage inrichten – dat ik al snel dacht: dat is de beste keuze. Het was gisteren ook heel leuk. Lucinda had in een filmpje een stuk of zes vragen van lezers beantwoord. Onze uitgever Sander Knol organiseerde een quiz, waarbij je het eerste exemplaar kon winnen. En er was een flamencodanseres om de sfeer van het nieuwe deel aan de zo'n dertig, vijfendertig aanwezigen mee te geven.'
In totaal zijn van de vier tot nu toe verschenen delen van 'De zeven zussen'-serie inclusief e-boeken 600.000 exemplaren verkocht. Daar zit nog veel groei in, blijkens het succes in de kerstperiode waarin toch weer veel nieuwe lezers de reeks ontdekken. Met het nieuwe deel erbij komt de grens van één miljoen in zicht. Dat zou een ideaal moment zijn om Riley naar Nederland te halen. 'Die behoefte is groot: bij ons, bij de boekhandel, bij lezers. Ze heeft ook toegezegd dit jaar te komen. Maar wanneer weten we nog niet. Ze is nu druk aan het schrijven van deel zes. Daarvoor geven we haar natuurlijk alle tijd.'
Daarbij vergeleken is de verkoop van De nachtroos, de standalone-titel die in oktober verscheen, duidelijk lager. De roman stond na verschijning slechts vijf weken in de Bestseller 60, met de 34e plaats als hoogste notering. Toch is Xander tevreden over deze uitgave, waarvan er 28.000 p- en e-boeken zijn verkocht en die deze week terugkeerde in de lijst: op 60. Hofstede: 'De verkoop is niet vergelijkbaar, nee, maar je ziet dat het in de slipstream meegaat. We hebben al twee herdrukken kunnen opleggen. Boekhandels en lezers geven dit boek zeker ook aandacht.'
Dat Maan volgende week op 1 binnenkomt in de bestsellerlijst lijkt vanzelfsprekend. Toch houdt Hofstede een kleine slag om de arm: 'Het is afwachten wat Michelle Obama gaat doen.' Maar ze geeft toe dat de medewerkers van de uitgeverij deze keer geen weddenschap hebben afgesloten over de plek waarop het nieuwe 'Zeven zussen'-deel binnen zal komen. 'Vorige keren ging dat van 30 tot 1, maar nu is nog weinig te raden over – zo hoog komt het wel binnen.'
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 10 jan)

Zie ook – hier en hier – deze eerdere berichten over het succes van Lucinda Riley in Nederland.

zondag 13 januari 2019

Interview: Frederike Scholing van Boekhandel Lovink over het cadeauseizoen 2018 en de btw-verhoging (Boekblad)

Boekverkopers kunnen deze week niet alleen de balans van 2018 opmaken. Ze moeten sinds woensdag ook de btw-verhoging naar 9% doorvoeren. Frederike Scholing van boekhandel Lovink had na de overname door een stichting een buitengewoon goed jaar. De btw-stijging zal de groei niet weer afnemen, verwacht ze.

Hoe was je week?
'Goed. Ik ben opgelucht dat december weer achter de rug is. Het is natuurlijk een geweldige maand. Leuk, dynamisch. Maar het is wél op je tenen lopen en dan ben ik altijd blij als alles weer gewoon is. Hoewel het dit jaar door de btw-verhoging niet helemaal gewoon is. Al moet je dat niet overdrijven.'

De drukte was na de kerst niet meteen voorbij?
'Nee. Het liep daarna goed door. We hadden maandag zelfs een drukke Oudjaarsdag. Maar het was natuurlijk niet die enorme toeloop op de laatste zaterdag en maandag voor kerst, toen we niet eens tijd hadden om te lunchen.'

Kijk je met een goed gevoel terug op het cadeauseizoen 2018?
'Absoluut. Vooral in november. Al het hele jaar, sinds een stichting in mei de winkel van Boeije Jansen overnam, boeken we een forse omzetstijging van tien tot vijftien procent – ook in december. Maar de maand voor Sinterklaas plusten we dertig procent. Echt extreem. Ik denk dat mensen weer meer boeken als cadeau hebben gekocht.'

Welke titels liepen – naast de landelijke bestsellers – goed?
'Lovink wordt vooral gewaardeerd om het brede aanbod. Hoe meer er ligt, hoe meer dat elkaar versterkt. Daarbinnen waren natuurlijk de Weemoedts en Obama's gigantisch. Lokaal deed een boek over kasteel de Cloese, dat in Lochem ligt, het erg goed. Dat verscheen eind november bij Matrijs: precies op het goede moment. Het kost 24,95 euro, dus dat zet zoden aan de dijk.'

Waarom is de omzet van de winkel sinds mei zo opvallend gestegen?
'Die is heel typisch, ja. We hebben denk ik de wind mee. Een nieuw team brengt nieuwe energie met zich mee. Het besef is bij klanten ook gegroeid, na een paar moeilijke jaren, dat het echt nodig is om lokaal te kopen als je de winkel wil behouden. We zijn zichtbaarder dan vroeger. Sinds september zit onze medewerker Jeroen Schwartz in het DWDD-panel, maar ook doen we bijvoorbeeld mee aan de top 10 van NRC Handelsblad. En in het voorjaar is boekhandel Heusinkveld in Holten is omgevallen. Dat is tien kilometer verderop, maar de mensen zijn dan toch op Lochem aangewezen. Dat draagt allemaal bij.'

In Holten is wel een Primera geopend én komt er nog een The Read Shop.
'Maar de man van de boekhandel had een hoge gunfactor. In de Primera zit nu een voor de bevolking anoniem figuur. Ik denk dat deze winkels samen het daarom toch minder goed doen.'

Ligt de omzetgroei ook aan jou?
'Ja. Ik onderschat mijn eigen positie zeker niet. Ik zorg ervoor dat we heel actief zijn en scherp inkopen. In 2019 wil ik dat verder finetunen. Maar het is niet dat ik sinds mei opeens mijn eigen accenten kon zetten. Ik was daarvoor al bedrijfsleider en had daarom al de winkel steeds meer naar mijn hand gezet. Dat is een heel organisch proces geweest. De overdacht was vooral een psychologisch en emotioneel moment, ook voor de vorige eigenaar.'

De stichting die nu de winkel bezit, laat je niet vrijer dan je al was?
'Dat wel. Ik heb meer meer vrijheid en meer verantwoordelijkheid gekregen, maar het is niet zo dat ik na de officiële overdracht een andere koers ben gaan varen. Het driekoppig bestuur en ons team neemt me wel taken uit handen waardoor ik me veel op de werkvloer kan begeven en me op de in en verkoop kan richten. Ieder heeft zo zijn eigen expertise, daar maken we goed gebruik van.'

Ben je woensdag aan het grote omprijzen begonnen?
'Wel iets, maar niet veel. We hebben een briefje opgehangen voor de klanten om uit te leggen dat de prijs aan de kassa kan verschillen van wat er op de prijssticker staat. Klanten hebben daar begrip voor. Zij snappen heel goed dat het niet te doen is om de hele voorraad in een keer aan te passen.'

Maar hoe voeren jullie de prijswijzigingen door?
'Dat gebeurt in het systeem automatisch. En af en toe scannen we een boek om te controleren of de prijs correct is. Zeker nieuwe titels die we in december hebben besteld en dit jaar binnenkomen, moeten we aanpassen. Een collega houdt dat scherp in de gaten. Maar het valt me op dat in het algemeen de prijsverhoging redelijk is: rond de drie procent. Alleen in sommige gevallen komt er wel vijf euro bij. Ook viel mij op dat najaarstitels die eerder 19,95 kostten alvast een paar euro duurder waren.'

In dat geval, redeneren sommigen, is het toch goed dat boeken eindelijk duurder worden? De gemiddelde prijs is al jaren nauwelijks gestegen.
'Ik ben daar geen voorstander van. Ik vind de prijs van boeken heel reëel, als je bedenkt wie er allemaal aan moeten verdienen. Maar boeken moeten wel betaalbaar blijven voor zo veel mogelijk mensen. Er is al zo veel op cultuur bezuinigd. Daarom ben ik eigenlijk ook tegen de hele btw-verhoging. Straks worden boeken een luxe-artikel.'

Accepteren klanten de prijsverhogingen?
'Ik heb tot nu toe geen ongenoegens gehoord en ben daar ook niet zo bang voor. Voor koopkrachtigen maakt een paar euro ook niet zoveel uit, voor mensen met een krap budget telt wel iedere euro.'

Zal de btw-verhoging daarom invloed hebben op de omzet?
'Dat denk ik niet. En ik schat in dat voor  90% van alle gevallen de boekhandel niet de dupe van de prijsverhoging wordt. De klant betaalt het verschil. Ik begreep daarom de opmerking van Kees Schafrat van boekhandel Broekhuis in Tubantia deze week niet dat hij op 1 januari in een klap een auto armer is geworden. De prijsverhogingen heffen dat verlies toch weer op? Kennelijk is er veel onduidelijkheid over de btw.'

Tot slot: wat doe je vandaag?
'Zoals bijna iedere zondag. Eerst een wandeling met mijn hond maken en de kranten lezen en daarna een boek. Ik ben bezig in Grand Hotel Europa van Ilja Leonard Pfeijffer. Ik ben vanaf het eerste uur een groot liefhebber van zijn werk en ook van deze roman ben ik zeer onder de indruk. Zijn taal is zo ongelooflijk goed: tegelijk verfijnd en bombastisch, ieder woord staat op de juiste plaats. En in deze omgeving ben ik zeker niet de enige die dat vindt. Hoewel Grand Hotel Europa pas in de tweede week van december verscheen, staat het boek bij ons op 2 in hele maand-top 10.'
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 6 jan)