vrijdag 29 april 2016

Boekhandel De Zondvloed leest integrale roman Brouwers voor (Boekblad)

Boekhandel De Zondvloed in Mechelen organiseert ter gelegenheid van Jeroen Brouwers 76e verjaardag op 30 april 'Brouwers luidop'. Vrijwilligers lezen de integrale roman voor waar de boekhandel naar is vernoemd.

De openingszin van De zondvloed wordt aanstaande vrijdag 29 april voorgelezen om 10 uur. Het slot van de 652 pagina's tellende roman (volgens de recentste, vorig jaar verschenen editie) wordt naar schatting 36 uur gehaald. 'We zorgen ervoor dat iedere volgende lezer klaarstaat zodat het voorlezen zonder pauze door kan gaan', zegt initiator Ann Meskens. Het hele programma is live op internet te volgen via www.brouwers-luidop.club.
Het absolute minimum voorlezers, hadden Meskens en haar echtgenoot Johan Vandenbroucke berekend, om het evenement te doen slagen was 38. Inmiddels hebben zich 68 mensen aangemeld, die van uitgeverij Atlas Contact een Brouwers-boek cadeau krijgen. Vandenbroucke: 'En er kunnen er nog meer bij, hoor.' Meskens: 'Er zitten ook kinderen bij. Hun tempo ligt wellicht iets lager, maar volgens onze berekening moet het lukken op 30 april om ongeveer tien uur 's avonds klaar te zijn.'
Of het evenement veel publiek zal trekken, kunnen Meskens en Vandenbroucke niet zeggen. 'In de nacht zal niet druk zijn. We zorgen wel voor fleecedekentjes en nachtlantaarntjes. Mensen die willen kunnen ook even gaan liggen. Maar op de vrijdag- en zaterdagavond zal er meer volk zijn. We zorgen ook voor Brouwers-hapjes en drankjes. Indonesische kleine hapjes natuurlijk, en cola-tic: cola met jenever, zoals hij graag drinkt.'
Brouwers zelf is te broos om in Mechelen aanwezig te zijn. Daarom is er ook de livestream: zo kan hij zelf volgen vanuit Zutendaal. Wel zal zijn werk overvloedig aanwezig zijn. Vandenbroucke: 'Met zijn 75e verjaardag vorig jaar is eigenlijk alles opnieuw verschenen. Dat is nog steeds leverbaar.' Meskens: 'We zullen al die uitgaven mooi gestapeld neerleggen. Hopelijk zal Brouwers luidop veel mensen ertoe aanzetten om ook diens werk te gaan ontdekken.'
De Zondvloed wil de voorleesactie overigens niet eenmalig doen. Daarvoor vinden de twee eigenaren het te leuk. 'Als er een goede gelegenheid is', zegt Vandenbroucke die er geen vaste moment aan wil koppelen. 'Een klant stelde voor om Honderd jaar eenzaamheid voor te lezen. Misschien doen we die vorig jaar, maar het leek ons gepast om in ieder geval met De zondvloed te beginnen.'
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 26 apr)

Zie ook:

maandag 25 april 2016

Singel Uitgeverijen boekt succes met Ebookalarm.nl (Boekblad)

Iedere dag een aanbieding van een e-boek met kortingen tot 80 procent. Dat is het idee achter Ebookalarm.nl. Singel Uitgeverijen is na drie maanden tevreden over de resultaten.

Het begon op 21 januari met Tirza van Arnon Grunberg (Nijgh & van Ditmar). Vandaag is het Weduwspek van Monika van Paemel (Querido). En daartussen waren er iedere dag andere aanbiedingen van een titel uit de verschillende Singel Uitgeverijen-fondsen. Als de gewone prijs minder dan 10 euro is, kost het e-boek 24 uur 1,98 euro. Als de gewone prijs meer dan 10 euro is, gaat hij weg voor 2,99 euro. De exclusieve leverancier is Kobo, naar wie Ebookalarm.nl doorverwijst.
‘We zochten naar een manier om digitaal lezen onder de aandacht te brengen’, legt online marketing & salesmedewerker Esther van Dijk uit. ‘Met een goedkoop instappunt wagen mensen toch eerder de stap. Bovendien creëren we op deze manier een gevoel van urgentie. Bij een aanbieding van een papieren boek voor 5 euro denk je: bestellen, anders is hij straks op. Bij e-boeken heb je dat nooit – als je die bijvoorbeeld een maand tegen een gereduceerde prijs aanbiedt. Nu pak je toch de impulskopers.’
Een tweede gedachte achter Ebookalarm.nl is: aandacht geven aan de backlist. Van Dijk: ‘We zoeken een combinatie van wat oudere titels en recentere titels – tot twee, drie maanden oud. Niet jonger, dat zou te veel kannibaliseren. We letten daarbij op themadagen als moederdag en Valentijnsdag, maar ook op het verschijnen van nieuwe titels. Dan kunnen we juist op die dag een aanbieding doen met een oudere titel van dezelfde auteur.’
Na drie maanden is Singel Uitgeverijen ‘heel blij’ met de resultaten. Verkoopcijfers geeft Van Dijk niet. Maar: ‘die nemen gestaag toe. Soms verkopen we op een dag dertig exemplaren van een e-boek waarvan al vier, vijf maanden niets hadden verkocht. Daar word je heel blij van. Daarnaast levert het publiciteit op. Op sociale media wordt er positief over gesproken. En de nieuwsbrief, waarin we aankondigen welke titels de komende week aan bod komen, gaat al naar zo’n duizend e-mailadressen.’
Singel Uitgeverijen werkt exclusief met Kobo ‘omdat zij snel wilden en konden schakelen’ zegt Van Dijk. ‘Dat was wel zo makkelijk. Maar wij staan er open voor het concept verder uit te rollen naar andere retailers met affiliate-programma’s. We gaan rond de zomer evalueren, dan beslissen we wat we precies doen. Wel is zeker dat we doorgaan met Ebookalarm.nl.’

Zie ook:

zaterdag 23 april 2016

Read to Grow zamelt voor 15e keer boeken in op Wereldboekendag (Boekblad)

Doet Nederland helemaal niets aan Wereldboekendag op 23 april? Toch wel. De stichting Read to Grow zamelt dit jaar al voor de vijftiende keer boeken in voor scholen en andere instellingen in ontwikkelingslanden.

Sinds 2002 haalt Read to Grow Engels- en Franstalige boeken op bij internationale scholen. Inmiddels gebeurt dat in Nederland, België, Luxemburg en Duitsland. 'In Nederland gaat het om 25 scholen. Dat zijn zo'n beetje als internationale, Amerikaanse, Britse en Europese scholen,' zegt voorzitter Robert Romme. 'En dan zijn dit alleen nog de boeken die we zelf ophalen. Mensen horen van onze stichting, worden enthousiast en haken zelf aan. Zo kregen we vorig jaar ook boeken uit Canada en Japan.'
In 2014 – het recentste jaar waar cijfers over beschikbaar zijn – zamelde alle scholieren 41.723 boeken in. Romme: 'Eigenlijk krijgen wij ieder jaar tot wel 50.000 boeken. Maar wij selecteren streng. Op kwaliteit, maar ook op politiek, religie en geweld. Die boeken gaan eruit. Wij vinden: ieder kind of jonge man/vrouw heeft het recht om te lezen. Dan moet dat niet gehinderd worden door de politieke situatie in het land waar wij projecten steunen of de daar heersende religie. Wij sturen neutrale boeken.'
Omdat in Nederland niets gedaan werd aan Wereldboekendag – simpelweg omdat 23 april te kort op de Boekenweek zit – heeft Read to Grow direct in het begin toestemming gevraagd én gekregen van Unesco om de naam en de datum te gebruiken. 'Wij zorgen ervoor dat de scholen tot 23 april boeken inzamelen. Maar dit jaar valt het toevallig op een zaterdag, dus scholieren zullen hooguit tot morgen doorgaan. Wij halen daarna in de komende zes weken tot twee maanden de boeken op.'
Op Wereldboekendag zelf doet Read to Grow dus niets. Ook de jaarlijkse uitreiking van de World Book Day Award vindt later in het jaar plaats. 'Die gaat altijd naar de school die, omgerekend naar het aantal boeken per leerling, het meeste boeken heeft ingezameld', zegt Romme. 'Dit jaar, weten we al, gaat die voor de derde keer naar de American School of Rotterdam, die tweehonderd leerlingen heeft. We hebben burgemeester Aboutaleb gevraagd de Award uit te reiken, maar dat is nog niet zeker.'
Gaat Wereldboekendag, dat elders in de wereld (denk bijvoorbeeld aan Spanje en Groot-Brittannië) een groot evenementen is, dan helemaal aan Nederland voorbij? Boekhandel Van de Ven in Soest afficheert het auteursbezoek van Lars van der Werf nadrukkelijk als activiteit in het kader van Wereldboekendag. De dichter zal tussen 11 en 12.30 uur ter plekke versjes op maat voor klanten schrijven. Ook krijgen klanten in navolging van de Spaanse traditie een roos.
En zo is er meer. Stichting Tilburgse Markten heeft zaterdag op de markt op het Koningsplein tal van acties. De eerste honderd bezoekers krijgen een roos. De bibliotheek deelt snoeppapier uit. Er worden boeken van uitgeverij Pix4Profs verloot. De tweedehandsboekenwinkel Books4life, die de opbrengst schenkt aan goede doelen, zamelt ter plekke boeken in. Jan Völker, campusdichter van Tilburg University, treedt op. Et cetera.
Onduidelijk is of Unesco toestemming voor deze activiteiten heeft gegeven. Vermoedelijk niet. De officiële lijst activiteiten meldt voor Nederland niets dan enkele pop-upbeurzen van de International League of Antiquarian Booksellers en de Nederlandse editie van het Shakespeare-festival dat de British Council overal organiseert. Maar het is wel een idee als boekhandels in de toekomst activiteiten op 23 april koppelen aan een mondiaal evenement. De activiteit krijgt automatisch meer gewicht.
Tot slot is er ook een inhoudelijk evenement. Wereldboekendag valt op 23 april omdat het de sterfdag is van onder andere Miguel de Cervantes en William Shakespeare – dit jaar zelfs hun 400e sterfdag. Ter gelegenheid daarvan vindt in Felix Meritis het Shakespearefestival plaats. Bekende dichters, acteurs, muzikanten dragen gezamenlijk alle 154 sonnetten van de Britse auteur voor. Daarnaast zijn er workshops en muziek.
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 21 april)

vrijdag 22 april 2016

Jenny Erpenbeck toont in 'Gaan, ging, gegaan' de grens van de medemenselijkheid (Athenaeum.nl)

De hoofdpersoon van Jenny Erpenbecks roman Gaan, ging, gegaan (vertaling Elly Schippers) geeft de lezers het goede voorbeeld. Richard probeert de asielzoekers in zijn stad werkelijk te leren kennen. Erpenbeck maakt echter duidelijk dat hij niet voorbij zijn eigen grens kan komen.

Heeft Osarobo het gedaan? Als Richard, emeritus professor in de klassieke filologie, na een nacht afwezigheid thuiskomt is zijn Berlijnse huis overhoop gehaald. Er zijn wat sieraden weg. Een portemonnee is leeggeroofd. De schade valt mee. Op de psychische schade na – door zijn koortsachtig gepieker of de West-Afrikaanse asielzoeker de dader is of niet. Richard had Osarobo een dag voor vertrek verteld dat hij in Frankfurt zou zijn. Hij moet de dader wel zijn. Het kan niet anders. Toch? Richard krijgt nooit de kans het hem op de man af te vragen. Osarobo houdt verder contact af.

Tot hij thuis is, kan hij zich nog beheersen, maar dan zit hij aan zijn bureau voor het donkere computerscherm. De ziel van Osarobo, dat weet hij, vliegt nu het heelal in, ergens heen waar geen regels meer zijn, waar je met niemand rekening hoeft te houden, maar waar je ook voorgoed en door en door en onherroepelijk alleen bent. Op aarde blijft hij, Richard, achter met zulke mensen als Monika en besnorde Jörg. Zoals de leeuwen op Osarobo’s profielfoto ziet hij hen al hun tanden ontbloten: Dat hadden we je meteen kunnen vertellen! Richard huilt zoals hij sinds de dood van zijn vrouw niet meer gehuild heeft.

Of heeft Osarobo het toch niet gedaan?

De scène – tegen het einde van Gaan, ging, gegaan – komt op een cruciaal moment. Erpenbecks beschrijving van de asielzoekers roept tot pagina 280 bij de lezer een toenemend ongemak op. Of het nu de intelligente Ali is die dokter wil worden, de verhitte Rashid wiens kinderen zijn verdronken bij de overtocht naar Italië of de van oorsprong Ghanese Awad die wordt vermalen in de voor hem onbegrijpelijke Libische stammenstrijd: alle asielzoekers zijn slachtoffers van oorlog en terreur. Bestaan er dan helemaal geen economische vluchtelingen? Piept niet één kwaadwillige de grens naar het rijke Westen over? Alle personages lijken uitsluitend slachtoffers van de Duitse staat die hen met haar onverbiddelijke wetten en regels vermaalt.
En dan vindt de onopgeloste inbraak plaats. Richards gepieker daarover confronteert de lezer hard met zijn eigen vooroordelen. Vluchtelingen worden door politici en journalisten uitsluitend neergezet als anonieme gevallen. Je gaat hen daarom zien als kleine onderdelen van grote getallen. Natúúrlijk, denk je op een gegeven moment, zitten er economische vluchtelingen en potentiële terroristen onder de vluchtelingen. Maar de waarheid is: je weet het niet. En net als Richard krijg je nooit de kans het vluchtelingen te vragen, omdat hun stem in de media weinig wordt gehoord. Tenzij je zelf je best doet hen, stuk voor stuk, te leren kennen.
Dat is wat Richard doet in Gaan, ging, gegaan. Als weduwnaar met pensioen gestuurd, voelt hij zich buiten de tijd gevallen. Waarvoor leeft hij nog? Alleen de dood, die alom aanwezig is in zijn omgeving, wacht hem nog. Daardoor raakt hij gefascineerd door een groep mensen die hij voorheen net als iedereen negeerde of op zijn best met een half oog op het tv-journaal voorbij zag komen. Hij herkent in hen lotgenoten. Ook asielzoekers mogen niet meedoen aan de maatschappij zolang de procedure loopt. Ze mogen hooguit een beetje Duits leren.
En dan gebeurt iets wat Erpenbeck als bijna onvermijdelijk presenteert: Richard ontwikkelt sympathie voor de groep asielzoekers die tijdelijk bij hem in de buurt in een oud bejaardenhuis zitten. Als inwoner van het voormalige nazi-Duitsland en DDR krijgt hij het gevoel dat hij geen recht heeft over hen te oordelen. Door zijn eigen slechte huwelijk en mislukte relatie met een minnares voelt hij dat hij een herkansing krijgt om wél voor mensen te zorgen. En dan dat bejaardenhuis: de vluchtelingen zitten op de plek waartoe hij zichzelf voorbestemd acht.
Dat Richard hen gaat helpen is de volgende logische stap. Hij koopt zelfs een stuk land voor de Ghanese Karon. Kost hem maar 3000 euro. Maar ook voor de emeritus professor is de onopgeloste inbraak een keerpunt. Richard beseft dat hij Osarobo nooit werkelijk kan helpen – net zomin als alle andere asielzoekers die hij op een gegeven moment in huis neemt. Hun problemen zijn te groot. De Duitse staat met zijn vuistdikke wetboeken, hun grootste tegenstander, is ook hem te sterk. Hij zal moet leven met de beperkingen van wat hij vermag.
Zo heeft Erpenbeck haar roman knap opgebouwd – door niet alleen de lezer maar ook haar hoofdpersoon met een en dezelfde scène aan het wankelen te brengen. Maar dat mag niet verbazen in een boek waarin alle elementen samenspannen om een grote boodschap te brengen: dat medemenselijkheid vereist is, maar dat die per definitie is begrensd. Of zoals Richard aan het slot beseft in relatie tot de dood van zijn vrouw: ’Toen [is me] duidelijk geworden dat wat ik kan verdragen alleen de oppervlakte is van alles wat ik niet kan verdragen.’
Tot slot. Dat citaat is weer een voorbeeld van Erpenbecks glasheldere taal die door het ritme (mooi behouden door vertaalster Elly Schippers) vol herhalingen een toepasselijke melancholieke tint heeft gekregen. Laat ook dat gezegd zijn.
(Eerder gepubliceerd op Athenaeum.nl, 18 apr)

Zie ook:

donderdag 21 april 2016

Nieuwe uitgeverij Oevers herintroduceert Arsène Lupin (Boekblad)

Voormalig De Slegte-medewerker Martijn Couwenhoven is uitgeverij Oevers begonnen. Op 13 mei verschijnen zijn eerste landelijke uitgaven: twee titels over de Franse gentleman-inbreker Arsène Lupin.

Couwenhoven richtte Oevers eigenlijk al in 2014 op. Hij was na het faillissement van Polare zijn baan als webredacteur kwijt geraakt en bedacht toen: ‘boeken, uitgeven en schrijven is het mooiste wat er is, dus daar wil ik mee door gaan’, vertelt hij. Zijn eerste uitgave was het kinderboek De schatkaart van Monet. ‘Maar dat gaat over het bezoek van Monet aan de Zaanstreek. Dat zou alleen lokaal verspreid worden, al is het landelijk opgepikt en zijn er duizend exemplaren van verkocht. Later volgde nog Mijn eerste keer, naar aanleiding van een verhalenwedstrijd in samenwerking met het Noord-Hollands Dagblad.’ 
Pas nu Oevers zijn werkterrein naar het hele taalgebied verlegt, presenteert Couwenhoven zich als nieuwe uitgeverij. ‘Ik vond het daar nu tijd voor. Ik ben ook in gesprek met een vertegenwoordiging in Nederland en ben voor België in zee gegaan met Elkedag boeken. Ik heb voor mijn eerste uitgave gezocht naar iets wat met Frankrijk of schilderkunst te maken heeft. Dat worden de speerpunten van mijn fonds. Ik ben achttien jaar geleden afgestudeerd aan de kunstacademie en heb me later veel met Frankrijk bezig gehouden. Ik had ooit een site over Franse literatuur en schreef recensies voor En France.’
Vorig jaar stuitte Couwenhoven op de creatie van Maurice Leblanc (1864-1941): de inbreker Arsène Lupin, die al sinds de jaren 1970 niet meer in het Nederlands verkrijgbaar was. ‘Het heeft een heel fijne toon en is echt goed geschreven. Je merkt dat Leblanc als romanschrijver is begonnen. Ook de vertaalsters Lidewij van den Berg en Katrien Vandenberghe waren blij verrast toen ze hun boek lazen voordat ze de opdracht aanvaarden. Op Facebook las ik, vorig jaar al, dat Bart Van Loo Lupin op zijn vakantie las. Toen heb ik hem gevraagd om een voorwoord. Dat is een enthousiasmerend stuk geworden.’
Arsène Lupin, gentleman-inbreker en Arsène Lupin versus Herlock Sholmes verschijnen op 13 mei in een oplage van duizend stuks. Beide boeken worden die dag in Scheltema gepresenteerd, tegelijk met twee nieuwe Maigret-vertalingen bij De Bezige Bij. Voor daarna heeft Couwenhoven genoeg plannen, waaronder nieuwe Lupin-uitgaven. ‘Maar ik heb een eenmanszaak – uiteraard met wat hulp eromheen. Ik moet eerst afwachten wat Lupin gaat doen voor ik nieuwe stappen kan doen. In het najaar kom ik wel met Keizer Claude, waarin ik mijn ervaringen met Monet beschrijf. Het is een soort biografie in reisverhalen.’
De kans op succes voor Lupin is in ieder geval toegenomen dankzij de Schwob-subsidie die Oevers voor beide boeken heeft gekregen. Zo gaan de titels mee in de halfjaarlijkse Schwob-actie, waarbij ze meedoen aan de leesclubs in Utrecht, Maastricht, Groningen en Brussel. Ook zullen ze komen te liggen in de honderd deelnemende boekhandels.
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 18 apr)

maandag 18 april 2016

De duivel vermomd als huisarts. 'Val' van Roderik Six (Ons Erfdeel)

De hoofdpersoon van Roderik Six' tweede roman wordt Doc genoemd, zo vertelt hij in de eerste alinea van Val. Dat deed mij onmiddellijk denken aan het gelijknamige personage uit John Steinbecks Canery Row, een van mijn jeugdliefdes. Deze Doc is een in afzondering levende mariene bioloog die zich aan de kust van het zonnige Californië wijdt aan het vangen van zeedieren voor universiteiten en onderzoeksinstituten. Hoe teruggetrokken ook, hij is aardig tegen iedereen – óók voor het menselijk wrakhout dat in de buurt rondscharrelt.
Six' Doc, blijkt al snel, is zijn diapositief. Hij leidt ook een eenzelvig bestaan. Hij trekt, als huisarts, op een soortgelijke manier zonder werkelijk contact te maken mensen van allerlei pluimage aan. Maar in plaats van het licht zoekt hij het donker op: het volledig van de rest van de mensheid afgesloten dorpje Fall, ergens aan de Noord-Amerikaanse oostkust. En aardig is hij allerminst. Oppervlakkig gezien misschien wel, maar uiteindelijk is hij uit op ieders val.
Waar Steinbecks Doc een personificatie van God is, tegenover wie iedereen zich tekort voelt schieten en die iedereen zou willen eren, is die van Six dan ook een reïncarnatie van de duivel. Niet voor niets zegt hij vele namen te dragen (p. 9), voelt hij een zekere afkeer van kunstlicht (p. 18), steekt hij een lofzang op de duivel af (p. 76) en als hij aan het eind van de roman Fall verlaat, moet hij 'schamper lachen' bij de gedachte in het geknetter van de autoradio de stem van God te horen, alsof hij hem te slim af is geweest (p. 238).

In Val vertelt Doc in chronologische volgorde over zijn verblijf in het kustplaatsje. Hij arriveert kort nadat hij van een vrouw uit Fall hoort dat de huisarts onlangs is overleden. Doc kan er zijn opvolger worden. Niemand vraagt er naar zijn naam. Zijn toeleveranciers vinden het best als hij geneesmiddelen bestelt onder de naam van zijn voorgangers. En de ruige dorpsgenoten zijn allang blij dat er weer een dokter in de buurt is. Zo kan Doc er anoniem blijven wonen.
Bijna een jaar later neemt Doc de lange verlaten weg terug. Er is in de tussentijd veel gebeurd. Maar niet wat de lezer, door de titel en de naam van het dorp, in eerste instantie had verwacht: dat Doc moreel of letterlijk ten val is gekomen – hoewel hij veel bloed aan zijn handen blijkt te hebben gekregen om zijn satanische honger te stillen. Hij kan juist zo ongeveer als enige ongeschonden het toneel verlaten, op weg naar een nieuwe plaats waar hij in alle rust zijn schadelijke werk kan verrichten. Je kan hoogstens zeggen: in de ogen van de lezer is hij ten val gekomen.
Wat is er dan precies gebeurd? Het zou te veel leesplezier wegnemen bij iedereen die vooraf recensies leest om geënthousiasmeerd te worden in plaats van achteraf om erover te kunnen reflecteren. Six bouwt zijn verhaal slim op. Stap voor stap ontvouwt hij zijn vaak gruwelijke plot. Ook achter een simpel gegeven als een overleden huisarts en een vrouw die Doc erover vertelt – alleen maar opgeschreven om een personage in beweging te zetten, denk je in eerste instantie – schuilt heel wat meer. Het zou zonde zijn dat te onthullen.
De cruciale scène is daarentegen juist triviaal voor het verhaal. Dat is de scène waarin de sheriff aan Doc vraagt om naar de zieke zwerfhond te kijken die hij van de straat heeft opgepikt. Het teefje blijkt levend te worden verteerd door de wormen. Haar tanden zijn overwoekerd door een bruine, draderige substantie. Doc knipt er iets van los, bestudeert de houterige structuur – en de hond kan worden afgemaakt.
Op dezelfde manier voelen de inwoners zich bij de onbekende Doc veilig genoeg om hem een blik te gunnen op de geheimen die hén verteren. De daad die op hun geweten weegt. Hun verslaving. De tragische liefdesgeschiedenis. Hij hoort het aan, bestudeert het even geïnteresseerd – en lijkt daardoor zo veel te hebben los gewoeld dat de personages zo niet verder kunnen. Een geweldsgolf overspoelt Fall. Six maakt niet expliciet wie wat heeft gedaan, maar maakt wel duidelijk dat iedereen schuldig kan zijn.

De meeste mensen lezen slechts boeken om de tijd te doden, poneert een leraar met schrijfambities in Val (p. 215) . Six lijkt er alles aan te hebben gedaan om te voorkomen dat zijn lezers deze roman alleen lezen om escapistisch te vertoeven in een wereld die ver afstaat van hun alledaagse zorgen. Dat zit hem in de raadsels die Six stelt: wie precies wil weten wie verantwoordelijk is voor de gebeurtenissen aan het slot moet Val meermaals doorpluizen op aanwijzingen. En dan nog blijft het raadselachtig.
Maar het zit hem vooral in de stijl. Six beschrijft de gruwelijkheid zo plastisch dat geen lezer onverstoord de bladzijden om kan blijven slaan. Het eerste lijk dat wordt gevonden is een verminkte romp, van haar vagina tot haar rechteroog gespiesd door een boomtak. 'Mijn blik bleef over de vlezige puzzelstukjes springen; dat ene blauwe oog dat slap in de kas hing, een bh-bandje dat in een blubber vet begraven lag, een bloeduitstorting op de lies, botsplinters die opbloeiden als een beenderen bloem die ontpopte.'
Het is bijna wellustig, met zo veel genot schetst Six de details. Je zou hem daarom kunnen beschuldigen van een behaagzuchtige wens om te shockeren, ware het niet dat de hele roman in dezelfde toonsoort is geschreven: gedetailleerd, idiomatisch rijk, weelderig zonder barok te worden. Het is de begaafde stilist in Six die alles uit de kast haalt om iedere scène met maximale levendigheid neer te zetten. Het is een vreemde wereld die hij schetst, de lezer moet die dan ook echt voor zich kunnen zien.
Zo is ook Six als schrijver een diapositief van Steinbeck. De jonge Vlaming vertelt hele andere verhalen dan de Amerikaanse Nobelprijswinnaar: donkere sprookjes tegenover montere sociaal-realistische drama's, met afstandelijke personages tot wie je niet echt doordringt versus levensechte karakters in wie je je moeiteloos verplaatst. Maar beide hebben het onmiskenbare talent om lezers te raken en mee te slepen dankzij de meesterlijke beheersing van hun materiaal: de taal.
(Eerder gepubliceerd in Ons Erfdeel, 2016/1)

vrijdag 15 april 2016

Schrijven Magazine begint literair tijdschrift Alice (Boekblad)

Schrijven Magazine heeft met ingang van het nieuwe nummer uitgebreid met een literair tijdschrift. Alice richt zich exclusief op nieuw, onbekend talent.

Alice wordt integraal onderdeel van Schrijven Magazine – het blad voor de beginnende schrijver dat al aan zijn 20e jaargang bezig is. Het verschijnt dus eveneens zes keer per jaar. Het 'platform voor schrijftalent', zoals de ondertitel luidt, zal acht tot zestien pagina's tellen, uitsluitend gevuld met verhalen en gedichten. Alice is genoemd naar Nobelprijswinnares Alice Munro 'en natuurlijk ook een beetje naar Alice in Wonderland', aldus hoofdredacteur Frank Noë.
De reden voor de uitbreiding van Schrijven Magazine is dat 'de publicatiemogelijkheden voor beginnende schrijvers de laatste jaren sterk is afgenomen', legt Noë uit. 'Verschillende literaire tijdschriften zijn gestopt. De tijdschriften die overbleven reserveren betrekkelijk weinig ruimte voor nieuw, onbekend talent. De bezoekers van ons forum op Schrijvenonline.org snijden dat probleem regelmatig aan. Daarom dachten wij: waarom springen wij niet in dat gat?'
Volgens Noë onderscheidt Alice zich juist van andere literaire tijdschriften omdat het integraal onderdeel is van het bestaande blad. De oplage bedraagt daarmee automatisch 9000 exemplaren. 'We zijn bovendien goed verkrijgbaar in boekhandel en kiosk. We zijn wel wat minder dik dan de collega’s. Daar staat dan weer tegenover dat wij vol inzetten op nieuw en onbekend talent. We gaan geen bevriende schrijvers vragen of ze verhalen of gedichten willen aanleveren.'
Schrijvers kunnen hun verhalen en gedichten inzenden door deze te uploaden op een speciale pagina op schrijvenonline.org. Om te voorkomen dat alle abonnees voor ieder nummer hun hele oeuvre opsturen, is het aantal inzendingen beperkt tot een per nummer. Verhalen mogen niet langer zijn dan ongeveer duizend woorden. Gepubliceerde verhalen komen onder ogen 'van de redacteuren van de belangrijkste Nederlandse en Vlaamse uitgeverijen', belooft Noë.
In het eerste nummer staan de beste drie verhalen van de schrijfwedstrijd 'De Grens', die Schrijven Magazine onlangs organiseerde in samenwerking met de Schrijversacademie en de Querido Academie. De jury onder leiding van ex-uitgever Hanca Leppink selecteerde het verhaal Een Europese winter van Janine Geerling (winnaar) en de gedichten Europa van Theo Danes (tweede) en Ulysse 31 van Sami Kalaï (derde). Ook het jurycommentaar staat in Alice afgedrukt.
Ook toekomstige edities zijn gekoppeld aan een schrijfwedstrijd of een thema, legt Noë uit. Voor het eerstvolgende nummer is dat de schrijfwedstrijd 'De vijfde dag', gebaseerd op de gelijknamige, deze maand te verschijnen roman van de hoofdredacteur zelf. Voor het nummer daarop is het thema 'Schrijven onder de dertig'. De keuze om een bijdrage al dan niet te publiceren wordt dan ook gedaan door respectievelijk de jury van de schrijfwedstrijd en een gastredacteur die past bij het thema.
Daarnaast zal er altijd ruimte zijn voor losse bijdragen. De selectie daarvan doet Noë samen met Jasmijn Kam. 'De stroom verhalen begint nu op gang te komen via de site. Later moet dat worden uitgebouwd naar een verhalenplatform.'

woensdag 13 april 2016

Twintig jaar uitgeverij Vantilt: een boek kan niet in een vacuüm verschijnen (Boekblad)

Uitgeverij Vantilt bestond op 29 februari precies twintig jaar. Oprichter Marc Beerens heeft in die periode twee grote lessen geleerd. Geef niet uit in een vacuüm. En: de boekhandel kan niet alleen het publiek voor een boek bereiken.

De belangrijkste les die Marc Beerens in twintig jaar uitgeven heeft geleerd is dat je non-fictie onmogelijk in een vacuüm kunt uitgeven. 'Breng een boek alleen op de markt en er gebeurt niets', zegt hij in een Nijmeegs café op een steenworpafstand van uitgeverij Vantilt met kenmerkende terughoudendheid. 'Je moet er begeleidende evenementen omheen organiseren.' Denk aan exposities, symposia of gerichte flyeracties.
En dan lukt het altijd wel om uit de kosten te komen. 'Je kunt het zo gek niet verzinnen of er is rond een onderwerp wel een stichting, belangengroep, vereniging of online community van mensen die zich daarmee bezig houden. Als je die weet te bereiken, moet je het raar lopen wil je geen vijf-, zes- of zevenhonderd exemplaren van het boek verkopen. Mits het inhoudelijk de moeite waard en goed geschreven is natuurlijk.'
Toch wil hij er ook niet zó luchtig over doen. Voor ieder boek moet een uitgever opnieuw bedenken hoe hij het clubje geïnteresseerden het best kan benaderen. Met een intekenactie? Via een lokale historische vereniging? 'Ieder keer moet je toch weer zorgen dat alle belangstellenden weten dat het er is en ze verleiden om het ook te kopen. De markt vinden, dat is juist het moeilijkste van het uitgeven.'

Twintig jaar geleden gaf Beerens (45) zijn eerste boek uit. Hij meldde het jubileum wel op internet, maar doet er niets aan. Natuurlijk beseft hij ook wel dat de verjaardag een mooie gelegenheid is voor een marketingacties. Zoiets: 'Marita Mathijsen, Lotte Jensen en Thomas Vaessens nu voor een aantrekkelijk prijsje!' Maar hij is er de uitgever niet voor. Hij heeft de aandacht liever niet gericht op zijn bedrijf.
Dat eerste boek was het proefschrift Feit en tussenkomst. Geschiedenis en opvattingen van Tijd en Mens (1949-1955) van zijn vriend Jos Joosten. Beerens en Joosten wilden dat het ook op de markt kwam, dus begon ze samen een uitgeverij – al snel door Beerens alleen voortgezet nadat Joosten zich richtte op zijn wetenschappelijke carrière. De naam pikten ze van een karakter van de strip Taco Zip, die destijds in de Volkskrant stond.

Ondanks deze ontstaansgeschiedenis werkt Vantilt allerminst frivool en onbezonnen. De ontwikkeling van het fonds getuigt van een voorzichtige aanpak. Beerens heeft nooit geëxperimenteerd met hippe reeksen of op dat moment populaire genres. 'Dat lijkt me levensgevaarlijk', reageert hij. 'Het financiële risico is te groot.' Herkenbaarheid van het fonds bij boekhandel en pers staat voorop.
Zo heeft Vantilt zich nooit aan fictie gewaagd. In 1998 zei hij in Het Financieele Dagblad nog te twijfelen of hij met oorspronkelijk Nederlandstalige literatuur kon groeien, maar in een interview uit 2015 met de Volkskrant bleek hij daar geen moment meer over te aarzelen. Integendeel, hij hekelde 'de overfixatie op fictie' bij de media en in het boekenvak en bekende zelf 'duizend keer liever' non-fictie te lezen.
Vantilt richtte zich aanvankelijk op letterkunde, sinds 2003 verschoof de aandacht geleidelijk naar geschiedenis, kunst- en cultuurgeschiedenis en filosofie. 'Voor letterkunde is nauwelijks nog een markt. Eigenlijk al toen ik begon, daarom was er ook ruimte voor mijn uitgaven. In mijn middelbare schooltijd verschenen bladen als Bzzlletin in enorme oplagen. Helemaal verdwenen. Het is me nog altijd een raadsel waarom.'
Een recentere verschuiving is die van puur tekstgerichte boeken naar meer geïllustreerde boeken, gecombineerd met een grotere aandacht voor vormgeving – die zich uitte in de bekroningen bij de Bestverzorgde boeken in 2013 en 2014. Drie jaar geleden startte de uitgeverij zelfs met de imprint voor beeldboeken Fragma voor 'fotoboeken met een verhaal'.

De weloverwogen aanpak heeft Vantilt geen windeieren gelegd. Twintig jaar lang schreef de uitgeverij, op het jaar 2011 na, zwarte cijfers. De omzet groeide naar inmiddels 1,2 miljoen euro (in 2014). De grootste bestsellers waren – in die volgorde – In en onder het dorp van Wiel Kusters en 1001 vrouwen uit de Nederlandse geschiedenis van Els Kloek. Dat laatste boek was de enige Vantilt-uitgave die ooit de Bestseller 60 haalde.
'Van Kusters hebben we 40.000 exemplaren verkocht, mede door een zeer substantiële aankoop van een stichting in Limburg die het cadeau deed aan oud-mijnwerkers of hun nabestaanden.  Het is erg lastig om boven de vier-, vijfduizend exemplaren te komen. Dat heb je dan weer als je geen fictie uitgeeft. Het risico dat je niets verkoopt is groter, maar als je een keer een klapper hebt ben je spekkoper.'

Beerens neemt zelf al twintig jaar de uitgeefbeslissing. En nee, daar leest hij manuscripten zelden van a tot z voor – net als iedere uitgever, meent hij. 'Iedere uitgever kan in drie minuten zien of de auteur weet waarover hij het heeft. De manier waarop een manuscript binnen komt, de inhoudsopgave, de inleiding. En anders bel je eens rond: is die auteur relevant voor dit onderwerp?'
Hij volgt volledig zijn eigen belangstelling, maar geeft toe dat ook marktpotentieel meetelt. Zo weet hij niet meer of hij eerst geïnteresseerd raakte in geschiedenis of eerst besefte dat die categorie beter verkoopt dan letterkunde. 'Boeken over literatuur is secundair. Men moet eerst het boek lezen en er dan over willen lezen. Bij geschiedenis, of filosofie, is het genre zelf primair. Daar is dan grotere belangstelling voor.'
Vantilt rekruteert daarbij veel auteurs uit de academische wereld. Toch wil Beerens niet dat zijn uitgeverij wordt beschouwd als niche-uitgeverij met veel specialistische uitgaven. Vantilt geeft algemene non-fictie uit voor een groot publiek. Niet voor niets werkt ook een grote organisatie met landelijke uitstraling als het Rijksmuseum met Vantilt samen, voor een landenreeks waarvan dit voorjaar deel 4 en 5 verschijnt.

De tweede grote les die Beerens in zijn carrière heeft geleerd is dat de boekhandel 'niet alles kan coveren', zoals hij zegt. Een uitgeverij moet niet de gedachte koesteren dat een boek via de boekhandel vanzelf zijn publiek vindt – hoe voor de hand dat tegenwoordig klinkt. 'Veel mensen komen nooit in de boekhandel. Als we met een stand op een studiedag staan, blijkt steeds weer hoe verbaasd ze zijn als een bepaald boek bestaat.'
Vantilt brengt veel regionale uitgaven, zoals de reeks Historische atlassen. 'Een genre dat de laatste tien, vijftien jaar enorm in opkomst is, misschien door de steeds groter wordende wereld om ons heen. Een genre dat bij uitstek een boekhandelsgenre is. Allemaal hebben ze wel een kast regionalia. Toch hebben veel boekverkopers niet de tijd om zelf lokale musea en historische verenigingen te benaderen. Dat moeten we zelf doen.'
Dat wil echter niet zeggen dat Vantilt in navolging van veel kleinere uitgeverijen zelf boeken verkoopt. Hij gunt hen de omzet, zegt hij. 'En ten tweede heb ik geen zin om alle handling te doen. Inpakken, versturen, factureren. Ook niet als CB dat allemaal voor ons zou doen. Onze site heeft wel een bestelmogelijkheid, maar alle bestellingen wordt afgehandeld door boekhandel Roelants.'
Daarbij: Beerens heeft geen klachten over de mate waarin zijn titels bij de betere boekhandel op voorraad liggen. 'Al kan dat veranderen. Boekhandels worden afgeknepen door CB, hoor ik steeds vaker. Hun kredietlimiet gaat omlaag, waardoor ze minder kunnen inkopen – juist titels als die van ons die soms een half jaar op een klant staan te wachten. Heel zorgelijk. Grote bestellingen factureren wij daarom steeds vaker rechtstreeks.'
(Eerder gepubliceerd in Boekblad magazine, maart 2016)

dinsdag 12 april 2016

Pearson voegt haar twee Nederlandse bedrijven samen in één pand (Boekblad)

De Nederlandse uitgeverijen Pearson Education en Pearson Assessment and Information zijn tegenwoordig gevestigd in een gezamenlijk pand op de Gatwickstraat in Amsterdam. Het uitgeefconcern verwacht veel voordeel van synergievoordelen en gezamenlijke marktbenadering en productontwikkeling.

Pearson Education, dat zich met name richt op het hoger onderwijs, zat op de Vossiusstraat. Pearson Assessment & Information, uitgever van testen op het gebied van met name psychologie en gezondheidszorg, was gevestigd op de Radarstraat. Met het nieuwe pand van 1200 vierkante meter huurt de internationale uitgeverij minder ruimte in Nederland. ‘Al zullen de medewerkers het gevoel hebben dat ze naar een groter pand zijn verhuisd’, merkt Edwin van Haaren op, vicepresident operations voor Benelux, Frankrijk en Duitsland.
De synergievoordelen zijn evident voor Pearson. Beide bedrijven hebben een research & developmentafdeling, klantenservice en administratie. De hele bedrijfsvoering wordt daardoor eenvoudiger, verwacht Van Haaren. ‘Ook zijn er inhoudelijke raakvlakken’, zegt vicepresident Gert Jaap Schoppink van Pearson Assessment and Information. ‘Wij maken testen voor psychologen. Education geeft onder andere methodes uit voor studenten in de gezondheidszorg en psychologie.’
Beide bedrijven zijn op dit moment gezond, al geldt voor beide ook dat de omzet de laatste twee jaar geen groei vertoonde. Schoppink: ‘Alle wijzigingen in de gezondheidszorg hebben de markt voor Assessment and Information lastig gemaakt. Klanten zijn afwachtender, hebben minder budget of hebben en grotere onduidelijkheid over de funding van hun budget. Ook wordt er met name in de GGZ veel gereorganiseerd. Daardoor zijn soms vertrouwde contactpersonen na jaren opeens weggesaneerd.’
Education heeft, ‘zoals alle educatieve uitgeverijen’, last van de ‘enorme groei’ van de tweedehands studieboekenmarkt, zegt Van Haaren. ‘Daarnaast zitten we in de transformatie van fysieke producten naar leeroplossingen in een digitale omgeving. Dat gaat gepaard met veel investeringen. Tegelijk is dat een kans. We begrijpen dat studenten kiezen voor de kostenefficiëntste oplossing. Door het totaalproduct – boek plus toegangscode – met extra en up to date gehouden digitaal toets- en lesmateriaal zo aantrekkelijk te maken, hopen we hen te verleiden toch een nieuw product te kopen. Alleen het digitaal materiaal aanschaffen kan in sommige gevallen, maar het totaalpakket is voordeliger.’
Education heeft de afgelopen jaren de uitgave van algemene boeken gestaakt. Het meest zichtbaar was de verkoop van de ‘voor Dummies’-reeks anderhalf jaar geleden. Op de site staan nog management- en computerboeken voor ‘thuis en op het werk’ genoemd. Volgens Van Haaren komt dat ‘omdat de site nodig moet worden geüpdatet. Pearson concentreert zich al een jaar of vier, vijf volledig op haar corebusinesses, wij bij Education dus op educatieve uitgaven.’
Assessment and Information heeft daarentegen een boekenserie behouden. Schoppink: ‘Die uitgaven richten zich op de professionals die ook onze testen afnemen. Denk bijvoorbeeld aan intelligentietesten. Dan hebben wij ook boeken waarin wordt uitgelegd hoe die werken en hoe je het beste kunt inzetten. Dat zijn boeken die we verkopen via de boekhandel, maar ook via het onderwijs. Ook daarin zit een synergievoordeel in samengaan met Education. Dit verkoopkanaal kunnen we zo beter bewerken.’
De samenvoeging van beide bedrijven moet leiden tot verdere groei. Dat gebeurt door gezamenlijke marktbenadering en productontwikkeling. Voor Education vindt Van Haaren het nog te vroeg daar voorbeelden van te geven. Voor Assessment and Information noemt Schoppink ‘nog meer digitale oplossingen en diensten’ en ‘producten die tastbare en meetbaar betere eindresultaten opleveren voor onze eindgebruiker’. Dat gaat om verbetering van bestaande producten en lancering van nieuwe producten.
In de huidige ‘roerige markt’ acht Van Haaren een groei van drie procent voor dit jaar ‘realistisch’. Schoppink: ‘Ondertussen wordt vooral gewerkt aan een strategie op langere termijn. Zeker voor digitale oplossingen gaan we niet over een nacht ijs. Het zal al gauw tot eind 2017, begin 2018 duren voor we daar de vruchten van kunnen plukken.’
Pearson heeft geen lokaal aangestuurde vestiging maar een meer globaal aangestuurde leiding. Pearson Benelux heeft na het vertrek van Eric Razenberg in 2013 daarom geen aparte directeur meer. Van Haaren maakt deel uit van een managementteam dat meerdere bedrijven in West-Europa aanstuurt. Zo rapporteren de medewerkers in Amsterdam aan verschillende mensen. Voor de productontwikkeling van Pearson Education is dat de Française Hélène Dennery.
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 7 apr)

maandag 11 april 2016

Fintro Literatuurprijs 2016: voor het eerst meer vrouwen dan mannen genomineerd

De shortlist van de Fintro Literatuurprijs werd afgelopen woensdag al bekend gemaakt. Ik had nog geen tijd die te analyseren. Hierbij alsnog. Maar eerst de lijst:

Jij zegt het - Connie Palmen
Malva - Hagar Peeters
Muidhond - Inge Schilperoord
De onderwaterzwemmer - P.F. Thomése

Het meest opvallende is natuurlijk: meer vrouwen dan mannen genomineerd. Dat is in de geschiedenis van de drie grote literaire prijzen voor het boek van het jaar nog nooit gebeurd. Evenveel vrouwen, dát is acht keer gebeurd (3x AKO/ECI, 5x Libris). Maar meer vrouwen? Dat is de primeur van deze jury.
Opmerkelijk wel dat het uitgerekend bij de Vlaamse grote prijs gebeurd. Dat is juist de minst vrouwvriendelijke van de drie. Ook na dit jaar is het aantal vrouwelijke genomineerde nog altijd maar 13,9 % van het totaal.

P.F. Thomése is de meest gelauwerde auteur van de laatste vijf. Hij ontvangt zijn zevende nominatie. Enter staat op zes. Palmen en Schilperoord op drie. Peeters is de debutant op de lijst.
Thomése en Schilperoord hebben nu ook met dezelfde titel de shortlist gehaald van alle grote prijzen. Dat is vaker gebeurd (Stefan Brijs met De Engelenmaker, schiet me te binnen), maar volgens mij een primeur voor een debutant.
Enter is nu ook de meest genomineerde auteur die nog nooit een grote prijs won. Toen hij nog op vijf stond deelde hij die status met Oscar van den Boogaard, Patricia de Martelaere en Christiaan Weijts.
Maar hij kan de Fintro Literatuurprijs natuurlijk winnen op 5 juni. Dan vervalt deze titel.

Andersom zijn er overigens talrijke auteurs die slechts een keer in hun carrière zijn genomineerd en direct de hoofdprijs wonnen. Na een vluchtige blik op mijn databestand kom ik op:
Robert Anker (Libris 2002)
Bernard Dewulf (Libris 2010)
G.L. Durlacher (AKO 1994)
Louis Ferron (AKO 1990)
Herman Franke (AKO 1998)
Karel Glastra van Loon (AKO 1999)
Guido van Heulendonk (Gouden Uil 1996)
D. Hooijer (Libris 2008)
Alfred Kossmann (Libris 1996)
Hans Münsterman (AKO 2006)
Willem Jan Otten (Libris 2005)
David Pefko (Gouden Uil 2012)
Yves Petry (Libris 2011)
Brigitte Raskin (AKO 1989)
Marc Reugebrink (Gouden Uil 2008)


Tot Jij zegt het, dat ook al voor de Libris Literatuurprijs werd genomineerd, hoorde ook Connie Palmen (AKO 1995) heel lang tot dit gezelschap.

Zie ook:

zondag 10 april 2016

Anton Valens brengt in 'Het compostcirculatieplan' een ode aan een vriend (Athenaeum.nl)

Wie Anton Valens’ meesterwerk Het boek ONT kent, kan zich laten misleiden door de titel van zijn nieuwe roman. Het compostcirculatieplan heeft (bijna) niets kolderieks, maar is een fraai eerbetoon aan een vriend. Valens’ ‘zinledige verbositeit’ is gelukkig gebleven.

De titel van de nieuwe Anton Valens deed vermoeden dat de auteur verder is gegaan op de ingeslagen weg. In Het boek ONT ging het om mannen die bij elkaar komen om hun post te openen. In hun eentje zijn de enveloppen te confronterend voor dit slag dat het leven niet helemaal aan kan. En dan nu Het compostcirculatieplan. Dat kan toch alleen maar duiden op wederom een even dwaas als treurig relaas over iemand die alle zeilen bij moet zetten om koers te houden in de immense chaos van het leven? Iemand die een idioot plan bedenkt met compost om zich staande te houden?
Een vluchtige bladeren door het boek zou je daarin gelijk kunnen geven. Ook in deze roman is de schitterende 'zinledige verbositeit', zoals de hoofdpersoon Peter Vervest de stijl van zijn boeken omschrijft, terug te vinden:

'Zelf bleef ik ook niet onbewogen onder de tepels [van stratenmaker Herman]. De donkerbruinpurperachtige spenen, spekkig als geblakerd octopusvlees, oefenden een fascinatie op me uit. Maar als opzichzelfstaande wezens, volstrekt los van de jonge stratenmaker. Tepelparen hebben net als ogen en koplampen in onze ogen vaak een emotionele uitdrukking; dat van Herman had iets uitermate sulligs en oerliefs tegelijk. Ik wou er met de binnenkant van mijn hand langsstrijken, om ze in de holte van mijn palm te laten drukken, ze een beetje door te buigen en terug te laten veren. Ik wou ze induwen en dan weer zien opspringen. Aan ze snuffelen. Zouden er vrouwen bestaan met zulke tepels? Die van Valeska waren niet voor de poes, maar ze misten dat – hoe zeg ik het? – viriele, dat rechtop gaande...'

Toch is de derde roman van Valens veel serieuzer dan de roman die op de longlist van de AKO Literatuurprijs stond in het jaar dat ik nog in de jury zat. Het boek gaat over de vriendschap van de schrijver Vervest met de gepensioneerd uitgever Jens de Jong. Ze leren elkaar kennen als Vervest een boek heeft geschreven en zijn uitgeefster voorstelt dat De Jong zijn 'geheim medewerker' wordt. Maar hun relatie ontwikkelt zich vooral in de volkstuin die De Jong even buiten Amsterdam huurt. Vervest fietst er om de haverklap naartoe om een of ander klusje te verrichten.
Het is al gauw duidelijk hoe belangrijk Jens de Jong voor de schrijver is geweest. Niet zozeer als de lezer die Vervest dwingt het beste uit zichzelf te halen, maar omdat hij hem uit het moeras trok waarin de schrijver wegzonk. Uitgerekend toen Vervest op een uiterst onhandige manier zelfmoord probeerde te plegen, belde De Jong hem op. Puur toeval. Maar hij wist Vervest wel te overreden naar het ziekenhuis te gaan. En daarna gaf hij diens leven zin door hem klusjes te geven. In de tuin, waar Vervest steeds meer kennis opdeed van bloemen, woelratten en baggeren.
Het compostcirculatieplan is voorbeeldig uitgewerkt. Vanuit het heden, waar Vervest zelf de nieuwe huurder van de tuin is geworden, herinnert hij zich het verloop van hun vriendschap. De eerste ontmoeting, het bezoek aan De Jongs huis waar hij samenwoonde met de acteur Hugo Compaan, de hartelijkheid van zijn vriend – en zo verder tot de kettingroker longkanker kreeg, waaraan hij uiteindelijk overleed. Ook wordt de symboolkracht van een levensgroot schilderij van De Jong en zijn geliefde dat Vervest maakt, optimaal benut.
Alleen: na enkele tientallen bladzijden kon ik de roman niet meer lezen als roman. Door de talrijke autobiografische details die ik toevallig herkende, maar vooral door de volstrekt authentieke toon voelde Het compostcirculatieplan per bladzijde meer als een boek over Anton Valens zelf en zijn vriendschap met de voormalige uitgever Jaap Jansen van uitgeverij Van Gennep. Hij is deze genereuze man zelf dankbaar voor de vele manieren waarop hij hem heeft geholpen. Dat Valens er wellicht van alles bij heeft verzonnen om het verhaal mooi rond te krijgen, doet er niet toe.
Het is een doodzonde, ik weet het: voorbijgaan aan de artistieke inzet en een roman lezen als een persoonlijk verslag. Toch kon ik de roman niet anders lezen. Ook op het niveau van voor het verhaal onbetekenende details. Als Jens de Jong vertelt over zijn verwrongen relaties met Bob Hildebrand en Albert Suchet, dacht ik aan Jaap Jansen met collega-uitgevers Rob van Gennep en Johan Polak. Als Vervest over zijn eigen uitgeefster Sharon opmerkt: 'Sharon een tekst laten lezen is als het voeden van een papierversnipperaar' – dacht ik: wat een prachtige omschrijving van Tilly Hermans, die Valens al sinds zijn debuut onder haar hoede heeft.
Gelukkig doet het niets af aan de kracht van het boek. Valens lees je, zoals alle grote stilisten, boven alles om zijn zinnen. Hij weet altijd eigenzinnige woorden als 'zeuven' (voor zeven) en 'hiero' te mengen met een precies, bloemrijk Nederlands waarin volstrekt originele vergelijkingen passen als – zie hierboven – 'spekkig als geblakerd octopusvlees'. Vooral het gebruik van totaal onverwachte, andersoortige woorden geeft zijn taal sjeu. 'Auto A had geen schade. Auto B daarentegen had een trekhaak midden in zijn mik gekregen' (p. 226).
En de titel van de roman? Vervest, inmiddels eigenaar van de tuin, heeft een manier bedacht om tuinafval niet af te voeren in de verplichte vuilniszakken (à € 1,50 per sukt), maar te dumpen in verschillende gaten op zijn perceel. Zo wil hij onder meer de tuin ophogen. Daar is dus niets kolderieks aan. Het compostcirculatieplan is juist een fraai symbool voor Vervest' verlangen zijn herinneringen aan Jens niet weg te gooien, maar ze te koesteren en ze te gebruiken voor iets blijvends. Zoals Valens zijn herinneringen aan Jaap Jansen gebruikt heeft om dit mooie boek te schrijven.
(Eerder gepubliceerd op Athenaeum.nl, 7 apr)


Zie ook:

vrijdag 8 april 2016

Boekhandel eert Wim Brands: 'van groot belang voor het vak' (Boekblad)

De boekhandel reageert geschokt op het overlijden van Wim Brands. Als radio- en tv-presentator was hij van groot belang voor het vak.

Willeke van der Meer van boekhandel Kooyker in Leiden had na de verhuizing naar een nieuw pand Brands vorig jaar bewust als eerste gast uitgenodigd. 'Hij had toen net de bloemlezing uit [De Nederlandse literatuur van de XXIe eeuw, md]. We merkten: dat is voor ons publiek. Dus wij dachten: dan hebben we meteen een trekker. Dat bleek ook het geval te zijn.'
Volgens de boekverkoopster zorgde Brands ervoor 'dat de lezer in contact bleef met de boekhandel'. Hij bracht op radio en vooral televisie 'elke keer nieuwe boeken onder de aandacht. Een heel gevarieerd aanbod: literatuur, geschiedenis, literatuur, waarover hij op een diepgaande manier met de auteurs sprak. Ik zag het als een keurmerk als hij er aandacht aan besteedde. Zeker voor ons publiek. De boeken uit zijn programma moesten wij hebben. Recent nog Het oerboek van de mens. Nadat hij er aandacht aan had besteed, hebben we er vijftig exemplaren of zo van verkocht.'
Fabian Paagman van Paagman in Den Haag looft de manier waarop Brands 'goede, levendige gesprekken' hield, waarin 'hij altijd wegbleef van populaire, commercieel makkelijke titels'. Het ging hem om de inhoud. 'Hij had daar oprechte interesse voor. En omdat hij zo'n integere persoon was, waren zijn adviezen extra waardevol. Als hij boeken besprak, had dat direct een weerslag op de vraag in de winkel en dus voor onze voorraadbepaling.' Als de VPRO Brands' boekenprogramma doorzet met een andere presentator zal die dan ook niet meteen dezelfde invloed hebben. 'Wie een boek in de krant bespreekt, maakt niet uit. Maar op televisie is de drager veel belangrijker.'
Hij vergelijkt Brands invloed met die van De Wereld Draait Door. 'Voordat DWDD prominent aandacht aan boeken gaf, was hij lange tijd de enige die iets deed in de droogte van goede media-aandacht voor boeken. De commerciële impact nu is onvergelijbkaar. Maar dat geeft niet. Beide programma's hadden een andere doelgroep. Het belangrijkste is dat er diversiteit is.'
Brands had ook een maandelijkse talkshow bij Donner in Rotterdam. Leo van de Wetering mailt daar – 'na een doorwaakte nacht' – over: 'Na een live gesprek voor de radio in 2012 met Bert Keizer, in het directiekantoor van Donner aan de Lijnbaan, heb ik hem brutaalweg gevraagd of hij met ons een programma wilde maken. Met een korte onderbreking rond het faillissement van Polare, heeft hij maandelijks bij Donner zijn gasten ontvangen, totdat hij in januari plotseling zijn programma opschortte – tot aan de zomer, zo luidde het. Hij werd vervangen door Marcel Möring, die tijdelijk het stokje zou overnemen. Het is heel verdrietig te beseffen dat Wim, deze onvergelijkelijke ambassadeur van het boek, nooit meer aan het woord zal komen.'
Van de Wetering prijst Brands' betekenis voor specifieke auteurs en voor het vak in zijn geheel. 'Wim representeerde de afgelopen tien jaar als niemand anders het lezen, het glorieuze lezen van boeken. En hoe een goed gesprek met Wim de verkoopcijfers omhoog kon stuwen: denk recentelijk nog aan Arita Baaijens en haar Zoektocht naar het paradijs.' Hij zal daar later nader op ingaan in een column voor Boekblad magazine.
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 5 apr)

donderdag 7 april 2016

Uitgeverij Komma kan 'Rijks. Masters of the Golden Age' eindelijk tonen (Boekblad)

Drieëneenhalf jaar na de conceptie van het idee kan uitgever Steven Hond vanaf vrijdag zijn uiterst luxe uitgave 'Rijks. Masters of the Golden Age' van Marcel Wanders laten zien. Het boek is dan drie dagen te zien in het Rijksmuseum. Vanaf volgende week krijgen de eerste kopers hun exemplaar van uitgeverij Komma/d'Jonge Hond.

Rijks. Master of the Golden Age is met een verkoopprijs van 6.500 euro een kunstboek in de duurste categorie. Het 448 pagina's tellende boek dat verschijnt in een oplage van 2500 exemplaren meet 50x70 centimeter, is handgebonden in leer met zilverbeslag en weegt 35 kilo. De uitgave is gedrukt op speciaal op maat gemaakt papier en wordt geleverd met een speciaal ontworpen tafel, gemaakt uit mangohout, en aparte 'Behind the scenes'-boek.
In het boek, legt Hond uit, staat ieder schilderij er op drie manieren in: in zijn geheel, op ware grootte en ingezoomd op een detail. 'Op ware grootte betekent dat een klein schilderij als Het melkmeisje van Vermeer er helemaal in staat, maar dat je van De nachtwacht maar een detail ziet. Voor de details wordt soms tot 700 procent ingezoomd. Je kruipt zo helemaal in het schilderij. Je ziet dingen die je in het echt niet kan zien. De schilderij zijn aangevuld met gekalligrafeerde citaten uit essays die grootheden als Damien Hirst, Alain de Botton en Ferran Adria bij hun favoriete schilderij hebben gemaakt. De hele teksten staan in het aparte boekje.'
Hond, die al een lange geschiedenis heeft in de kunstboekenuitgeverij, kreeg het idee niet lang nadat zijn drukkerij failliet was gegaan. 'Ik dacht echt: wat kan ik doen om met mijn kop boven het maaiveld uit te komen. Wat nou als ik een boek laat maken over de mooiste kunstcollectie van Nederland door de beste ontwerper van Nederland? Een boek dat op een goede manier over the top luxe is. Wim Pijbes was direct enthousiast. Marcel Wanders ook. Toen zijn we plannen gaan ontwikkelen.'
Hond identificeerde een aantal problemen om deze uitgave te realiseren. Hoe financiert een kleine uitgeverij een dergelijke project? Hoe wordt het technisch perfect? Hoe wordt het fotografisch perfect? Wat is de ideale internationale verkoopstrategie? En zo nog een aantal problemen. Hoewel het eerste probleem het interessantst is, wil Hond daar liever niet over in detail treden. 'Laten we zeggen dat het is opgelost.' Later voegt hij er nog aan toe dat Wanders met zijn eigen uitgeverij participeert in het project.
Liever praat hij over de technische oplossingen. 'Ik ben een jaar bezig geweest om in Nederland drukkerijen en binderijen te vinden die het mogelijk zouden kunnen maken. Lukte gewoon niet. We kunnen sommige dingen hier niet meer. Nu wordt bijvoorbeeld het omslag met drie verschillende lagen zilverfolie handgemaakt in Italië. Ik ben er geweest. Dan zie je een oud mannetje met een oude machine daarmee bezig. Geweldig, ik krijg er tranen van in mijn ogen.'
Of over de internationale verkoopstrategie. Dat gebeurt door het boek wereldwijd te laten zien op beurzen. Een dummy lag, voor het eerst, op de afgelopen Frankfurter Buchmesse. Maar ook Wanders neemt het mee naar beurzen zoals, volgende week, de Designbeurs in Milaan. 'We waren op de Tefaf. Dat was een waanzinnig succes.' Nu volgt ook een mediacampagne. Sinds zaterdag loopt een samenwerking met NRC Handelsblad. Woensdag besteedt De Wereld Draait Door aandacht aan het boek.
Al die presentaties leiden tot bestellingen. Hond: 'Daarnaast organiseren we voorverkoop via boekhandels. Een aantal winkels hebben een week of twee een dummy in huis gehad om het aan hun klanten te laten zien. Via boekhandel Mendo in Amsterdam hebben we zo tientallen bestellingen gehad. Al met al loopt de eerste run van 500 exemplaren, die de komende maand binnen druppelt, nu snel weg. De hele oplage verkopen we zeker uit. Zoals met alle 50x70-boeken gebeurt. Daar is een markt van verzamelaars voor.'
In het najaar volgt een koffietafelversie van 125 euro. Daarin zijn beelden en essays in een band geïntegreerd. Deze uitgave van 25x35 centimeter zal dan ook dikker zijn: circa 600 pagina's, schat Hond. 'Deze komt uit in een oplage van 10.000 exemplaren, maar zullen we zeker laten bijdrukken als hij is uitverkocht. We verwachten er erg veel van te verkopen via het Rijksmuseum zelf. Als service aan de vaak internationale toeristen sturen wij hem dan op. Zo'n boek neem je niet mee in het vliegtuig.'
Daarnaast is er nog de zogeheten Unique edition. Klanten krijgen hetzelfde boek als de Limited edition op enkele details na. Het omslag is van echt goud, de kalligrafie wordt niet gedrukt maar in het boek gekalligrafeerd en de afbeelding van Het Joodse bruidje wordt 3D-geprint, zodat je de dikte van de verf voelt. Kopers kunnen na een gesprek met Wanders bovendien persoonlijke wensen uiten die in hun uitgave worden verwerkt. Kosten: vanaf 140.000 euro. Hond: 'Het zou me niet verbazen als we er vijf verkopen. Er lopen al wat gesprekken.'
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 4 april)

dinsdag 5 april 2016

Uitgeverij Prometheus geeft tandartsen literatuur van Franca Treur voor hun wachtkamer (Boekblad)

Uitgeverij Prometheus heeft honderd exemplaren van ‘X&Y’ van Franca Treur, een bundel van 33 ultrakorte verhalen, gedoneerd aan tandartsen in Amsterdam en omgeving.

‘Dit boek is perfecte literatuur voor in de wachtkamer, waar meestal wat oude tijdschriften liggen’, licht hoofdredacteur Job Lisman per e-mail toe. ‘Je wilt dan wel wat lezen, maar niet een hele roman, ook omdat je als patiënt nooit weet wanneer je naar binnen wordt geroepen. De tandarts leek ons de perfecte locatie: iedereen moet naar de tandarts, meestal zit je er voor een gewone controle, dus zonder angst voor wat er met je aan de hand is, zodat je je al snel verveelt, in zo'n wachtkamer.’
Uitgeverij Prometheus heeft ongevraagd honderd exemplaren met een briefje aan tandartsen gestuurd. ‘We hebben hele leuke reacties ontvangen, onder andere van een tandartsassistente die ons schreef dat ze meteen het boek zelf ook had gekocht en het nu aan het aanraden was aan haar vrienden - en patiënten! Ook kregen we twee reacties van tandartsassistenten die erover hadden gehoord en vroegen of ze mee mochten doen - toen hebben we natuurlijk ja gezegd.’
De verkoop van X&Y, dat begin februari verscheen en 12,50 euro kost, loopt ondertussen goed. Volgens Lisman is de derde druk van het 96 pagina’s tellende boekje bijna op. ‘We gaan in de richting van 10.000 exemplaren, en dat voor een verhalenbundel!’
(Eerder gepubliceerd op Boekblad, 1 april)

Zie ook: