vrijdag 24 april 2015

Interview: Hugo Verkley over zijn Brave New Books-prijswinnende 'Straatgeheimen' (Schrijven)

Hugo Verkley won de Brave New Books-prijs 2014. Uitgeven in eigen beheer beviel hem uitstekend. Toch zoekt hij voor een volgend boek eerst een reguliere uitgeverij.

"Wilma vertelde me dat ze zelfmoord zou plegen in 2016. Zij is een van de zeventien dak- en thuislozen die ik portretteer in Straatgeheimen. Door de gesprekken met mij wil ze nu wél doorleven. Ze werkt ook aan een eigen boek over haar leven. Ze heeft zo veel ellende meegemaakt, daar zit zeker een heel boek in. Ik ga haar daar bij helpen. Met die verandering ben ik al heel blij. De Brave New Books-prijs en de verkopen, dat is alleen maar mooi meegenomen."
Hugo Verkley (1985) heeft veel succes met zijn interviewbundel Straatgeheimen. De afgestudeerd journalist en antropoloog die tegenwoordig voor Vluchtelingenwerk Nederland werkt, verkocht sinds verschijnen in februari 2014 binnen een jaar ruim 1600 exemplaren van zijn ontroerende verhalen. In november won hij de Brave New Books-prijs voor beste uitgave in eigen beheer van het jaar. Hoofdprijs: een media-campagne ter waarde van 15.000 euro.
"De dag van de uitreiking zeiden ze: luister vanavond maar om 19 uur naar de radio", vertelt hij in de Utrechts werfkelder waar hij woont. "Er stond al een uitzendschema klaar. Het spotje van tien seconden was zo'n veertig keer in zes dagen te horen op radio 1, 2, 3, 4 en 6. Daarnaast kreeg ik een paginagrootte advertentie in Vrij Nederland, en werd het boek gepromoot op Facebook en Bol.com. Toen was het geld alweer op. Dat verbaasde me wel. Voor hetzelfde geld kun je een leuk autootje kopen."
De prijs en de aandacht leverde hem honderd extra verkopen op, schat hij. Is dat veel? Of juist teleurstellend? Het maakt Verkley niet uit. "De prijs is vooral erkenning. Het vergroot mijn zelfvertrouwen: ik kan dus echt schrijven. Het vergroot misschien ook mijn kansen bij uitgevers bij een volgend boek. Dat ze echt geïnteresseerd zijn, dat het boek niet onderaan de stapel beland. Maar het allerbelangrijkst voor mij is dat de verhalen van de daklozen door nog meer mensen worden gehoord."

Straatgeheimein is niet Verkleys eerste boek. Eind 2012 had Rozenberg Pers Estamos bien en el refugio Los 33 – De nasleep van de Chileense mijnramp ­uitgegeven – zijn afstudeerscriptie, lichtelijk bewerkt tot een toegankelijkere, journalistieke tekst. Hij had via Google gezocht naar wetenschappelijke uitgevers. Rozenberg Pers toonde zich als eerste enthousiast, daarom ging hij met het bedrijf in zee. Maar een bevredigende ervaring was het allerminst.
"Het boek bleek alleen via de site van de uitgeverij te koop. En je kon uitsluitend met creditcard betalen. Wie dat niet wilde, haakte af. Via de boekhandel kon je het niet krijgen omdat Rozenberg Pers geen aansluiting bij CB had. Dat hoefde niet, werd mij uitgelegd, omdat ze wetenschappelijke boeken publiceerden. Ik weet ook niet hoeveel exemplaren er zijn gemaakt of verkocht. Ik kan hem daar wel over mailen, maar dat levert nooit wat op."
Conclusie: bij een volgend boek moest het anders. Toen Straatnieuws Utrecht Verkley, al jarenlang vrijwilliger bij de Sleep Inn, binnenhaalde als medewerker en tegelijkertijd Het Catharijnehuis vroeg of hij een aantal verhalen wilde maken over de klanten van deze dagopvang van dak- en thuislozen, besloot hij een interviewbundel te maken. Portretten van ex-voetballer Shiamkoemar of het onafscheidelijke duo Albert en Wijnand werden in verkorte vorm voorgepubliceerd in het Straatnieuws.
"Ik heb eerst uitgevers benaderd, ook bekende. Sommige waren enthousiast – De Graaff, Elikser – maar die vroegen er geld voor, de eerste wel 2000 euro. Dat wilde ik niet. Ik deed toen een oproep op Facebook: wie kent een platform waar je gratis je eigen boek kan uitbrengen? Zo kwam ook Brave New Books voorbij. Ik heb heel bewust gekeken of hun boeken overal te krijgen zijn. Ook in de boekwinkel. Broese had inderdaad een populaire titel van dat moment. Die zag er mooi uit."
Verkley koos vooral voor BNB omdat hij alles zelf kon bepalen en iedere schrijver zo nodig 24 uur na aanmelding al een boek af kan hebben. "Nu kon ik Robin, een talentvolle kunstenaar en een van de daklozen in mijn boek, een omslag laten maken dat ik echt mooi vond. Met het Word-sjabloon kon ik goed uit de voeten. Ik heb een paar dagen geïnvesteerd om de opmaak goed te krijgen. Nadat ik een exemplaar voor mezelf had besteld, heb ik dat aangepast tot ik tevreden was."
Diensten op het gebied van redactie, vormgeving of marketing heeft Verkley niet afgenomen. Dat kon hij zelf wel. En anders kende hij wel mensen. "Ik ken genoeg journalisten die goed kunnen lezen. Ik kan ook wel een persbericht schrijven." Maar als het had gemoeten, had hij best bij BNB diensten in willen kopen. Zo prettig verliep het contact. "Elke keer als ik een vraag had, stuurde ene Peter Paul meteen antwoord. Bij de prijsuitreiking bleek dat de baas zelf te zijn."

Straatgeheimen liep direct goed. Bij de boekpresentatie, waar burgemeester Jan van Zanen het eerste exemplaar in ontvangst nam, was de eerste oplage van vijftig exemplaren meteen weg. Sindsdien verkoopt Verkley, erg tevreden over de media-aandacht, elke week een paar boeken. In de zomer bestelde Stichting De Tussenvoorziening, waar ook de Sleep Inn onderdeel van uitmaakt, in één keer duizend exemplaren om het als kerstgeschenk uit te delen.
Wat heeft de uitgave hem financieel opgeleverd? De kosten zijn 100 euro voor het omslag, 30 euro voor duizend flyers, 100 euro voor de productie van een e-boek en circa 500 euro voor alle boeken die hij weggaf. Daarnaast gaf hij één euro voor ieder verkocht exemplaar aan Straatnieuws Utrecht. Maar dankzij de laatste deal, waarbij hij via Brave New Books tegen een gunstig tarief in één keer duizend exemplaren kon laten drukken, "heb ik er best wel aan verdiend."
In totaal doneerde Verkley 2000 euro. "Daarvan organiseren we nu een schrijfwedstrijd onder daklozen. Vijf schrijfcoaches geven workshops bij instellingen. Zij helpen hen te schrijven over het thema 'Waar woont je hart'. Ze kunnen daar allerlei prijzen mee winnen, maar ik ben nog bezig die gratis te regelen zodat er genoeg geld overblijft om bijvoorbeeld voor iedereen een sjaal of een muts te kopen. Dan profiteren alle daklozen ervan, want niet iedereen kan of wil schrijven. Zoals Wilma doet."
(Eerder gepubliceerd in Schrijven Magazine, nr. 2 2015) 

Zie ook:

woensdag 22 april 2015

DOK Delft koerst na haalbaarheidsstudie nog steeds af op vorming educatief centrum (Bibliotheekblad)

Er staat nog altijd niets vast, vertelt manager marketing en communicatie Mark Borneman van DOK Delft. De precieze omvang van de bezuinigingen niet – momenteel vastgesteld op 1,2 miljoen euro per 2017 voor de bibliotheek en de Vrije Akademie (VAK) die samen zullen gaan in de bestaande centrale vestiging. Noch de exacte invulling van de bezuinigingen – de omvorming naar een educatief centrum voor kinderen tot 14 jaar en hun ouders en leerkrachten. De presentatie van een haalbaarheidsstudie vorige week verandert daar niets aan.
'De gemeente Delft heeft het heel zwaar,' zegt Borneman. 'Ze krijgt de begroting nu al niet sluitend, mogelijk moeten er nog miljoenen gevonden vonden. Daarbij blijkt het lastig voor Delft om langer dan twee, drie maanden aan uitgangspunten vast te houden. Zo was het de bedoeling dat de docenten van VAK zelfstandig verder gaan. Nu wordt er toch weer gesteggeld over de vraag: kan dat wel? Kunnen ze in een keer ondernemer worden? Moet er toch een overgangsperiode komen? Al dat soort onderhandelingen hebben weer gevolgen voor onze businesscase.'
Feit blijft dat gemeente al in september vorig jaar positief heeft gereageerd op de toekomstvisie. Die komt in het kort neer op: investeren in de dienstverlening voor de jeugd, afbouwen in de dienstverlening voor volwassenen. 'Het uiteindelijke besluit van de gemeente heeft geen effect op onze ambitie, wél op de omvang ervan. Wij hebben in de plannen op het maximaal haalbare ingezet. Mocht er mogelijk een paar ton minder voor overblijven, dan bereiken we minder scholen en minder kinderen én moeten we mogelijk verder snijden in het aanbod voor volwassenen.'
De investeringen in de jeugddienstverlening richten zich op drie plekken, somt Borneman op. Ten eerste het klassieke aanbod aan materialen, evenementen en dergelijke in de bibliotheek. Ten tweede het aanbod via het onderwijs: van consultatiebureau en peuterspeelzaal tot basisschool. En ten derde het aanbod thuis. Vooral in de laatste twee wil DOK fors investeren. 'We verdubbelen onze inzet voor het onderwijs bijna. We willen vooral projecten die vaak tijdelijk zijn – na twee, drie jaar vervalt dan de subsidie – regulier maken.'
De investering gaat ten koste van het aanbod voor volwassenen. DOK stopt helemaal met de uitleen van films, muziek en beeldende kunst. Het boekenaanbod krijgt vijftig procent minder ruimte. Door minder ruim te presenteren zal het aanbod zelf minder drastisch krimpen. 'Het aanbod wordt actueler en krijgt een sterkere nadruk op populaire thema's als reizen, gezondheid en opvoeding. We laten de archieffunctie enigszins los. We hebben wel al vastgesteld wat we wel en niet blijven doen, maar zolang er geen definitief besluit is van de gemeente zijn die rapporten niet openbaar.'
Deze keuze betekent echter niet dat DOK leden na hun veertiende verjaardag laat vallen. Borneman: 'Het doel is om zo veel mogelijk volwassenen te behouden. Bekend is van andere bibliotheken dat als je boetes afschaft, leden minder snel afvallen. We hebben daarom allerlei rekensommen gemaakt om te zien wat het effect is van zulke maatregelen: minder boete-inkomsten, maar wel meer abonnementsinkomsten. Daarbij krijgen volwassen nog steeds heel veel, al vanaf 15 euro per jaar. Ook omdat we het aanbod zo goed mogelijk afstemmen op wat elders in de regio is te krijgen.'
De plannen betekenen vooral een accentverschuiving. Van 70 procent kosten en inkomsten uit dienstverlening voor volwassenen gaat de organisatie naar 70 procent uit dienstverlening voor jeugd. 'Het blijkt al jaren dat volwassenen minder uitlenen en minder vaak lid zijn. Wat je ook doet. Financiering vanuit lokale politiek loopt ook op vele plekken al jaren terug, zo ook in Delft. Aan de andere kant groeit de vraag van jongeren. En halen wij –  steeds succesvoller in het aanboren van derdegeldstromen – juist voor onderwijsprojecten veel subsidie binnen.'
De omvorming naar een educatief centrum roept de vraag of DOK straks nog een bibliotheek is – terwijl het nota bene de eerste was die werd verkozen tot Beste Bibliotheek. 'De branding blijft in ieder geval bestaan,' reageert Borneman. 'Ook omdat we steeds sterker afhankelijk zijn van de samenwerking met regionale bibliotheken en van landelijke initiatieven als de digitale bibliotheek. De digitale bibliotheek is niet alleen aan noodzakelijke aanvulling op ons volwassenenaanbod. We hebben nieuwe diensten van de KB voor de jeugd ook nodig.'
Verder denkt DOK er niet over na wat voor instelling het precies is. 'Nu al is veertig procent van onze businesscase educatie – voor kinderen, maar ook voor bijvoorbeeld laaggeletterden. We gebruiken de term "educatief centrum" vooral om de gemeenteraad te laten zien wat wij kunnen zijn. Bij "bibliotheek" denken veel buitenstaanders nog altijd aan boeken uitlenen. Hoewel? In Delft noemen mensen sinds twee jaar educatieve dienstverlening de belangrijkste taak van de bibliotheek. Dan pas komt uitlenen.'
Toch snapt Borneman de ophef over de plannen van DOK. 'Elders spreekt men er soms schande van, omdat wij een doelgroep laten vallen. Voor ons is het ten eerste niet zo'n grote stap. Wij hebben na een reorganisatie een aantal jaar geleden de groep-14+ laten vallen. De huidige plannen voelen als een logisch vervolg. En ten tweede brengt de focus op één doelgroep je ook veel. Het maakt veel duidelijker wat je doet. Richting sponsoren en fondsen bijvoorbeeld. Het geeft ook het gevoel dat we ergens aan bouwen en niet alleen maar een teruglopende businesscase proberen te dempen.'
Na de presentatie van de haalbaarheidsstudie is nu gemeente Delft aan zet. Omdat de gemeente onder curatele staat, moet ook de provincie Zuid-Holland met de plannen instemmen. Voor de zomer heeft DOK zeker geen duidelijkheid meer. 'Hopelijk stemt de raad eind september in met de definitieve plannen. En niet nog later, want in 2016 gaat de eerste tranche van de bezuinigingen al in.'
(Eerder gepubliceerd op Bibliotheekblad.nl, 20 apr)

Zie ook:

maandag 20 april 2015

Interview Peter Quaghebeur (WPG België): 'Als de doorbraak van het e-boek nu niet komt, wanneer dan wel?' (Boekblad)

Na enkele jaren van herstructureringen wordt 2015 het jaar dat WPG België (Standaard Uitgeverij en Manteau) opbloeit. Sinds zijn aantreden drie jaar geleden heeft directeur Peter Quaghebeur kosten bespaard, onrendabele afdelingen afgestoten en de nieuwe manieren om de content te exploiteren aangeboord. Nu is de tijd om het oogsten aangebroken – tot aan de opening van het indoor belevenispark Comics Station, waaraan WPG België bijdraagt, aan toe. Wel is Quaghebeur ondertussen minder optimistisch geworden over de mogelijkheden van de digitale boekenmarkt.

Hoe kijkt u terug op 2014?
'Het was een bewogen jaar, waarvan we er al een paar hebben gehad. Jullie hebben in Nederland gezien wat er is gebeurd met WPG. Als het regent in Amsterdam, druppelt het in Antwerpen. Wij voelen de gevolgen van de herstructureringsoperatie van ons moederbedrijf. Maar ook in Vlaanderen zelf is de markt al jaren moeilijk. Dat betekent ook voor ons, zoals het gezegde luidt, reculer pour mieux sauter. Terugtrekken om beter vooruit te komen. Dat begint met: de basis opnieuw goed zetten. Qua personeel, qua filosofie van waaruit we werken. Toen ik medio 2012 directeur werd, zijn we daarmee begonnen. We zitten nu in de fase dat we beter vooruit gaan komen. In 2014 kon je daar al iets van zien, in 2015 zeker.'

Het afgelopen jaar was het laatste overgangsjaar?
'Dat kun je niet zo zeggen. Bij strips zijn we er veel sneller in geslaagd om de basis op orde te krijgen, onder meer door te stoppen met een aantal series. Waardoor er eerder ruimte is gekomen om te investeren. Denk aan de Suske & Wiske-spin off Amoras in 2013 en de Jerom-spinoff J.rom vorig jaar. Maar over de volle breedte zijn de grote slagen nu wel gemaakt. Tweeëneenhalf jaar geleden werkte hier nog 100 man, vandaag zijn het er 55. Tegen hen heb ik, overigens al op mijn eerste werkdag, gezegd dat als er één constante is, dat verandering is. In mediabedrijven – zie ook bij kranten en tv – richt je geen werkprocessen meer in om daar tot in lengte van jaren mee door te gaan. Die tijd is voorbij.'

Was 2014 al winstgevend na de rode cijfers in 2012 en 2013?
'Ja. Kunstboekenuitgeverijen Ludion en Lido waren erg verlieslatend. Die hebben we in 2013 verkocht. De Bezige Bij Antwerpen kun je eigenlijk zien als een investering van WPG. Het bleek heel moeilijk voor deze uitgeverij om zelf de broek op te houden. Dat hebben we vorig jaar afgeslankt en geïntegreerd binnen WPG België en De Bezige Bij Amsterdam.'

De reorganisatie van De Bezige Bij Antwerpen veroorzaakte wel enorm veel rumoer.
'Ik vind het nog altijd een juiste beslissing. Het getuigt van lef om een aparte literaire uitgeverij op te zetten, maar je moet dan achteraf ook durven zeggen: het is niet gelukt, laten we ermee stoppen. En het verdwijnt niet: De Bezige Bij Antwerpen wordt geïncorporeerd binnen De Bezige Bij Amsterdam en zitten fysiek bij ons op de Mechelsesteenweg, met twee redacteuren en een promotiemedewerker. Goed, dat zijn twee mensen minder dan er waren, maar we blijven Vlaamse literaire auteurs een kans geven om bij ons boeken uit te brengen. De ambitie blijft even groot, we brengen hooguit wat minder titels. Het enige wat echt slecht was, was de communicatie, ook omdat Nederland het effect van de reorganisatie in Vlaanderen onderschatte. We hadden de herstructurering op één dag aan personeel en auteurs moeten vertellen, nu lazen de auteurs het in de krant.'

Is de schade daarvan groot? Vertrokken veel auteurs zoals Joost Vandecasteele en Marc Reugebrink?
'Dat behoort tot de bevoegdheid van De Bezige Bij Amsterdam. Ik ben daar niet bij betrokken. Er zijn twee auteurs van wie ik het weet. We hebben wel veel gedaan om de schade te herstellen: individuele gesprekken met auteurs, mensen die overkwamen uit Amsterdam, publiekelijke excuses in de krant. Ik denk dat als mensen zien dat je erkent fouten te hebben gemaakt en die probeert te herstellen, ze daar begrip voor hebben.'

Terug naar de cijfers. Ik las dat Manteau ook verlieslatend was.
'Dat klopt. De uitgeverij als geheel is winstgevend, maar niet alle poten zijn even rendabel. Strips was aanvankelijk verlieslatend. Eigenlijk heel vreemd, maar goed: het was zo. Intussen zijn die winstgevend. De distributie van Nederlandse importfondsen is winstgevend. Standaard Uitgeverij Professioneel is winstgevend – dat hebben we vorig jaar desondanks verkocht aan Larcier, op verzoek van ons moederbedrijf dat cash nodig had. Spijtig, maar begrijpelijk: het uitgeven van business informatie was een beetje een vreemde eend binnen de groep. En dan zijn er de boeken. Juist die uitgaven hebben het soms moeilijk. Het gaat nu richting break-even.'

Hoe probeert u weer zwarte cijfers te schrijven met boeken uitgeven?
'Je kunt de omzet verhogen. Dat is niet makkelijk in een dalende markt. En je kunt de kosten beter beheersen. Dat is ook niet makkelijk, maar heeft wel meteen effect. Dat betekent dus: beter rekenen. Ofwel: lagere oplages maken, minder titels uitbrengen, snijden in de overhead, de aanwezigheid op de Boekenbeurs anders aanpakken. '

Eind 2012 constateerde u dat 95 procent van de tijd en geld naar het maken van boeken ging – en 5 procent naar research vooraf en marketing achteraf. Dat moest fifty-fifty worden. Is dat daarmee gelukt?
'Nog niet helemaal. We gaan die kant op. We investeren meer in promotie en marketing. We overleggen beter vooraf. Intern en met de retail: Hoe uniek is deze uitgave in de markt? Past het bij de tijdgeest? Wat is het potentieel? Niet makkelijk allemaal, maar die oefening moet je maken. Je kunt niet meer zoals vroeger denken: we drukken die boeken en we zien wel, en omdat de kostprijs dan lager is, drukken we er wat meer. Dat kost je handenvol geld aan opslag, retouren en dergelijke.'

Dat lijkt me erg gechargeerd. U trof bij uw overstap van de mediasector naar de boekenuitgeverij toch geen bedrijf aan dat zo werkte?
'Toch was er heel wat ruimte voor verbetering. Goed, misschien is het een beetje gechargeerd. Maar ik denk dat er vandaag nog genoeg uitgeverijen zijn waar nog steeds zo wordt gewerkt, waardoor die in een situatie komen met enorme kosten aan voorraden en retouren. Dat komt ook omdat het relatief kort geleden is dat de markt begon te dalen. Het kost tijd om je bedrijf aan te passen aan een snel wijzigende markt.'

U kondigde eind 2012 ook aan content op meer manieren te exploiteren dan alleen op papier. Hoe staat het daarmee?
'Naast boeken, strips en import is Santeboetiek nu de vierde poot van het bedrijf. Deze afdeling exploiteert bestaande characters, boeken, stripfiguren op andere manieren. Dat lukt het best met strips. Wij hebben 55 procent van de stripmarkt in handen, inclusief series als Suske & Wiske, De Kiekeboes, FC De Kampioenen en Urbanus die in de genen van Vlamingen zijn gaan zitten. Voor die strips werken we aan twee animatieseries, het indoorbelevingspark Comics Station bij Antwerpen Centraal, een digitaal platform en tal van andere projecten. Maar er is meer dan strips. Met VTM werken we aan crime-serie voor televisie van onze thrillerauteur Toni Coppers. Er zitten drie tot zes films in de pipeline rond thrillers van zes verschillende Manteau-auteurs. Dit najaar komt de jeugdreeks Kattenoog op tv, waarvan wij de boeken van de schrijfster Anjali Taneja gaan brengen. Natuurlijk zijn niet al onze uitgaven geschikt om meerdere exploitatievormen te krijgen, maar we hebben meer dan genoeg potentieel. En dat moet ook. De boekenmarkt zal nooit meer vijf procent per jaar stijgen, dus als je wilt groeien, moet je meer doen met de auteurs en titels die je hebt.'

Naast groei door meer te doen met branchevreemde kanalen, zoals sommige van uw collega's in Vlaanderen?
'We hebben daar natuurlijk ook aandacht voor, maar ik ben bang dat de mogelijkheden al erg worden benut. Er liggen al boeken bij supermarkten als Colruyt en Carrefour en ketens als Dreamland en Fun. Je kan dan wel kookboeken gaan leggen bij alle lokale traiteurs, maar dat vraagt heel veel opvolging en het zal een grote retourenstroom geven. De return op je investering is dan zeer gering.'

Is Santeboetiek een aparte afdeling in het bedrijf?
'Er zijn twee mensen fulltime mee bezig: een producer en een redacteur. Zij pitchen ideeën bij zenders, bespreken voorstellen met auteurs enzovoorts. Maar heel wat medewerkers zijn erbij betrokken. De juridisch medewerker die auteurscontracten opstelt, leest ook contracten met tv-zenders door. Enzovoorts. We besteden er veel tijd en energie aan.'

En dat terwijl er in de Vlaamse pers schamper over uw ambities op dit punt werd opgemerkt dat er na tweeëneenhalf jaar alleen een project rond Franse chansons van de grond is gekomen.
'Ach, ik weet wie de bron daarvan is: een ontslagen medewerker. En het was niet eens juist: dat project is van De Bezige Bij Antwerpen. Het is niet erg, ik ben niet zo ijdel. Ik kom uit de mediawereld, dus ik weet hoeveel tijd en geld zulke projecten kosten. Een animatieserie: drie tot vijf miljoen euro. Op dat te kunnen financieren moet je internationaal werken en partners zoeken in landen als Duitsland, Frankrijk, Italië. Dat heb je niet in een maand geregeld. Maar ik beloof u: in 2015 beginnen we te oogsten met Santeboetiek en in 2016 helemaal. In de kerstvakantie eind dit jaar gaat bijvoorbeeld in Antwerpen het indoor belevenispark Comics Station open.'

Hoeveel procent van de omzet behaalt WPG België nu nog met de verkoop van papieren boeken?
'Dat is lastig precies te berekenen. Toch nog wel 95 procent, denk ik. De rest is verkoop van licenties en digitale producten. En inderdaad, dat percentage zal in 2015 al een klein slagje lager zijn.'

Ook het e-boek is bij WPG België nog geen groot succes?
'Het gaat heel traag in Vlaanderen. Vorig jaar zagen we de introductie van Tolino door Standaard Boekhandel, de komst van Amazon, de samenwerking van Bol en Kobo. De Tolino doet het nog het beste, denk ik, maar de verkoop van e-boeken via hen breekt nog geen potten. Het aandeel van e-boeken in de omzet is hooguit twee procent. Ik ben daardoor minder optimistisch dan zes maanden geleden. Heel lang was het verhaal: er zijn te weinig devices, er zijn te weinig titels als e-boek beschikbaar. Die barrières voor consumenten zijn afgelopen jaar weggehaald – en tóch blijft de verkoop beperkt. Als de doorbraak van e-boek nu niet komt, wanneer dan wel?'

Wat heeft die verandering voor effect op jullie digitale strategie?
'Dat we nog beter afwegen: moeten we van deze titel een e-boek maken? De digitale markt is er wel, maar we moeten niet denken dat die over vijf jaar vier keer zo groot is als de papieren markt. En over vijfentwintig jaar waarschijnlijk evenmin. In andere landen zie je de groei van de digitale markt ook aftoppen. Daarbij verwachten we dat de platformen als Amazon en Tolino het nodige lawaai maken om e-boeken te promoten. Dat is niet onze primaire taak.'

Jullie ontwikkelen wel zelf het digitale platform voor strips: Yieha.
'Met De Ballon, ja. Samen hebben wij ongeveer negentig procent van de stripmarkt in handen. Als we Yieha in april lanceren bieden we achthonderd titels te koop en te huur aan. Met uitzondering van Kuifje en De Smurfen zitten alle belangrijke reeksen daarbij. Die compleetheid maakt zo'n platform interessant voor gebruikers. We zullen heel veel communiceren met de mensen die op dat platform komen. We hopen hiermee ook de Nederlandse markt beter te kunnen bewerken. Strips worden in Nederland behandeld als magazines: na vier weken verdwijnen ze uit het schap. Een enorm nadeel voor een uitgeverij. In Vlaanderen blijven strips veel langer op voorraad in de winkel. Op Yieha kunnen we dus een veel groter aanbod veel langer aanbieden.'

Welk omzetdoel hebben jullie met Yieha?
'We zijn voorzichtig. Digitaal lezen heeft een marktaandeel van drie tot vijf procent. Als Yieha straks vijf procent van de stripmarkt heeft, zou dat mooi zijn. Hopelijk vergroot het de markt ook, door wat ik net zei over het bewerken van de Nederlandse markt.'

Is Yieha ook een soort proeftuin voor de Spotify for Books dat Lannoo en WPG samen opzetten?
'Dat project wordt door WPG Nederland behartigd. Maar ook hiervan ben ik gaan twijfelen over de potentie. Yieha is inderdaad kleiner. Er zijn een stuk minder auteurs bij betrokken – en toch is het heel ingewikkeld om iedereen op één lijn te krijgen. Je moet alle rechthebbenden zover krijgen dat ze accepteren dat de royalty's lager liggen omdat de verkoopprijzen van digitale producten nu eenmaal lager zijn. Dat kost veel overtuigingskracht. Ook hadden we aanvankelijk het plan om abonnementen aan te bieden. Maar het is zó complex om daar sluitende afrekenmechaniek voor op te zetten, dat we voorlopig gestart zijn met alleen koop- en huuropties.'

WPG zegt dat de periode van herstructurering nu voorbij is. Hoe is inmiddels de verhouding tussen WPG België en het moederbedrijf?
'Ik denk begripvol in beide richtingen. WPG kocht ons in 2010. Ik was daar niet bij, maar ik denk dat er toen te veel is gedacht: een uitgeverij erbij, die plakken we er gewoon tegenaan. Maar qua mentaliteit, bedrijfscultuur en business zijn wij een heel ander bedrijf. Dat leidde tot misverstanden zoals de communicatie rond De Bezige Bij Antwerpen. De afgelopen twee jaar zijn we erin geslaagd om beter tot elkaar te komen. Neem Comics Station. Het oude WPG zou daar niet snel in investeren. Strips, wat voor band hadden ze daarmee? Nu snappen ze hoe belangrijk strips voor ons in Vlaanderen zijn en krijgen wij de benodigde ruimte.'

Gek eigenlijk, die misverstanden: WPG wordt geleid door de Vlaming Koen Clement. Die zou uw taal toch moeten spreken?
'Koen spreekt onze taal. Maar hij leidt WPG al meer dan zeven jaar. Hij spreekt intussen even goed Amsterdams. Hij is een half-Belg, half-Nederlander geworden.'

Heeft de verbeterde verstandhouding concrete voordelen voor jullie?
'Sinds iets meer dan een jaar merken we dat wel. WPG was een amalgaam van allemaal losse bedrijven, geen groep. Het was ieder bedrijf voor zich. Ik vond dat raar. Ik kwam van de Persgroep: ook een geheel van heel verschillende bedrijven, maar wel een groep. Sinds twee jaar is er echter bewustwording gekomen dat als we ergens willen geraken, we als groep moeten opereren. Het helpt dat nieuwe mensen als bijvoorbeeld Hylke van der Meer [directeur Weekbladpers Tijdschriften] dezelfde mentaliteit hebben: dat de groep vóór gaat. Dat vertaalt zich in regelmatige overleggen, ook voor druk- en distributieopdrachten. Zulke contracten sloot vroeger ieder bedrijf apart. Als buitenstaander denk je: hoe kan dat nu? Toch gebeurde het.'

Heeft die nieuwe dynamiek voordelen voor bijvoorbeeld de export naar Nederland?
'Dat ook zoiets. Tot 2012 deden we dat zelf vanuit België. Waarom? Als WPG tientallen verkopers in Nederland heeft rondlopen? We hebben toen besloten dat binnen de groep te doen. Het heeft uiteraard tijd gekost voordat dat goed loopt, maar nu beginnen we er de vruchten van te plukken.'
(Eerder verschenen in Boekblad Magazine, maart 2015)

Zie ook:
- Een Vlaamse uitgeverij in Nieuw-Zeeland
- De Vlaamse uitgeverij anno 2015, deel 1, deel 2 en deel 3

vrijdag 17 april 2015

Het Arnon Grunberg Leesexperiment (vervolg): behoor ik echt tot de minst responsieve lezers?

Alle deelnemers aan het Arnon Grunberg Leesexperiment (zie hier) kregen deze week hun persoonlijke rapporten gemaild. Daarin staat hoe ik, in vergelijking met tachtig proefpersonen, reageer op tien emotionele en tien niet-emotionele passages in Het bestand – passages overigens die zijn geselecteerd door zes onafhankelijke experts. Ik ben wel benieuwd wie deze experts zijn, letterkundigen of psychologen of iets anders, maar dat wordt niet verteld.
In de zestig minuten die ik kreeg, heb ik vier aangestipte passages gelezen: twee emotionele en twee niet-emotionele. Zodoende is vier keer mijn hartslag, ademhaling en huidgeleiding (meer of minder transpiratie) gemeten en geanalyseerd. Ook mijn hersenactiviteit is tijdens de gemarkeerde passages gemeten, maar analyse daarvan kost meer tijd. Die is pas in de zomer gereed. Maar alleen op basis van mijn hartslag wordt een vergelijking gemaakt met tachtig proefpersonen.

De eerste emotionele passage – op pagina 35 van Het bestand – gaat als volgt:
Maar de uitweg uit de hel die ze voor de helft had bewandeld was nog niet ten einde, ze moest nog een paar honderd meter afleggen. Ze trok haar spijkerbroek uit, ontdeed zich van haar onderbroek, een exemplaar dat haar moeder nog voor haar had gekocht, en spreidde haar benen voor de webcam. Voor ze de foto maakte moest ze weer aan haar koeienbillen denken en op haar buik schreef ze met een viltstift: ‘koe’. Haar navel zat midden in de ‘o’. Toen maakte ze de foto, ze verstuurde hem en meteen daarna ging ze hoofdrekenen. Terwijl ze met de sommen bezig was, begon ze te loeien als een koe. Ze kon hoofdrekenen en loeien tegelijk. Ze kon vrijwel alles doen terwijl ze aan het hoofdrekenen was, ze had het nog nooit geprobeerd maar ze kon zich voorstellen dat ze seks had terwijl ze aan het hoofdrekenen was, voor zover ze zich überhaupt kon voorstellen dat ze seks had.

En? Bij de gemiddelde mens daalt de hartslag bij het lezen van een hoog-emotionele passage – 'waarschijnlijk', zo schrijven de onderzoekers, 'omdat de attentie- en informatieverwerking in de hersenen (sterk) toenemen'. In cijfers uitgedrukt is de gemiddelde responsiewaarde 0,02. Geen idee wat dat precies betekent, maar dat doet er niet toe. In mijn geval is de responsiewaarde echter negatief. Ik behoor daardoor tot 'de 1 procent van minst responsieve deelnemers'.
Wat zegt dat? Niets, vrees ik. Ik heb twee keer een emotionele passage gelezen na een niet-emotionele daling. Een keer steeg de hartslag, een keer daalde hij. En omdat de stijging wat hoger was dan de daling, scoor ik gemiddeld een stijging. Maar dat zijn wel heel weinig metingen om een conclusie voor mijn individuele leeshouding uit te trekken. Moest ik toevallig net hoesten? Had ik een gedachte die me afleidde? Stond er misschien een afbreekfout in die passage waar ik over viel?
Het is jammer. Ik had graag meer over mijn lichamelijke reacties tijdens het lezen willen weten, maar het is niet anders. Ik snap wel dat de wetenschappers niet honderden lezers een week lang intensief kunnen volgen.

woensdag 15 april 2015

Over het slot van Annelies Verbeke's 'Dertig dagen':

Wie niet wil weten hoe Dertig dagen van Annelies Verbeke afloopt, stop hier met lezen. Ik wil vertellen hoe ik het slot beleefde.
De opzet van de roman is simpel. Een maand lang volgt Verbeke de dagelijkse belevenissen van Alphonse Badji, een voormalige muzikant met Senegalese roots die als klusjesman zijn brood verdient in de Vlaamse Westhoek. Hij klust, hij vrijt met zijn vriendin Kat, hij helpt zijn klanten, hij doet boodschappen, hij krijgt een oude vriend uit Brussel te logeren – en op de dertigste dag wordt hij door een groep mannen op een verlaten weiland met ijzeren staven doodgeslagen.
Mijn eerste reactie: wat is dat voor een makkelijk einde? Je hoofdpersoon laten sterven en klaar ben je? Die lichte ergernis duurde maar heel kort. Hoe langer ik de laatste scène verwerkte, hoe meer thematische verbanden ik zag die dit einde wel degelijk voorbereidden.
Alphonse wordt, sterker dan wie ook, geliefd óf gehaat. Er is iets in zijn gezicht en zijn houding waardoor zijn klanten zich voor hem openen. Hij is als de dove hoofdpersoon in The Heart is a Lonely Hunter van Carson McCullers: omdat niemand met hem kan communiceren, projecteert iedereen zijn eigen sores op hem. Maar Alphonse gaat verder: hij laat nooit na de uitgestoken hand aan te pakken. Altijd neemt hij de telefoon op als iemand een beroep op hem doet.
Alphonse wordt door zijn huidskleur echter ook gehaat. Bijna dagelijks wordt hij geconfronteerd met racisme. Een vuile blik hier. Een klant die hem afbestelt daar, als die ontdekt wie ze eigenlijk hebben ingehuurd. Zelfs zijn vriendelijke buurman laat zich een keer iets ontglippen dat moeilijk anders kan worden geïnterpreteerd dan als verborgen racisme. Het zit in alle blanken ingebakken.
Al op de middelbare school heeft Alphonse de keuze gemaakt niet te vluchten voor de haat. Een keer zette hij er zijn eigen haat tegenover, dat is hem slecht bevallen. Sindsdien negeert hij het. Hij concentreert zich op het goede in zijn leven en voelt zich daar wel, zeer wel bij. Zijn gevoel van geluk lijkt grenzeloos. Als hij toch boosheid, angst of twijfel voelt – hij blijft tenslotte een mens – raakt hij het kwijt door zijn kora, een West-Afrikaanse snaarinstrument, te spelen.
Hoe ver kan hij gaan in het negeren van kwaadwillenden? Ooit maakte een andere muzikant misbruik van zijn talent. Iedereen waarschuwde Alphonse, maar hij bleef zijn concurrent als een vriend zien. Nadat die Alphonse niet meer nodig had, bleef hij vriendelijk. Totdat die een haatsong uitbracht: 'The Assasination of Alphonse Badji'. Het was de reden om de stad te verruilen voor het platteland. Hij vluchtte, weg van de Brusselse muziekscene, om een nieuwe start te maken.
Moet hij dat nu weer doen – nu blijkt dat hij als zwarte op het platteland minder onzichtbaar kan zijn? Kat wil bovendien ook weg. Ze is genezen van een ernstige ziekte, ze twijfelt niet meer aan Alphonse's liefde, haar ouders die in de buurt wonen zijn definitief uit elkaar. Ze voelt, kortom, om allerlei redenen niet meer de behoefte om nog langer dit kluizenaarsbestaan voort te zetten.
Meerdere malen verwijst Verbeke naar het Bijbelverhaal Job. Ondanks alles wat God hem aandeed, blijft Job in hem geloven. Dat verhaal trekt Alphonse aan: ook hij blijft in de goedheid, in hemzelf en in anderen, geloven. En als hij zelf een klant aanraadt na een conflict binnen het familiebedrijf te vertrekken, weigert die te vluchten. Soms moet je het gevecht aangaan, houdt hij Alphonse voor. Ook dat vindt hij een aantrekkelijk idee. Volhouden, standvastig zijn.
Dus wat doet hij als de door Alphonse zo geliefde veldleeuwerik – een trekvogel – op zijn auto aanlandt en hem op die manier aanraadt ook weg te gaan voor de winter invalt? Niet wat hij moet doen. Of in ieder geval, niet snel genoeg.
Tot zover de grote lijn. Ook allerlei details voorspellen het tragische einde. Alphonse's buurman onderhoudt hem over de West-Afrikaanse soldaten in de Eerste Wereldoorlog. Ze maken zelfs een tocht langs hun graven op de oorlogskerkhoven die in deze streek talrijk zijn. Wat hadden die zwarten hier te zoeken? Wat kwamen ze hier doen? Sterven, niets meer, voor een voor hen zinloze oorlog.
Een andere klant van Alphonse heeft, na een zelfmoordpoging, een (onprettige) bijna-doodervaring. Aan het einde heeft hij er zelf een. Wel een prettige, omdat hij meteen daarna wel sterft.
En zo zou ik door kunnen gaan. De structuur van Dertig dagen doet vermoeden dat Annelies Verbeke simpelweg dertig dagen uit een leven schetst, met de enorme veelheid aan indrukken en emoties die iedereen in zo'n lange periode heeft, maar in werkelijkheid is het een veelkantig noodlotsdrama dat onherroepelijk op een dramatisch einde afkoerst. Schitterend, een van de beste boeken die ik de laatste tijd las.

dinsdag 14 april 2015

Toch weer auteur weg bij Arbeiderspers – uitgever Peter Nijssen reageert op vertrek Joost Zwagerman

Wat zei Arbeiderspers-uitgever Peter Nijssen nog geen jaar geleden? Dat Paul Auster wel eens de laatste auteur kon zijn die de literaire uitgeverij verliet. Reden: het bedrijf had Utrecht weer verruild voor het centrum van Amsterdam. Afgelopen zomer trokken ze in bij Singel Uitgeverijen, waarna ze begin dit jaar meeverhuisden naar het nieuwe pand aan het Spui.
Als ik het wel heb, was Joost Zwagerman een van de auteurs die de samenvoeging van AP met Bruna in Utrecht minder geslaagd vond, maar toen hij is de uitgeverij trouw gebleven. Hij heeft volgens mij ook niets te klagen over de manier waarop hij er wordt uitgegeven. Hoewel het, afgezien van zijn poëzie, al sinds 2002 geleden is dat hij er belangrijk nieuw literair werk bracht, bleef de uitgeverij trouw zijn voor kranten en tijdschriften geschreven artikelen over kunst en veelal eerder in boeken verschenen stukken over Amerika publiceren alsof het Groot Nieuw Werk was. Ik wil niets afdoen aan de betekenis van een boek als Americana voor het oeuvre van de auteur, maar het 'magnum opus' – zoals het op Zwagermans site wordt genoemd – is het voor mij niet.
En dan zou hij nu een nieuwe biotoop nodig hebben, zoals hij zegt in het persbericht van Robbert Ammerlaans uitgeverij Hollands Diep – waar hij zijn toekomstig werk onderbrengt, waaronder de langverwachte nieuwe roman? Omdat ik nergens een reactie van Peter Nijssen las op de overstap, heb ik er zelf om gevraagd. Hij schrijft per mail:

"Toch is dat in grote lijnen de reden voor zijn vertrek. Een preciezere toelichting voor dat verlangen naar een andere biotoop moet je natuurlijk aan hemzelf vragen. In het leven van Joost is de laatste jaren heel veel zich in nieuwe omgevingen gaan plaatsvinden. Dat op zeker moment de wens ontstaat om ook voor het professionele leven een nieuwe omgeving te zoeken, is vanuit die optiek nog niet zo gek. Begrijp me niet verkeerd. Ik vind het persoonlijk (en ook voor de uitgeverij, voor wie hij toch een van de grote namen was) heel erg jammer. Ik ben min of meer bevriend met hem (in die zin dat ik een meer dan alleen professionele relatie met hem had), ik waardeer zijn werk en ken het van a tot z. Het is een band van 25 jaar (die teruggaat tot voor ik bij de AP ging werken) die nu enigszins wordt doorgeknipt. Aan de andere kant: dat verlangen naar iets nieuws is ernstig aangewakkerd doordat Robbert Ammerlaan hem een voorstel heeft gedaan dat hij niet kon weigeren. Het vertrek van een auteur van de statuur van Joost Zwagerman is natuurlijk extra wrang vanuit de wetenschap dat Singel Uitgeverijen op dit moment maar liefst 20% plust en De Arbeiderspers (die er deel vanuit maakt) nog veel meer. We zijn met groot enthousiasme bezig de uitgeverij weer op te stoten in de vaart der literaire uitgeverijen. We zijn op de weg terug naar de top en daar willen we nog lang blijven, met of zonder Joost  Zwagerman."

Overigens verschijnt er nog wel een boek van Zwagerman bij De Arbeiderspers, dat in de voorjaarsaanbieding was aangekondigd: De stilte van het licht. Schoonheid & onbehagen in de kunst. Een nieuwe bundel essays over beeldende kunst. Het zou eerst in april verschijnen, maar is nu uitgesteld tot september (begrijp ik uit berichtgeving op Boekblad.nl). Vermoedelijk omdat verschijning dan samenvalt met een tentoonstelling die Zwagerman samenstelt in het Bergense Museum Kranenburgh. Die opent in september.

Zie hier het bericht van juli vorig jaar.
Zie hier een portret van Joost Zwagerman.
En hier een dubbelinterview met Zwagerman en Komrij over kunst.

vrijdag 10 april 2015

Maarten Beernink, 'Verdienen met uitgeven'

Maarten Beernink stuurde me een tijdje terug een e-mail. Of ik als auteur van Uitgeven in eigen beheer een recensie wilde schrijven over zíjn boek over hetzelfde onderwerp: Verdienen met uitgeven. Het was uiteraard geen kopie van mijn boek, maar - schreef hij - een boek meer gericht 'op het vermarkten van jezelf via bijvoorbeeld Youtube en andere sociale media'.
Dus kon hij me een exemplaar bezorgen? Ja hoor. Het exemplaar dat ik daarop ontving bevatte op een kaartje de handgeschreven boodschap: 'Ben erg benieuwd naar je mening!' En een week later mailde hij me om te vragen of ik het boek had ontvangen. Zeker, ik zou het te zijner tijd bekijken.
Inmiddels heb ik Verdienen met uitgeven gelezen. En wat lees ik daarin? Dat Beernink in eigen beheer uitgevende auteurs een strategie aanleert om aandacht van journalisten te genereren. Een strategie die hij op mij heeft losgelaten - inclusief de aanbeveling om vooral een persoonlijke krabbel met pen toe te voegen. 'Wees volhardend en laat je niet met een kluitje in het riet sturen', staat er bij.
Het heeft mijn aandrang om iets over zijn boek te schrijven enigszins verminderd, moet ik zeggen. Beernink heeft helemaal gelijk: je moet deskundigen zoeken die bij je boek passen, die in een vroeg stadium benaderen, het contact zo persoonlijk mogelijk houden, niet te snel opgeven. Maar een beetje verkoper met talent legt toch nooit zijn trucs uit aan de klanten die hij moet overtuigen?
Enfin, in dit boek kan het niet anders. En zeker niet in een boek dat inderdaad boven alles gaat over aandacht genereren voor je eigen boek – bij deskundigen, journalisten, inkopers, webwinkels. En dat in de volledige fase van het schrijven van de eerste zin tot het verkopen van het laatste exemplaar. De titel Verdienen met uitgeven is wat dat betreft goed gekozen.
Een kopie van mijn boek is dat van Beernink inderdaad niet. In Uitgeven in eigen beheer wilde ik destijds de lezers vooral leren na te denken. Afhankelijk van wat voor boek schrijvers maken, wat ze ermee ambiëren, hun kennis – van softwareprogramma's tot omslag ontwerpen – en hun budget moet een schrijver zijn keuzes maken. Uitgeven in eigen beheer is vooral goed nadenken.
Dat mis ik in Verdienen met uitgeven. Het is begrijpelijk als je beseft dat Beernink een bedrijf heeft dat auteurs begeleidt: Het Boekenschap, dat schrijf- en marketingtrainingen geeft en bemiddelt bij tal van uitgeefdiensten (van drukken tot vormgeving van omslag en eindredactie). Ook al dringt hij zijn bedrijf niet op, het maakt het toch moeilijk voor hem om uit te leggen dat een schrijver ook andere keuzes heeft.
Ik bedoel: een boek over uitgeven in eigen beheer dat zwijgt over publicatieplatforms als Lulu, Blurb en (in Nederland de bekendste) Mybestseller.com?
Beernink gooit alle aankomende auteurs op één hoop – hij concentreert zich weliswaar op schrijvers van zakelijke boeken, dan nog dient niet iedereen automatisch al zijn tips op te volgen. Sommige schrijvers hebben andere behoeftes. Pas als een schrijver weet wat hij wil en moet, is het interessant te rade te gaan bij Beernink. Dan vindt hij in Verdienen met uitgeven tal van handige tips.
Tegelijk zeg ik erbij: de ondertitel luidt 'Inspiratiegids voor je boek in eigen beheer'. De veelheid van tips kan auteurs ook helpen bij met name marketingideeën waar ze nog niet aan hadden gedacht. Het maken van video's voor Youtube bijvoorbeeld. Of het (zo nodig door jezelf) inspreken van een luisterboek. Daar zou ik zelf niet zo snel aan hebben gedacht.
Zo heeft Beernink toch mooi zijn zin gekregen: een stukje over zijn boek van mij.

Zie ook:

woensdag 8 april 2015

De Vlaamse uitgeverij anno 2015 (3): politiek en digitalisering (Boekblad)

Gereglementeerde boekenprijs
Het overheidsbeleid is sinds kort ogenschijnlijk bemoedigend. De nieuwe Vlaamse regering, in de zomer aangetreden, kondigde een reglementeerde boekenprijs in het regeerakkoord aan. Invoering wordt nota bene uitgevoerd door minister Sven Gatz – lid van de liberale Open Vld, die zich er het langst tegen had verzet. Na de ophef rond Standaard Uitgeverij, waardoor het uitgeven Vlaamse fictie in eigen land onmogelijk leek te worden, kondigde hij bovendien steunmaatregelen aan.
Toch is het woord 'ogenschijnlijk' passend. Zó enthousiast zijn de meeste uitgevers niet over beide maatregelen. 'Er zal heus geen boekhandel zijn deuren openen als er een gereglementeerde boekenprijs komt', zegt Philippe Werck. 'Misschien zorgt het voor meer rust op de markt. Aan de andere kant: uitgevers maken nu ook geen gekke bokkensprongen. Wat betreft de steunmaatregelen: ik ben er niet voor dat de overheid met publiek geld concurrenten opzet. '
Als de gereglementeerde prijs er toch komt, kan dat wel 'in bepaalde gevallen een pijnlijke vorm van kapitaalvernietiging voorkomen', zegt Van Halewyck. 'Ik las ooit dat in Engeland alleen J.K. Rowling en haar uitgever iets verdienden aan Harry Potter. Boekhandels noch boekhandelsketens niets, omdat supermarkt Tesco vanaf dag één 40 procent korting gaf. Als de gereglementeerde prijs die overdrijvingen kan milderen, is invoering een nuttige stap.'

Boekencampagne
Belangrijker dan de overheidssteun vinden uitgevers dan ook de generieke campagne voor het boek – bovenop de eigen geïntensiveerde marketinginspanningen. Vermoedelijk gaat de campagne net voor de zomer van start gaat. 'Op zich goed dat de overheid het boekenvak steunt', zegt Ghysels van Lannoo. 'Maar we moeten oppassen dat we geen bedelaars worden. We moeten kunnen uitgaan van eigen kracht. Als iedere sector moeten we zelfbedruipend zijn. Daarom is het zo belangrijk dat we de sexyness van ons product beter verkopen.'
Hij beschouwt het wegvallen van de vanzelfsprekendheid waarmee de jeugd met boeken in aanraking kwam en zo een liefde ervoor kreeg, als het grootste probleem van het vak. 'We dreigen een hele generatie digital natives kwijt te raken. Zelfs mijn eigen kinderen komen haast niet in een boekhandel. Daarvoor moeten we spelenderwijs in hun leefwereld dringen en het boek voor hen cool maken. Wij doen dat met allerlei micro-sites, maar een generieke campagne helpt daar ook bij.'
Belangrijk is evenwel, vindt Dirk Demuynck, dat de toon van de campagne positief is. 'Ik vind de negatieve communicatie rond het boekenvak het grootste probleem', zegt hij. 'Het is altijd: het gaat slecht en daarom moet de overheid dit of dat doen. Laat de campagne dus niet zeggen: je móét een boek lezen. Of: help, het boek verdwijnt als u niet meer gaat lezen. Zo'n campagne werkt averechts. Maak enthousiasme los door simpelweg te laten zien hoeveel plezier en nut een boek biedt.'

E-boeken
In 2014 beleefde het e-boek een bescheiden doorbraak in Vlaanderen. Standaard Boekhandel lanceerde in augustus met de Tolino zijn eigen e-reader. Amazon.nl startte, wat ook uitstraalde naar het Vlaamse deel van de Nederlandstalige markt. Bol was actiever dan ooit tevoren. Dat vertaalde zich in de cijfers. Het aandeel van het e-boek steeg van 1,2 naar 2,9 procent van de markt. In totaal sleten 191 verkooppunten – een stijging van 14 % – 446.297 e-boeken.
Het lijkt er echter op dat Vlaamse uitgeverijen nauwelijks enthousiast zijn. Van Halewyck brengt van alle titels e-boeken, tenzij het boek zich er niet toe leent. Maar: als 'service aan de auteur'. Witsand doet het alleen als de uitgeverij vraag merkt naar een e-boekversie. Momenteel is slechts tien procent van het fonds digitaal leverbaar. De Eenhoorn vindt e-boeken niet geschikt voor hun niches – en apps te duur in verhouding met de opbrengst. 'Wij doen alleen mee aan streaming aanbod zoals Boekenwolk. Dan verdienen we er nog iets aan, zij het miniem', zegt Desmyter.
Werck van Clavis heeft het e-boek zelfs voorgoed opgegeven. Voor zijn specialisme dan: kinderboeken. 'Weet je nog dat hal 4 in Frankfurt werd vrijgemaakt voor digitaal? Dat zou alles vervangen. Nee. De digitalisering heeft niet doorgezet bij het kinderboek. Het papieren boek heeft het overleefd. Het terugverdienmodel is blijven bestaan en zal blijven bestaan. Niet alleen in ons taalgebied: ook in China, Japan, Amerika blijven ze kinderboeken drukken.'
Dat wil echter niet zeggen dat Clavis niet inspeelt op de digitalisering. De uitgeverij kan wel afgeleide digitale producten maken van characters. 'Zoals wij ook pluche speelgoed of bordspellen gebaseerd op characters maken. Maar zulke apps concurreren niet met kinderboeken, maar met ander speelgoed. Daar willen we meer mee doen. Vorig jaar waren we voor het eerst op de London Licensing Fair. Het was een schuchtere poging, maar wel een begin om die branche te leren kennen.'

Vrijdag is wel positief over de groeiende e-boekmarkt. Vanschoonbeek noemt zich geen uitgever van boeken, maar in de eerste plaats 'beheerder van copyrights'. Zoals hij die copyrights vroeger exploiteerde als cd-i, cassette, dvd, videoband en wat niet al, zo doet hij dat nu ook als e-boek. Bang voor kannibalisatie voor het papieren boek is hij niet. 'Juist de Vlaming blijft, meer dan de Nederlander, bereid om een bedrag neer te leggen voor een mooi boek. Wat het e-boek nooit kan zijn.'
Ook Lannoo vindt het belangrijk mee te doen op de e-boekmarkt. Zonder te verwijzen naar Riddo, het Spotify voor boeken, dat de uitgeverij met WPG opzet, onderstreept Ghysels het belang om te experimenteren. 'Misschien is een leuk, betaalbaar digitaal abonnement wel de manier om jongeren aan het boek te krijgen. Als ze eenmaal hooked zijn kun je misschien zelfs de prijs wel verhogen. Zulke dingen moet je gewoon proberen.'

Nieuwe kansen
Is de generieke campagne, de digitalisering of iets anders dan de grootste kans voor de nabije toekomst? 'Ach, je moet alert zijn en dan wat proberen', zegt Desmyter van De Eenhoorn. 'Wij verdienen sinds twee jaar goed aan Kamishibai-heruitgaven: grote platen voor deze vorm van Japans verteltheater. We hebben al zeventig titels hiervoor geschikt gemaakt. Maar we probeerden ook onze posters te commercialiseren omdat men die vaak mooi vindt. Dat is mislukt. Men wil daar niet voor betalen.'
Ook de crisis elders biedt nieuwe mogelijkheden. Van Halewyck wijst op de tachtig auteurs van De Bezige Bij Antwerpen. 'Die worden niet allemaal overgenomen door De Bezige Bij Amsterdam.' Sommige auteurs willen dat ook niet. Die zoeken liever een Vlaamse uitgeverij – zoals Vrijdag, dat in zijn voorjaarsaanbieding een opvallende cartoon heeft opgenomen. Op een kaart van België staat één huis. '[Er is hier] geen enkele literaire uitgeverij meer te vinden. in héél Vlaanderen? Nee. Een koen huis vol literatuur bleef moedig weerstand bieden...'
'Het is een knipoog naar Asterix', relativeert Vanschoonbeek. 'Maar het is waar dat auteurs vaker een uitgeverij dicht bij huis willen hebben, waar ze makkelijk binnen kunnen komen. Auteurs weten ons daarom al langer te vinden. Joseph Pearce, Patrick Conrad, Pat Donnez, Bavo Claes, Bart Stouten: allemaal overgestapt. Dat komt niet per se door De Bezige Bij Antwerpen, maar door de crisis in Nederland. Uitgeverijen zijn daardoor in Nederland veel selectiever. Voor debutanten al helemaal. Hun kennis van de Vlaamse markt is bovendien minder diepgaand. Wij profiteren daarvan.'
Ghysels beaamt het. Lannoo startte onlangs een fictiefonds – om niet te concurreren met MeulenhoffBoekerij juist met hoofdzakelijk Vlaamse auteurs. 'Wij vonden in de eerste plaats dat we gezien ons verleden en onze positie als marktleider dit segment niet konden laten liggen. En het is waar: er liggen kansen. Ook bij de aankoop van buitenlandse licenties voor non-fictie. Vroeger kon je nooit op tegen de bedragen die Nederlandse uitgeverijen boden, tegenwoordig lukt dat steeds beter.'
(Eerder gepubliceerd in Boekblad magazine, feb 2015. Vervolg van eergisteren en gisteren)