Aflevering 7. Natuurlijk is het Louis Couperus Museum in Den Haag in zijn geheel gewijd aan de schrijver. Maar er is wel ieder half jaar iets anders te zien.
Een schrijvershuis moet geen schrijn zijn, vindt de curator van het Louis Couperus Museum. Zo’n bedevaartsoort waar het interieur van de beroemde auteur voor de eeuwigheid is geconsacreerd. Met zijn originele bureau, een pluk van zijn haar, manuscripten, het oeuvre in eerste druk, schilderijen van zijn dierbaren. Zie het Multatulimuseum in Amsterdam. Hoe zeer je diens werk ook bewondert, je komt er één, hooguit twee keer in je leven en dan heb je het gezien. Hoeveel bewonderaars er dan ook zijn, in zo’n museum zal meestal stilte heersen.
Het Louis Couperusmuseum pakt het daarom dynamischer aan. Ieder half jaar wordt de statige Haagse parterre van Albert Vogel, de voordrachtskunstenaar die tot zijn dood in 1982 het oeuvre van zijn stadgenoot tot leven wekte, volledig verbouwd. Steeds worden nieuwe invalshoeken bedacht om een ander aspect van Couperus onder de aandacht te brengen. Couperus als columnist. Een hommage aan biograaf Frederic Bastet. De visies op Nederlands-Indië van Couperus en Multatuli. De verwantschap van Eline Vere met Anna Karenina en Emma Bovary. Het expositie-archief geeft een rijk overzicht.
Slechts een klein deel van de tentoonstelling is permanent. Dat is – ook hier – het verfijnde bureau dat Couperus kocht na het succes van zijn roman Eline Vere, dat hij zijn hele leven met zich meesleepte. Daarop staan een fraaie lamp en een boekenplank met enkele van zijn werken. Een facsimile van het handschrift van De stille kracht en de verweerde stoel wekken de indruk dat Couperus ieder moment thuis kan komen om verder te werken – precies zoals op de twee foto’s te zien is waaraan de schrijver achter een bureau zit.
Curieus is het wassen beeld van Couperus in rokkostuum dat in de achterkamer staat. Sjoerd Didden heeft hem goed getroffen met zijn zachte lippen, wijkende haarlijn, lange, onverzorgde nagels en knijpbrilletje op de neus. En toch is het niet goed voor te stellen dat dit Couperus is. Als wassen beeld krijg je visioenen dat deze man aanschuift in talkshows en in lange zinnen vol bijwoorden, bijvoegelijke naamwoorden en tal van hernemingen praat over Langs lijnen der geleidelijkheid. Een accuraat olieverfdoek zoals er hangt van zijn vader en grootmoeder zou beter passen.
Dat de aanpak van het Louis Couperus Museum werkt, blijkt aan de huidige expositie. Samen met vier andere Haagse musea besteed het nog tot en met 23 september aandacht aan de schilder Isaac Israëls. De link is vergezocht: voor zover bekend hebben de twee Hagenaars elkaar maar een keer ontmoet, op een een boot in Nederlands-Indië. Couperus wijdt er in zijn feuilleton voor de Haagsche Post, later gebundeld in Oostwaarts (1923), maar een regel aan: ‘aan boord niemand anders dan Isaac Israëls’. Maar het werkt wel. Ook op een gewone woensdag gaat voortdurend de bel.
De bescheiden tentoonstelling toont een aantal doeken en een tekening van Israels. Steeds is daarbij wel iets over Couperus te vertellen. Bij een portret van de actrice Fie Carelsen: dat zij in 1915 mee speelde in de uitvoering van De menaechi van Plautus in een vertaling van Coupeurs. Bij een beeltenis van componist Alexander Voormolen: dat hij zich bij enkele muziekstukken heeft laten inspireren door de schrijver, zoals zijn concert voor hobo en orkest dat niet zou bestaan zonder De boeken der kleine zielen. Zachtjes klinkt deze muziek over de tentoonstellingsruimte.
Wie de expositie gezien heeft, kan denken: dat museum heb ik ook weer gezien. Maar waarschijnlijker is de gedachte: hier kom ik terug. Want wie wil volgend jaar de grote jubileumtentoonstellingen missen die het museum organiseert ter gelegenheid van de honderdvijftigste geboortedag van de schrijver? Beide zijn gewijd aan het gezin waarin Couperus geboren en getogen is. De kinderwagen die in ieder schrijversmuseum tot de vaste collectie zou behoren, komt dan tevoorschijn. Het helaas incomplete servies van zijn ouders. En nog veel meer.
(Eerder gepubliceerd op Knack.be, 17 aug 2012)
Zie ook:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten