woensdag 1 augustus 2012

De schuer van K. Schippers

K. Schippers, Op de foto. Op pagina 168 (van de eerste druk) staat: ‘Het is een mooi huis en toch ziet het er nogal slordig uit, er zit een schuer in het behang.’
Schuer!
Zulke zetfouten ergeren me doorgaans, omdat ze me nodeloos uit het verhaal halen. Ik ben blij met iedere fout waar ik overheen lees. Dan storen ze tenminste niet. Maar in het geval van K. Schippers twijfel ik.
Zoals vaker in zijn oeuvre keert hij in zijn elfde roman terug naar het thema van de onkenbaarheid en ongrijpbaarheid van de werkelijkheid. Onder veel meer richt hij zijn pijlen op de taal. Kun je met de taal de werkelijkheid wel zo precies schrijven?
De taal telt, in het Nederlands, ook maar 26 letters. Misschien moet er wel een 27e bij. Op het moment dat een kunstenaar indirect dat idee oppert, raakt een groot deel van de samenleving in de ban van dat idee.
Zo is daar Margriet, de helft van een tweeling die nog op de lagere school zit. Zij ontwerpt de ‘oks’: een x met een wieletje eronder, waarmee je kunt aangeven of je binnen of buiten bent.
Is ‘scheur’ dus een zetfout of opzettelijk zo bedoeld? Om aan te geven hoe makkelijk er scheuren in de taal kunnen optreden? Hoe makkelijk dan ook de betekenis verloren gaat?
Na enig wikken en wegen concludeer ik toch: het eerste. Schippers heeft hier geen bedoeling mee, omdat hij er daarna niet meer op terugkomt. De fout is te toevallig.
Maar zeker weten doe ik het niet.

Geen opmerkingen: