Poetry International
staat nog tot en met 14 juni in het teken van het protocol. Het geheel aan
vastgelegde regels en afspraken bleek op de openingsavond vloek en zegen
tegelijk voor de poëzie. Maar in beide gevallen kan het tot indringende
gedichten leiden.
Met de traditionele parade van alle uitgenodigde dichters
opende gisteren de 45e editie van het meest prestigieuze poëziefestival van de
Lage Landen. Uit China, Zuid-Afrika, Zweden en Argentinië waren ze naar
Rotterdam gekomen. Maar belangrijker: uit alle hoeken van de poëzie. Van de
speelse ironie van de Vlaming Paul Bogaert tot het bezwerende intellectuele
spel van de Canadees Adam Dickinson. Of de anekdotische poëzie van de Omani
Mohamed Al-Harthy, vol grappige, diepe terzijdes.
Thema is dit jaar 'het protocol'. 'In rumoerige en onzekere tijden groeit de neiging om menselijke
activiteiten te reguleren', aldus de toelichting van het festival. 'Het
protocol, volgens de Van Dale een geheel van vastgelegde regels en afspraken,
is inmiddels tot fetisj uitgegroeid. Protocollen zijn taalbouwsels, net zo goed
als gedichten dat zijn, ook al hebben ze ogenschijnlijk niets met elkaar te
maken. Of toch? Is het gedicht niet ook een soort protocol? En is een festival
dat eigenlijk ook niet?'
Het antwoord op
die vraag is natuurlijk ja en nee. Ieder voorgedragen tekst was ook
gisterenavond onmiddellijk herkenbaar als gedicht omdat het aan de 'vastgelegde
regels en afspraken' van poëzie voldeed. In de vorm, hoe afwisselend ook. In de
poging het publiek met onverwachte beelden of nooit eerder gebruikte
formuleringen te betoveren of tot nadenken aan te zetten – of allebei. Tegelijk
zit in het onverwachte en nooit eerder gebruikte iets wat in geen enkel
protocol te vatten is.
Ook Bas Kwakman,
directeur van Poetry International, wees op twee aspecten van het protocol. Het
zijn 'muren van taal' waarachter we wegduiken voor onze verantwoorde-lijkheden.
Poëzie ontmaskert die protocollen. Tegelijk zijn dichters dol op het protocol.
Het woord alleen al, maar ook het gebiedende karakter en het geritualiseerde
karakter spreekt hen aan. Protocollen kunnen zelfs readymades zijn, zoals
Alfred Schaffer die de richtlijnen voor wat te doen bij een terroristische
aanval tot poëzie verhief.
De door Kwakman
uitgekozen dichters illustreerden deze aspecten met vaak fraaie gedichten.
'Mama Ana Paula schrijft ook poëzie' van de Chinees Hu Xudong liet zien hoe de
vaste afspraak van wat poëzie is, de mogelijkheden van de kunstvorm beperkt.
Aan de andere kant gaf het sterk aan vormdwang gebonden gedicht van de Noorse
Monica Aasprong de protocollaire mogelijkheden weer. 'Ik zag een zon', begon
iedere regel. Wat beide bond was de bezwerende kracht van hun voordracht.
Tegelijk was de
openingsavond meer dan poëzie over een thema. Na de pauze gaven de Nederlandse
dichter Micha Hamel en het Doelenkwartet een poëzieconcert op speciaal
gecomponeerde muziek van de Griekse Aspasia Nasopoulou. Spijtig dat Hamel, al
deed hij zijn best, een weinig begenadig voordrager is van zijn vaak even
wrange als spotzuchtige gedichten vol tijdloos leed in hedendaagse bewoordingen.
De minimalistische muziek had dan ook beter tot zijn recht kunnen komen.
Poetry
International duurt nog tot en met 14 juni. De Rotterdamse thuisdichter
Jules Deelder neemt morgen tijdens zijn
leven en werk door. Op donderdag wordt de winnaar van de 25e C. Buddingh'-prijs
uitgereikt voor het beste debuut aan Hanneke van Eijken, Maarten van der
Graaff, Josse Kok of Hannah van Wieringen. En alle buitenlandse dichters laten
nog veel meer van hun werk zijn. Anders dan bovengenoemde 'specials' zien die
veelal te volgen via een livestream op poetryinternational.nl/stream.
(Eerder gepubliceerd op Knack.be, 11 jun)
Zie ook:L
Geen opmerkingen:
Een reactie posten