Precies honderd
jaar geleden voerden boekhandelaars de eerste regels die de vaste boekenprijs
moesten handhaven. De toestand in 1903.
Op 4 mei 1903 steken vijftien boekhandelaren uit Deventer
de koppen bij elkaar. De mannen hebben zich amper twee weken daarvoor verenigd
in het Deventer Boekverkoperscollege en vinden het hoog tijd om een eind te
maken aan een grote misstand. De kortingen in het onderwijs, die kunnen echt
niet meer. Zelfs individuele docenten en leerlingen kunnen boeken krijgen tegen
zo'n lage prijs dat de boekhandelaar er nauwelijks meer aan verdient. 'Hoe
kunnen we de vaste prijs handhaven?', stellen de leden zichzelf de vraag.
Op dat moment bestaat de vastgestelde verkoopprijs
ongeveer tweehonderd jaar. Sinds het begin van de achttiende eeuw is de
gewoonte ontstaan dat de uitgever de prijs van het boek bepaalt. Wie zich daar
niet aan wil houden, kan echter in alle vrijheid zijn gang gaan. Korting bij
intekening, speciale aanbiedingsprijzen en het verramsjen van verouderde boeken
zijn commerciële gebruiken die iedere boekverkoper naar eigen goeddunken
navolgt.
In het begin van de twintigste eeuw is één uitzondering
op de vaste prijs echter een groot probleem geworden: de
gemeente-aanbestedingen van schoolboeken. Iedere gemeente bestelt de jaarlijkse
schoolbehoefte bij de leverancier die de goedkoopste offerte doet. Het gevolg
laat zich raden: boekverkopers beloven steeds meer korting in de hoop de order
te krijgen. In sommige gevallen geven leveranciers bijna de gehele
inkoopkorting van 27 procent weg. En het ergste is nog: individuele docenten en
leerlingen profiteren steeds meer mee.
Het Nieuwsblad voor den boekhandel meldt geregeld
de uitkomst van aanbestedingsprocedures. 'De levering van boekwerken ten
behoeve van de gemeente Tilburg, voor 1903, is aangenomen door den
boekhandelaar M.G. Vattier Krane te Tilburg, tegen 19,25 procent korting.' De
gemeente Utrecht gunt de levering 'aan de firma J.G. van Terveen & Zoon met
eene korting van 22,5 procent op de courante prijzen'. Enzovoorts, enzovoorts.
De Nederlandse Uitgeversbond en de Vereeniging ter
Bevordering van de Belangen des Boekhandels roepen herhaaldelijk hun leden op
hier niet langer aan mee te doen. Het blijkt keer op keer aan dovemansoren gericht.
De Vereeniging moet maatregelen nemen. Zo verbiedt de Vereeniging
gemeentebesturen om in het Nieuwsblad te adverteren. En in mei 1903
stuurt het een adres aan alle gemeentebesturen om hen te bewegen het
aanbesteden te staken.
'De boekhandelaar geniet zijn rabat [korting]', jammert
de Vereeniging in het verzoek 'Een rabat dat (...) zoo laag [is] dat het
moeilijk kleiner kan zijn. (...) De boekhandelaar, die een eerlijk stuk brood
wil verdienen (...), kan van de verleende korting geen cent missen. 't Zou niet
veel moeite kosten aan te toonen, dat van deze korting de helft verloren gaat
door de bedrijfsonkosten.'
De leden juichen het toe, maar het effect is gering.
B&W van Amersfoort had in reactie op een eerder, lokaal adres al laten
weten het belang van de gemeente voorop te zetten. Wat dat belang is, laat zich
raden: hoe goedkoper, hoe beter. Sommige leden roepen de Vereeniging daarom op
het voorbeeld van Duitsland (sinds 1888) en - heel recent - Oostenrijk te
volgen: de korting is daar op straffe van forse sancties reglementair beperkt
tot 5 procent in uitzonderlijke gevallen.
In Deventer willen de boekhandelaars daar niet meer op
wachten. Op 4 mei 1903 beloven de leden van het Deventer Boekverkoperscollege
niemand ook maar één boek onder de vastgestelde prijs te verkopen. De
boekverkoper die het toch doet, zal worden aangepakt. Ruim een week later, op
15 mei, stelt voorzitter Ch. Dixon in een circulaire die iedereen ondertekent,
de gezamenlijke klantenkring op de hoogte. Het is daarmee de eerste stap naar
het Reglement Handelsverkeer zoals het boekenvak dat nu kent.
Al snel krijgt de stap van Deventer navolging. In juli
versturen J.T. Sommer en Johs. Wilmes, boekhandelaars te Almelo, een
soortgelijke circulaire. Om 'de woekerplant, die korting heet, voorgoed uit te
roeien', stellen ze elkaar forse boetes in het vooruitzicht mocht een van twee
toch met korting leveren. In oktober volgen G. Mosmans Sr., W. van der Sloot en
Wed. H.H. Uyttenbroeck, de drie boekverkopers uit Venlo.
En ook de Vereeniging gaat aan de slag. Maar zoals dat
gaat in Nederland: er komt eerst een officiële commissie die de bestaande
statuten gaat bestuderen en voorstellen tot verbetering zal doen. Pas een jaar
later, op 9 augustus 1904, wordt daarom de eerste overkoepelende regeling van
kracht die korting op verkoop aan particulieren - oftewel: ieder niet-lid -
onder dreiging van boetes aan banden legt. De Algemene Vergadering neemt het
voorstel aan met 93 stemmen voor en acht tegen (bij zeven onthoudingen).
Hiermee is de eerste overkoepelende regeling voor de
handhaving van de vaste prijs een feit. (Licht gewijzigde versie van artikel
uit Boekblad, feb 2003)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten