Een murder mystery
schrijven leek Eleanor Catton great fun. Deze basale gedachte gaf na vijf
jaar werken geboorte aan het even complexe als meeslepende Al wat schittert,
dat is gefundeerd op de principes van de astrologie.
Catton is deze week te gast in Nederland – het eerste land
dat de meer dan achthonderd pagina’s tellende Man Booker Prize-winnaar van 2013
in vertaling brengt. Woensdag praatte de 28-jarige Nieuw-Zeelandse in Den Haag
bij Borderkitchen over haar tweede roman. Of beter: over de genese van het
verhaal over verraad, oplichting, chantage en liefde tijdens de goldrush van
1866 in het stadje Hokitika. Veel meer over de inhoud kwamen de luisteraars
niet te weten. Dat moesten ze zelf maar ontdekken door na afloop het boek te
kopen en het – ongetwijfeld gesigneerde exemplaar – te lezen.
Aanvankelijk was het eenvoudig, bleek uit het gesprek met
interviewster Liddie Austin. Cattons murder mystery moest in het verleden
spelen omdat er toen veel meer mogelijkheden tot miscommunicatie was. ‘Als
iemand toen niet kwam opdagen op een afspraak had je geen enkel idee waar die
was.’ Ook het vinden van een stapel oude brieven had meer betekenis. En het
verhaal moest zich afspelen aan de Nieuw-Zeelandse Westkust, waar Catton als
een kind veel kwam. ‘Dat landschap heeft een scherpe afdruk in mij
achtergelaten.’
Door het lezen van met name Agatha Christies vroeg Catton
zich af of een dergelijk verhaal zonder detective kon. ‘In zulke verhalen is er
altijd een centrale persoon, die superintelligent is, altijd op het juiste
moment op de juiste plaats is, te veel moorden bijwoont dan goed voor hem is.
Dat is niet werkelijkheidsgetrouw. Mensen zijn niet superintelligent. Ze weten
maar een deel van de waarheid en wat ze weten is afhankelijk van hun relatie
tot anderen of tot het mysterie zelf.’
In die eerste fase hield Catton bewust haar opties open.
‘Eerste ideeën zijn zelden de beste. Maar als je zulke ideeën onmiddellijk
aborteert, beperk je jezelf. Het zijn juist slechte ideeën waar goede ideeën
uit ontstaan, zoals bloemen op mest groeien. Ik wilde in die fase gewoon mijn
fascinatie volgen.’ Zo stuitte ze op het idee van ‘the luminaries’ [de
oorspronkelijke Engelstalige titel, md]: de zon en de maan die elkaars
tegenpool zijn. ‘Dat vond ik zeer opwindend: hoe kan ik twee personen in fictie
opvoeren die allebei de helft van een persoon zijn en wiens lot aan elkaar
tegengesteld is.’
Catton wist niets van astrologie. ‘Ik had ook nog nooit
iemand ontmoet die zonder schaamte durfde te bekennen daarin geïnteresseerd te
zijn. Tot ik in Amerika, waar ik als gastschrijver verbleef, een dichteres
ontmoette die dat wel deed. Ik raakte met haar aan de praat. Op grond van mijn
eerste vraag wist ze meteen dat ik een weegschaal was. Zij raadde me een boek
aan. Een vreselijk boek, maar wel een die me deed beseffen hoeveel complexer
astrologie is dan veel mensen denken. Jung noemde astrologie dan ook
proto-psychologie.’
Catton werkte daarop haar verhaal uit volgens de principes van
de astrologie. Alle personages hebben de traditionele karaktereigenschappen van
de twaalf sterrenbeelden en zeven planeten die met het menselijke oog te zien
zijn. Via internet kon ze precies zien welke sterren op welk moment in Hokitika
zichtbaar waren – en zo bepalen op welke dag haar twee helften van één persoon
samenvielen, welke personages op welk moment met elkaar moesten praten,
enzovoorts.
Austin veronderstelde daarop dat Al wat schittert toen een
invuloefening werd. Maar nee. ‘Het plot heeft zich al gaandeweg ontwikkelt.’
Niet dat Catton helemaal niets wist. ‘Door de structuur wist ik wel iets. In
dat jaar was Venus in de ochtend te zien – in andere jaren is het juist een
avondster. Dat betekende dat mijn Venus steeds moest optreden met het karakter
dat de zon symboliseerde. Omdat er meer mannelijke sterrenbeelden zijn kwam het
trouwens goed uit dat in die tijd in Hokitika tien mannen op één vrouw waren.’
Tijdens haar researchperiode had Catton zo veel mogelijk
negentiende-eeuwse romans gelezen. Om het gevoel te krijgen voor de woorden en
de syntaxis van het toenmalige Engels. Iedere mooie formulering noteerde ze,
met de bedoeling die over te nemen. ‘Maar ook ideeën. Emma Bovary bleekte haar
lichaam door zich te wassen met citroensap. Schitterend. Dat liet ik Lydia
Wells, mijn Bovary, ook doen. Helaas heeft dat niet voorkomen dat er veel
anachronismen in de roman terecht zijn gekomen. Mijn personages hebben het
voortdurend over de Tasman Zee. Die heet pas zo sinds 1890.’
Ondanks die poging een zo contemporain mogelijke roman te
schrijven voelt Catton zich het minst gelukkig met het etiket ‘historische
roman’ voor Al wat schittert. Romans reflecteren altijd de tijd waarin ze
geschreven zijn, vindt ze. ‘Vaak wordt de kennis achteraf als een goedkope
manier gebruik om karakters te schetsen. In de film Titanic zegt Leonardo DiCaprio over Picasso: ach, daar zullen we
nooit meer wat van horen. Nee, het is veel dapperder om een roman in het heden
te situeren, omdat je niet weet welke ideeën zullen overleven en welke niet.’
(Eerder gepubliceerd op Knack.be, 17 april)
Zie ook:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten