Jan David Hanrath maakt naam als architect van spraakmakende
bibliotheken als De Chocoladefabriek in Gouda (2014) en de Korenbeurs in
Schiedam (2015). Hoe ziet volgens hem de ideale bibliotheek eruit?
Zo wil Jan David Hanrath het niet meer. Een architect die
inschrijft op een aanbesteding van een openbare bibliotheek en, als hem de
opdracht wordt gegund, vervolgens het Programma van Eisen realiseert waar hij
zich aan heeft gecommitteerd. 'Dat programma is vaak een opgewarmd kliekje van een
vorig project. Voer je domweg dat programma uit, dan ben je de bibliotheek van
gisteren aan het maken.' Hij wil daarom in een veel eerder stadium meedenken.
'Een geslaagde bibliotheek begint bij de vraag: wat moet een
bibliotheek in deze tijd zijn?', vertelt hij in het café van zijn jongste
schepping: de Korenbeurs in Schiedam. 'Het beste is als architect en
bibliotheek daar in een zo vroeg mogelijk stadium over praten. Echt niet om
gedoe te krijgen met de NMa. Het gesprek hoeft niet te leiden tot een opdracht
voor mij. Er kan nog steeds een aanbestedingsprocedure plaatsvinden. Het gaat
erom betere bibliotheken te krijgen.'
Hanrath heeft daarom in 2010 samen met Rob Bruijnzeels het
Ministerie van Verbeelding opgericht. Later kwam Joyce Sternheim daarbij.
Formeel is het onderdeel van Hanraths bedrijf. 'Het Ministerie werkt heel goed
om bibliotheken duidelijk te maken dat ik als architect verder kan gaan dan
uitvoeren, maar ook een belangrijke rol kan hebben in het denkproces. Want
nogmaals: het bouwen en inrichten van een bibliotheek is alleen maar de laatste
fase.'
Hanrath kan zich zo opstellen omdat hij geen architect is
die, naast talloze andere projecten, ook een keer een bibliotheek doet. Hij
werkte meer dan twintig jaar in de bibliotheeksector. Eerst – als studentenbaan
– bij de muziek- en automatiseringsafdeling van de bibliotheek Den Haag, daarna
nog vier jaar bij stichting Laurens waar hij betrokken was bij enkele
landelijke ict-projecten. 'Ik heb daar veel kennis van de sector opgedaan,
terwijl ik een redelijk frisse blik heb behouden.'
In 2004 'ontpopte' hij zich na zijn studie bouwkunde als
architect, zoals hij het omschrijft. Hij specialiseerde zich meteen in
bibliotheekbouw. De eerste jaren zette hij verschillende filialen neer in Den
Haag, Rotterdam, Deurne en Langedijk. 'Dat waren wijk- en dorpsbibliotheken. Zo’n
vier- tot achthonderd vierkante meter groot. Maar dat type bibliotheek heeft
zijn langste tijd gehad, omdat ze relatief duur zijn voor een gebouw dat maar
16 uur per week open is. Dat wordt in deze tijd ook niet méér.'
Sinds 2008 concentreert Hanrath zich daarom op grotere
opdrachten – naast projecten als de plug in-bibliotheek die hij ontwikkelt
heeft. Hij won, met Rapp+Rapp, de aanbesteding van de bibliotheek in Utrecht
die niet door is gegaan. En maakte daarna twee bibliotheken die recent hun
deuren hebben geopend: de Chocoladefabriek in Gouda en de Korenbeurs in
Schiedam. Twee bibliotheken met een doordacht concept en een even aangename als
dynamische sfeer.
'In beide bibliotheken konden we met het Ministerie van
Verbeelding op een of andere manier meedenken over het concept. In Gouda was
het perfect. Daar waren we vanaf het begin erbij betrokken als inhoudelijke
denkers. In Schiedam had de bibliotheek zelf al denkwerk verricht. Maar in de
aanbesteding werd gevraagd om een visie op het gebouw. Niet: hoe krijg je één
kilometer kast in de ruimte. Nee, de hoeveelheid boeken zou volgen uit de
visie.'
Hanraths ideeën over de bibliotheek anno 2015 verzetten zich
tegen het retaildenken. 'Dat heb ik altijd met argusogen bekeken. Voor sommige
bibliotheken heeft dat geleid tot een noodzakelijke verfrissing, maar het legt
de focus op uitlenen. Want dat is retail. Dat versterkt, ook naar de overheid,
het idee dat een bibliotheken bestaat om materialen uit te lenen. Nee, het is
een middel voor iets anders: wat met een ouderwets woord volksverheffing heet.
Of: mensen verrijken met kennis.'
Dát is nog steeds het doel van bibliotheken. Alleen: mensen
verrijken gebeurt niet meer met toegang bieden tot informatie. 'Als ik
informatie wil, vraag ik het Siri [Apple's persoonlijke assistent]. Acht op de
tien keer krijg ik nog een goed antwoord ook', zegt Hanrath, mede-eigenaar van
Apple-community One More Thing. 'Het is interessanter als bibliotheken je op gedachte
brengt door je een vraag te stellen. Door informatie te vragen, en zo een
dialoog aan te gaan met de omgeving.'
Dit idee wil hij als architect vertalen in een concept. 'Een
concept dat afhankelijk is van lokale omstandigheden. Iedere bibliotheek is
uniek. Ook dat is precies het tegenovergestelde van een retailbibliotheek, die
ervan uitgaat dat ze allemaal hetzelfde zijn. Nee, een bibliotheek opereert een
heel specifieke lokale setting. De sector is decentraal georganiseerd, daar moeten
we de voordelen van plukken. De bibliotheek heeft één logo, laten we het voor
de inrichting daarbij houden.'
De invulling van het concept volgt uit de gemeenschap en de
locatie. Gouda wilde één grote bibliotheek op een strategisch centraal gelegen
plek. De zoektocht mondde uit in het voormalig stadskantoor dat daarvoor –
korte tijd – een chocoladefabriek was. Het idee die fabriek te reconstrueren
gaf Hanrath hét handvat om de inrichting vorm te geven. 'Dat was een cadeautje,
maar voor elke stad kun je zo'n verhaal opzetten. Als je maar de goede mindset
hebt om zoiets te willen bedenken.'
Voor Schiedam brainstormde het Ministerie van Verbeelding
over een analyse van het gebouw. 'Er is een atrium, met daaromheen een galerij
en daar een verdieping op. Het atrium heeft een keiharde vloer. Dat galmt
enorm. Dus: één activiteit daar en je kan verder niets meer in het gebouw. Toen
keken we naar de kaart van Schiedam. In het centrum is geen groen. Alleen bij
het kerkhof is een lapje. Dus wat past beter dan van het atrium een tuin
maken?'
Alles volgt daaruit. De inrichting met houtkleurige kasten,
echt groen ('aarde en groen werken fantastisch voor geluidsabsorptie – ook een
cadeautje van het concept'), een speelhokje in de vorm van een boom in een
spiegelkast, ligbanken om luisterboeken te beluisteren. Maar ook de
inhoudelijke programmering. 'De bibliotheek als een boom die is geworteld in de
stad – dat kun perfect als leidmotief gebruiken. En ook: De bibliotheek als
boom die groeit en jou helpt te groeien.'
Tegelijk moet een architect zijn concept niet té strak
doortrekken. 'Dan krijg je, zoals in de Boekenberg, liftdeuren bestickerd met
baksteenprint, die niemand nog ziet.' Zo schroomde Hanrath niet om een
kroonluchter boven de leestafel midden in het atrium te maken van
jeneverglaasje – wat niet verwijst naar de tuin, maar Schiedam jeneverstad.
'Een gebouw moet bovenal fijn zijn. De gebruiker moet zich er thuis voelen. En
de bibliotheek moet er relevant kunnen zijn.'
De voorzieningen van Hanraths bibliotheken zijn niet uitzonderlijk.
Boeken, zo veel mogelijk studieplekken, wifi als stromend water en veel
stroompunten – dat is en blijft belangrijk in een bibliotheek, ook over tien
jaar. Wel wil hij samenwerkingen stimuleren. Juist het in gebruik nemen van een
nieuw pand is hét moment om daarover na te denken. Andere partijen met al hun
kennis en eigen initiatieven, vindt Hanrath, verrijken de bibliotheken.
'De samenwerking moet dan ook in één open ruimte
plaatsvinden. Geen schotten, die de afscheiding versterken. Evenmin aparte
loketten die dan de meeste tijd niet bemenst zijn en zo een verkeerde indruk
wekken. Het liefst noem ik een nieuwe bibliotheek ook geen bibliotheek meer. In
Gouda heet het Chocoladefabriek. En hier had van mij Korenbeurs op de gevel
mogen staan – ware het niet dat dat een even aantal letters is en
"bibliotheek" niet. ‘Bibliotheek’ lijnt mooier uit.'
Daarnaast kiest Hanrath altijd voor duurzame materialen met
een intrinsieke betekenis voor het concept. Dat betekent in Schiedam
bijvoorbeeld: tafels van naturel gelakt multiplex. 'Elders zie je spaanplaat
beplakt met high pressure laminaat (hpl) met een houtprintje. Dat ziet er bij
oplevering goed uit, maar raakt snel beschadigd. Multiplex blijft er goed
uitzien als het beschadigd is. En het past goed bij het thema van de tuin,
terwijl de printje alleen maar een sfeertje scheppen. Het wordt snel betekenisloze
decorbouw.'
Duurzaam betekent niet dat Hanrath alleen met dure
materialen werkt. Integendeel: hij kiest regelmatig voor budgetoplossingen om
geld over te houden voor dure investeringen. Een fabriek, zoals Gouda, is dan
een dankbaar thema: een paar gestapelde pallets werken prima als
displaymeubels, de muren kunnen ruw blijven. Maar ook in Schiedam staan
goedkope kasten, gemaakt van speciaal ontwikkelde papieren kokers die met een spanband
bij elkaar worden gehouden.
'Het concept moet goed zijn', zegt Hanrath. 'Je moet niet de
Gouden Zaal van de Hermitage als concept kiezen. Maar als je een goed concept
hebt, kun je daar altijd heel veel mee, ook met weinig geld.'
(Eerder gepubliceerd in Bibliotheekblad)
Zie ook:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten