Dit kan niet waar
zijn van Joris Luyendijk legt de perverse prikkels van het bankensysteem
bloot. Het grote succes bij lezers leidt ook tot – langzame – veranderingen in
de financiële wereld.
Steeds meer lezers van dé non-fictiebestseller van dit
voorjaar zullen ervan overtuigd zijn dat bankiers geen hebzuchtige monsters
zijn. Het zijn de perverse prikkels in het systeem die het risico op een nieuwe
wereldwijde crash zo groot maken. Voortgedreven door een nietsontziende
onderlinge concurrentiestrijd gaan bankiers in de City en Wall Street – het hart
van de internationale financiële wereld – tot het uiterste om zo veel mogelijk
winst voor hun bank te maken. Bescherming heeft niemand. De bankiers niet, die
ieder moment zomaar kunnen worden ontslagen. De klanten niet, die geacht worden
te weten wat ze kopen, hoe complex het financieel product is. En als het fout
gaat, draait de belastingbetaler of de aandeelhouder toch op voor de kosten.
Hoe het anders moet, weet Joris Luyendijk (1971) ook niet. Hij probeert met
zijn boek lezers bewust te maken van de systeemfouten in de hoop zo verandering
mogelijk te maken.
Sinds verschijnen in
februari stond je boek in Nederland onafgebroken in de top 5. Ook in Vlaanderen
stond het maanden hoog in de bestsellerlijst. Is dit het succes voor 'Dit kan
niet waar zijn' waarop je had gehoopt?
'Nee. Voor dit soort boeken is het verkoopaantal niet het
doorslaggevende argument. Mijn boek is een poging om een bijdrage te leveren
aan een beter financieel systeem. Is dat er al? Nee. Maar als ik minder
negatief wil zijn kan ik ook denken dat ik een bescheiden bijdrage lever als ik
iedere minuut een boek verkoop. Dat gebeurt.'
Sinds verschijnen
iedere minuut een boek?
'Ik reis veel met de trein van Engeland naar Nederland. Dan
ga je dat soort dingen uitrekenen. Het zijn nu ongeveer 210.000 exemplaren.
Reken maar na. Het had nog meer kunnen zijn als ik had geschreven dat bankiers
allemaal arrogante, cokesnuivende prutsers zijn. The Wolf of Wall
Street. Dat soort boeken vinden pas echt gretig aftrek.'
Is er sinds
verschijnen wel een begin gemaakt met verbetering van het financieel systeem?
'Het zit vast bij de politieke redacties. Die moeten volgens
mij alle partijen vragen hoe wij een veilige en stabiele financiële sector
krijgen. Vervolgens moeten ze de antwoorden online naast elkaar zetten, zodat
kiezers eenvoudig kunnen zien hoe de visies verschillen. En dan kan iedereen
zijn keuze maken: willen we dit? Willen we dat? En als een partij, eenmaal aan
de macht, toch iets anders doet, kunnen we ze vragen die verandering te
verantwoorden. Maar dat gebeurt allemaal niet. Het lijkt wel of Haagse
redacties hun eigen agenda hebben. Die houden zich vooral bezig met de
populariteit van poppetjes. Ook de financiële redacties hebben nauwelijks iets
gedaan met mijn boek. Ze schrijven voor insiders, voor wie er weinig nieuws in
stond. Of ze kiezen, zoals Het Financieele Dagblad, voor de bankiers. '
Is het bij de
Wetstraatredacties anders?
'Daar ken ik de Belgische situatie te slecht voor. Ik hoor
wel hetzelfde van Belgische activisten. Misschien maakt het ook niet zo veel
uit om landen met elkaar te vergelijken. Het systeem moet eigenlijk op Europees
niveau worden aangepakt.'
Dus je krijgt geen
reacties vanuit de politiek?
'Behalve de VVD en PVV heeft alle partijen contact
opgenomen. Meer dan 200.000 boeken, dat zijn bijna vier zetels in Nederland. Ik
ben op alle uitnodigingen ingegaan. De financieel woordvoerders snappen het
wel. Die wisten ook al lang wat mis is met het systeem en hoe urgent dat is.
Mijn boek is ook bedoeld om outsiders te overtuigen – niet de insiders.
Het probleem is alleen dat de financieel woordvoerders van partijen geïsoleerd
zijn. Om hun partij mee te krijgen en tegen de bankenlobby in te gaan, hebben
ze gezag nodig. Dat krijg je door veel in kranten te staan en vaak op radio en
tv te zijn. Maar je komt niet in de media als je een complex verhaal over
banken wil afsteken. Je wordt uitgenodigd door talkshows als je pleit voor 130
op de snelweg of invoering van animal cops. Dat zijn de perverse prikkels van
de media, weer een heel ander probleem.'
Je boek en die honderdduizenden lezers hebben
kortom geen enkel effect?
'Toch wel. In Nederland is van alles aan het veranderen, wat
trouwens al gaande was voor het boek verscheen. Ik kom voortdurend mensen tegen
die werken bij banken en zeggen: jouw boek helpt me bij de interne strijd voor
veranderingen die ik voer, ik sta nu sterker. Iemand schreef bijvoorbeeld op
een site voor accountants dat zij haar eigen wereld in het boek herkende en
ervoor pleitte dat de accountancy anders wordt ingericht. Dát is wat het boek
moet doen: mensen die verandering willen een duwtje in de rug geven.'
En die mensen zijn in
de financiële wereld verreweg in de meerderheid, blijkt uit 'Dit kan niet waar
zijn'.
'Natuurlijk. Doen alsof alle bankiers monsters zijn, is heel
dom. Je gooit alle goeden en klojos op één hoop, waardoor de goeden alleen maar
in de verdediging worden gedrukt en het erbij laten zitten. Misschien is maar
een op de duizend bankiers een klojo. Helaas heb je niet veel klojos nodig om
een organisatie te verzieken.'
Je zei eerst:
politiek en media houden elkaar in een onproductieve greep. Daarna blijkt dat
op microniveau veel gebeurt. Ben je uiteindelijk negatief of positief over het
effect van je boek?
'Enorm positief. Maar democratie gaat langzaam. Een nieuwe
wet maken kost zo anderhalf jaar. Het succes van het boek is ook een signaal
naar hoofdredacties in de media: er ís een markt voor serieuze informatie,
gebaseerd op iets echt uitzoeken en er vervolgens lang over nadenken. Het idee
bestaat dat het simpel moet worden gemaakt. "Hou het klein". En dus
gaat het over ruzies tussen personen, desnoods stoken de media die zelf op.'
Een nieuwe versie van
'Dit kan niet waar zijn' is daarom pas over vijf jaar nodig?
'Veel langer nog, denk ik.'
Wat moet de politiek het
dringendst veranderen?
'De sector zo organiseren dat bij een faillissement de
mensen worden getroffen die bij dat bedrijf werken – in plaats van de
belastingbetaler of de aandeelhouder. Dat wordt heel ingewikkeld. Ik weet ook
niet of dat kan in de context waarin de problemen ontstaan. Vroeger had je
partnerschappen, waarbij de partners persoonlijk de gevolgen droegen als het
fout ging. Op de schaal waarop banken nu werken kan dat niet meer. Misschien
moet daarom eerst de context worden veranderd.'
Heb je veel reacties
gekregen van bankiers? Hebben ze je boek eigenlijk gelezen?
'O ja, allemaal. Al was het maar omdat ze het boek de hele
tijd cadeau krijgen. En daarna hebben ze me uitgenodigd. Triodos, ABN-AMRO,
Rabobank – ik ben bij allemaal, behalve ING, langs geweest om te praten met de
top. Maar het probleem is: zij kijken naar wat er van dag tot dag gebeurt,
uitgaande van een onveranderlijk systeem. Ik wil juist een ander systeem. We
zitten dus niet op dezelfde golflengte. Daarom moet het via de politiek.
Vergelijk het met voetbal. Je kunt wel voetballers smeken minder grove
overtredingen te maken, maar zo lang het van de scheidsrechter mag, verandert
er niets. De scheidsrechter moet meer mogelijkheden krijgen om rode en gele kaarten
uit te delen.'
Bankiers willen niet
openlijk met je in discussie. Behalve oud-minister en oud-bankier Onno Ruding
in het tv-programma 'Buitenhof'.
'Ik heb ook gediscussieerd met de voorzitter van de
bankenlobby. Die heeft zich de afgelopen jaren overigens ingezet voor een
slechts beperkte verhoging van de kapitaalbuffers. En toen de president van de
Nederlandse Bank pleitte voor grotere beperkingen om geld te lenen, om zo een
veiliger hypotheekstelstel te krijgen, viel de hele lobby over hem heen. Dus
werkt de bankensector mee aan veranderingen van het financieel systeem? Niet
echt.'
Ik heb het gevoel dat
juist vanuit de banksector je wordt weggezet als een doemdenker. Luister naar
Ruding in 'Buitenhof'.
'Ach, dat zou ik ook doen. Als ik niet inhoudelijk op
andermans argumenten in wil gaan, maak je een karikatuur van hem. Ik kan er
niet mee zitten, zulke kritiek is onvermijdelijk, ik weet wat ik heb
geschreven.'
Naast alle gesprekken
met politici en bankiers heb je een enorme lange tournee voor 'Dit kan niet
waar zijn' ondernomen. Ben je het al moe om over de bankensector te praten?
'Ik word eerder moe van deze vraag.'
Je bent activist
genoeg om enthousiast te blijven?
'Activist? Nee. Ik heb iets uitgezocht en een diagnose
gesteld: dat het bankensysteem levensgevaarlijk is. Het hoort erbij om er veel
over te praten, om te zorgen dat de boodschap landt. Dat is mijn werk. Maar ik
laat het aan anderen over om actie te voeren. En om eerlijk te zijn is het wel
goed om me zo langzamerhand met andere dingen bezig te gaan houden.'
Begint het in
september niet opnieuw, als het boek in Engelse vertaling uitkomt: 'Swimming
with sharks'? Tenslotte stond een blog voor The Guardian aan de basis van Dit
kan niet waar zijn.
'Ik heb geen idee wat de vertaling zal doen. Uiteindelijk
kent niemand mij hier. Bij The Guardian werken 1200 man, ik ben er daar één
van. Sommige stukken op het blog trokken 5.000 lezers, een enkel stuk 200.000
lezers. Maar daarmee scoor je nog geen bestseller. Wie een succesvol blog bij
De Standaard heeft, publiceert ook niet meteen een bestseller. Belangrijker
voor het succes is dat ik in Nederland al bekend was van een ander boek. Mensen
denken dan sneller: kom, ik geef die auteur nog een kans. Je ziet dat "Dit
kan niet waar zijn" in België daarom al minder invloedrijk is.'
Zijn er meer
vertalingen op komst?
'De rechten zijn verkocht aan China en een paar Europese
landen. Maar dat loopt nu allemaal. Mijn vorige boek is in vijftien landen
verschenen, ik hoop dat te evenaren. Overigens is het in juni al in het Duits
uitgekomen. Er zijn veel recensies verschenen, ik kan nog niet zeggen wat dat
voor de verkoop betekent.'
(Eerder gepubliceerd op Knack.be, 3 aug 2015)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten