Willem Gerson
is ernstig ziek. De van oorsprong Nederlandse bestuursvoorzitter van Capital C
beschikt na een leven in de financiële sector over meer dan genoeg middelen om
de beste artsen te consulteren. Toch aarzelt de vijftiger – en niet alleen
omdat de dood niet past in zijn vitalistisch wereldbeeld waarin de
onverzettelijkste doorzetter altijd wint. Zijn gezondheid is koersgevoelige
informatie. Zijn dokter is verplicht haar bevindingen te delen met Gersons
aandeelhouders.
Dat is een
van de regels op de Archipel, waar Auke Hulsts vierde roman Slaap zacht, Johnny Idaho zich afspeelt.
Na een economische crisis waarbij die van 2008 in het niet viel ('De Grote
Klap'), trokken alle grote multinationals naar de eilandengroep in de Pacific,
waar ze een staat opbouwden volgens hun eigen regels. Zo is de kapitalistische
natte droom van vrije marktprofeten – en de nachtmerrie van iedereen die zich
daar tegen verzet – werkelijkheid geworden.
Het enige wat
telt in deze wereld is hard werken. Wiens arbeidsethos inzakt, loopt het acute
risico zijn salaris en privileges te verliezen. Ongeacht de oorzaak daarvan.
Werknemers hebben geen enkele rechten, worden nergens tegen beschermd. Ook dat
is een angst van Gerson. Als bekend wordt hoe beroerd hij eraan toe is, zal onmiddellijk
iemand anders zijn baan overnemen en moet hij binnen enkele dagen zijn riante
woning op het eiland Executive verlaten.
De technologie,
alweer verder geëvolueerd, staat volledig in dienst van bedrijven. De bewoners
van de Archipel zijn verplicht aangesloten op een sociaal medium à la Facebook,
maar ook op een communicatienetwerk waarmee beveiligers hen via 'oortjes'
altijd kunnen aanspreken. Iedereen kan zo voortdurend aanbiedingen op maat
krijgen. Enkele uren nadat Gerson hoort dat de arts hem heeft opgegeven, wordt hij
al overstelpt door spam van uitvaartondernemingen.
Slaap zacht, Johnny Idaho is een dystopische roman in de traditie
van 1984 (George Orwell), Brave New World (Aldous Huxley), Fahrenheit 451 (Ray Bradbury) en,
recenter, The Circle (Dave Eggers).
Net als deze voorgangers heeft Hulst de economische, politieke,
wetenschappelijke en technologische tendensen van zijn tijd tot in hun uiterste
consequentie heeft doordacht. Om vervolgens te laten zien wat menselijke
waarden in zo'n samenleving nog betekenen.
Dat levert
een fascinerend decor op. Dat begint al bij de gedetailleerde kaarten van de
vier eilanden van de Archipel op de flappen van het omslag. De inwoners hebben
de juiste vergunning nodig om met de 'worm' van het omvangrijke Downside, waar
het proletariaat woont in slecht onderhouden, vieze flats, naar het blinkende
Upside te reizen, thuisbasis van de hoofdkantoren. Maar overal zijn de straten
genoemd naar succesvolle ondernemers en neoliberale politici.
De controle is
er totaal. Mocht de verplichte deelname aan netwerken niet genoeg zijn om
iedere online activiteit voor eeuwig vast te leggen, dan zorgen de 'ogen' (een
soort zwevende camera's), de nanorobotjes (onzichtbaar kleine camera's) en de
Pleasers (spionnen) er wel voor dat iedereen twentyfourseven in de gaten wordt
gehouden. Uiteraard niet door de overheid zelf – nee, beveiliging is uitbesteed
aan een bedrijf met de toepasselijk bedrieglijke naam Good To Know You.
De
controlestaat wordt niet alleen gerechtvaardigd door het belang van bedrijven
om hun winst te maximaliseren en van consumenten om de voor hen best mogelijke
producten te kopen. Er zijn ook bedreigingen van socialisten en moslims, tegen
wie de inwoners in bescherming moeten worden genomen. In de Archipel geldt
voortdurend ten minste code oranje, ongeacht het feit dat de mogelijkheid van
een aanslag niet heel serieus te nemen is.
Het is immers
bijzonder moeilijk om in deze wereld onzichtbaar te opereren. Als Johnny Idaho
– de hoofdpersoon van deze roman – naar Upside wil, heeft hij de vinger nodig
van iemand die daar woont om de biometrische poortjes te passeren. De man is er
vermoedelijk doelbewust voor vermoord. Daar aangekomen moet Johnny het
uitgavepatroon van zijn aangenomen identiteit overnemen om niet op te vallen.
Maar als hij online iets opzoekt, gaat de politie direct naar hem op zoek.
Het
opvallende aan Slaap zacht, Johnny Idaho
is de ondanks alles weinig kritische toon. Hulst presenteert alleen een wereld
zoals die over enkele jaren kan zijn. Die afstand is te prijzen. Hij schept
daarmee ruimte voor de lezer om zelf te voelen hoe afschuwelijk deze toekomst
is. Ook staan Hulsts oordelen niet in de weg van zijn personages, die – zoals
Gerson – moeten proberen om te gaan met ziekte en sterfelijkheid in een
maatschappij waarin minder dan ooit plaats is voor welke vorm van falen ook.
Toch wringt
het hier. Hulst schreef geen 1984.
Ook al wilde Orwell in de eerste plaats een wereld tonen waarin geen plaats
meer is voor het individu (waarbij de machthebbers ook al gebruik maken van
bedreigingen van buitenaf, intensieve controle en manipulatie om de bewoners
onder de duim te houden), zijn wereld bleef decor in een klassiek
noodlotsdrama. Orwells maatschappij van Big Brother verontrust alleen omdat
Winston Smith je dierbaar is geworden.
Hulst slaagt
er niet in een verhaal over mensen te vertellen. Hoeveel achtergrond hij zijn
karakters ook meegeeft, ze blijven zetstukken met wie je nooit sympathiseert.
Gerson gaat dood. De Japanse biomedicus Hatsu Hamada, die werkt aan het
onsterfelijk maken van de mens met behulp van de regenererende genen van een
kwal, vervreemdt van haar werk. Maar hun verhaal wordt vooral gebruikt om weer andere
aspecten van de Archipel te tonen. Hun lot laat je koud.
Bij de
introductie van Johnny Idaho – de enige wiens lotgevallen op de eilanden in de
eerste persoon enkelvoud worden verteld – is er even de illusie dat hij een
karakteristieke eigen stem heeft, maar al gauw blijkt hij dezelfde toon aan te slaan
als die Hulst gebruikt wanneer over de andere twee schrijft: modieus,
streetwise, maar ook afstandelijk. Hij hoort niet thuis in het rijtje Holden
Caulfield, Alexander Portnoy en Ignatius J. Reilly. Ook hij wordt niet meer dan
een pion.
Het verhaal helpt
evenmin. Hulst volgt zijn drie personages in korte, afwisselende hoofdstukken.
Wat Gerson en Hamada met elkaar te maken hebben, is vanaf het begin duidelijk.
Maar wat is Johnny Idaho's relatie met hen? Hulst hoopt dat die vraag de lezer
voortdrijft. Hij laat geleidelijk doorschemeren dat Johnny een missie heeft:
wraak nemen – voor een gruwelijk leed dat hij moest ondergaan door een
kapitalistische misstand. Maar het ligt al snel voor de hand op wie.
Zo overheerst
de teleurstelling. Hulst zegt in zijn verantwoording 'uitputtend research' te
hebben gedaan. Je zou wensen dat hij net zo veel energie in levensechtere
personages en een geraffineerder plot had gestoken.
(Eerder gepubliceerd in Ons Erfdeel)
AUKE HULST, Slaap
zacht, Johnny Idaho, Ambo|Anthos, Amsterdam, 2015, 384 p.
Zie ook:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten