Bij ieder boek stelt Stephan Enter zichzelf voor nieuwe
uitdagingen. Wat heeft zijn eigen oeuvre hem geleerd? Een schrijfcursus in zes
lessen – 1: het zintuiglijke detail.
Ooit kreeg Stephan Enter voor zijn verjaardag een
schrijfboek cadeau. Hoe schrijf ik een
goed verhaal van de Amerikaanse sf-schrijver Damon Knight. Hij was een jaar
of twintig, wilde schrijver worden, maar kon toch weinig met dit boek. Pas toen
Enter het boekje jaren later opnieuw doorbladerde, voelde hij bij allerlei tips
een schok van herkenning. O ja, dacht hij, dat is een gevaar. Inderdaad, dat
kun je beter niet zo oplossen.
'Ik denk,' zegt hij nu, 'dat een schrijver niets heeft aan
kant en klare oplossingen als hij zelf nog weinig heeft geprobeerd. Schrijven
is een ambacht. Je kunt het gewoon leren, dat is het mooie eraan. Maar een
schrijver moet eerst zijn handen vies maken. Je moet met een probleem hebben
geworsteld voor je in aangereikte oplossingen snapt waarom je iets zó moet
aanpakken; voor je de oplossing herkent.'
Toch is de les die Enter trekt uit zijn debuut – de zes
lange verhalen tellende bundel Winterhanden
– geschikt voor beginners: zoek details. 'Details wekken een scène tot leven. Scherpe
en originele details, die zo veel mogelijk aan de zintuigen appelleren. Als een
lezer meteen iets ruikt of voor zich ziet, komt een verhaal beter bij hem
binnen. Is hij meer geneigd om erin mee te gaan.'
Teruglezend in 'Schijngestalte' stuitte Enter op een passage
waarin zijn hoofdpersoon zijn aandacht richt op het weer buiten: 'Hij keek naar
het raam en zag dat er grote sneeuwvlokken tegenaan woeien, die na een poosje
langzaam naar beneden gleden en een glinsterend slakkespoortje achterlieten.'
Dát beeld, tegelijk herkenbaar en origineel, maakt dat je de student echt in
die kamer ziet staan.
Ander voorbeeld. In 'Bederf' komt een grootvader voor,
waarmee de hoofdpersoon een speciale band heeft. 'Die man kun je in algemene
termen beschrijven. Hoe oud hij is, wat voor beroep hij had enzovoort. Maar hij
gaat pas leven als je hem specifiek beschrijft. Met de haren die uit zijn oren
groeien. Of de manier waarop hij opstaat uit zijn stoel door zich met beide handen
op de leuning omhoog te duwen.'
Sprekende details vindt een schrijver door concentratie op
het verhaal. 'Door de personages en gebeurtenissen te visualiseren en goed op
te letten. Toen ik aan "Bederf" werkte, zat ik in de trein tegenover
een man van tachtig. De kans om hem te observeren heb ik niet laten liggen. Als
schrijver moet je voortdurend alert zijn. De ideale schrijver is altijd honderd
procent alert. Helaas lukt mij dat niet.'
Details vallen hem niet alleen in als hij een personage of
scène daadwerkelijk schrijft. Dat gebeurt ook in een eerder stadium. Als Enter een
plot heeft uitgewerkt waarin een grootvader een cruciale rol heeft, noteert hij
alles wat hem invalt. Wat herinnert hij zich van zijn eigen opa's? Wat deden
andere oude mannen die hij ontmoet heeft? 'Als je echt in een verhaal zit, komt
er heel veel boven.'
Ook is een detail na het schrijven nooit meteen definitief.
'Als een ontevredenheid over een passage doorzanikt, is vaak het detail toch
niet goed. Dan blijf ik er over nadenken tot me opeens het juiste detail te
binnen schiet. Ik ben echt geen geniale observator, maar als je een goed
verhaal wilt schrijven, moet je een talent voor observeren ontwikkelen. Het
schrijven dwingt je daar simpelweg toe.'
(Eerder gepubliceerd in Schrijven Magazine 4, 2015)
Zie ook:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten