dinsdag 9 augustus 2016

De stripmarkt anno 2016: 'Als ik al die volle tekeningen zie, echt geweldig' (Boekblad, 2/2)

Nederland heeft er een nieuwe uitgeverij voor graphic novels en andere beeldverhalen bij: SubQ. In tegenstelling tot Vlaanderen en Frankrijk heeft Nederland nog steeds een bescheiden traditie, maar SubQ gelooft dat er een markt voor is. Sinds 2013 trekt de ook de markt  voor beeldverhalen weer aan. Bij Scheltema staan nu vier kasten met beeldverhaal. ‘Mensen willen óf een goedkoop e-boek of pocket óf, als ze dan toch geld uitgeven, iets echt oogstrelends.’
AFLEVERING 2

De toegenomen aandacht van boekhandel Scheltema voor strips – met onder meer een Maand van de Strip – is niet symptomatisch voor de positie van strips en graphic novels in de algemene boekhandel. De inspanningen van een boekhandel blijven afhankelijk van net die ene persoon met liefde en kennis van strips. Van toeval dus. ‘De meeste winkels kopen een Auladell in op vraag van de klant’, zegt Schifferstein. ‘Hooguit vijfentwintig winkels zoals Scheltema kopen er één in. Dat schiet niet op.’
Het spijt Gasseling dat algemene boekhandels het liefst alles via CB bestellen en niet met Strips in Voorraad in zee gaan. ‘Het zou fijn zijn als Ron [Poland] grote boekhandels kan bevoorraden, maar die willen liever niet met aparte facturen werken.’ Met een aparte vertegenwoordiger over de vloer, bedoelt ze, neemt automatisch de kennis ter plekke toe van wat er eigenlijk op de markt beschikbaar is. ‘Er zijn maar vijf tot zeven relevante uitgeverijen. Maar genoeg boekverkopers kennen zelfs die niet.’
En dat terwijl er ruimte is voor een stripaanbod door het gestaag wegvallen van speciaalzaken in de loop der jaren. Sack weet een heel rijtje op te noemen van verdwenen winkels in de buurt van Scheltema. ‘Nou moe is weg. Dat zaakje op de Zeedijk ook, hoe heet-ie ook alweer? Lambiek en Beeldverhaal zijn verhuisd en kleiner geworden. In De Bijenkorf wordt de boekafdeling steeds kleiner. Dan liggen wij voor de liefhebbers goed op de route. Ze hoeven het centrum er niet voor uit.’

Stripspeciaalzaken
Poland schat dat er nog ‘ruim veertig’ stripspeciaalzaken over zijn in Nederland. ‘Met de meeste gaat het goed. Zeker met degene die een actieve internetwinkel hebben. Dat zijn de meeste. Maar over een jaar of drie, vier zijn er weer een paar verdwenen. Voor een groot deel door vergrijzing. Er staan weinig opvolgers klaar. Ook de winkels met uitsluitend personeel in dienst, wat van oudsher toch al uitzonderingen waren, hebben het moeilijk. Silvester sloot vorig jaar twee van zijn vier winkels.’
Net als bij algemene boekhandels is een partij als Bol.com een steeds grotere concurrent. Poland merkt dat de speciaalzaken het daardoor steeds meer van de echte liefhebbers moeten hebben – die ook in toenemende mate worden bediend met signeersessies en andere activiteiten. ‘De rest merkt dat het toch heel makkelijk is om gewoon thuis, desnoods ’s avons laat, een album te bestellen.’ Maar dan is dat wel vaak een oudere, minder courante titel, merkt Gasseling aan de afzet van Xtra via Bol.com.

Graphic novels
De hausse aan graphic novels bij algemene uitgeverijen, die een jaar of tien geleden inzette, is voorbij. Toch verschijnt er bij verschillende uitgeverijen nog veel. De Geus heeft succes met De arabier van de toekomst. Lebowski heeft Democratie van Alecos Papadatos. Wereldbibliotheek bracht onlangs Nel. Een zot geweld van Peter Theunynck en Lies van Gasse. Bij Gibbon verscheen de verstripping Het Stempel naar De vrouw die zegt dat ze mijn moeder is van Judith Uyterlinde. Et cetera.
Maar beperkt blijft het. Er zit geen beleid achter. ‘Het succes van bijvoorbeeld De Geus komt ook omdat de politieke situatie de strip interessant maakt’, zegt Schifferstein. ‘Zoals Atlas tien jaar geleden succes had met Marjane Satrapi omdat Persepolis over Iran gaat. Toen ik De Geus ooit vroeg om een co-productie te doen omdat hun Fred Vargas een scenario had geschreven voor mijn Edmond Baudoin, weigerde de uitgeverij dat. Een strip van Vargas – dat zou haar naam maar schaden.’
De algemene uitgeverijen kunnen weliswaar zorgen voor meer exposure voor een strip, maar hun uitgaven zijn niet per se de beste uithangborden voor het genre, vindt Gasseling. ‘Ze kozen niet altijd de beste graphic novels uit. Als die vervolgens niet liepen, werden boekhandels terughoudend om een volgende strip in te kopen. Ook was de uitvoering soms erg matig. Strips uitgeven is toch een ander vak. De lettering was bijvoorbeeld heel slecht.’
SubQ heeft in ieder geval geleerd van het mislukken van stripfondsen uit het verleden, bezweert Wessels. ‘De Vliegende Hollander [destijds imprint van Dutch Media] bracht meteen een volle catalogus. Wij doen drie titels. En we doen geen succesvolle Engelstalige strips als Frank Miller. Die koopt de liefhebber in het origineel. Bij het Deense Deserteur van Halfdan Pisket heb je dat niet.’ De samenwerking met crossmediaal productiebedrijf Submarine en adviseur Gert-Jan Pos borgt de kwaliteit.

Kunstwerk
Alles bij elkaar zou je kunnen denken dat stripuitgevers, -distributeurs en -verkopers flink mopperen. Al die gebrekkige aandacht voor de schitterende kunst in media en bij algemene boekhandels en uitgeverijen! Feit is echter dat ze juist niet klagen. Of ze dat nu letterlijk niet doen – zoals Joustra, die zegt het dat met Scratch Books ‘prima de luxe’ gaat en verder geen algemene uitspraken doet. Of wanneer ze enkele kanttekeningen plaatsen, zoals met name Schifferstein en Gasseling.
Waarom zouden ze ook? Strips worden in Nederland al zolang zij zich kunnen herinneren veronachtzaamd als serieuze kunstvorm. Nederland is nu eenmaal geen Frankrijk, België of Amerika. Dat zal nooit veranderen. ‘Als ik zo’n uitspraak hoor van Jean-Marc dat het taalgebied te klein, denk ik: wij hebben in ieder geval Vlaanderen erbij’, zegt Gasseling. ‘Dat is hartstikke belangrijk voor ons. Met zes miljoen inwoners is Vlaanderen goed voor zeker de helft van onze omzet. In veel andere landen is het nóg moeilijker om van strips te kunnen leven.’

En dus blijven ze onverstoorbaar doorgaan met het uitventen van hun passie. Schifferstein: ‘Die combinatie van beeld en tekst in verhalende vorm. Daar is zo waanzinnig veel mee mogelijk. Er worden iedere keer zulke prachtige dingen gemaakt, waarin ieder afzonderlijk beeld een heel album lang een zelfstandig kunstwerk is. Daar krijg ik nooit genoeg van.’
(Eerder gepubliceerd in Boekblad magazine, mei 2016)

Zie ook:

Geen opmerkingen: