woensdag 11 april 2018

'Onder de toonbank. Pornografie en erotica in de Nederlanden' (Athenaeum.nl)

Wie gedrukte porno wil kopen, heeft steeds meer moeite om een verkooppunt te vinden. En wie het toch in handen krijgt, zal teleurgesteld zijn. De toekomst van dit genre is aan semi-wetenschappelijke uitgaven als het boeiende Onder de toonbank. Pornografie en erotica in de Nederlanden.

Zal porno slechts op internet overleven – als bewegend beeld? De bekende onderneemster Sandy Wenderhold is overtuigd van het tegendeel. 'Papier is en blijft lekker veilig: moeder de vrouw vindt er niks van terug op de apparaten', wordt zij geciteerd in Onder de toonbank. Pornografie en erotica in de Nederlanden. 'Het is in potentie een grote markt, maar er is geen distributie. Bij alle tien tankstations waar ik langsrij op weg naar kantoor lag vroeger onze hele range. Nu liggen we nog maar bij één van de tien. Bij de AKO of Bruna kopen mannen niet, seksshops zijn er steeds minder, postorder is geen optie.'
Zou het werkelijk alleen een gebrek aan verkopers zijn die zich sterk maken voor porno: van erotische literatuur tot seksblaadjes? Het rijkgeïllustreerde overzichtsboek van de Nederlandse geschiedenis van pornografie op papier – vanaf de eerste vertalingen van Pietro Aretino's Sonetti lussuriosi ('Wellustige sonnetten') en Ragionamenti ('Discussies') tot de aangekondigde dood die zich nu voltrekt – laat zien dat de prikkelliteratuur van weleer niet meer prikkelt. Geen enkel citaat en afbeelding wekt lust op bij wie gewend is geraakt aan de filmpjes die dankzij plastische chirurgie en geavanceerde software steeds meer zijn geperfectioneerd. En bovendien in overvloed gratis te bekijken zijn.
Wat te denken van dit fragment uit Rendez-vous op 't Tulpplein van Jan Brandts, dat in 1948 door de politie werd geconfisqueerd wegens de zedenbedervende inhoud. Is dit opwindend?

Kom, mijn lieverd', fluisterde ze schor van aandoening. Zijn handen zochten en vonden, plotseling was hij zich niet meer meester, hij drong in haar. 'Mijn jongen, mijn Leo, mijn man,' haar adem ging sneller. Met verweer van al zijn geestelijke krachten wist hij een ontspanning te verhinderen, tot zij steeds begeriger en woelend tot een volkomen overgave kwam en haar zachte snikken aangaven, dat hij haar het moment van hoogste vreugde gekomen was. 'Liefste', stamelde hij, onmachtig door een intense ontroering die een mist voor zijn ogen bracht, dan zonk hij weg in een haast bewusteloze rhythmiek en plotseling was daar voor hem het koninklijke moment.

Eigenlijk is porno op papier alleen nog interessant in uitgaven als Onder de toonbank. Een semi-wetenschappelijke uitgave, uitgevoerd en vormgegeven als koffietafelboek, die inzicht verschaft in wat lang toch een verboden en wellicht daardoor ook door serieuze publicisten veronachtzaamd genre was. En dat doen het voorwoord van Peter J. Muller, in 1968 oprichter van het uiterst succesvolle tijdschrift Candy, en de negen artikelen van eminente boekhistorici als Marita Mathijsen en kenners als verzamelaar Bert Sliggers. Bij elkaar geven ze een schijnbaar compleet beeld van wat vierhonderd jaar porno voor het gedrukte woord heeft opgeleverd.
Rode draad is een reeks van vier artikelen die tezamen een historisch overzicht geven. Pornografie begint, zo betogen Han van der Vegt en Inger Leemans, door de combinatie van het ontstaan van privé-ruimte, waardoor seks iets persoonlijks wordt, en de groeiende verspreiding van het gedrukte boek. Seks verwordt van iets alledaags, waar je gerust over kunt schrijven (zoals het nu eigenlijk weer is), naar iets intiems, dat de zinnen kan kietelen. Daarmee wordt het tegelijk ook iets wat binnenskamers moet blijven. Kostte wat kost: al direct vanaf Aretino worden auteurs en uitgevers van porno door kerk en staat vervolgd.
Het is – ondanks het wat droge, opsommerige karakter van de meeste bijdragen – interessant om te lezen hoe in de loop der eeuwen het prikkelende gehalte van pornografische lectuur en de intensiteit van de strijd ertegen communicerende vaten zijn. Er kan veel in lankmoedige tijden: zie de vrijpostige gedichten van de zeventiende eeuwse Matthijs van de Merwede. De suggesties wordt uiterst subtiel in tijden van hard optreden door de autoriteiten: zie de wel erg heel zachte softporno uit de negentiende eeuw, zoals in dit gedicht van Jacob van Lennep dat hij toch niet durfde te publiceren:

O, die bron van zoetigheden
Heeft mij vrij wat pijn geteeld!
Wreede lipjes van Selinde!
O laat af, op mij te woên,
Opdat ik genezing vinden
In een minder felle zoen.

Daarnaast bevat het boek enkele thematische artikelen – onder andere over lesbische porno, de aantrekkingskracht van exotische vrouwen of pornografische strips. Het fascinerendst is de bijdrage van Ewoud Sanders over 'blanke slavinnen'. De term werd geïntroduceerd door een Britse journalist die in 1885 de illegale vrouwenhandel aan de kaak stelden. Dat leidde tot vertalingen, uitgaven over de Nederlandse situatie en zelfs een proefschrift. Maar al gauw tot uitgaven waarin lustig werd ingespeeld op de sensatiezucht en zinnenprikkelende behoeften. Dat culmineerde in het doelbewust pornografische Blanke slavinnen uit New-Orleans van Cornel dee Young (1950), hoewel de term toen al was verouderd.
Juist dit specialistische artikel doet vermoeden dat Onder de toonbank misschien een uitputtend inzicht in de geschiedenis van de gedrukte porno lijkt te verschaffen, maar dat er toch ruimte moet zijn voor een vervolg. Ik kijk ernaar uit.

Onder de toonbank. Pornografie en erotica in de Nederlanden verscheen vorige maand tegelijk met de opening van een expositie in Museum Meermanno in Den Haag. 'Porno op papier. Taboe en tolerantie door de eeuwen heen' is daar nog tot en met 24 juni te zien.

Geen opmerkingen: