donderdag 16 maart 2017

Interview met nieuwe algemeen secretaris Hans Bennis: 'De Nederlandse Taalunie moet weer als krachtig, zelfbewust instituut opereren' (Taalunie:Bericht)

De Nederlandse Taalunie moet het doorgeefluik zijn tussen het veld en de politiek, vindt de nieuwe algemeen secretaris Hans Bennis. ‘Van alles wat we doen moeten we ons opnieuw afvragen: is het in belang van de taal of van de Taalunie?’

Hans Bennis noemt zichzelf ‘een echte Amsterdammer’. Hij zegt wat hij denkt. ‘Ik heb in eerdere interviews gezegd dat spelling me niet interesseert. Ik weet wel dat je in deze functie eigenlijk hoort te zeggen: spelling is op dit moment geen prioriteit. Maar ik ben geen diplomaat. Dat er dan meteen allemaal mensen mails sturen: en nu verloedert de taal echt!, neem ik voor lief. Je kunt het toch nooit iedereen naar de zin maken.’
Als algemeen secretaris van de Nederlandse Taalunie zal dat echt niet veranderen. De 65-jarige taalkundige is na een lange carrière, waarvan de laatste achttien jaar als directeur van het Meertens Instituut, met pensioen. Hij heeft alleen maar op deze functie gesolliciteerd omdat hij het leuk vindt – en omdat hij niet wilde stoppen met werken natuurlijk. Waarom zou hij iedere dag op en neer naar Den Haag reizen als hij zich gedwongen voelt zich anders te gedragen? 

‘Bij het Meertens instituut moet je weg als je de pensioengerechtigde leeftijd hebt bereikt’, vertelt hij. ‘Ik keek al rond wat ik kon gaan doen toen Marc van Oostendorp, senior onderzoeker bij het instituut, tegen mij zei: jij bent de nieuwe algemeen secretaris van de Taalunie! Ik wist niet eens dat de baan vrij was. Maar ik heb gebeld met het ministerie en instellingen als de Internationale Vereniging voor Neerlandistiek en raakte langzaam overtuigd dat ik dit wil.’ 
Waarom? ‘Ik heb veel kennis van het veld. Ik heb veertig jaar in de neerlandistiek gewerkt. Op het academisch niveau waar ik volgens het assessment voor deze baan – de eerste die ik in mijn leven moest doen – op functioneer. Ha ha. En ik heb heel veel bestuurlijke ervaring. Ik vind het leuk dat ik dat ook hier kan combineren. Precies zoals ik dat altijd heb gedaan: dicht op de werkvloer, om samen met de mensen iets moois tot stand te brengen.’ 

Bennis’ directheid wil echter niet zeggen dat hij als een olifant door de porseleinkast zal denderen om zijn eigen zin door te drijven. In zijn visie is de Nederlandse Taalunie een doorgeefluik van kennis over de taal en opvattingen in het veld naar de politiek, die daar beleid op maakt. Hij gaat juist luisteren – om vervolgens alle geluiden te bundelen tot één visie, zodat de neerlandistiek met een helder, gemeenschappelijk verhaal bij de beleidsmakers komt. 
‘Neem het schoolvak Nederlands’, geeft hij als voorbeeld. ‘Daar is veel kritiek op. Het behoort tot de saaiste vakken op school. Onzin natuurlijk. Ik ben zelf Nederlands gaan studeren, hoewel ik beter was in wis- en natuurkunde, omdat dat het leukste vak was – dankzij mijn leraar. Daar moet dus wat aan worden gedaan. Maar wát, dat ga ik niet zelf bedenken. Dat moet uit het veld komen, waarna ik tegen ministers Jet Bussemaker van Nederland en Sven Gatz en Hilde Crevits van Vlaanderen kan zeggen: dit vindt het veld.’
Nog een voorbeeld: het Nederlands in het buitenland. ‘Dit terrein is de afgelopen jaren behoorlijk afgeknepen. Het belang ervan is bij de politiek niet duidelijk. Het economisch en het cultureel belang van het Nederlands moet daarom niet helder over het voetlicht worden gebracht. Daarom is de Taalunie nu een onderzoek gestart naar het aantal studenten Nederlands in de wereld en waar zij terecht komen. Zo blijken veel Polen bij Ikea te gaan werken, omdat het daar wordt gezien als Nederlands bedrijf.’ 

De politiek heeft tot nu toe weinig oor voor het veld. Dat was ook een van de conclusies uit het rapport-Schinkelshoek van vorig jaar, dat met name Nederlandse politici desinteresse in de taal en de Nederlandse Taalunie verweet. Bennis begrijpt dat wel. Vergaderingen in het Comité van ministers en de Interparlementaire Commissies gingen vaak over de Taalunie zelf. De begroting. Nieuwe aanstellingen.
‘Politici associëren de Taalunie met het Groene Boekje en dat vinden ze niet interessant. Ik dus ook niet, omdat we hier zijn voor de taal – níet voor de enig correcte manier waarop die wordt gespeld. Ik ga er voor zorgen dat de politiek op de vergaderingen wordt uitgedaagd om standpunten te ontwikkelen. De tijd is voorbij dat het veld een rapport neerlegt waar het dan bij blijft. Omdat wij het luisterend oor van de politiek hebben, leg ik hen zo'n voorstel voor en wil ik ervoor zorgen dat beleid concreet wordt.’
Als het aan Bennis ligt, komt er dan ook een eind aan ongefundeerde meningen over taal. ‘Iedereen roept vaak maar wat. Bijvoorbeeld: er mag geen Turks meer worden gesproken op kinderdagverblijven. Maar taalkundigen weten dat een goede beheersing van je thuistaal een positief effect heeft op het taalvaardig zijn in de landstaal – of je thuistaal nou Kerkraads is, Turks of Farsi. Op grond daarvan moet beleid worden ontwikkeld over meertaligheid.’ 

Bennis is nog maar net begonnen bij de Nederlandse Taalunie. Woensdag 1 februari was zijn eerste werkdag. In deze eerste fase draait alles om herstel van vertrouwen. Ook bij het veld, dat in zijn beleving net zo weinig als politici beseft wat de taak van de Taalunie is. ‘Ik was bij een commissie van de KNAW over meertaligheid. De eerste vraag was: wat doet de Taalunie hier? Die zijn toch alleen van de standaardtaal? Ten onrechte. Het Nederlands bevindt zich in een meertalige context en dus is het voor de Taalunie belangrijk om ook over meertaligheid visies te ontwikkelen.’ 
Dat groeiend besef van wat de organisatie doet, moet gepaard gaan met een herijking van het takenpakket, zodat de Taalunie als krachtig, zelfbewust instituut kan opereren. ‘We hebben zo veel taken verzameld. Deze eerste weken komen elke dag dossiers op mijn bureau waarvan ik niet wist dat wij dat ook doen. Van alles wat we doen moeten we ons opnieuw afvragen: is het in belang van de taal of van de Taalunie?’ 

Bennis’ benoeming heeft zo veel enthousiasme losgemaakt dat je bijna zou denken dat zijn komst genoeg is geweest om het vertrouwen te herstellen. Sommige taalkundigen schreven dat zijn aanstelling het beste nieuws over de Taalunie was dat ze in jaren hadden gehoord. Maar dat lag eerder aan het gekelderde vertrouwen in de organisatie dan aan zijn persoon, denkt de algemeen secretaris zelf. En iedere nieuwe bestuurder heeft nu eenmaal zijn wittebroodsweken. 
‘Iedereen legt nu zijn verlanglijstje bij mij op tafel en denkt: top, we krijgen weer onze zin. Maar of het ook zo uitpakt? Er komt een moment dat er keuzes moeten worden gemaakt. Maar belangrijk is dat we, anders dan de laatste jaren, met alle partijen daar een goed gesprek over voeren. Mijn ervaring is dat als je uitlegt waarom je de keuze maakt en samen naar oplossingen zoekt, je er altijd wel uitkomt. In dat opzicht ben ik wel een diplomaat.’
(Eerder gepubliceerd op Taalunie:Bericht mrt 2017)

woensdag 15 maart 2017

Interview Marnix Peeters over zijn uitgeefplatform Pottwal Publishers: 'Ik ken er een paar die opgelucht gaan ademhalen nu ze van deze wilde vos verlost zijn.' (Boekblad)

Hoe ervaren schrijvers de boekhandels, uitgevers en boekenvakorganisaties waar ze mee samenwerken? Marnix Peeters is zijn eigen uitgeefplatform Pottwal Publishers begonnen. Hij gelooft heel erg in Do It Yourself. 'Onze wereld is daar helemaal klaar voor'.

U gaat het dus zelf doen. Geeft dat veel nieuwe energie? Aan uw publicatietempo krijg ik niet de indruk dat het u daaraan ontbreekt. 
'Ik ben een rare mengeling van een heel luie mens en een verwoestende controlefreak. Dat eerste maakt dat ik op een berg in de Oostkantons woon, waar vele dagen gevuld geraken met het observeren van vogels, wandelingen door de Duitse wouden, en koken; het tweede heeft tot gevolg dat ik op professioneel vlak altijd maar het gevoel heb dat ik een heel enthousiaste hond aan een ketting ben. Ik schrijf ontzettend graag en dus ook veel, ik houd me ontzettend graag bezig met trailers, campagnes, ideetjes… Mensen bij de uitgeverijen kregen zichtbaar horens van mij. In de aanloop naar een boek is het voortdurend van: dit nog, en dat nog, en oh ja, en liefst nog alles lekker door elkaar heen. Ik ken er een paar die opgelucht gaan ademhalen nu ze van deze wilde vos verlost zijn.'

Uw inspiratie was het maken van een bibliofiele uitgave. Heeft u ook uw licht opgestoken bij andere auteurs die het uitgeven in eigen hand hebben genomen?
'Neen. Van lichten opsteken word je zelden wijzer – ieder mens is anders, ieder geval is apart. Ik speel al een paar jaren met dit idee, en ik ken mezelf goed genoeg om te weten dat er een dag komt dat ik beslis: nù doe ik het – en dan doe ik het gewoon. Als ik er op voorhand met te veel mensen over praat, schuif ik het gegarandeerd op de lange baan. Ik ben ook op één punt bijgelovig: ik vertel nooit dingen op voorhand. Never tell anyone anything, om het met Holden Caulfield te zeggen. Ik gun mezelf die ene afwijking.'

Wat miste u bij de traditionele uitgeverijen die eerder werk hebben gepubliceerd: De Bezige Bij Antwerpen, Prometheus, Hollands Diep?
'Niet zo heel veel. Misschien wat standvastigheid. Ik ben er, besefte ik pas achteraf, ingestapt in woelige tijden: vroeger, zo schijnt me toe, waren klassieke uitgeverijen grote, rustige schepen op een wijdse, kalme zee. Toen ik bij De Bezige Bij in Amsterdam arriveerde, waren er daar, onzichtbaar voor deze leek, oorlogen aan de gang tussen mensen en generaties, en toen ik met Robbert Ammerlaan meeging naar De Bezige Bij in Antwerpen was het daar ook al heel snel van Krabbegem; overal waar ik kwam leek al snel de orde verstoord te zijn, en ik maak me sterk dat het niet aan mij lag. Ik houd wel van wat onrust, maar het moet ook niet te véél zijn. Ik zou eens een tijdlang, voor meerdere boeken, met die ene goeie redactrice willen werken, en dat beslis ik nu gewoon lekker zelf.'

Waarom heet Pottwal een uitgeefplatform en geen uitgeverij?
'Omdat het een onstandvastige verzameling van mensen is wier neuzen niet per se altijd dezelfde richting moeten uitwijzen, en die voortdurend van plaats kunnen wisselen, al naargelang. Onze samenleving werkt almaar meer op die manier: zelfstandigen die de krachten bundelen, in plaats van allemaal mensjes die voor een welbepaald bedrijf gaan werken. Daarom: een platform. En omdat het behoorlijk sjiek klinkt.'

Wat zijn uw plannen na publicatie van de columnbundel Zei mijn vrouw? Wanneert brengt Pottwal werken van andere auteurs?
'In het najaar volgt mijn nieuwe roman In elke vrouw schuilt haar moeder. Het is toevallig dat er twee keer ‘vrouw’ in de titels staat. Het is een avonturenroman, die mij, na het schrijven ervan, nog het hardst aan mijn debuut De dag dat we Andy zijn arm afzaagden deed denken. Ik heb ook wat berichtjes en mails van auteurs ontvangen, zeker nadat het nieuws in de kranten stond. Maar ik heb nog met niemand heel concreet gesproken. En ik ga nu geen kronen ontbloten, zoals dat in Belgische royaltytermen heet.'

Waarom bent u voor financiering naar Gumption gestapt? Steken ze er veel geld in?
'Gumption is een collectief van startups – veelal in de IT, heb ik de indruk, maar dat zijn dus mensen die op zelfstandige basis allerlei samenwerkingen aangaan. Veel BMW’s en maatpakken, en Tesla’s, maar dat kan me niet zoveel schelen. Het zijn mensen waar je naartoe kunt stappen en zeggen: "wat dacht je van een boek?" – en vijf minuten later zeggen ze: "genoeg overlegd, we doen het, twee grote Stella’s alstublieft, Lucia" (het overleg vond plaats in café Oud Arsenaal in Antwerpen). Ze stoppen bespottelijk weinig geld in het project.'
  
WPG zorgt voor druk en distributie. Zijn dat de essentiële taken die een auteur niet zelf kan verzorgen?
'Het zijn de dingen die er van ver zeer saai uitzien. Waar ik weinig tot niets van afweet. Laat hen dat nu maar doen. En waarom niet Prometheus? Wel, Prometheus doet z’n Vlaamse zaken via WPG België. Het zou nogal een rare en ingewikkelde constructie worden om nog een laag toé te voegen aan de reeds twee verdiepingen tellende opbouw. '
  
U gaat experimenten doen, zoals het weggeven van een e-boek. Dat doen uitgeverijen toch steeds meer?
 'Het gebeurt sporadisch, terwijl het standaard zou moeten zijn. Full monty. Zoals je een code krijgt als je een vinylplaat koopt om de plaat ook digitaal te kunnen downloaden, zodat je je platenspeler niet moet meenemen bij het joggen. Waarom is dat in de letteren niet? Behoudsgezindheid, louter? Ik begrijp dat niet. Ik houd nog altijd het meest van het papieren boek. Maar als ik midden in The Nix op reis vertrek naar Uruguay wil ik die turf niet moeten meezeulen; ik wil lekker voort kunnen lezen op m’n e-reader. Als het e-boek geen hoge vlucht neemt, ligt het misschien aan het feit dat de sector het te weinig promoot, bijvoorbeeld op deze manier.'
  
Aan welke andere experimenten denkt u?
'Allerlei. Heerlijke. Dingen. Stop. Out.'
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 8 mrt) 

dinsdag 14 maart 2017

Lees je beter – boekentips voor zieke kinderen

Er is een variant op De Boekenapotheek bijgekomen. Een serieuze, degelijke en mooie database die hopelijk flink wordt uitgebreid in de komende jaren en vooral: veel wordt gebruikt.

Lees je beter is een online zoekregister voor iedereen die zich middels kinder- en jeugdboeken beter wil kunnen inleven in een kind dat ziek is. De website is een idee van auteur en illustrator Ted van Lieshout en kinderneuroloog Irina Snoeck, die hopen dat het initiatief ertoe zal bijdragen dat zieke kinderen zich (een beetje) beter gaan voelen.
“Als je ziek bent kun je er op internet informatie over vinden. Maar uitleg over hoe het is om ziek te zijn, vind je niet zo makkelijk. Daarvoor kun je terecht bij leesboeken. Lezen over iemand met dezelfde aandoening kan niet alleen jou meer inzicht geven, maar ook de mensen om je heen: je broer, je moeder, je leraar oma, je dokter, je verpleegkundige, iedereen. Lees je beter helpt je bij het zoeken naar het juiste boek,” aldus Ted van Lieshout.
Lees je beter bevat op dit moment al bijna 200 boektitels. Het register is doorzoekbaar op ziekte of aandoening, maar ook op algemene zoektermen als auteur, leeftijd en titel. Daarnaast zijn er drie hoofdcategorieën: 'Omgaan met ziekte/aandoening', 'Omgaan met dood/verlies' en 'Ziekenhuis en dokter'. Bezoekers kunnen de boeken waarderen met een like (in de vorm van een pleister) en een reactie achterlaten. Ook kunnen zij - en daar hoopt leesjebeter.nl op - nieuwe titels voor het register aandragen.
Een aantal experts vertelt in een filmpje op Lees je beter waarom het een goed idee is om boeken over ziek zijn te lezen. Zo vertelt Anna Woltz, die vorig jaar met haar ziekenhuisboek Gips de Gouden Griffel won, in haar jeugdroman Alaska hoe het is om epilepsie te hebben. Ook kinderarts Irina Snoeck raadt een aantal titels aan.
(bron: persbericht)

maandag 13 maart 2017

'Aantal selfpublishers in drie jaar met tweederde gegroeid' (Boekblad)

Het aantal schrijvers dat uitgeeft in eigen beheer is in drie jaar gegroeid van circa 70.000 naar meer dan 116.000. De totale omzet van al deze schrijvers is met 69 % gegroeid.

Dat beweert selfpublishing-dienstverlener Pumbo. Het bedrijf komt op de groei van het aantal auteurs door haar eigen klantenbestand en geschat marktaandeel te extrapoleren naar de hele markt. Zelf is Pumbo gegroeid van circa 7.000 in 2013 naar 12.500 klanten vorig jaar – let wel: klanten die daadwerkelijk tot publicatie zijn overgegaan. Hoe het marktaandeel zich in dezelfde periode exact heeft ontwikkeld, wil mede-eigenaar Yordy Spoor uit concurrentieoverwegingen niet zeggen.
'Wat ik erover kan zeggen is dat er in 2013 veel minder concurrenten waren', aldus Spoor. 'Brave New Books is bijvoorbeeld eind 2013 live gegaan en heeft door de directe koppeling met Bol.com natuurlijk veel bekendheid. Wij spreken onze concurrenten weleens en weten daardoor ook een beetje hoeveel mensen er werken en wat voor aantallen zij doen. Deze aantallen wijken af van wat zij in de media roepen. Door die groei aan concurrenten – overigens hoofdzakelijk eenpersoonsbedrijven – is ons marktaandeel gezakt, maar desondanks blijft onze omzet maar groeien.'
De forse omzetgroei is uitsluitend gebaseerd op de totale verkoop van de Pumbo-klanten. Spoor: 'Wij denken dat wij dezelfde soort klanten hebben als andere selfpublishing-bedrijven. Daarom denken wij ook dat de groei in afzet voor nagenoeg iedereen in dezelfde lijn ligt.' De groei is echter niet alleen te verklaren door de groei aan auteurs. 'We zien een sterke stijging van het type auteurs die het professioneel aanpakken en dan ook meer exemplaren per titel verkopen.'
Hoeveel exemplaren auteurs gemiddeld precies verkopen, zegt Pumbo niet. Maar het aantal titels waarvan er minstens 50 exemplaren zijn verkocht, is gestegen van 64 % naar 72 %. Het aantal titels waarvan er minstens 100 exemplaren zijn verkocht steeg naar 45 %. En van inmiddels 14 % van het aantal titels zijn meer dan 500 exemplaren verkocht. In het verlengde hiervan is het aantal boeken dat in oplage is geproduceerd en op voorraad gelegd flink omhoog gegaan. In 2013 werd 13% van alle boeken vanuit een magazijn of CB verstuurd, in 2016 is dat 33 %.
De verandering van productiewijze past hierbij. Werden drie jaar geleden 19 % van de titels offset gedrukt, in 2016 is dat licht gestegen naar 23 %. Het aandeel hardcovers is in dezelfde periode gegroeid van 13 % naar 15 %. En het aantal boeken dat in kleuren is gedrukt explodeerde van 13 % naar 41 %. Ook het aandeel e-boeken in de afzet is gestegen, maar niet meer dan de A-boekenmarkt. Wel is digitaal in de selfpublishingwereld groter: het aandeel e-boeken steeg van 15 % naar 19 %.
De infographic waarin Pumbo alle gegevens heeft verzameld is hier te vinden.
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 8 mrt)

vrijdag 10 maart 2017

Waterstones strijdt tegen online concurrentie met merkloze winkels (Boekblad)

Het lijken onafhankelijke boekhandels, maar het zijn filialen van Waterstones. Juist merkloze winkel zijn een wapen in de strijd tegen Amazon, aldus algemeen directeur James Daunt.

De eerste Waterstones onder een andere naam werd medio 2014 geopend in Southwold: Southwold Books. Met het ritme van een per jaar volgden daarna winkels in Rye en Harpenden, met vergelijkbare namen boven de etalage. Alle drie zijn het kleine plaatsen waar al lange tijd geen boekhandel meer was. Alleen een kleine handgeschreven notitie in de etalage maakt duidelijk dat 'Southwold Books een handelsnaam van Waterstones' is. Ook wordt bijvoorbeeld de loyaliteitskaart van de keten er geaccepteerd.
De opening van de winkels werd destijds gerapporteerd in de lokale pers – inclusief de betrokkenheid van de keten. De inwoners van deze plaatsen, toch het overgrote deel van de klanten, wisten hoe de vork in de steel zat. Pas deze week besteedde de Britse landelijke pers er aandacht aan. De toon was kritisch: Waterstones zou doelbewust oneerlijk zijn om kritiek voor te zijn tegen de uniformering van de winkelstraat en de verhoging van de lokale huren die altijd plaatsvindt met de komst van ketens.
Daunt weerlegde in talloze media – tot Amerikaanse aan toe – alle kritiek. Hij legde uit dat dé manier om Amazon te verslaan is het winnen van de loyaliteit van klanten. Dat kan het best door hen een persoonlijke, sterk lokale winkel neer te zetten met een geheel eigen atmosfeer. Om die reden spoort hij al sinds zijn aantreden ook iedere bedrijfsleider van een Waterstones-filiaal aan om zich te gedragen als een onafhankelijke boekverkoper. Merkloze winkels is alleen maar een stap verder.
De reden om in de genoemde plaatsen geen Waterstones-filiaal neer te zetten was tweeledig. Ten eerste worden deze winkelstraten gedomineerd door onafhankelijke winkels. Een Southwolds Books past daarin beter. Ten tweede zijn deze winkels veel kleiner dan een gebruikelijk filiaal: gemiddeld 65 vierkante meter – terwijl de kleinste Waterstones 230 vierkante meter groot is. De keten wil daarom niet de indruk wekken dat men in Southwold hetzelfde assortiment kan gebruiken.
Waterstones gaat dan ook zeker door met deze strategie. Volgens Daunt kreeg de keten daags na eerste berichten in de landelijke pers ongeveer veertig e-mails van consumenten die ook voor hun plaats uitkeken naar een merkloze Waterstones. Daunt gaat er echter alleen op in als deze plaatsen geen enkele boekhandel meer heeft.
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 3 mrt)

Zie ook:

donderdag 9 maart 2017

Marnix Peeters gaat boeken zelf uitgeven (Boekblad)

Marnix Peeters is zijn eigen uitgeefplatform Pottwal Publishers begonnen. Hij wil naast zijn eigen werk ook andere auteurs publiceren. Hij werkt hiervoor samen met WPG.

De eerste uitgave van Pottwal Publishers is de bundel columns Zei mijn vrouw, die op 22 maart verschijnt. De naam van de uitgeverij verwijst naar de bibliofiele uitgave Der Pottwal (Duits voor potvis), dat in november vorig jaar bij Carbolineum Pers verscheen. 'Daarvoor had ik het creatieve proces helemaal zelf in handen, tot en met de illustraties, terwijl ik helemaal geen tekenaar ben. Ik werd toen zo bevangen door enthousiasme dat ik wou zien of ik dat ook kan,' zegt hij in De Morgen.
Peeters vond geld voor zijn initiatief bij het ondernemingsplatform Gumption, gespecialiseerd in het steunen van 'jonge, onafhankelijke consultancy bedrijven'. Ook werkt hij samen met WPG voor de druk en distributie. 'Het creatieve deel – redactie en vormgeving – doe ik in samenwerking met mensen die ik graag heb en die niet bang zijn van een nieuw idee', zegt hij in De Standaard. 'Pottwal Publishers moet een onstandvastig team van creatieve mensen zijn, dat qua sfeer organischer aanvoelt dan de instituten die uitgeverijen vaak nog zijn.' Maar: 'de boeken moeten ook in de winkels geraken en dat kan ik moeilijk zelf doen. Eigenlijk stappen we met een volledig afgewerkt boek naar de drukker.'
Directeur Jeroen Overstijns van WPG België zegt door Peeters te zin gevraagd 'in de opstartperiode als een soort onderaannemer hem te helpen de zaken op de rails te krijgen, niet voor de inhoud maar voor de operationele dingen als distributie en opslag. Hij is bij ons uitgekomen omdat er al wat persoonlijke banden waren. Groter dan dat is onze rol niet, maar we ondersteunen het graag omdat we het natuurlijk interessant vinden om nieuwe business modellen te zien ontstaan en te kijken hoe we die nieuwe dingen kunnen steunen.'
Pottwal Publishers wil ruimte bieden voor experimenten zoals een gratis digitale versie bij aankoop van het papieren boek, dat Peeters meteen toepast bij Zei mijn vrouw. Hoewel steeds meer uitgeverijen dat doen – zei recent nog het gratis e-boek bij Kluuns DJ van uitgeverij Podium – vindt hij dat 'de uitgeefwereld daar duidelijk nog niet klaar voor' is. 'Er mag wel eens wat kruit in het oude vaartuig gestoken worden.'
Peeters debuteerde in 2012 met De dag dat we Andy zijn arm afzaagden bij De Bezige Bij Antwerpen – destijds een aparte uitgeverij van WPG, waar hij nu indirect bij terugkeert. Na Natte dozen uit 2013 stapte hij over naar Prometheus. Daar zijn inmiddels drie romans verschenen, het meest recent Kijk niet zo konijntje. In 2015 kwam daarnaast bij Hollands Diep De trapchauffeur uit.
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 3 mrt)

Meer zelfuitgevers:

woensdag 8 maart 2017

Interview Lisette Kreischer over IACP-nominatie voor 'Groente uit zee' (Boekblad)

Hoe ervaren schrijvers de boekhandels, uitgevers en boekenvakorganisaties waar ze mee samenwerken? Deze week Lisette Kreischer. De Amerikaanse editie van haar Groente uit zee. Recepten en informatie over zeewier en algen – mede geschreven door Stichting Noordzeeboerderij en Marcel Schuttelaar – is genomineerd voor de internationale IACP Cookbook Awards 2017. De komende dagen wordt de winnaar bekend gemaakt.

Gefeliciteerd met de nominatie. Wat betekent de IACP Cookbook Awards 2017?
‘Hartelijk dank! We voelen ons allemaal enorm vereerd. Alleen al de nominatie voor een IACP Cookbook Awards in de categorie Food Matters is een enorme eer. De International Association of Culinary Professionals is een van de meest prestigieuze food groups in de VS.’

Wat maakt de IACP Award zo prestigieus?
‘In 1978 richtte een groep kookschooleigenaren en -instructeurs, met inbegrip van Julia Child, Jacques Pepin, en Anne Willan, de IACP op. Daarmee legden zij een basis voor eetcultuur in Amerika en daarbuiten. Over de afgelopen decennia heeft de IACP zich uitgebreid met schrijvers, fotografen, stylisten, bloggers, marketeers, voedingsdeskundigen, chef-koks, restaurateurs en ambachtelijke voedselproducenten. Het maakt de IACP tot een unieke gemeenschap, waar de leden bijeen komen om ervaringen en expertise, advies en ondersteuning te delen op een manier die tot nu toe ongekende groei en succes lijkt te kennen.’

Wat voor effect zal de nominatie (of straks de prijs) hebben op de verkoop?
‘Alleen al de nominatie schijnt naar horen zeggen al groots effect te hebben. Er is altijd veel media rondom de genomineerden en de awards in het algemeen. Voor ons is het dus een geweldige kans om het verhaal omtrent zeewier nog breder en internationaal te vertellen.’

Het kookboek is de afgelopen jaren enorm in opkomst gekomen. Zet die groei nog altijd door?
‘Naar mijn idee wel. In de tijd dat ik begon met schrijven van kookboeken bestond er nog een heel andere cultuur. Een kookboek ging langer mee en ook de manier waarop de media er aandacht aan besteden was volledig anders. Kookboeken wisselen elkaar tegenwoordig met veel grotere snelheid af en de aandacht concentreert zich vooral rondom social media. Met name Instagram is een krachtige tool om een kookboek mee te promoten. Mijn gevoel zegt echter dat hier een einde aan komt. Al zullen kookboeken nog wel een tijdje gemaakt worden, de markt zal fundamenteel veranderen. Denk aan kookvideo's en natuurkijk de kookblogs. Alles zal elkaar sneller en sneller opvolgen en ik verwacht dat veel bloggers zelf kookboeken gaan maken zonder uitgevers en vervolgens hun boek via de online kanalen zullen verkopen. Dat zie je nu al veel gebeuren. Ik blijf echter braaf bij mijn uitgever en hoop uiteraard op een duurzame toekomst voor mijn kookboeken uiteraard.

Kun jij eigenlijk van de verkoop van je boeken leven? Of moet je er dingen naast doen?
‘Ik zou zeker van mijn kookboeken kunnen leven, maar dan zou ik de pr anders moeten aanpakken. Het gaat dan om prioriteiten stellen en in mijn geval liggen mijn prioriteiten anders. Ik heb nog een bedrijf: The Dutch Weed Burger, dat 100% plantaardig fast food produceert verrijkt met zeewier. Vanuit dit bedrijf, of beter gezegd, vanuit deze beweging, vertel ik mijn verhaal over de toekomst van de plantaardige keuken, evenals ik via mijn lezingen en mijn boeken doe. Hier ben ik fulltime mee bezig. Mijn missie is mensen inspireren tot het eten van plantaardige voeding en het leven van een Ecofabulous lifestyle. Ecofabulous staat voor genieten in stijl met respect voor mens, dier en natuur. Deze lifestyle loopt als een rode draad door mijn leven en al mijn werkzaamheden. Ik zou niet anders kunnen en willen.’

Is het moeilijk om iedere keer nieuwe onderwerpen voor een kookboek te bedenken? Alles lijkt er al te zijn.
‘Voor mij niet. Veel is er ook nog niet. Mijn focus, de plantaardige keuken, is pas net in opkomst. Er is nog zoveel te laten zien, proeven en beleven op dit gebied. Zoveel mensen hebben nog geen idee wat de vegan lifestyle betekent, denken dat vegetarisch eten vies is en hebben geen clue wat seitan is of dat je jezelf kunt ondersteunen met de kracht van planten. Tot die tijd schud ik kookboekideeën uit mijn mouw – haha – en blijf ik het verhaal keer op keer vertellen onder het genot van heerlijke plantaardige gerechten.’

Loop je niet snel het gevaar dat je voor kleine niches boeken maakt?
‘Iets begint vaak met een niche. Zo zijn mijn boeken ook begonnen en zullen ze nog lang blijven. Maar dankzij die niche is groei mogelijk. Je moet eerst mensen triggeren, laten zien dat iets kan en mogelijk is waardoor een verhaal uiteindelijk de massa kan bereiken. Dat zie je duidelijk nu gebeuren met vegan food. Toen ik rond 2001/2002 begon met vertellen over de kracht van de plantaardige keuken, kwam daar nog weinig over naar buiten. Inmiddels is de sojamelk doorgedrongen tot in de cappuccino en schieten de vegan eetzaakjes in de grote steden als paddenstoelen uit de grond. Het is zeker nog steeds niche, maar een veel grotere niche dan vijftien jaar geleden. Ik maak me dus niet druk, het gaat om het verhaal, om de beweging. Als dat goed is en klopt, volgt de rest vanzelf.’

Maar een kookboek over zeewier en algen?
‚Dat is zelfs dubbel niche: én plantaardig én over zeewier. Maar juist daardoor gaat het ontzettend goed. Dit boek biedt een geheel frisse kijk op onze verankerde eetcultuur die niet meer houdbaar is voor de toekomst. Met dit boek bieden we antwoorden en laten we een verfrissende nieuwe mogelijkheid zien. Door het verschaffen van goede informatie en het bieden van prikkelende recepten met mooie fotografie kun je zomaar verder doorbreken dan je in eerste instantie wellicht had gedacht. Kijk naar die IACP nominatie voor de Amerikaanse vertaling: Ocean Greens. Dat hadden we niet zien aankomen.’

Denk je dat kopers van jouw boek er ook uit koken?
‘Ik denk dat 50 % echt gaat koken uit ons boek Groente uit zee en 50 % eruit leest, geïnspireerd raakt en de volgende keer dat ze in aanraking komen met zeewier wordt herinnerd aan dat mooie verhaal dat we erin vertellen. Zeewier heeft een prachtige potentie. Ondersteunt door de kracht van andere planten kan het antwoord bieden op grote wereldse thema’s. Zeewier is een hoogwaardige eiwitbron, de teelt ervan neemt geen kostbare landbouwgrond in beslag en het verbruikt nauwelijks zoet water. Het zal nog even duren denk ik voordat alle kopers van het boek ook daadwerkelijk iedere dag met zeewier koken. En dat is ook niet per se de bedoeling van dit boek. De bedoeling is informeren, enthousiasmeren en een zaadje planten voor de toekomst.’

Je debuteerde ooit bij Artemis, nu zit je bij Kosmos. Is het voor een kookboekenauteur beter om bij een gespecialiseerde uitgever te zitten?
‘Niet per se. Het gaat vooral om de klik die je met een uitgever en het team hebt. Of je elkaar begrijpt en hetzelfde doel voor ogen hebt. Als dat snor zit, kun je vlammen! Binnenkomen bij Artemis was een zegen en een cadeautje. Het was wellicht een relatief kleinere uitgeverij, maar de power en het enthousiasme van het team waren fantastisch. Ik voel me enorm dankbaar dat ik die samenwerking heb ervaren en daar vier mooie boeken heb mogen maken. Toen Artemis opging in Ambo|Anthos en er – tot spijt van mij én de uitgever zelf – geen plaats en ruimte was voor mijn werk, waren we net klaar met het maken van Plant Power. In die tijd had Kosmos bij mij aangeklopt en kon Plant Power precies op tijd worden overgedragen. Artemis heeft dat ontzettend zorgvuldig en liefdevol gedaan. Ik kijk daar nog met een warm hart op terug.’

Het bevalt je ook bij Kosmos?
‘Het was een geluk dat Kosmos al met open armen stond te wachten. De uitgeverij voelde als een mooie volgende stap. Ook deze samenwerking bleek een succes. Een grotere uitgever met veel ervaring in kookboekenland, waardoor ons nieuwste boek Groente uit zee meteen een succes werd en inmiddels in het Duits en Amerikaans is vertaald. Ik heb dankzij Kosmos veel mogen leren over het maken van boeken en voel dat mijn kennis daarin na acht (kook)boeken behoorlijk is vergroot. Kosmos richt zich natuurlijk op grotere merken, maar zien ook de kracht van de kleintjes. Mijn uitgever bij Kosmos gelooft heel sterk in mijn werk en dat is precies wat ik nodig heb. Enthousiasme, vertrouwen en een diep besef en geloof dat we samen belangrijke veranderingen kunnen bewerkstelligen.’

Wat is de belangrijkste bijdrage van de uitgever aan je boek?
‘O dat is een hele lijst! Ik heb ooit onderzocht wat ik zou moeten doen mocht ik zelf eens een boek willen uitgeven en besefte me daardoor maar weer eens hoe ontzettend fijn het kan zijn om met een uitgever te werken. Ik heb het druk met mijn bedrijf, dus minder ruimte om een doelgroep online uit te bouwen en te verkopen. Gelukkig is daar de uitgever die samen met mij zorgt voor PR en distributie. Ook mijn grammatica is maar zo zo – haha. Het is fantastisch dat ik een bestand opstuur naar de uitgever en het superstrak geredigeerd wordt. Ik leer dankzij de uitgever beter schrijven. Dat vind ik ontzettend gaaf! Onlangs redigeerde mijn allereerste uitgever (nog van Artemis) ons boek Groente uit zee en vertelde me dat ik echt was gegroeid in mijn schrijven. Daar moest ik wel even van blozen. Daarnaast triggert de uitgever mij. Hoe wil ik dat mijn verhaal overkomt en bij wie wil ik dat het belandt. Het team van de uitgever helpt me alles aan te scherpen en zijn een heel belangrijke sparringpartner in het proces.’

Is de boekhandel bij wat dus ooit begon als een niche je belangrijkste afzetkanaal?
‘Ja, zowel online als offline. Ik ben altijd ontzettend dankbaar geweest als boekhandels mijn boek willen etaleren en verkopen. Daar begint mijn verhaal. Via de boekhandels kan mijn boodschap bij mensen op de keukentafel belanden en dat is een zegen.’
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 1 mrt)

dinsdag 7 maart 2017

Mailadressen redacteuren misbruikt om manuscripten op te vragen (Boekblad)

De mailadressen van Nederlandse redacteuren worden misbruikt om ongepubliceerde manuscripten in Amerika op te vragen. De Bezige Bij-redacteur Peter van der Zwaag trok gisteren op Facebook aan de bel.

Het begon afgelopen dinsdag. Een onbekende maakte in Amerika de domeinnaam debezigbjj.nl aan – met dubbel-j op het einde – en begon onder Van der Zwaags naam manuscripten aan te vragen. De redacteur kwam er de volgende dag achter omdat de Amerikaanse scout van De Bezige Bij het zo a-typisch vond dat hij informeerde naar een manuscript over vier zeventigjarige vrouwen. Hij nam daarop direct actie om het domeinnaam uit de lucht te krijgen.
'Ik dacht even dat een goede grap was', zegt Van der Zwaag, 'maar agenten, scouts en redacteuren over de hele wereld blijken er last van te hebben. Ze deden zich ook voor als mijn collega Chris Kooi. Ik kan alleen maar gissen wat de reden kan zijn. Is het een Russische piratensite op jacht naar nog niet gepubliceerde content? Het gaat om manuscripten die in Publishers Weekly worden gemeld als aangekocht. Daar staat ook de naam van de agent bij, die dan kan worden benaderd.'
Het gaat de oplichter nadrukkelijk niet om geld. Er worden geen creditcard-gegevens of iets dergelijks gevraagd. Alleen boeken. Van der Zwaag: 'Er is duidelijk goed over nagedacht. De persoon die zich als mij voordoet stelt mijn persoonlijk assistent voor – die ik dus helemaal niet heb – en die vervolgens alle rapporten van de laatste tijd opvraagt. Ze mailt daarbij dingen als: "druk hè, zo vlak voor de London Book Fair?". Ook wordt onze scout in New York, die Duits is, in het Duits aangeschreven.'
Woensdag heeft De Bezige Bij de provider van debezigebjj.nl aangeschreven, zodat het domein hopelijk snel uit de lucht is. 'Maar ik vrees dat we dit vaker zullen zien. Het is zo makkelijk om een ander domein te beginnen. Het is nu ook de goede periode ervoor. Volgende week is de London Book Fair, er is veel manuscriptenverkeer.'
Na Van der Zwaag post op Facebook bleek Prometheus vorige maand hetzelfde probleem te hebben gehad, zo legde hoofdredacteur Job Lisman uit. Iemand deed zich voor als oud-redacteur Lisanne Matthijsen, tegenwoordig werkzaam bij HarperCollins. Prometheus loste het probleem op dezelfde manier op: door via de provider ervoor te zorgen dat het fake-mailadres uit de lucht ging. 'The scary thing is that the texts sounded quite professional. And the requests to our scouts were written in English and the requests to Dutch agents in Dutch', schreef Lisman.
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 3 mrt)

Zie ook:

woensdag 1 maart 2017

Interview Roel Janssen over Nederlandse thrillers, literaire auteurs en Kobo Plus (Boekblad)

Hoe ervaren schrijvers de boekhandels, uitgevers en boekenvakorganisaties waar ze mee samenwerken? Roel Janssens nieuwe thriller Alles verloren verscheen daags voor de vierde editie van de Nederlandse Thriller Tiendaagse op Hebban van start gaat. Het is zo langzamerhand tijd dat de CPNB alleen nog Nederlandse auteurs vraagt voor het geschenk van de Spannende Boek Weken.

Wat vindt u van het initiatief van Hebban voor een Nederlandse Thriller Tiendaagse?
‘Hebban is een fantastische site. Ik ken Sander Verheijen, de oprichter en motor achter de site, vrij goed. Hij zet zich al jaren in voor het spannende boek. Eerst met Crimezone, nu met Hebban dat breder aandacht besteedt aan boeken. Hij bedenkt steeds nieuwe dingen, waar de Tiendaagse een mooi voorbeeld van is. Hij port schrijvers ook voortdurend op om aan alles mee te doen. Dat doet hij fantastisch.’

Is Hebban het belangrijkste medium voor thrillerauteurs geworden?
‘Vroeger had je Thrillergids van Vrij Nederland. Dat was het enige. Maar in het internettijdperk is Hebben absoluut het belangrijkste geworden.’

Juist voor auteurs van eigen bodem?
‘Inderdaad. Internationale thrillerauteurs zoals Lars Kepler, die vorige week in Nederland was, krijgen altijd relatief veel aandacht in de media. Dan is het heel goed dat Hebban meer de focus heeft op Nederlandse auteurs.’

Hoe doet u mee aan dit online evenement?
‘Mijn nieuwe boek Alles verloren, een politieke thriller over het vluchtelingendrama, had ik aanvankelijk helemaal anders opgezet. Ik heb daarom het oorspronkelijke eerste hoofdstuk ingeleverd met als aanmoediging aan de lezers om het verhaal af te maken. Dus misschien komt er nog een tweede boek uit hetzelfde idee voort. Wie het leukste verhaal inlevert, krijgt van mij een prijs. Uit eigen zak, maar ik weet nog niet wat.’

Mij valt bij de Nederlandse Thriller Tiendaagse, door de nadruk op het eerste woord van het evenement, een contrast op met de Spannende Boek Weken. Dit jaar is weer een buitenlander gevraagd voor het geschenk: Deon Meyer, die uitgerekend deze week in Nederland is op uitnodiging van de CPNB.
‘Geen kwaad woord over de CPNB. Ik zat tot vorig jaar in het bestuur van Stichting de Gouden Strop en heb daarom van dichtbij gezien hoeveel tijd en energie zij in deze prijs steken sinds zij die organiseren.’

Maar het geschenk van de Spannende Boek Weken is nog altijd de enige CPNB-uitgave die regelmatig door een buitenlander wordt geschreven.
‘Dat is waar. Het beleid is om het ene jaar een Nederlander en het andere jaar een buitenlander te vragen. Misschien is het tijd voor een oproep aan de CPNB om daarmee op te houden. Zo langzamerhand zijn er genoeg Nederlandstalige thrillerauteurs met voldoende populariteit en aantrekkingskracht om mensen naar de boekhandel te lokken. Maar nogmaals: niets dan lof voor de CPNB.’

U heeft de Nederlandse thriller sinds uw debuut in 1997 zien groeien?
‘Ja, ja. Ik ben van de tweede generatie na auteurs zoals Tomas Ross en René Appel. Daarna is de vrouwelijke auteur sterk opgekomen: Saskia Noort en Esther Verhoef zijn een paar jaar na mij gedebuteerd [allebei in 2003, md], maar ook op andere vlakken zie je het genre zich verbreden en verdiepen.

Merkt u ook aan bijvoorbeeld de inkoop van boekhandels een groeiende populariteit van de Nederlandse thriller?
‘Helaas werkt het niet zo. Voor elk boek opnieuw is het een gevecht. Maar hoe dat gaat blijft toch een soort van mysterie. Mijn uitgever De Bezige Bij biedt het boek aan, hun vertegenwoordigers gaan ermee naar de boekhandels. Maar op grond waarvan boekhandels een titel wel of niet inkopen? Het zal een combinatie zijn van naam, onderwerp, media-aandacht en populariteit van eerder werk.’

Snijdt u bewust actuele en populaire onderwerpen aan?
‘Ik zoek zeker onderwerpen waarvan ik denk: die liggen in de belangstelling. Misschien doet iedere auteur dat wel, maar ik doe het bewust. Voor Alles verloren had ik het geluk dat het niet alleen gaat over vluchtelingen, het meest actuele onderwerp toen ik eraan begon, maar ook over populisme, wat momenteel het meest actuele onderwerp is. Ik merk aan de media-aandacht dat redacties toch sneller dan bij een thriller over een moord op twee hoog achter denken: laten we iets met dit boek doen.’

En dat ook op een moment dat schrijvers als Karin Amatmoekrim en Auke Hulst – ook in deze interviewreeks – oproepen om meer actualiteit in literatuur.
‘Precies. In NRC Handelsblad schreef mijn oud-collega Michel Krielaars onlangs een pleidooi voor een reactie van schrijvers op populisme. Toen ik dat las, dacht ik: je wordt op je wenken bediend. Alles verloren bewijst eens te meer dat thrillerschrijvers veel meer op de actualiteit zitten dan literair auteurs.’

U reikt bij de presentatie in Paagman morgen het eerste exemplaar uit aan een literair auteur: Arnon Grunberg. Waarom?
‘Hij schrijft in zijn Voetnoten in de Volkskrant vaak over onderwerpen die me nauw aan het hart liggen. Zo schreef hij een jaar geleden naar aanleiding van het vluchtelingenakkoord dat Rutte in Brussel sloot: “Wat kapot moet worden gemaakt is het businessmodel van extreemrechts in Europa.” Zo treffend en zo toepasselijk voor het boek waar ik aan werkte, dat ik deze zin als motto voor mijn boek heb gebruikt. Ik vroeg daarom ook of hij het eerste exemplaar in ontvangst wil nemen. Hij staat tenslotte bekend als iemand die gretig dingen aanpakt die buiten zijn eigen terrein liggen. Dat vind ik ook zo leuk aan hem. Ik ben heel blij dat hij het wilde doen én dat hij kon. De presentatie inpassen in zijn agenda was nog het lastigste.’

Door het bekende vooroordeel over thrillerschrijvers gaat er ook iets uit van: Roel Janssens zoekt erkenning bij zijn literaire collega’s?
‘Dat zoek ik niet. Ik ken de kinnesinne tussen spannende auteurs en literaire auteurs. Die bestaat al heel lang. Maar ik heb nooit zoiets als een scheiding tussen eerste- en tweederangs auteurs gevoeld. Het is voor iedere schrijver een enorme worsteling om iets moois van zijn boek te maken en ze hebben allemaal een eigen publiek. Dat is alleen maar goed, óók voor de boekenbranche.’

U hoeft zich dus niet te meten met een Grunberg?
‘O nee. Ik heb afgelopen week nog een boek van hem gelezen. Zo knap, zo veel beter dan wat ik kan. Ik moet dat niet willen. Na al die jaren leer je ook je eigen beperkingen kennen.’

Tot slot de actualiteit van vandaag: Kobo Plus. De Bezige Bij heeft auteurs de keuze gelaten om daaraan mee te doen. Welke keuze heeft u gemaakt?
‘Had ik een keuze? Of wacht nu je het zegt: ik heb een tijd geleden een brief gekregen. De Bezige Bij communiceert altijd heel goed met zijn auteurs. Maar ik was zo bezig met mijn boek dat ik me er niet zo in heb verdiept als had gemoeten. Schrijven is zo tijdrovend en aandachtvretend. Hoe dan ook zeg ik altijd ja tegen zulke initiatieven.’

Waarom?
‘Streamen en downloaden is een nieuwe manier van verspreiden. Dat groeit gewoon. Ook bij de uitgeverij, die langzaam een draai maakt van papier naar internet, ook in de marketing. Als schrijver heb je geen keuze dan om daar bij te zijn. Wat dat voor gevolg heeft voor mijn royalty's, merk ik wel. Die zijn trouwens toch niet zo hoog.’
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 22 feb)