donderdag 10 augustus 2017

literair agenten in Nederland 4: Maarten Boers (Boekblad)

Als redacteur bij Amstel Sport, L.J. Veen en Nieuw Amsterdam voelde Maarten Boers zich een ambassadeur van zijn auteurs binnen de uitgeverij. Hij vond dat het leukste aspect van zijn werk. Alleen: hij werd niet betaald door de auteur maar door de uitgever. En kwam daardoor soms in situaties terecht waarbij hij het belang van zijn werkgever moest laten prevaleren – bijvoorbeeld als hij wél enthousiast is over een boek maar de uitgever niet­­­. Die spagaat wilde hij niet meer. Hij wilde auteurs honderd procent kunnen steunen.
Bovendien zag hij behoefte bij auteurs aan echte belangenbehartiging – ook al zijn lang niet alle schrijvers zich bewust van die behoefte. ‘Ik zie bij veel auteurs een onbegrijpelijk soort naïeve dankbaarheid ten opzichte van uitgevers’, vertelt Boers. ‘Zo van: Het zal wel een standaardcontractje worden. Daar wordt in mijn ogen nog weleens van geprofiteerd. Terwijl het boekenvak bestaat bij de gratie van hun creativiteit. Ik wil daarom iets voor mijn auteurs betekenen.’
In 2016 begon hij als literair agent. Hij mailde uitgever Sander Knol van Xander Uitgevers een voorstel van Nick Dijkman voor een boek met Frank Masmeijer zelfs nog voor hij een zakelijk e-mailadres had. ‘Ik had het gevoel dat het boek bij Xander goed op z’n plaats zou zijn. Dat gevoel werd door de uitgever beantwoord. Dat onderstreepte voor mij dat de keuze voor een eigen agentschap een goede was. Het boek gaat deze zomer verschijnen.’
Een jaar later heeft hij al successen gekend – vooral van Thijs Zonneveld wiens Thomas Dekker. Mijn gevecht uitstekend verkocht. Toch beschouwt hij het agentschap nog altijd als een start-up die nood heeft aan groei om echt rendabel te kunnen zijn. ‘Hoe meer auteurs hoe beter,’ zegt hij. Er gaat dan ook geen dag voorbij zonder dat hij iemand benadert om te praten over een boek. Maar ook dan heeft hij tijd nodig om te kunnen oogsten.
‘Er zijn onder mijn hoede veel mensen aan het schrijven,’ legt hij uit. ‘Dat heeft nog lang niet in alle gevallen geleid tot eerste versie of afgeronde manuscripten, die rijp zijn om uitgestuurd te worden. In eerste instantie begeleid ik auteurs dus als redacteur. Ik denk ook dat als ik mezelf vergelijk met andere agenten – met wie ik als redacteur bijna allemaal heb gewerkt – mijn kracht vooral ligt bij de redactie. Daar kunnen auteur én uitgever hun voordeel mee doen.’
(Eerder verschenen in Boekblad Magazine 5, 2017)

woensdag 9 augustus 2017

literair agenten in Nederland 3: Dorine Holman (Boekblad)

Dorine Holman is erin gerold. Ze was actief in de literaire wereld als interviewer en organisator van evenementen, kwam zo in contact met auteurs en die begonnen steeds vaker te vragen wat ze ergens van vond of dat ze iets voor hen kon regelen. ‘Ik werd echt geconsulteerd. Dat nam steeds grotere vormen aan. En toen won Jaap Scholten in 2011 de Libris Geschiedenis Prijs voor Kameraad Baron. Ik belde  voor hem boekhandels en bibliotheken om lezingen te organiseren en besloot professioneel agent te worden.’
Inmiddels heeft Holman twaalf auteurs in haar stal – onder hen Christine Otten, Frank Krake en Frank Westerman. Ze werkt zeven dagen per week fulltime voor hen. ‘Niet door boeken bij uitgeverijen onder te brengen zoals de meeste agenten. Dat is niet mijn expertise, al geef ik heus wel advies als mij vraagt wat ik denk. Ik heb me gespecialiseerd in marketing en communicatie. Dat gaat inmiddels veel verder dan wat ik destijds voor Jaap deed. Ik benader ook festivals en bedrijven, zet samenwerkingen op, werk een mediastrategie uit.’
Holman spreekt van een integrale aanpak. ‘De basis is de auteur en het boek. Wat wil die? En wat heeft het boek nodig? Ik probeer dat zo breed mogelijk te zien. Het boek heeft immers ook altijd een onderwerp waar je wat mee kunt. Ook de optredens, media-aandacht en de sociale media moeten optimaal op elkaar aansluiten. Als een auteur zelf niet op sociale media actief is, doe ik dat voor hem. Een uitgeverij kan dat nooit zo intensief doen, maar ik stem mijn activiteiten altijd af met de uitgeverij van mijn auteur.’
Zij wordt hiervoor ‘in negen van de tien gevallen’ volledig betaald door de auteur. ‘Op percentage-basis van hun inkomsten via optredens en andere dingen die ik voor hen regel’, legt Holman uit. ‘Deze manier werkt het beste voor allebei. Een auteur hoeft alleen te betalen als het hem wat oplevert, voor mij is de uitdaging om méér te doen. Maar eigenlijk vind ik het logisch als de uitgeverij mee betaalt. Zij profiteren er immers ook van als een auteur vaker optreedt en meer aandacht in de media krijgt en dus meer boeken verkoopt.’
(Eerder verschenen in Boekblad Magazine 5, 2017)

dinsdag 8 augustus 2017

literair agenten in Nederland 2: Lolies van Grunsven (Boekblad)

Na bijna vijftien jaar werken als acquirerend redacteur – het laatst bij Nieuw Amsterdam – wilde Lolies van Grunsven iets anders. Maar wel: auteurs begeleiden. ‘Niet binnen een uitgeverij, maar zelfstandig, zodat ik alleen verantwoording hoef af te leggen aan mezelf.’ Bovendien zag ze de behoefte bij uitgeverijen toenemen aan Nederlandse auteurs. ‘De markt voor vertalingen was moeilijker geworden. Je moet veel meer kosten vooraf maken, terwijl de oplagen gering zijn. En een buitenlandse auteur kun je zelden inzetten voor pr.’
Het begon in 2010 met Marieke Groen. Zij kende Van Grunsven als redacteur en wilde per se door haar begeleid blijven worden. Inmiddels heeft ze zo’n zeventig auteurs, inclusief een tiental auteurs die nog moeten debuteren. ‘Ik kan er nu goed van leven. Dat was in het begin zeker niet zo. Ik had het geluk dat ik toen tot twee keer toe parttime kon invallen als redacteur vanwege een zwangerschap. Zo kon ik tegelijk het agentschap opbouwen en geld verdienen. Het is als zelfstandige wel nóg harder werken dan in dienst.’
Van Grunsven concentreert zich op begeleiding tijdens het schrijven, het zoeken van een passende uitgeverij, het opstellen van een marketingplan en blijft daarna bij iedere stap betrokken – voor auteurs als Daan en Thomas Heerma van Voss, Maartje Wortel, Anne-Gine Goemans, Carly Wijs en Jente Posthuma. Soms regelt ze ook een column of organiseert ze de verkoop van vertaalrechten via een subagent. ‘Ik heb steeds een contract voor een of twee boeken. Daarna zijn auteurs vrij om te doen wat ze willen. Ik wil het verdienen dat ze bij mij blijven.’

Ondanks een groeiend aantal agenten die na haar zijn begonnen ervaart ze geen concurrentiestrijd. Er is immers genoeg ruimte op de markt. ‘Ik zit ook vooral in de literaire hoek. Ik begeleid veel romans. Anderen kunnen daardoor fantasy of zo doen, waar ik weinig mee heb. Zo kan iedereen zijn eigen specialisme ontwikkelen.’
(Eerder verschenen in Boekblad Magazine 5, 2017)

maandag 7 augustus 2017

literair agenten in Nederland 1: inleiding (Boekblad)

Ze verklaarden me voor gek! Paul Sebes laat in geen enkel interview na om te vertellen dat niemand een cent voor zijn kansen gaf toen hij in 1998, samen met Caroline van Gelderen, het eerste agentschap voor Nederlandse auteurs opzette. Twintig jaar later zal niemand hem tegenspreken dat auteurs wel degelijk behoefte hebben aan mensen die zich exclusief voor hen inzetten – voor het begeleiden van manuscripten, het vinden van uitgeverijen, het bemiddelen bij schrijfopdrachten, het regelen van theatertournees en wat niet al.
Sebes is dan ook allang niet meer de enige agent in Nederland. Zijn kantoor Sebes & Bisseling, zoals het na de verheffing van Willem Bisseling tot partner in 2015 heet, telt inclusief de naamgevers vijf agenten. Daarnaast is er een groeiend aantal zelfstandigen met een eigen stal auteurs. Sommigen waren redacteuren bij een uitgeverij: Lolies van Grunsven en Maarten Boers. Een ander ging het naast zijn pr-werk erbij doen: Remco Volkers. En weer een ander bouwde het uit naast het organiseren van evenementen: Dorine Holman.
Bijna allemaal beheren ze het agentschap naast ander werk. Sebes & Bisseling en Marianne Schönbach handelen ook in internationale vertaalrechten, Boers bestiert sinds enkele jaren uitgeverij De Muur voor wielrenboeken en Volkers’ hoofdbezigheid is nog altijd het voeren van publiciteitscampagnes. En dat is geen uitputtend overzicht van hun nevenactiviteiten. De 15% op de royalties die ze hun auteurs krijgen leveren niet genoeg inkomsten op om van te kunnen leven. Ze moeten eigenlijk meer auteurs vertegenwoordigen. Of hun auteurs moeten meer verkopen.
Maar dat neemt niet weg dat de nieuwe generatie vol vertrouwen is dat de literair agent een niet meer weg te denken beroep in het Nederlandse boekenvak is geworden – al zijn er nog steeds uitgevers die het maar ‘ingewikkeld‘ vinden dat er ‘nog een schakel bij is gekomen’, zoals Van Grunsven meent. ‘En er zullen ook altijd auteurs blijven die geen agent nodig hebben omdat ze heel goed in staat zijn om voor hun eigen belangen op te komen.’

De belangrijkste verklaring voor de groei van de literair agent is misschien wel de sterk gegroeide behoefte daaraan bij auteurs. Ze zijn mondiger geworden – ‘zoals iedereen in de maatschappij’, zegt Volkers. ‘Alles draait steeds meer om succes en ook auteurs willen dat daar alles aan wordt gedaan.’ Daarbij ‘heeft zeker de jonge garde veel onderling contact’, zegt Van Grunsven. ‘Ze weten heel goed van elkaar wat voor afspraken met uitgeverijen worden gemaakt.’
Als een uitgeverij met honderden auteurs in het fonds niet genoeg voor hun belangen opkomt, moet iemand anders het doen. ‘Een goed boek alleen is niet onderscheidend meer. Je moet meer doen. Een uitgeverij kan zich niet permitteren om dat voor alle auteurs te doen’, zegt Holman. ‘Iedereen heeft tegenwoordig een vlog, blog of youtubekanaal’, zegt ook Boers. ‘Je als auteur onderscheiden is veel moeilijker. Daarbij kan een agent van waarde zijn.’
De ontwikkelingen bij uitgeverijen versterken de behoefte aan belangenbehartiging alleen maar. ‘Een redacteur moet tegenwoordig veel meer doen dan acquireren en redigeren', zegt Van Grunsven. ‘Zijn takenpakket is enorm uitgebreid. Hierdoor is er vaak minder tijd om het boek grondig te redigeren.’ En dan zijn redacties ook nog kleiner geworden, voegt Boers toe. ‘Uitgeverijen leunen steeds meer op hun netwerk van freelancers: buitenredacteuren én agenten.’

Wellicht duurt het dan ook niet lang meer of iedere nieuwe auteur begint, zoals in Amerika, met het zoeken van een agent. Volkers: ‘Iedereen begint zich met informeren op het internet. Daar kom je steeds vaker tegen dat je opvalkans als auteur groter is als je een agent hebt. Uitgeverijen bekijken je manuscript serieuzer als het via een agent gaat. Wat ook logisch is. Als een agent al met een auteur heeft gewerkt, ís een manuscript ook beter.’
(Eerder verschenen in Boekblad Magazine 5, 2017)

Zie ook:

donderdag 3 augustus 2017

Interview Sipke de Schiffart: wat betekent het voor een auteur als zijn uitgeverij failliet gaat? (Boekblad)

En toen ging zijn uitgeverij failliet: Friese Pers Boekerij/Noordboek. De Friestalige auteur Sipke de Schiffart is er laconiek onder. Het heeft hem weinig geld gekost en er bleek belangstelling voor zijn werk bij andere uitgeverijen. Het faillissement is wel een klap voor de Friese literaire cultuur, maar die zal ook deze tegenslag overleven. Daarvan is De Schiffart overtuigd.

Hoe bent u ooit bij de Friese Pers Boekerij terechtgekomen?
'De toenmalige redacteur vroeg mij in 2011 via de mail of ik bij hen een verhalenbundel wilde uitgeven. Dat werd Wat it is om bang te wezen.'

Was het een prettige uitgeverij om mee te werken?
'Het was prettig voor mij dat ik werd gevraagd. Ook was het fijn dat deze uitgeverij op een of andere wijze was verbonden aan de Leeuwarder Courant en een groot aantal huis-aan-huisbladen, waardoor er veel kon worden geadverteerd. Loze ruimtes in de kranten werden opgevuld met advertenties voor boeken. Het was daarentegen niet prettig dat ik in een laat stadium te horen kreeg dat ik verplicht was honderd exemplaren van mijn boek te kopen tegen inkoopprijs.'

Wanneer kreeg u door dat er wat mis begon te gaan?
'Misschien in zekere zin al toen ik onverwachts werd gedwongen om honderd exemplaren van mijn eigen boek te kopen.'

Had u last van uitblijvende betalingen?
'Na de uitgave van mijn boek ontving ik na verloop van tijd geen royalty’s meer. Opeens kwam er geen euro meer binnen, hoewel mijn boek nog in de winkels lag. Dat vond ik een beetje vreemd, maar ik heb er verder geen aandacht aan geschonken.'

Werd de telefoon nog opgenomen? E-mails beantwoord?
'Op dat moment had ik andere besognes. Wegens een ziekte en twee verhuizingen lag het schrijfwerk stil en daarom vond ik het niet nodig contact te zoeken met de uitgever. Achteraf zou je kunnen zeggen dat zowel de uitgeverij als ik ziek was, maar ik werd weer beter, de uitgeverij niet.'

Heeft u wel contact met andere auteurs van de uitgeverij?
'In mijn gesprekken met collega’s van de Friese Pers Boekerij was de uitgeverij geen belangrijk issue. Met andere schrijvers praat ik meestal over andere schrijvers, of, in het gunstigste geval, over het schrijven, het lezen, over boeken. Dat is amusanter en interessanter dan praten over het uitgeefproces. De meeste auteurs hadden overigens het zinkende schip reeds verlaten. De stemming omtrent het faillissement van de uitgeverij onder hen is dan ook gelaten. Voor zover ik dat kan nagaan, de laatste anderhalve maand heb ik bijna geen schrijver gesproken.'

Dacht u er toen al aan om een nieuw boek elders onder te brengen?
'Met de nieuwe eigenaren van de Friese Pers Boekerij – Simone en Arie Krijgsman, erg aardige mensen overigens – had ik afgesproken dat ik bij hen een roman zou uitgeven waarvan ik de eerste versie schreef in 2008. Terwijl ik bezig was met het uitwerken van die roman kreeg ik van een andere uitgever het verzoek een dichtbundel bij hen uit te geven. Daar heb ik toen voorrang aan gegeven. Dat was uitgeverij Hispel.'

Waarom is het volgens u misgegaan?
'Voornamelijk door de algehele malaise in de boekenbranche, denk ik.'

Wat betekent het faillissement voor u?
'Op zich niet veel, doordat ik het geluk heb dat er andere uitgeverijen zijn die mijn werk willen uitgeven. Ik heb ook de indruk dat ik er in financieel opzicht niet erg onder heb geleden.

Ik heb anders begrepen dat u een aanvraag had ingediend bij het Nederlands Letterenfonds. Zonder uitgeverij die deze aanvraag ondersteund, kwam u formeel niet meer in aanmerking.
'Na het faillissement van de Friese Pers Boekerij kon ik kiezen uit twee andere uitgeverijen. Ik koos voor Hispel. Zo loste dat probleem zich op.'

Bent u wel blij met de redding van de uitgeverij door Bornmeer van Steven Sterk?
'Ik vond het goed om te horen, maar ik was er niet of nauwelijks meer persoonlijk bij betrokken. Bornmeer ken ik vrij goed doordat veel van mijn literaire vrienden bij deze uitgeverij zitten, maar Steven Sterk ken ik alleen van naam. Hij of iemand anders van de uitgeverij heeft geen contact met mij opgenomen. Misschien zou het een goede uitgeverij voor mijn werk kunnen zijn geweest.'

Betreurt u het dat er wéér een Friestalige uitgeverij minder is?
'Dat is op zich natuurlijk betreurenswaardig. De Friese Pers Boekerij was ooit de meest begeerde uitgeverij voor Friese schrijvers. Het verdwijnen ervan is een klap in een slagenreeks, maar de Friese literaire cultuur is taai en zal nog wel een poosje op de been blijven.'
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 27 jul)

dinsdag 1 augustus 2017

Marc Barteling van Why I Love This Book begint videoplatform voor leesclubs (Boekblad)

Marc Barteling van Why I Love This Book start een videoplatform voor leesclubs: Book&Club. Leesclubs kunnen met de discussievideo's de auteur letterlijk aan tafel krijgen.

Book&Club start op 15 september, als de site live gaat met de eerste video's rond En ik herinner me Titus Broederland van Auke Hulst en Schuim der Aarde van Roxane van Iperen. Barteling heeft per boek zeven video's van ongeveer twee minuten gemaakt. Iedere video behandelt een apart thema en wordt gevolgd door een vraag van de auteur om de discussie te openen. Leesclubs kunnen hierbij kiezen uit een praktische, theoretische, filosofische of persoonlijke vraag, om zo zelf het niveau van hun discussie te kiezen.
'Ik heb me in de loop der jaren nogal verdiept in leesclubs', legt Barteling uit. 'Die bijeenkomsten kunnen uitgebreider en interessanter. Als je vraagt wat leesclubs willen, blijkt hun grootste wens: dat de auteur erbij is. Maar dat is praktisch of financieel lang niet altijd mogelijk. Dan zijn deze filmpjes de een na beste oplossing. We hebben het concept getest en uitgewerkt met Remmington van Bert Natter – daar kwam onder andere het idee vandaan om per thema vier verschillende vragen te bedenken. Dat bleek enorm aan te slaan.'
Book&Club kost leesclubs 9,95 euro per maand of 99,95 euro per jaar. Ook zijn de video's per boek los te koop, maar de prijs daarvan moet Barteling nog bepalen. Zijn leesclubs bereid dit te betalen? 'Dat zal moeten blijken', zegt hij. 'Ik heb wel informeel rondgevraagd, maar het niet echt onderzocht. Dat wordt dus nog spannend.' Op termijn lanceert Barteling ook speciale abonnementen voor bibliotheken en scholen, waarbij hij voor de laatste wil aanhaken bij de literatuurmethoden van educatieve uitgeverijen.
Barteling grijpt alle middelen aan om zijn nieuwe product in de markt te zetten. Van free publicity in de pers tot Facebook-advertising. Van een affiliate-programma voor boekenbloggers tot samenwerking met leescluborganisaties – die hij overigens pas gaat benaderen als binnenkort de video's met Hulst en Van Iperen helemaal af zijn. Barteling: 'Wellicht kunnen ook uitgevers een rol spelen door bijvoorbeeld een kortingscode voor Book&Club bij het boek stoppen. Als de koper daar gebruik van maakt, schaft de hele leesclub het boek aan – en heeft de uitgever weer meer titels verkocht.'
Essentieel voor het succes van Book&Club zal de keuze van het boek zijn. Barteling heeft daarom niet voor niets voor Hulst en Van Iperen gekozen. En ik herinner me Titus Broederland stond op de longlist van de Libris Literatuurprijs, Schuim der aarde was Hebbans Leesclubboek van het Jaar 2016. 'We hebben een heleboel criteria opgesteld: een boek moet zijn genomineerd, op lijsten van leescluborganisaties circuleren, niet te dik zijn, beschikbaar zijn als e-boek. En het boek zelf moet genoeg body hebben om zeven thema's uit te halen. We lezen het boek dus ook zelf.'
Barteling maakt voor Why I Love This Book gebruik van het openbare platform Youtube. Nu voor Book&Club voor de video's moet worden betaald, worden video's extern gehost – bij een nog nader te bepalen aanbieder – waarna ze uitsluitend op het besloten deel van Bookenclub.nl worden embed. Leesclubs kopen een login die voor een bepaalde periode geldig is, voor alle titels bij een abonnement dan wel voor die ene losse titel. Voor de login gebruikt Book&Club een aantal plugins van Woocommerce.
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 28 jul)