
Bovendien
zag hij behoefte bij auteurs aan echte belangenbehartiging – ook al zijn lang
niet alle schrijvers zich bewust van die behoefte. ‘Ik zie bij veel auteurs een
onbegrijpelijk soort naïeve dankbaarheid ten opzichte van uitgevers’, vertelt
Boers. ‘Zo van: Het zal wel een standaardcontractje worden. Daar wordt in mijn
ogen nog weleens van geprofiteerd. Terwijl het boekenvak bestaat bij de gratie
van hun creativiteit. Ik wil daarom iets voor mijn auteurs betekenen.’
In 2016
begon hij als literair agent. Hij mailde uitgever Sander Knol van Xander
Uitgevers een voorstel van Nick Dijkman voor een boek met Frank Masmeijer zelfs
nog voor hij een zakelijk e-mailadres had. ‘Ik had het gevoel dat het boek bij
Xander goed op z’n plaats zou zijn. Dat gevoel werd door de uitgever
beantwoord. Dat onderstreepte voor mij dat de keuze voor een eigen agentschap
een goede was. Het boek gaat deze zomer verschijnen.’
Een jaar
later heeft hij al successen gekend – vooral van Thijs Zonneveld wiens Thomas
Dekker. Mijn gevecht uitstekend verkocht. Toch beschouwt hij het
agentschap nog altijd als een start-up die nood heeft aan groei om echt
rendabel te kunnen zijn. ‘Hoe meer auteurs hoe beter,’ zegt hij. Er gaat dan
ook geen dag voorbij zonder dat hij iemand benadert om te praten over een boek.
Maar ook dan heeft hij tijd nodig om te kunnen oogsten.
‘Er zijn
onder mijn hoede veel mensen aan het schrijven,’ legt hij uit. ‘Dat heeft nog
lang niet in alle gevallen geleid tot eerste versie of afgeronde
manuscripten, die rijp zijn om uitgestuurd te worden. In eerste instantie
begeleid ik auteurs dus als redacteur. Ik denk ook dat als ik mezelf vergelijk
met andere agenten – met wie ik als redacteur bijna allemaal heb gewerkt – mijn
kracht vooral ligt bij de redactie. Daar kunnen auteur én uitgever hun voordeel
mee doen.’
(Eerder verschenen in Boekblad Magazine 5, 2017)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten