Museum
Meermanno was ooit een geheimtip. Weinigen kenden de rijke verzameling. Nu
verandert het Haags museum in dé pleisterplaats van de bibliofiel.
Museum Meermanno-Westreenianum staat er in zo
groot corps op de gevel dat het van honderden meters afstand te lezen is. Maar
die vlag dekt de lading niet meer. Het museum in Den Haag is niet langer het
pakhuis vol oude boeken en curiosa die Johan Meerman (1753-1815) en zijn
erfgenaam, Willem Hendrik Jacob baron van Westreenen van Tiellandt (1783-1848),
bij elkaar hebben gebracht. Vier jaar na de dood van de laatste werd de
collectie onder zeer strenge condities voor publiek opengesteld, reden waarom
Meermanno zich het oudste nog bestaande boekenmuseum ter wereld mag noemen.
Zeker, oude boeken zijn nog steeds te
bewonderen in de schitterende negentiende-eeuwse bibliotheek. De
oorspronkelijke ruimte is helemaal intact gebleven. Ieder moment verwacht je de
eigenaar binnenkomen: even de antieke kachels oppoken, dan verder lezend in het Psalterium Benedictinum uit 1459 of de Hypnerotomachia Poliphili uit 1499.
De collectie van de baron telde bij zijn dood meer dan twintigduizend
handschriften en gedrukte werken. Het duurde dan ook 111 jaar – tot 1960 –
voordat het boekenbezit in zijn geheel was gecatalogiseerd.
Ook curiosa zijn er nog genoeg. De brede
collectie oudheden en kunstschatten heeft vooral een interessante collectie
Egyptische oudheden – conform de egyptomanie die in het begin van de jaren 1800
in Europa heerste. De baron kocht uit de
nalatenschap van Vivant Denon – de beroemde archeoloog die Napoleon
vergezelde op zijn veldtocht naar Egypte – een fraai ‘Boek van het ademen van
Isis’. Het papyrus geeft de liturgie weer die moest worden gevolgd bij de dood
van de priester Nespaoetitawi, die enkele decennia voor het begin van de
jaartelling in Thebe leefde.
Toch zal het iedere bezoeker snel duidelijk
zijn waarom het museum is omgedoopt in Museum Meermanno | Huis van het boek.
Sinds Meermanno in 1935 door een wetswijziging de ruimte kreeg om af te wijken
van de bepalingen uit Van Westreenens testament, heeft het een uitgebreide
collectie boekbanden, ex-librissen, archieven van private presses en dergelijke
bij elkaar gebracht. Maar dat bezit was tot voor kort alleen te zien in
tijdelijke exposities. En dat is, eigenlijk pas dit jaar, veranderd. Het museum
wil nu hét trefpunt van bibliofielen zijn.
Meermanno heeft daarvoor twee permanente
ruimtes gewijd aan de geschiedenis van het boek sinds 1850. Een geeft onder de
naam ‘van lood tot led’ in vogelvlucht een overzicht van alle veranderingen die
de productie van boeken heeft ondergaan sinds de uitvinding van de met stoom
aangedreven snelpers. Hoe beknopt ook, het museum vertelt een helder verhaal.
En, belangrijker, het laat in een paar vitrines enkele hoogtepunten zien uit
het werk van beroemde Nederlandse boekontwerpers zoals J.F. van Royen van
uitgeverij De Zilverdistel en Irma Boom.
Het hoogtepunt van het nieuwe Meermanno is
echter de Bibliotheca Thurkowiana Minor, waarvoor vorige maand op de tweede
verdieping terecht kantoren zijn leeggemaakt. Deze Bibliotheca is een kast
waarin een klassieke bibliotheek is nagebouwd met bijna tweeduizend
miniatuurboekjes. De boekjes zelf staan helaas achter glas, maar in drie
vitrines liggen enkele mooie exemplaren – inclusief drukproeven van Columbus’ De insulis inventis, die verzamelaar en uitgever Guus Thurkow in 1991 maakte.
De veranderingen van het museum zijn ingegeven
door druk van buitenaf. Om precies te zijn: van de overheid. Hogere eisen aan
bezoekersaantallen en eigen inkomsten aan de ene kant en een lagere subsidie
aan de andere kant hebben Meermanno gedwongen nieuwe wegen te bewandelen. Maar
voor de bibliofiele bezoeker heeft dat alleen maar gunstig uitgepakt. Meermanno
heeft hen naast de vaak interessante exposities – momenteel over vijfhonderd
jaar militaire boekcultuur in Nederland – veel meer te bieden dan voorheen.
Meer over miniatuurboeken hier.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten