Poetry Slam mag
zich verheugen in toenemende populariteit. Uitgevers volgen de uitslag van de
poëtische strijd tegenwoordig nauwgezet – al wil niet iedere slammer ook
publiceren.
Ruim twee
minuten besteedde het VRT Journaal afgelopen najaar aan de finale van het zesde
Belgische Kampioenschap Poetry Slam. Enige uitleg was wel geboden. 'Dat is een
moderne vorm van dichtkunst en performance,' leidde de presentator het item in.
'Het is een boksmatch met woorden', legde de verslaggever uit. 'Elke dichter
krijgt drie minuten om het publiek en de jury te veroveren met de scherpste
slam.'
Of zoals de
winnaar Simon Raket het in zijn winnende – gezien zijn Waalse achtergrond:
Franstalige – gedicht uitlegde: 'Slam is het geluid van de deur die je
dichtgooit, een flinke rechtse, een slag van de lat. Die je omdraait en die je
ziel uit elkaar doet springen. Slam, je leert het niet op school, zonder
mottenballen en zonder formol. Het maakt veel meer dronken dan alcohol. (...)
Ach, eigenlijk dient slam tot niets, tenzij om niet te sterven.'
De basale
uitleg van het item is tekenend voor de onbekendheid van poetry slam. Maar dát
het tv-journaal aandacht besteedde aan het fenomeen maakt duidelijk hoe snel
dat verandert. Eind vorige eeuw overgewaaid uit de Verenigde Staten, waar
poetry slam in 1984 werd bedacht als reactie op de saaie, traditionele
poëzieavonden, trekken de poëtische krachtmetingen steeds meer deelnemers en
publiek.
Het eerste
Nederlandse kampioenschap werd al in 2002 gehouden. De jaarlijkse strijd om
1000 euro – dit jaar op 29 januari aanstaande – vindt tegenwoordig in een
uitverkocht TivoliVredenburg te Utrecht plaats. Het eerste Belgische
kampioenschap volgde in 2007. De organisatoren daarvan zoeken inmiddels een
nieuwe locatie. De Brusselse bibliotheek Muntpunt biedt maar plek aan 300
bezoekers. Te weinig.
Die groei
komt door een soort zwaan-kleef-aaneffect, vertelt directeur An Leenders van
Creatief Schrijven, coördinator van het BK. 'Het niveau gaat omhoog, de media
pikken het op, verspreiden de boodschap, waardoor het niveau verder omhoog
gaat. Ook zijn er inmiddels een aantal rolmodellen voor jongeren, zoals Simon
Raket. En bijvoorbeeld Felix Poetry Festival organiseerde vorig jaar een avond
met enkel slammers.'
Ook de
professionaliseringsslag bij programmeurs speelt een rol, vertellen Sophie Kok
en Joska Berg van Het Literatuurhuis die het NK organiseert. 'Er zijn steeds
meer organisaties die hun eigen slam beginnen – dit jaar waren er ook voorrondes
van het NK in Almelo en Castricum – die steeds beter in staat zijn in hun eigen
regio doelgroepen te bereiken.'
En niet
onbelangrijk: de laagdrempeligheid van poetry slam waardoor ook relatief veel
jongeren en mensen uit een culturele minderheid snel geneigd zijn het podium te
betreden met eigen teksten. Leenders: 'Juist op een slam kun je als jongere op
een relatief kleinschalig podium, waar ook vrienden meedoen of aanwezig zijn,
je mening geven in zo origineel mogelijke bewoordingen.'
De
leercurve is daarbij in potentie sneller dan welke schrijfcursus ook. Kok:
'Toen Laura van der Haar in 2012 deelnam aan het NK kenden wij haar nog
nauwelijks. Maar zij maakte zo'n ontwikkeling door dat ze won en een jaar later
een bundel publiceerde. In een poetry slam krijg je direct feedback op je werk
én je podiumpresentatie, waar je soms diezelfde avond in een volgende ronde al
iets mee kan doen. Ook kunnen deelnemers de kunst van elkaar afkijken.'
Voor
beginnende dichters is deelnemen aan slams daarom interessanter dan in stilte
aan een oeuvre bouwen. Ze bouwen een netwerk op van veelal gelijkgestemden,
maar óók een publiek. Dat maakt ze interessant voor uitgevers. Zij weten dat
debutanten al bij voorbaat geïnteresseerde lezers hebben én dat zij hun eigen
bundel kunnen verkopen bij een almaar toenemend aantal optredens.
Want al is
poetry slam in snel tempo volwassen geworden, het ultieme doel blijft
publicatie van een bundel. Zeker in Nederland – al was het maar omdat SSS, die
bemiddelt bij schrijverslezingen, alleen gepubliceerde dichters accepteert.
Berg: 'Al betekent dat niet automatisch dat bundels van dichters uit het
slamcircuit volstaan met hun podiumgedichten. Josse Kok en Ellen Deckwitz
publiceerden heel ander werk dan waarmee ze tijdens slams optraden.'
In Vlaanderen
heeft Charlotte Van den Broeck een bundel gemaakt. Anderen zijn er mee bezig.
Maar meer dan in Nederland staat voor dichters optreden centraal, denkt
Leenders. 'Nederlandse slammers leggen meer nadruk op de tekst. Ze lezen soms
ook van papier. Voor Vlaamse slammers is performance belangrijker. Bij ons
kunnen professionele slammers sinds kort ook subsidie van het Vlaams Fonds voor
de Letteren krijgen voor optredens.'
Wat is poetry slam?
Hoe een poetry slam wordt georganiseerd verschilt per
wedstrijd. Omdat poetry slam is bedacht om het publiek bij optredens te
betrekken, telt de stem van toehoorders altijd mee (bijvoorbeeld gemeten met
een applausmeter), maar anders dan in Amerika hebben deskundigen in het Nederlandse
taalgebied altijd ook een stem in de einduitslag.
Wat voor soort poëzie op podia te horen is, hangt af van het
publiek dat het podium trekt. In Utrecht zijn dat relatief veel studenten, in
Rotterdam eerder mensen uit de wereld van hiphop. Duidelijk moge zijn dat de
dichters die de ideale balans weten te vinden tussen tekst en performance, de
meeste bijval oogsten.
(Eerder verschenen op Taalunie:Bericht, 28 jan)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten