Gaat Een honger van Jamal Ouariachi over pedofilie? Het onderwerp is zo uitzonderlijk
dat je dat bijna zou denken. Met een paar eenvoudige trucs kun je ontdekken
waar de roman echt over gaat.
Het is begrijpelijk dat de media Een honger van Jamal Ouariachi reduceren tot 'die roman over pedofilie'.
Een schrijver die afdaalt in de geest van wat tegenwoordig geldt als dé
verpersoonlijking van het kwaad: een pedofiel – dat gebeurt zelden, dat maakt
het boek opvallend. Wie de vuistdikke roman, bijna zeshonderd bladzijden, heeft
gelezen krabt zich echter achter de oren.
Zeker, de befaamde ontwikkelingswerker Alexander Laszlo is
veroordeeld voor een zedenmisdrijf met een minderjarige. Aan het einde wordt
onthuld wat hij precies heeft misdaan. De roman bevat een 35 pagina's tellend
pleidooi tégen de maatschappelijke hysterie over seks en kinderen. Maar waarom
schrijft Ouariachi tientallen pagina's over Laszlo's reizen naar Ethiopië?
Waarom besteedt hij zoveel aandacht aan Aurélie Lindeboom – zijn ex aan wie
Laszlo vraagt zijn biografie te schrijven?
Dat kan alleen betekenen dat Een honger niet over pedofilie gaat. Waarover dan wel? Hoe kom je,
afgeleid door de framing van dit boek, daar achter?
Hongersnood
Een belangrijke aanwijzing verschaft, zoals altijd, de
openingsscène. Daarin gooit Aurélie rijst weg. 'Vier porties, minstens'. Ze
voelt zich daar goed bij, omdat het een luxe is eten weg te kunnen gooien.
'Denk aan De Kindertjes In... - Nee, ze denkt nu eens even niet aan De Kindertjes In. Met De Kindertjes In heeft ze niets te
maken.' Wat zou thema van de roman zijn als je het aan de hand hiervan
formuleert?
Zoiets: het contrast tussen ons eigen comfortabele leven
in het rijke westen versus de dagelijkse strijd om het bestaan in armoedige
derdewereldlanden – een thema minstens zo actueel en relevant als pedofilie.
Ouariachi bevraagt de genoegzaamheid waarin wij menen de immense problemen
elders in de wereld terzijde te schuiven. Is dat goed? En is dat eigenlijk wel
mogelijk?
Wie vervolgens met deze vragen Een honger leest, ontdekt dat werkelijk ieder aspect bijdraagt aan
mogelijke antwoorden. Ouariachi zet de zeer bij de wereld betrokken Laszlo met
zijn overspannen verwachtingen van wat zijn inspanningen kunnen opleveren,
tegenover de onverschillige Aurélie die zich alleen wenst te bekommeren om
zichzelf en haar gezin.
Daarom staat hij uitgebreid stil bij twee reizen naar
Ethiopië. Komt Laszlo daar in 1984 voor het eerst, het jaar van de grote
hongersnood, dan schiet hij met al zijn daadkracht in actie. Komt Aurélie daar
twintig jaar later, in het kader van een scriptieonderzoek, dan schrikt ze
terug voor een samenleving waarin alles minder soepel loopt dan in Amsterdam.
Aan de lezer de vraag wat zinvoller of realistischer is.
Ook het onderwerp pedofilie is binnen dit thema onder te
brengen. Laszlo gaat immers niet ten onder aan een ziekelijke seksuele neiging
maar, zoals zal blijken, aan zijn ziekelijke neiging mensen te willen helpen.
Hij is zo overtuigd van de superioriteit van zijn betrokkenheid bij de medemens
dat hij van de weeromstuit 'pedofiel' aanneemt als geuzennaam.
Champagne
Lees je een roman met een gekleurde bril als je je laat
leiden door de openingsscène? Sluit je je ogen voor mogelijk andere
interpretaties? Zoek dan bevestiging in de slotscène. Ook die is nooit
toevallig. Lees beide slotscènes in Een
honger. Eerst komt het einde van het lopende verhaal, daarna volgt een
flashback naar de dag dat Aurelie's en Laszlo's relatie abrupt eindigt.
In de eerste komt Aurélie thuis. Opeens drijft een gaswalm
uit het appartement van de gestoorde Toon-van-twee-hoog. Wat moet ze doen? Toon
helpen? Natuurlijk niet. Ze vlucht. Het enige waar ze nog aan denkt is de
knuffel van haar dochter. Als het gevaar even later is geweken en de politie
Toon heeft meegenomen, zijgt ze neer op een terras om bij te komen, hopend dat
Toon nooit meer terugkomt.
In de epiloog beleven Aurelie en Laszlo, nog onwetend van
de nabije toekomst waarin hun levens voorgoed overhoop worden gegooid, een
gelukkige dag. Ze worden tegelijk wakker, vrijen, doen samen boodschappen,
drinken champagne in het park... Aurélie besluit dan: 'Ik ben gelukkig'.
Zo tonen de slotscènes samen Ouariachi's logische
conclusie. Alleen als je je werkelijk verbindt met een ander kun je gelukkig
zijn. Maar een mens kan zich niet met iedereen met verbinden en beperkt zich –
zeker als omstandigheden hem dwingen instinctief te kiezen – daarom tot zijn
eigen gezin. Misschien is het moreel verwerpelijk om je onverschillig te tonen over
de anderen, maar wel het makkelijkst en aangenaamst.
Eiland
Minstens zo veelzeggend zijn de motieven van Een honger. Een motief is een element
dat veelvuldig in andere literatuur voorkomt – denk aan het dubbelganger- of
wraakmotief – en/of meermaals binnen hetzelfde verhaal opduikt. In beide
gevallen krijgt het door de herhaling een sterkere betekenis dan een
willekeurig ander element. Het herkennen van motieven vereist ervaring en
aandacht.
Ervaring omdat je dankzij kennis van bestaande literatuur
vaste motieven herkent. Zo varieert Ouariachi op het motief oudere man en jonge
vriendin – en valt des te sterker de ongelijkheid van de betrokkenheid in een
dergelijke relatie op. En aandacht, omdat dan opvalt dat de zin 'Hier is de
wereld' steeds terugkeert – waarmee Ouariachi benadrukt dat het onmogelijk is
je terug te trekken op je eigen eiland.
Vooral als de gevonden motieven het thema ondersteunen,
weet een lezer dat hij beet heeft. In een echt goed boek als Een honger hangen thema en motieven
altijd samen.
(Eerder gepubliceerd in De Boekensalon)
Zie ook:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten