Het Letterkundig
Museum in Den Haag heeft een online dependance geopend: op Literatuurmuseum.nl
zijn bijzondere archiefstukken te zien – stuk voor stuk uitgelicht met lange
achtergrondverhalen of columnachtige bespiegelingen.
'We hebben ontzettend veel archiefstukken', legt Tamara
Woestenburg van het museum uit. 'Zeven kilometer of zo. Die ziet alleen nooit
iemand. Het zit ook allemaal in dozen, er ís weinig leuks aan te zien. Maar als
je bijvoorbeeld de scheepskoffer van Slauerhoff kan tonen, met alles wat daarin
zit, heb je iets schitterends te bieden. Het museum zelf heeft beperkte ruimte,
daarom tonen we het online.'
De bijzonderste verhaal gaat over de dia's die Willem Frederik Hermans maakte in Noorwegen, waar hij heen reisde met wetenschappelijk
oogmerk maar waar hij vooral inspiratie opdeed voor Nooit meer slapen. Daarnaast zijn er verhalen over Remco Campert, J.J.
Slauerhoff (de genoemde scheepskoffer), Charlotte Mutsaers en Fritzi Harmsen
van Beek. Jongere auteurs als Christiaan Weijts, Maartje Wortel en Philip Huff
schreven korte stukken bij archiefstukken.
Speciaal voor Literatuurmuseum.nl startte gisteren een
experiment met Alma Mathijsen, Bregje Hofstede, Thomas Heerma van Voss en Walter van den Berg. Zij schrijven in dertig dagen een verhaal waarvan het ontstaan
met tweets, video's en openbare conceptversies live te volgen is. De bedoeling
is om zo in het digitale tijdperk vast te leggen hoe een schrijver werkt. De
speciale laptoppen van de auteurs registeren ook alles wat zij doen.
'Wij breiden deze collectie in hoog tempo uit', zegt
Woestenburg. 'Voor het eerste jaar staan twintig lange verhalen gepland plus
twee columnachtige stukken per week. Juist door jonge curatoren te laten schrijven
kun je aandacht genereren voor minder bekende archiefstukken – denk aan een
prentenboek dat een verder weinig bekende illustratrice maakte in een kamp in
Indonesië.' Ook is het bedoeling dat bezoekers zelf hun kennis inbrengen bij de
getoonde documenten en objecten.
Het Letterkundig Museum probeert een koppeling te maken met
het aanbod in de fysieke ruimte in Den Haag. Zo verwijst het verhaal over
Fritzi Harmsen van Beek naar de expositie over deze dichteres die momenteel in
het museum is te zien. Maar de bedoeling van de site is wel dat het een
'volledig zelfstandige en nieuwe manier van exposeren is', zegt directeur Aad
Meinderts. Het is niet de bedoeling dat van ieder groot verhaal de objecten –
zoals Hermans' dia's – tegelijk in het museum te zien zijn.
Literatuurmuseum.nl mikt op 100.000 bezoekers per jaar. De
site wil dat mede halen door zich te richten op het onderwijs. Woestenburg: 'We
willen educatieve stukken maken bij de stukken. Middelbare scholen moeten de
site zeker kunnen vinden, dat is wel het doel. Verder zullen we via sociale
media en andere kanalen zo veel mogelijk bezoek proberen te trekken. Men kan
zich ook abonneren op een e-mailnieuwsbrief.'
Tegelijk moet de site het bezoek aan het museum – dat vorig
jaar een recordaantal van 65.000 bezoekers trekt – stimuleren, zegt Meinderts.
De combinatie moet elkaar versterken. 'Het bereik online is zo veel groter en
zo veel duurzamer. Maar als je al die voorwerpen en handschriften ziet ontstaat
bijna vanzelf de behoefte om, zeg, de jas van Campert in het echt te zien. Daar
geloven wij echt in.
De site is een idee van het Letterkundig Museum en het
Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis. Voor de ontwikkeling droegen
het Mondriaan Fonds, het VSB Fonds en een derde fonds dat anoniem wil blijven
bij. Voor het onderhoud en de aanvulling wil het Letterkundig Museum haar
nieuwe dependance financieren vanuit haar lopende exploitatie. Dat staat in het
beleidsplan voor de komende cultuurplanperiode 2017-2021, dat Meinderts onlangs
heeft ingediend.
Tegelijk dient de digitalisering van de collectie voor
Literatuurmuseum.nl een ander doel, zoals ook blijkt uit een stuk in NRC next van vandaag. Door de
bezuinigingen heeft het Letterkundig Museum in 2013 de helft van haar
wetenschappelijk personeel moeten ontslaan. Het archief – het enige
letterkundige archief van Nederland – wordt daardoor onvoldoende beheerd en is
minder toegankelijk voor onderzoekers.
Meinderts: 'Als museum moeten wij aan allerlei
prestatie-eisen voldoen op het gebied van publieksbereik en percentage eigen
inkomsten, wat dit jaar maar liefst bijna 40 % was. Die eisen behaal je niet
met een archief. Dus wij zagen geen andere mogelijkheid dan de bezuinigingen op
te vangen door op die afdeling te krimpen, ondanks dat wij een van de zes musea
met een wetenschappelijk kerntaak zijn.'
Het museum vraagt nu 75.000 euro om de collectie te
digitaliseren, zodat onderzoekers er toch mee aan de slag kunnen. En om het
publiek er via crowdsourcing erbij te kunnen betrekken.
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 9 feb)
Zie ook:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten