dinsdag 2 februari 2016

Maarten Crump: 'Maak een menu à la carte voor bibliotheken die vluchtelingen willen helpen' (Bibliotheekblad)

Bibliotheken doen hun uiterste best om nieuwkomers in Nederland te helpen.
De bibliotheek kan dat het krachtigst doen als er landelijk één programma komt dat de bibliotheken lokaal tegelijk uitrollen. Dat is de overtuiging van Maarten Crump.

Laat een ding duidelijk zijn. Maarten Crump van The Alignment House heeft 'diep respect' voor de initiatieven die openbare bibliotheken de afgelopen maanden hebben genomen om vluchtelingen te helpen. Inzamelingsacties, pop-upbibliotheken in azc's, flyers in het Engels en het Arabisch, boekendonaties, enzovoorts. 'Bibliotheken hebben hun maatschappelijke verantwoordelijkheid genomen.'
Alleen: veel initiatieven waren ad hoc. 'Begrijpelijk. Zo opereerden partijen als het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) ook toen ze werden geconfronteerd met de groeiende vluchtelingenstroom. Maar pas als je lokale initiatieven kunt verbinden aan een landelijk beleid kan een bibliotheek echt slagvaardig optreden. Het is zaak dat landelijk beleid zo snel mogelijk vorm te geven.'
Crump heeft ook gemerkt dat bibliotheken die wilde samenwerken met gemeenten en COA, al was het maar om te polsen waar vluchtelingen behoefte aan hebben, nauwelijks werden gehoord. 'Die partijen hadden het te druk. En nog steeds: kijk naar de bestuursakkoorden die zijn gesloten of naar het handboek rond crisisnoodopvang. Daar komt het woord "bibliotheek" niet in voor.'
Pas als er een landelijk beleid is voor de rol en betekenis van openbare bibliotheken voor vluchtelingen, 'wordt de bibliotheek gezien als de partner van de relevante beleidsmakers die het in mijn ogen ook is', zegt hij. 'Als er op landelijk niveau akkoorden zijn gesloten, horen gemeenten en COA-afdelingen ook van hún landelijke organisaties dat de deur van bibliotheken openstaat. Dan zal de verbinding lokaal makkelijker worden gelegd.'

Op het moment dat de stroom vluchtelingen in de zomer van 2015 een enorme omvang kreeg, besefte Crump – die de Bredebieb begeleidt, de community van vijftien openbare bibliotheken – dat de bibliotheek een centrale plek kan en moet innemen. Zowel in het debat over vluchtelingen als in het helpen van vluchtelingen met het vinden van een plek in de maatschappij.
Ten eerste het debat. 'De bibliotheek is de ideale, want neutrale plek om abstracte vraagstukken als de klimaatverandering, de invloed van robots op ons leven, maar ook de instroom van vluchtelingen te verbinden met inwoners. De bibliotheek kan een platform creëren waar inwoners en vluchtelingen met elkaar kunnen praten over hoe om te gaan met de vluchtelingenstroom. Juist ook op lokaal niveau. Het gaat erom de grote maatschappelijke vraagstukken te vertalen naar de lokale context.'
Ten tweede: 'De kern van de bibliotheek is het verbinden van mensen met kennis. De bibliotheek bood vluchtelingen echter vooral shelter. Op allerlei plekken kunnen ze er 's ochtends terecht voor koffie. Ze kunnen er ook computers gebruiken, waarop ze contact met hun land van herkomst kunnen hebben. Maar door ook de kernwaarde in te zetten kunnen bibliotheken vluchtelingen helpen om zich hier een plek te verwerven.'

Crump schoot daarop in actie. Hij vond weerklank voor zijn ideeën binnen de Bredebieb. Hij raakte na de eerste landelijke brainstorm over bibliotheek en vluchteling die de VOB en KB begin oktober organiseerde in contact met deze twee landelijke organisaties. 'Ik ben toen door Cor [Wijn, directeur a.i. van de VOB] gevraagd om een aantal zaken op te pakken.'
Deze special projects, zoals Wijn het noemt, gaan over 'het zichtbaar maken van openbare bibliotheken op het terrein van werk en participatie, vluchtelingen en zorg en welzijn', zoals het volgens een recente mededeling van de VOB heet. Crumps opdracht 'omvat het maken van een analyse en business case, het leggen van verbinden en het aanzetten van het netwerk om de special projects op de kaart te zetten.'
Voor het thema vluchtelingen heeft Crump contact gelegd met de op dit gebied hoogste instanties: de ministeries van Veiligheid & Justitie en Sociale Zaken. Het eerste departement is verantwoordelijk voor instellingen als het COA en de Immigratie en Naturalisatie Dienst (IND), het tweede is verantwoordelijk voor de integratie van vluchtelingen en hun 'route naar werk', zoals Crump het noemt.
'De COA geeft bijvoorbeeld ook taallessen in noodopvanglocaties. Waarom zou de bibliotheek dat niet over kunnen nemen? Maar dat betekent ook dat de bibliotheek ambulant moet zijn en voor die taallessen naar de noodvoorziening toe kan gaan. Zo ben ik bezig om alle mogelijkheden en kansen, maar ook eventuele knelpunten voor de bibliotheek in kaart te brengen.'

Het achterliggende systeem achter de vluchtelingenopvang is in essentie simpel – hoe complex ook in de praktijk. Een vluchteling doorloopt vier fases. Een: een kort verblijf in de crisisnoodopvang van maximaal 2 keer 72 uur. Twee: verblijf in een noodopvang van maximaal zes maanden. Drie: verblijf in een azc of nood-azc. En vier: verhuizing naar een woning die wordt geregeld door de gemeente.
Die fases gaat gepaard met drie verschillende statussen. Bij eerste registratie door de IND is de vluchteling statusloos. Als hij een voorlopige verblijfsvergunning van vijf jaar krijgt, wordt hij statushouder. Uiteindelijk kan hij dan Nederlander worden. Daarnaast moeten statushouders bij het begin van hun inburgering een participatieverklaring tekenen, waarin ze de Nederlandse normen en waarden onderschrijven.
Het kabinet wil daarbij vluchtelingen nog sneller aan de samenleving laten meedoen dan tot op heden het geval is. Vluchtelingen krijgen eerder en meer taalonderwijs. Ze worden direct gescreend om hun vaardigheden, diploma's en werkervaring in kaart te brengen. Gemeenten krijgen een aanzienlijk groter budget om dit te realiseren: 2370 euro per vluchtelingen tegen 1000 euro vroeger.

Crump: 'In feite moet de bibliotheek een menu samenstellen zodat je voor elke fase en elke status een aanbod hebt, waarbij je rekening houdt met de veranderingen die het kabinet heeft ingezet. Bibliotheken hebben van alles: ict-oplossingen als G!DS en Oefenen.nl, programma's in de bibliotheken voor kinderen en volwassenen, een netwerk om vluchtelingen te kunnen doorverwijzen.'
Het wordt een menu à la carte. 'We identificeren met bibliotheken bouwstenen voor het menu. Vervolgens kunnen we daar landelijke afspraken over maken. De vertaling van het menu naar de lokale situatie vindt dan plaats in onderling overleg tussen bibliotheek, COA en gemeente, afhankelijk van de lokale behoefte en mogelijkheden.'
Hij legt nader uit: 'Zit er bijvoorbeeld een noodopvang of een azc? Hoe groot zijn die? En wat zijn lokale omstandigheden? In de ene azc kan het vluchtelingen een groot deel van hun karige zakgeld kosten om naar de bibliotheek te gaan, terwijl ze in een andere de beschikking hebben over fietsen en die ook graag gebruiken.'
Crump ziet het menu dan ook niet als een landelijk opgelegd blauwdruk voor lokale bibliotheken. De inspanning van VOB en KB moet lokale bibliotheken juist helpen om in hun eigen werkingsgebied zo goed mogelijk werk te leveren. 'Dit gaat niet over een retailformule met een uniforme huisstijl. Dit gaat over bibliotheken die in een netwerk opereren en hun individuele identiteit in een lokale context behouden.'

Het is op het moment van het gesprek, in de tweede week van december, nog te vroeg om uit te leggen hoe het menu eruit ziet. Daar werkt Crump aan – mede met behulp van de tientallen bibliotheken met wie hij contact heeft. Hij wil op een bijeenkomst begin volgend jaar het menu bespreken. 'Het toetsen en verrijken', noemt hij dat. Daarna moet voor ieder onderdeel de praktische ondersteuning vanuit de KB worden ingevuld.
'Ik wil daarbij niet precies voorkauwen wat de bibliotheken moeten organiseren en wie ze daarvoor moeten bellen,' legt Crump uit. 'Maar bijvoorbeeld wél aangeven op welk moment ze de gemeente moeten benaderen, op welk niveau ze dat moeten doen, dat ze moeten aangeven op welke manier de bibliotheek landelijk opereert op dit vraagstuk. Ik zie dat absoluut zo concreet voor me. Maar dat is voor later.'
Is Crump daarmee niet te laat? De vluchtelingenstroom lijkt, mede door allerlei politieke beslissingen op nationaal en Europees niveau, al over zijn piek. 'Natuurlijk. Het landelijke beleid had er al een paar maanden geleden moeten zijn. Door de piek werd het nu pas urgent. Maar het hoeft geen jaren te duren om dit goed te ontwikkelen. Ik denk dat we aan het einde van het 1e kwartaal van 2016 al een heel eind zijn.'
Daarbij: de vluchtelingenproblematiek is echt niet voorbij. 'Denk voor de toekomst aan de klimaatvluchtelingen. Dat wordt een nóg grotere stroom. Ook zouden problemen met de huidige vluchtelingen op de lange termijn kunnen ontstaan, vergelijkbaar met wat er met gastarbeiders is gebeurd. Dan kunnen we dit model doorvertalen. Dus beter nu, iets te laat voor de piek van afgelopen zomer, dan helemaal niet.'
(Eerder gepubliceerd in Bibliotheekblad jan 2016)

Zie ook:
- Routard maakt speciale gids voor vluchtelingen 

Geen opmerkingen: