vrijdag 7 april 2017

Hoe leest een jurylid? (De Boekensalon)

Een jurylid van een literaire prijs leest fundamenteel anders dan een recensent of gewone lezer. Wat valt daarvan te leren?

Hoe te voorkomen dat je tijd verspilt aan middelmatige boeken

Wie een roman leest, wil begrijpen waarom de auteur hem heeft geschreven. Wat betekent het dat de hoofdpersoon in het begin een mislukte vakantie beleeft met zijn gezin? Waarom kiest de auteur voor zo’n geserreerde stijl? Wat wil de auteur over het thema liefde zeggen? Hoe verhoudt zich dat tot eerdere romans over datzelfde thema – of de tijdgeest? En wat zegt dat mij als lezer? Om daar een goed en volledig antwoord op te geven is het noodzakelijk om het boek helemaal te lezen. Oók als hij 750 pagina’s dik is.
Hoe is het dan mogelijk dat een literaire jury van vier of vijf professionele lezers – de voorzitter niet meegerekend, die als publiek persoon is aangesteld om aandacht voor de prijs op te wekken – in korte tijd zo’n enorme stapel boeken kan verstouwen? De jury van de Libris Literatuurprijs, waarvoor alleen romans in aanmerking komen, kreeg dit jaar meer dan tweehonderd boeken thuisgestuurd. De ECI Literatuurprijs, die openstaat voor alle literaire fictie en non-fictie, ontving meer dan het dubbele aantal inzendingen: ongeveer 450. Hoe slagen de juryleden zich erin tot al die boeken te verhouden?
Het antwoord is natuurlijk: niet. Ik heb zelf vier jaar in de jury van de AKO Literatuurprijs gezeten. De eerste keer was in 2009, toen Erwin Mortier de prijs voor Godenslaap kreeg. De laatste keer in 2012, toen Peter Terrin hem won met Post mortem. In die jaren werden alle inzendingen verdeeld onder de juryleden, zodat ieder boek door ten minste twee lezers werd beoordeeld. We moesten de boeken een A, B of C geven. Zodra een boek één A had, las een derde jurylid hem. Had een boek twee A’s, dan las iedereen hem.
Niet ieder boek wordt dus door ieder jurylid gelezen. Maar belangrijker is dat een jurylid anders leest.

Wie een stapel romans leest om een prijs toe te kennen, is op zoek naar het beste boek. Het draait niet in de eerste plaats om het kunnen duiden van ieder afzonderlijk boek, maar om het vinden van dat ene boek dat de lezer onmiddellijk bij de lurven pakt, een originele draai aan het thema geeft, onvergetelijke personages schept, ambachtelijk perfect in elkaar zit, stilistisch even oorspronkelijk als toepasselijk is.
Het effect van deze zoektocht naar de speld in de hooiberg is het wegvallen van de noodzaak om een boek helemaal te lezen. Een beetje lezer weet ruim van tevoren dat die coming-of-age roman of verhalenbundel over dolende twintigers niet hét boek is. Soms zie je het zelfs al op de eerste bladzijde. Hoe lang moet je dan doorlezen? Ieder jurylid maakt daar zijn eigen afweging in – als hij of zij maar voor zichzelf kan verantwoorden dat het boek een eerlijke kans heeft gekregen. Zelf vond ik zeventig bladzijden lezen het absolute minimum.
Het gevolg van deze fundamenteel andere leeshouding dan een recensent of gewone lezer is dat een jurylid vanaf de eerste zin op zoek gaat naar argumenten om een boek terzijde te leggen. Hij neemt, bij al het verlangen om zich te laten verrassen en mee te voeren, een negatieve leeshouding aan. Bevat deze stijl te veel clichés? Heb ik dit niet eerder gelezen, maar dan beter gedaan? Herhaalt deze auteur zichzelf? Voel ik daar verveling opborrelen? Kortom, wat mankeert er aan dit boek?

Wie wil er zo een boek lezen? Je zou zeggen: niemand. Wie wil vanaf zin 1 op zoek naar wat er mis is aan een boek? Toch is het goed om er een voorbeeld aan te nemen. Af en toe, een keer om de, zeg, tien of twintig boeken. Door radicaal te kiezen voor de meest kritische leeshouding denkbaar scherpt iedere lezer zijn vermogen aan om te verwoorden wat een boek ontbeert. Het voorkomt dat je je te makkelijk laat meeslepen door een plot van een verder middelmatig boek of dat je jezelf dwingt tegen beter weten door te ploegen.

Dat is geen onbelangrijke vaardigheid. Zeggen ze niet dat het leven te kort is voor het lezen van middelmatige boeken? Kritisch kunnen lezen voorkomt dat je te veel tijd en energie verspilt aan boeken die al die aandacht niet waard zijn.
(Eerder gepubliceerd in De Boekensalon 1, 2017)

Geen opmerkingen: