Een jurylid van een literaire prijs leest
fundamenteel anders dan een recensent of gewone lezer. Wat valt daarvan te
leren?
Hoe te voorkomen dat je tijd verspilt aan
middelmatige boeken
Wie een roman leest, wil begrijpen waarom de auteur
hem heeft geschreven. Wat betekent het dat de hoofdpersoon in het begin een
mislukte vakantie beleeft met zijn gezin? Waarom kiest de auteur voor zo’n
geserreerde stijl? Wat wil de auteur over het thema liefde zeggen? Hoe verhoudt
zich dat tot eerdere romans over datzelfde thema – of de tijdgeest? En wat zegt
dat mij als lezer? Om daar een goed en volledig antwoord op te geven is het
noodzakelijk om het boek helemaal te lezen. Oók als hij 750 pagina’s dik is.
Hoe is het dan mogelijk dat een literaire jury van
vier of vijf professionele lezers – de voorzitter niet meegerekend, die als
publiek persoon is aangesteld om aandacht voor de prijs op te wekken – in korte
tijd zo’n enorme stapel boeken kan verstouwen? De jury van de Libris Literatuurprijs,
waarvoor alleen romans in aanmerking komen, kreeg dit jaar meer dan tweehonderd
boeken thuisgestuurd. De ECI Literatuurprijs, die openstaat voor alle literaire
fictie en non-fictie, ontving meer dan het dubbele aantal inzendingen: ongeveer
450. Hoe slagen de juryleden zich erin tot al die boeken te verhouden?
Het antwoord is natuurlijk: niet. Ik heb zelf vier
jaar in de jury van de AKO Literatuurprijs gezeten. De eerste keer was in 2009,
toen Erwin Mortier de prijs voor Godenslaap kreeg. De laatste keer in
2012, toen Peter Terrin hem won met Post mortem. In die jaren werden
alle inzendingen verdeeld onder de juryleden, zodat ieder boek door ten minste
twee lezers werd beoordeeld. We moesten de boeken een A, B of C geven. Zodra
een boek één A had, las een derde jurylid hem. Had een boek twee A’s, dan las
iedereen hem.
Niet ieder boek wordt dus door ieder jurylid
gelezen. Maar belangrijker is dat een jurylid anders leest.
Wie een stapel romans leest om een prijs toe te
kennen, is op zoek naar het beste boek. Het draait niet in de eerste plaats om
het kunnen duiden van ieder afzonderlijk boek, maar om het vinden van dat ene
boek dat de lezer onmiddellijk bij de lurven pakt, een originele draai aan het
thema geeft, onvergetelijke personages schept, ambachtelijk perfect in elkaar
zit, stilistisch even oorspronkelijk als toepasselijk is.
Het effect van deze zoektocht naar de speld in de
hooiberg is het wegvallen van de noodzaak om een boek helemaal te lezen. Een
beetje lezer weet ruim van tevoren dat die coming-of-age roman of
verhalenbundel over dolende twintigers niet hét boek is. Soms zie je het zelfs
al op de eerste bladzijde. Hoe lang moet je dan doorlezen? Ieder jurylid maakt
daar zijn eigen afweging in – als hij of zij maar voor zichzelf kan verantwoorden
dat het boek een eerlijke kans heeft gekregen. Zelf vond ik zeventig bladzijden
lezen het absolute minimum.
Het gevolg van deze fundamenteel andere leeshouding
dan een recensent of gewone lezer is dat een jurylid vanaf de eerste zin op
zoek gaat naar argumenten om een boek terzijde te leggen. Hij neemt, bij al het
verlangen om zich te laten verrassen en mee te voeren, een negatieve
leeshouding aan. Bevat deze stijl te veel clichés? Heb ik dit niet eerder
gelezen, maar dan beter gedaan? Herhaalt deze auteur zichzelf? Voel ik daar
verveling opborrelen? Kortom, wat mankeert er aan dit boek?
Wie wil er zo een boek lezen? Je zou zeggen:
niemand. Wie wil vanaf zin 1 op zoek naar wat er mis is aan een boek? Toch is
het goed om er een voorbeeld aan te nemen. Af en toe, een keer om de, zeg, tien
of twintig boeken. Door radicaal te kiezen voor de meest kritische leeshouding
denkbaar scherpt iedere lezer zijn vermogen aan om te verwoorden wat een boek
ontbeert. Het voorkomt dat je je te makkelijk laat meeslepen door een plot van
een verder middelmatig boek of dat je jezelf dwingt tegen beter weten door te
ploegen.
Dat is geen onbelangrijke vaardigheid. Zeggen ze niet dat het leven te
kort is voor het lezen van middelmatige boeken? Kritisch kunnen lezen voorkomt
dat je te veel tijd en energie verspilt aan boeken die al die aandacht niet
waard zijn.
(Eerder gepubliceerd in De Boekensalon 1, 2017)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten