Literaire fictie wordt minder gelezen, schreef Nelleke
Noordervliet in Trouw. Er gaat daarmee iets verloren: de literatuur
als middel om jezelf en de wereld te leren kennen. Noordervliet vindt dat boekhandels
en uitgevers een taak hebben om literaire fictie te blijven promoten.
Bijvoorbeeld met een Youtube-kanaal.
Hoe lang heeft u al het gevoel dat literaire fictie
minder wordt gelezen?
‘Misschien al dertig jaar, maar met name de laatste
tien jaar is een duidelijke neergaande beweging ingezet. Vroeger wachtte heel
Nederland op een nieuwe roman van Hermans, Haasse of Mulisch, maar ook anderen
– F. Springer bijvoorbeeld – hadden een omvangrijk geïnteresseerd publiek.
Schrijvers die niet de verkoopcijfers van de grootste namen hadden, verkochten
daarom zo goed dat ze altijd werden gesteund door hun uitgevers. Die stevige
basis is smaller geworden, al ging het in de jaren tachtig en negentig van de
vorige eeuw nog goed. Pas sinds de opkomst van internet is het leesgedrag enorm
verstrooid en gefragmenteerd geraakt. Wordt het ook meer beïnvloed door hypes.
De financiële crisis heeft de neergang versterkt: veel boekhandels die het de
eerste twee jaar nog volhielden, moesten uiteindelijk sluiten.’
Merkt u het ook aan uw eigen verkoopcijfers?
‘Ik heb een behoorlijk en vast publiek, maar dat is
inderdaad minder geworden. Dan kun je zeggen: misschien zijn al die lezers
doodgegaan. Maar mijn verlies wordt niet gecompenseerd door een betere verkoop
bij jongere auteurs. Das Mag doet zijn best, maar ook zij krijgen maar een
beperkt aantal jongeren aan het lezen.’
NRC Handelsblad schreef
onlangs dat literaire fictie in de bestsellerslijst wordt verdrongen door
andere genres. Er is daarin een verschuiving.
‘Dat onderzoek is misschien oppervlakkig, gebaseerd op
wat in de Bestseller 60 staat, maar wel degelijk een indicatie. Tegelijk staat
in de Leesmonitor: het valt mee met literaire fictie lezen. Ligt het aan de
definitie? Wellicht. Sinds de opkomst van genres als de literaire thriller
wordt het begrip ruimer gedefinieerd.’
Hebben vooral in literatuur gespecialiseerde
boekhandels moeten sluiten?
‘Dat denk ik niet. Dat ligt eerder aan schaal: vooral
boekhandels die in een bepaalde buurt hun eigen publiek bedienden zonder steun
van een groot concern achter zich hebben het loodje gelegd. Maar je ziet de teruggang
van literaire fictie wél in de boekhandel. Bruna’s of boekhandels op stations
en vliegvelden hadden vroeger naast hun stapels blockbusters wel een paar kasten met andere boeken. Die zijn
allemaal opgeruimd. Daarnaast zijn er zeker nog een aantal boekhandels die hun
best doen om een gevarieerd aanbod te presenteren. Al staat dat om commerciële
redenen onder druk. Zo zie je dat de omloopsnelheid groter is geworden. Lag je
vroeger bij wijze van spreken een paar maanden prominent in alle boekhandels,
tegenwoordig verdwijnt je boek binnen drie maanden. Het venster waarin je boek
kan worden verkocht is kleiner geworden.’
Besteden uitgevers minder aandacht aan literaire
fictie?
‘Ze zijn door dezelfde commerciële druk voorzichtiger
geworden. Het systeem van interne subsidiëring, waarbij uitgevers de inkomsten
uit bestsellers gebruikten om andere boeken – góéde boeken, vanzelfsprekend –
uit te kunnen geven, werkt niet meer zoals vroeger. De marges zijn kleiner
geworden en daarmee de risico’s groter om minder goedverkopende boeken uit te
geven.’
Waardoor juist literaire auteurs worden gedumpt.
‘Gedumpt is niet het goede woord. Uitgevers zijn voor
zover ik ze ken allemaal liefhebbers van het goede boek. Er is dus geen
rücksichtsloze slachting onder schrijvers aan de gang. Eerder dat uitgevers
terughoudender zijn geworden en de verschijning van boeken uitstellen of
strenger op kwaliteit zijn. Boeken waarvan ze na redactie het gevoel hebben dat
het kwalitatief onder de streep blijft, zouden ze vroeger toch op de markt
brengen. Nu niet meer. Jonge schrijvers hebben op hun beurt meer moeite om door
te dringen tot uitgeverijen en als ze er eenmaal zijn, moeten ze erg hun best
blijven doen om zich te blijven bewijzen.’
En krijgt de literaire fictie die wél wordt
uitgegeven, voldoende aandacht van uitgevers? Of concentreren zij zich steeds
meer op blockbusters?
‘Nee. Zeker mijn eigen uitgeverij Atlas Contact niet.
Ik hoor dat als iets is tegengevallen, ze daar zelf enorm mee zitten en alsnog
alles uit de kast halen om het onder de aandacht te krijgen. Al zijn daar
natuurlijk grenzen aan. Je kunt geen pr-campagne van een ton voeren voor een
boek waarvan je weet dat het voor een select publiek geschikt is.’
Hebben literaire boekhandelaren en uitgevers een taak
om méér te zijn dan een bedrijf?
‘Dat geloof ik zeker. Het zijn instellingen met een
culturele opdracht die ze serieus moeten nemen. Ze moeten het belang van
literaire fictie uitdragen en met bepaalde evenementen ondersteunen. Dat
gebeurt ook, maar ik denk dat het beter kan. Boekhandels en uitgeverijen kunnen
meer samenwerken met andere instellingen in het boekenvak en zich minder
ouderwets opstellen. Minder traditioneel. Neem internet. Ze doen heus wat aan
sociale media, maar waarom is er geen Youtube-kanaal waarop zij samen een mooi
boekenprogramma uitzenden met spraakmakende interviews, kritieken en dergelijke?
Op de gewone tv gebeurt het niet, en dan nog: steeds meer mensen kijken geen tv
meer, maar zoeken op internet naar hun eigen programma’s. En als dat
Youtubekanaal er is, moeten ze zich erachter zetten om dat bekend te maken. Al
hoeft dat kanaal niet alleen literaire fictie in de aandacht te zetten. Andere
genres als kinder- en jeugdliteratuur verdienen dat ook.’
Zou de CPNB naast alle acties voor spannende boeken,
spirituele boeken en wat niet al ook een speciale week of maand voor literaire
fictie moeten organiseren?
‘Er zijn al genoeg dagen, weken en maanden. Bedenk
liever iets anders. En: literaire fictiemaand? Dat wordt het genre zo’n
gehandicapt kindje. Het is beter om bij al die acties óók aandacht te besteden
aan literaire fictie. Bij de Spannende Boek Weken: er is ook buitengewoon
spannende literaire fictie. Bij de Maand van het Spirituele Boek: me dunkt dat
daar veel literaire fictie bij te vinden is. Maak al die acties breder.’
En wat kunnen schrijvers zelf doen – naast het
schrijven van literaire fictie?
‘Via SSS en dergelijke ontmoeten ze al overal in het
land hun publiek. Sommigen onderhouden via internet rechtstreeks contact met
hun lezers. Nee, ik denk dat er al meer gebeurt dan je geneigd bent denken.
Jongere én oudere auteurs zijn heel gewiekst daarin. Maar uiteindelijk gaat het
om een geconcentreerde aanpak van alle partijen: boekhandels, uitgevers,
organisaties in het boekenvak en schrijvers. En begin bij het onderwijs, want
dat is de basis van alles. Het is ook erg spijtig dat de leeslijsten op de
middelbare school en zelfs bij de studie Nederlands op universiteiten
angstaanjagend korter zijn geworden.’
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 14 apr)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten