Voor het eerst hebben de Friese uitgevers een substantieel aantal afspraken op de Buchmesse. De structurele investering in de internationale promotie van Friese literatuur begint zich uit te betalen.
In totaal gaat het om 19 afspraken die de Friese uitgevers met buitenlandse uitgevers hebben. Dat noemt Ernst Bruinsma van Afûk 'heel veel'. Toen Friesland zich in 2016, tijdens het Nederlands-Vlaams gastlandschap, voor het eerst met een eigen stand promootte, moest het nog afspraken afdwingen. Nu heeft Jitske Kingma, die namens de Friese uitgevers de afspraken afloopt, een behoorlijk gevulde agenda.
Daar zijn een aantal verklaringen voor, zegt Bruinsma. De eigen stand. 'Dat werkt statusverhogend'. De samenwerking met het Nederlands Letterenfonds, 'die voortdurend benadrukt dat zij een serieuze gesprekspartner zijn'. En de continuïteit. 'De eerste keer was het gewoon onbekend dat er een Friese literatuur bestond. De interesse was toen eenvoudig: wat is dat dan? Hoe lang bestaat dat al? Nu gaat het dieper.'
Wat misschien doorslaggevend is, is echter het feit dat de Friese uitgevers nu echt iets kunnen laten zien. Mede door Leeuwarden Culturele Hoofdstad van Europa zijn er drie publicaties beschikbaar: een kleine literatuurgeschiedenis in vier talen (Nederlands, Fries, Engels, Duits), een boek over de geschiedenis van de Friese taal en de vorige maand bij Francis Boutle Publishers verschenen antologie van tien eeuwen Friese literatuur: Swallows and Floating Horses. 'Een heel belangrijk boek', vindt Bruinsma.
De structurele aandacht wil niet zeggen dat Frankfurt al leidt tot vertalingen van Friese literatuur. Er is de afgelopen jaren wel het een en ander vertaalt: poëzie van Tsead Bruinja en Elmar Kuiper in het Duits, een novelle van Hylke Speerstra in het Engels, columns over zwaluwen van Theunis Piersma in het Engels. Maar dat had andere redenen. Bruinsma: 'Zo heeft Hylke een enorm netwerk, ook onder immigranten van Friese afkomst in Amerika.
Dat wil niet zeggen dat de Friese uitgevers niets te bieden hebben. Integendeel. Bruinsma laat Wenje yn in skilderij van Lida Dykstra zien: een rijk geïllustreerd kinderboek over de schilder Laurens Alma Tadema. 'Dat moet toch in het Engels vertaald kunnen worden.' Of In nije hei van Thys Wadman. 'Ook een kinderboek. Een genre, naast de poëzie, waarin momenteel veel moois in het Fries verschijnt. Dit boek won in 2016 bijna de IBBY-prijs.'
Lang niet alles is al in het Nederlands verschenen. Dat blijft een hindernis bij de internationale promotie. 'Soms krijg je dan de vraag van buitenlandse uitgevers: als het zo goed is, waarom is het er dan niet eens in het Nederlands?', zegt Bruinsma. 'Toch blijf ik me afvragen of we daar alle energie in moeten steken. Duitsland is zo bepalend geworden. Misschien moeten we ons op uitgevers daar concentreren. Verschijnt het daar, dan volgen de Nederlanders en Engelsen vanzelf.'
Toch zijn de banden met Nederlandse uitgevers dit jaar versterkt. In het voorjaar was er onder instigatie van het Nederlands Letterenfonds een bijeenkomst tussen Nederlandse en Friese uitgevers. 'Heel leerzaam en inspirerend', vond Bruinsma. 'We hebben daar ook de boeken gepitcht die we nu in Frankfurt promoten. Zo konden we kijken wat wel en wat niet aanslaat. Ik ben blij dat we deze bijeenkomst voortaan jaarlijks in het voorjaar zullen organiseren.'
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 11 okt)
Zie ook het verhaal bij het entree van Friesland op de Buchmesse in 2016.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten