
Willem Donker wilde de uitgeverij aanvankelijk verkopen, vertelt Exler, toen hij in het laatste jaar zijn energie verloor. 'Maar hij kreeg er te weinig voor. Hij dacht er tweeëneenhalve ton voor te krijgen, maar het boekenvak bleek daarvoor te veel veranderd. Hij was daarover teleurgesteld en besloot toen te leven van titels die blijven doorlopen.' Denk aan onder andere De kleine prins van Antoine de Saint-Exupéry, Tao van Poeh van Benjamin Hoff en De zin van het bestaan van Victor E. Frankl.

Uitgeverij Donker is, mede dankzij genoemde steadysellers, een gezond bedrijf. 'Ik had Maarten Muntinga, een van de mensen die geïnteresseerd waren om de uitgeverij te kopen, gevraagd een onderzoek te doen. Hij ontdekte toen hoe prachtig het bedrijf echt was. Dat komt mede omdat Willem altijd zuinig aan heeft gedaan, ook voor zichzelf: hij gaf zichzelf maar een bescheiden salaris. "De liefde zit in het maken", zei hij altijd. "En het verdriet in het magazijn".'
Daar komt bij dat Exler een atelier (met zes medewerkers) heeft dat alleen op afspraak is te bezoeken. Dat schept ruimte om de uitgeverij te leiden, die al een geoliede machine is, benadrukt ze. 'Dagelijks is hier een medewerker. De boekhouder komt twee keer per week. Een vormgever ook. Een mevrouw helpt regelmatig bij het versturen van boeken. En Maarten is hier drie keer per week.' En al is ze zelf 72 jaar, 'ik heb nog energie als een meid van veertig'.

Uitgeverij Donker zet ook de verzamelde correspondentie van Erasmus voort. Zestien delen zijn al verschenen, er volgen er nog vijf. 'Gisteren had ik een mevrouw uit Maastricht over de vloer voor een jasje dat ik voor haar heb ontworpen. Omdat ze een dik boek in haar tas had zitten, raakten we daarover aan de praat. "Ik lees alleen moeilijke boeken", vertelde ze. "O ja, ik heb zestien delen-Erasmus staan." En toen zei ze: "Stuurt u die mij maar toe". Heel leuk om mijn atelier en de uitgeverij zo te mengen.' (Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 11 jan)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten