donderdag 13 november 2014

Uitgevers van grootletterboeken richten zich meer op particulieren (Boekblad)

Bibliotheken bestellen minder grootletterboeken. Voor de uitgeverijen op deze markt worden particulieren dus steeds belangrijker, zegt Werner Bartelds van marktleider Oorsprong.

Bartelds richtte Oorsprong in 2010 op. Toch is hij na de overname van de Grote Letter Bibliotheek in september nu al de grootste uitgeverij op deze markt geworden. Zijn assortiment beslaat zo'n 1200 leverbare titels. Over de omzet doet hij geen mededelingen. 'Uitgeverij XL is iets kleiner dan ik. En uitgeverij Iris is ongeveer half zo groot,' schat hij. ‘Maar het belang van grootte is relatief, het gaat om de kwaliteit van de titels.’
Een van de redenen voor Bartelds' snelle groei is juist het tijdperk waarin hij startte. Waar de Grote Letter Bibliotheek, opgericht in 1969, traditioneel een oplage maakte en de nog niet bestelde exemplaren op voorraad legde, produceert Oorsprong vrijwel uitsluitend on demand – bij ScanLaser in Zaandam. Een productiewijze met lager risico die 45 jaar geleden niet, maar nu heel goed mogelijk is.
Bartelds: 'Als je kijkt naar het breakevenpoint – waar drukken goedkoper wordt dan printen – haal ik dat zelden. Dat geldt eigenlijk voor de meeste boeken, maar in deze markt helemaal. Waarom zou ik dan drukken? Ik heb dan wel een hogere kostprijs, maar geen voorraadrisico. Toen ik de Grote Letter Bibliotheek overnam, zaten daar 250.000 boeken bij, waarvan een groot deel niet-courant. Dat gebeurt mij niet.'
Ondanks de groei van Oorsprong lopen de bestellingen van zijn grootste klant terug: de bibliotheken. Dat komt omdat bibliotheken al enkele jaren bezuinigen en meer regionaal zijn gaan samenwerken, onder meer door de collectie grootletterboeken vaker te rouleren tussen verschillende filialen. 'Dat is iets waar alle uitgeverijen last van hebben, en dit segment in het bijzonder', zegt Bartelds. 'Gelukkig is het aantal senioren in Nederland een groeiende groep, dat maakt een en ander goed.'
De ontwikkeling bij bibliotheken betekent dat het belang van boekhandels en rechtstreekse verkoop groter wordt. 'Boekhandels zijn niet genegen het op voorraad te nemen – uitzonderingen als Van de Sande in Terneuzen daargelaten. De boeken zijn dikker. Dat is inherent aan de grote letter. En de vraag is gering, zeggen ze. Al is dat ook een kip-en-eisituatie. Als het beter verkrijgbaar was, zou het ook beter lopen.'
Bartelds plant daarom meer marketing om ook de verkoop via zijn webshop te laten groeien. 'De eerste vier jaar was ik druk bezig met het opzetten en uitbouwen van Oorsprong. Nu kost de integratie met GLB veel tijd. Maar in 2015 is dat een speerpunt. Ik heb hier al een student van de Saxion Hogeschool die uitzoekt hoe we klanten beter kunnen benaderen via sociale media.'
Dat zijn dus niet alleen de lezers van grootletterboeken zelf: 'Een oma van tachtig, negentig zit echt niet op sociale media', weet Bartelds ook wel. Zijn klanten zijn hun kinderen: 'In twee op drie gevallen kopen dertigers en veertigers ze voor hun ouders. Ik zie dat ook als ik op boekenbeurzen sta, zoals in Deventer [waar Oorsprong is gevestigd] op de Boekenmarkt.'
Nog altijd zijn liefdes- en streekromans van auteurs als Gerda van Wageningen en Julia Burgers-Drost commercieel de interessantste genres. Maar Oorsprong zoekt nadrukkelijk verbreding om nieuwe senioren te interesseren. 'Dat is mijn drive,' zegt Bartelds. 'Ik verkoop ook esoterie, van bijvoorbeeld Thich Nhat Hanh, gedichten, biografieën of maatschappelijk geörienteerde boeken, bijvoorbeeld van Oltmans.'
Behalve Oorsprong bezit Bartelds nog een uitgeverij: Dyslexion, die zich sinds 2012 uitgaven voor kinderen met dyslexie op de markt brengt. De uitgeverij gebruikt daarvoor de speciaal voor dyslectici geschikte lettertype van Christian Boer.
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 11 nov)

Zie ook:

dinsdag 11 november 2014

Afgaande op wat de juryleden zelf beweren, wint Stefan Hertmans de AKO Literatuurprijs 2014 (Knack)

Wie wint de AKO Literatuurprijs 2014? Het is niet te voorspellen wie de jury aanwijst. Tenzij je afgaat op wat juryleden in het openbaar schreven. Dan wint waarschijnlijk Stefan Hertmans. [UPDATE: En inderdaad hij won.]
  
Zo lang er grote literaire prijzen bestaan, wijzen de media van tevoren een favoriet aan. Dat gebeurt op basis van eigen voorkeur, verkoopcijfers, analyses over wie aan de beurt zou zijn, juryrapporten of een combinatie daarvan. Helaas, het zijn slagen in de lucht. De jury beslist welk boek hun collectieve voorkeur heeft. Dus alleen wat de juryleden publiekelijk hebben laten weten over hun persoonlijk oordeel is een goede indicator welk boek donderdag aanstaande in Den Haag de hoofdprijs ontvangt.
Natuurlijk mag de jury niet uit de school klappen. Maar juryleden zijn vaak als criticus verbonden aan een krant en tijdschrift, waar ze romans, verhalenbundels of literaire non-fictie bespreken die ze later op de shortlist zetten. Dat geldt zeker dit jaar met Toef Jaeger (NRC Handelsblad), Joost de Vries (De Groene Amsterdammer), Daniëlle Serdijn (De Volkskrant) en Veerle vanden Bosch (De Standaard). Karl van de Broeck (ex-Knack) is het enige jurylid dat niet op geregelde basis boeken bespreekt.

Wat hebben zij geschreven over de genomineerde boeken? Ter herinnering: de kanshebbers op de AKO Literatuurprijs 2014 zijn – in alfabetische volgorde:
- Voor jou van K. Schippers

Toef Jaeger schreef over Stikvallei van Frank Westerman, dat ze vier ballen gaf. 'Schitterende verhalen'. En: 'geslaagd boek'. Anders dan eerder werk stond zijn ijdelheid hem niet in de weg. 'Bevlogenheid staat voorop.' Maar zij verwijt hem ook hinderlijke mooischrijverij.
Joost de Vries besprak de drie delen van Guus Kuijers De bijbel voor ongelovigen. 'Een originele, literaire onderneming die zijn weerga niet kent', vond hij. En: 'De leukste boeken die ik de afgelopen tijd las'. Vooral de spot en twijfel die uit Kuijers bewerking spreken maken de reeks zo literair. Over Stikvallei was hij een stuk minder enthousiast. Met het onderwerp heeft Westerman 'goud in handen'. Maar hij verwijt hem 'ongeconcentreerd' en 'soms behoorlijk ongeïnspireerd schrijven'. Bovendien zet hij zijn thematiek – hoe ontstaan mythes – te zwaar aan.
Daniëlle Serdijn gaf Zeer helder licht van Wessel te Gussinklo de maximale vijf sterren. 'Laat zich vanaf de eerste pagina's kennen als een klassieker.' En: 'Deze roman is een tiran. Maar een heerlijke tiran.' Voor jou van K. Schippers gaf ze vier sterren. Best veel dus, maar erg expliciet is haar lof niet. Eerder routineus: 'Voor jou is een eerbetoon aan geestverwanten, geschreven in de relaxte stijl die Schippers eigen is. Losjes en vanzelfsprekend. Als altijd', besluit ze haar stuk.

Dit zegt nog weinig. Maar: vier juryleden publiceerden eind vorig jaar hun top 3 van 2013. En laat nu alle genomineerde boeken, met uitzondering van Te Gussinklo, in dat jaar zijn gepubliceerd. Wat blijkt dan? Stefan Hertmans behoorde voor Vanden Bosch en Serdijn tot de allerbeste boeken van het kalenderjaar. Geen van de andere genomineerden viel die eer te beurt. Jaeger en De Vries prefeerden Arnon Grunberg respectievelijk Arie Storm – boeken die de shortlist niet eens haalden. 
Alles bij elkaar is dat nog steeds te weinig informatie om met zekerheid het boek aan te wijzen dat donderdag de 50.000 euro krijgt. Maar het meeste enthousiasme lijkt er in de jury voor Hertmans te zijn. En het minste voor Westerman, gezien de toch wat zuinige lof voor hem in twee recensies. De outsider is Te Gussinklo, omdat zijn roman mogelijk in 2014 in verschillende eindejaarslijstjes kan opduiken.
(Eerder gepubliceerd op Knack.be, 10 nov)

PS. Mijn persoonlijke favoriet is Frank Westerman, maar juist zijn boek lijkt niet genoeg steun te hebben in de jury.

Zie ook:

maandag 10 november 2014

2014: Boekhandel Limerick heeft een inpandig museum - de typemachinecollectie van W.F. Hermans (Boekblad)

Dit is in 2014. Boekhandel Limerick in Gent opende eind augustus het inpandig museum dat de typemachinecollectie van W.F. Hermans huisvest. Het tonen van literair erfgoed past volgens eigenaar Gert Brouns naadloos bij het verkopen van literair erfgoed – in de vorm van een diepe collectie van 13.000 titels. Het maakt Limerick tot een delicatessezaak voor fijnproevers. [Zie hier voor het verhaal uit 2007]

De grootste schat van boekhandel Limerick staat helemaal achterin. En als de antieke typemachine in de kleine en volle etalage je niet is opgevallen, is de ontdekking een aangename verrassing. Eerst moet je het voorste gedeelte met hoofdzakelijk kinder- en kunstboeken passeren, dan door een drie meter lange gang met aan weerszijde Frans- en Duitstalige literatuur en geschiedenis, en tot slot je weg banen naar het einde van de klassiek ingerichte ruimte met literatuur, filosofie en wetenschappen.
Daar IS DAN opeens, door een deurtje bij de wc naar links: de collectie typemachines van Willem Frederik Hermans. In totaal 161 zijn het er, stuk voor stuk frontaal gepresenteerd op de planken die drie van de vier muren van onder tot boven vullen. 'Die glazen planken zijn nog van Hermans zelf geweest,' zegt Gert Brouns, eigenaar van de Gentse boekhandel, die onmiddellijk een foto erbij pakt om zijn bewering te staven. 'Ook de tafel en stoelen waren van de schrijver.'
Enthousiast leidt Brouns zijn bezoek langs de hoogtepunten. 'Dit was de Underwood Portable die de schrijver erfde van zijn zus nadat zij zelfmoord had gepleegd – of was vermoord, dat zullen we nooit weten. Dit is de Underwood die hij kocht als reserve uit angst dat er iets met de eerste zou gebeuren. Uiteindelijk heeft hij daar meer op getypt. Op deze Barlock tikte hij Nooit meer slapen. Heel belangrijk voor mij. Die roman gaf mij in het vierde middelbaar de broodnodige schop onder mijn gat.'

Een boekhandel met een museum. Dat moet uniek zijn. Brouns kent in ieder geval geen ander voorbeeld. Zelf had hij het niet gepland toen hij op 1 januari 2013 de winkel overnam van Jan Dupont. Hij hoorde dat de typemachinecollectie van zijn grote literaire held uiteen dreigde te vallen. Hij diende daarom een plan in bij de Stichting Onterfd Goed, dat over de toekomst ervan besliste. Zijn plan bleek volgens de jury het beste. Eind augustus huldigde hij de permanente expositie in.
'Er was kritiek uit Nederland dat deze collectie naar Vlaanderen verhuisde,' vertelt de 45-jarige boekverkoper. 'Maar daar was het mij niet om te doen. Ik dacht alleen: het kan toch niet dat deze collectie niet bewaard blijft? Ik vind het ook de taak van een onafhankelijke boekhandel om literair erfgoed te proberen te bewaren. Meestal gebeurt dat door veel boeken van de backlist op voorraad te houden – in tegenstelling tot wat een keten doet – maar het kan ook op deze manier.'
En hij beschikte nu eenmaal over de ruimte. De typemachines staan in een circa twintig vierkante meter tellend voormalig kantoortje, waar voorheen een bureautje en voorraad stond. 'Ik heb het geluk dat mijn huisbaas de woning hierboven voorlopig onverhuurd laat. Daar kan ik mijn stock deels kwijt. De rest staat in een ruimte achter de keuken. En ik kan dit museum ook gebruiken voor leesclubs en andere kleine activiteiten. Zo'n omgeving geeft dat toch extra cachet.'
Met de collectie, die 5500 euro kostte, en de verbouwing investeerde Brouns in totaal zo'n 20.000 euro in het museum, schat hij. Hij beschouwt dat echter niet als een uitgave aan een persoonlijke hobby. Het is bovenal een investering in de winkel. 'Moest ik hetzelfde bedrag hebben gestoken in publiciteit, dan had ik onmogelijk hetzelfde resultaat gehad. Bovendien was die publiciteit weer verdampt. Dit museum is onvergankelijk. Ik zie steeds meer mensen binnenkomen om het te komen bekijken.'
Het museum heeft zo een gunstig effect op de verkoop – zeker niet alleen van zijn uitgebreid assortiment Hermans-boeken die vier planken vullen (alles wat regulier leverbaar is, inclusief secundaire literatuur). Dagelijks verkoopt hij wel een Hermans. Maar het is ook goed voor zijn relatie met klanten. Leraren Nederlands in Gent doen, op aangeven van Brouns, soms projecten met W.F. Hermans. En allerlei nieuwe klanten van heinde en verre ontdekken zijn winkel.
Om de band met zijn klanten te versterken biedt Brouns bovendien de mogelijkheid een typemachine te adopteren. Kosten: 60 euro (voor 1 jaar) tot 150 euro (voor 3 jaar). Van dat geld laat hij de machines repareren, zodat de adoptanten – maar eigenlijk iedere bezoeker – op een echte 'Hermans' kunnen typen. Onder andere uitgeverijen Van Oorschot, de Bezige Bij, Hermans-biograaf Willem Otterspeer en ex-uitgever Vic van de Reijt hebben hun naam al aan een typemachine verbonden.

Brouns is een late toetreder in het boekenvak. Hij was de laatste jaren verkoopleider van de kleine brouwerij Van Steenberge. Elk jaar zat hij 70.000 kilometer achter het stuur. Daar was hij wel klaar mee. 'Ik was ooit bij boekhandel Schimmelpennink in Amsterdam. Zo'n winkel, zei ik tegen mijn vrouw, zou ik nog wel eens willen hebben. En hier kwam ik als klant. Dus toen ik hoorde dat Jan geen overnamekandidaat vond, heb ik me gemeld. Ik was toen al gestopt bij de brouwerij.'
Ondanks die achtergrond van boekenliefhebber met een romantische droom een eigen boekwinkel te hebben, wist hij goed waaraan hij begon. Boekverkoper zijn is keihard werken. 'Daarom heb ik eerst vier maanden met Jan meegelopen, om alle handelingen onder de knie te krijgen die je als klant niet ziet. Als klant zie je alleen de mooie, aangename kant van een boekhandel. Jan heeft me daarin fantastisch begeleid – tot de laatste seconde voordat de winkel van mij werd.'
En je moet voor alles op de cijfers letten. 'Ik hou de omloopsnelheden van de verschillende assortimenten en titels goed in het oog. Zo nodig vervang ik delen van het aanbod door nieuwere titels – of andere titels, want dat ik veel backlist heb staan wil niet zeggen dat dat altijd dezelfde backlist moet zijn. En dat werkt. De omzet is de eerste twee jaar gestegen. Door nieuwe titels en backlist geïntegreerd te presenteren, zo blijkt, kun je als fysieke boekhandel iets wat een online winkel nooit kan.'

De chique uitstraling en inrichting van Limerick heeft Brouns na de overname intact gelaten. De boekhandel mikt duidelijk op een publiek van fijnproevers die gericht naar de winkel komt. Dat blijkt uit de kleine pui en het ontbreken van grote stapels goedverkopende thrillers, strips en kookboeken, waardoor weinig impulskopers hier hun slag niet zullen slaan. De traditionele aankleding, zeker in de achterste ruimte: met smalle grenenhouten kasten, past daar goed bij.
Alleen het assortiment jeugdboeken en young adult maakt een lichte commerciële indruk. De grijze jager, Het leven van een loser of Nijntje-badboeken heeft de winkel op voorraad. Maar dat aanbod is zo klein dat het nauwelijks in het oog loopt. Veel opvallender is de scheiding tussen oorspronkelijke Nederlandstalige en vertaalde literatuur, wat anders dan in het buitenland in ons taalgebied erg ongewoon is. Dat versterkt het effect dat Limerick in dit genre veel te bieden heeft.
'Ik heb het assortiment zelfs nog aangescherpt,' zegt Brouns. 'De thrillerselectie is ingekrompen en de Privé Domein heb ik er weer bijgetrokken. Ik denk dat een goede boekhandel precies weet wat hij doet. Maar vooral: dat hij weet wat hij níet doet. Kookboeken, naai- en doeboeken, reisboeken, dat heb ik niet. Dat heeft ook weinig zin: bestsellers liggen bijna voor kostprijs in de supermarkt. Ik win alleen klanten voor mijn winkel door hen zo goed mogelijk te helpen in míjn genres.'
De opvallendste uitbreiding is een goedgevulde kast Zweedstalige literatuur. 'Als enige in de Benelux', zegt hij trots. Omdat een medewerker de taal gestudeerd heeft en zo haar weg kan vinden bij Zweedse uitgevers én omdat de taal in Gent wordt gedoceerd aan de universiteit en op twee avondscholen, zag hij een markt. 'Wij kopen in bulk in. We kunnen zo goedkoper zijn dan buitenlandse internetwinkels. Porto is voor individuen te duur. Het aanbod trekt klanten tot uit Antwerpen.'
Zelf heeft Limerick nog geen webshop. De site is een visitekaartje. Alleen via een bestelformulier zijn boeken te koop. 'Het is makkelijk om vanuit een database te verkopen, maar dat heeft geen zin. De shop moet een verlengstuk zijn van de winkel. De klanten die online bij mij een kookboek kopen en later in de winkel ontdekken dat ik die niet heb, stel ik teleur. Klanten die bij mij literatuur kopen stel ik ook teleur als ze dat aanbod online slecht kunnen vinden. Hoe ik het oplos, moet ik nog wel bedenken.'

Bij alles wat Brouns doet probeert hij Limerick te verheffen tot een ontmoetingsplek van gelijkgestemden. Daarom heeft hij het museum. Daarom een goed op elkaar afgestemd aanbod. En daarom – veel meer dan zijn voorganger – regelmatig activiteiten. In het seizoen (sep-nov, feb-mei) minstens een keer per week. 'Het commerciële aspect is daarvoor ondergeschikt. Het gaat erom dat activiteiten helpen om een grote vijver te creëren waaruit de winkel vist.'
Cruciaal vindt hij dan ook het gesprek met de klant. 'Ik ga met iedereen in gesprek. Die persoonlijke service hoort bij het DNA van de winkel. Alleen dan kun je ervoor zorgen dat ze met het juiste boek naar buiten gaan, wat veel belangrijk is dan dat ze met zo veel mogelijk boeken naar buiten gaan. Ook helpen die gesprekken bij de samenstelling van het assortiment. Klanten hebben bij elkaar altijd veel meer gelezen dan ikzelf – of een van mijn medewerkers. Die kennis moet je gebruiken.'
Het is dan logisch dat hij ook veel meer waarde hecht aan samenwerking dan Jan Dupont. Limerick heeft zich aangesloten bij Confituur, het samenwerkingsverband van de Vlaamse zelfstandige boekhandels, en Boek.be. Maar coöperatie telt vooral lokaal. Doordat de drie indies in Gent – naast Limerick: Walry en Het Paard van Troje – ieder hun eigen specialismen hebben, kunnen ze goed naar elkaar doorverwijzen. 'Zo kun je je klant nog beter helpen en is de kans groter dat hij terugkomt.'
(Eerder gepubliceerd in Boekblad, okt 2014)

zondag 9 november 2014

2007: De eentjes van boekhandel Limerick in Gent (Boekblad)

Dit was in 2007. Niet meer dan twee exemplaren van één titel op voorraad. Zo veel mogelijk kwaliteitsboeken en zo min mogelijk populaire bestsellers. Jan Dupont van boekhandel Limerick heeft in Gent een bijzondere winkel opgebouwd. 'Het is een tight rope', beseft hij, om kwaliteit en rentabiliteit te combineren. [Zie hier voor het verhaal uit 2014]

Wat een verschil in sferen. Dat valt als eerste op, als je vlakbij station Gent-Sint Pieters boekhandel Limerick aan de Koningin Elisabethlaan binnenloopt. Het voorste gedeelte, waar de kinderboeken en algemene non-fictie staat, heeft de uitstraling van een juwelier: glanzend wit domineert. Maar als je na de balie en een versmalling doorloopt naar achteren, waar literatuur en filosofie te vinden zijn, stap je een klassieke literaire boekhandel binnen: grenenhouten kasten en een chique uitstraling.
Hoe langer je daarna ronddwaalt in de volkomen ongebonden zelfstandige boekhandel, hoe meer iets anders in het oog springt - iets veel opmerkelijkers eigenlijk: Limerick heeft geen enkele titel in stapels liggen. Niet van recente bestsellers als de nieuwe Aspe of Haar penisboek van Goedele Liekens, en evenmin van titels die in het intellectuele upmarket-profiel van de winkel passen. De enige titel waarvan meer dan twee exemplaren te vinden zijn, is: Echte filosofie van Th.C.W. Oudemans (drie stuks).
Het blijkt een uitzondering, waarschijnlijk omdat het zo'n dun boek is. 'Wij leggen altijd hooguit twee titels neer', vertelt eigenaar Jan Dupont in het kleine leescafé in een uitbouw naast de literaire afdeling. 'Stapels vreten ruimte. Platte presentatie verkoopt beter, maar de hoogte kunnen we niet in. We zetten er ook boeken met de rug naar boven tussen. En boeken erachter. Liever richt ik me op de bewuste koper, door die een zo groot mogelijke kans te bieden te vinden wat hij zoekt, dan op de impulskoper.'
Natuurlijk koopt hij, als het moet, meer dan twee stuks in. Van, zeg, een nieuwe Arnon Grunberg bestelt hij er op aanbieding vijftien tot twintig. De meeste exemplaren komen in eerste instantie terecht in een kantoortje annex voorraadhok achter de winkel. 'We checken bij aanbieding van iedere titel de historiek. Ik wil genoeg hebben om de eerste twee, drie weken door te komen. En dan is het een kwestie van tijdig bijbestellen. Letterlijk na elke verkoop kijken we: moeten we deze titel bestellen of niet.'
De kwaliteit van de bestelservice is cruciaal, ook voor titels die de winkel niet in huis heeft. 'Ik heb de indruk dat we daarin sneller zijn dan anderen', zegt Hilde Seys, die sinds 1998 bij Limerick werkt. 'Dat hoor ik van klanten. Wij bestellen ook direct. Anderen bundelen hun bestellingen soms, omdat ze dan in aanmerking komen voor hogere kortingen. Dan moet de klant langer wachten op zijn bestelling.'

Om Limerick te maken tot wat het nu is, heeft Dupont jarenlang moeten buffelen. Toen hij de winkel in 1993 overnam, had Limerick roerige jaren achter de rug. Twee jaar daarvoor was het nog een Franstalige boekhandel, die de elite en hoogopgeleiden als klant had. Na het pensioen van de eigenaren kwam de zaak in handen van een jong koppel zonder affiniteit met boeken. Zij concentreerden zich op de handel in kranten en tijdschriften, en verwaarloosden het boekenassortiment.
'Op het moment dat de twee weer van Limerick af wilden, leefde het oude imago van de winkel nog voldoende in de herinnering van de oude klanten. Daarom durfde ik het aan de goede winkel opnieuw tot leven te wekken. Al in onze studententijd hadden mijn vrienden en ik het erover dat het Gent aan een goede boekhandel ontbrak. Het idee was om boeken te combineren met de handel in kranten en tijdschriften. Die zouden voor inkomen en cashflow zorgen. Naar Angelsaksisch model.'
Direct alléén boeken verkopen, zat er niet in. 'Een boekhandel beginnen is onhaalbaar. Dat was veertien jaar geleden al zo. Ik moest vier miljoen Belgische franken investeren. Alleen voor de overname kon ik een lening krijgen, niet voor de stock. Ik kon alleen de winkel vol boeken stoppen als ik die in drie maanden allemaal verkocht. Maar dat lukt nooit. Zeker met de marge op boeken verdien je er te weinig aan. Ik moest dus stap voor stap de winst van de kranten en tijdschriften in mijn assortiment boeken stoppen.'
Tien jaar stond Dupont zes dagen per week om vijf uur 's ochtends op. Eerst alle nieuwe kranten uitpakken en klaarleggen, dan om zeven uur de deur openen en achter de toonbank blijven tot zeven uur 's avonds. Op rustige momenten las hij recensies, zocht hij interessante boeken en plaatste hij bestellingen. Dat liep allemaal via krantendistributeur AMP. 'Zonder hun bestelsysteem had ik het niet kunnen redden, ook omdat ik populaire titels met recht van retour kreeg.'
Van begin af aan streefde Dupont naar een uitstraling van kwaliteit. In toen nog alleen het smalle deel, voorbij de balie, vulde hij de planken met in elk genre uitsluitend 'de room op de taart'. Populaire thrillers of boeken van bekende Vlamingen legde hij tussen de tijdschriften - dat waren meeneemproducten. In de etalage legde hij zijn eigenzinnige keuze neer. Geregeld ontdekten daardoor toevallige passanten de winkel, als ze een titel zagen waar ze elders tevergeefs om hadden gevraagd.
Gaandeweg nam het belang van de kranten en tijdschriften af. In het eerste jaar was het segment goed voor 90 procent van de omzet, tien jaar later nog voor hooguit een kwart. In 1998 was het mogelijk om naar achteren door te breken en het winkeloppervlak in één klap te verdubbelen. Rond die tijd nam Dupont voor het eerst iemand aan: Hilde Seys. En in 2004 deed hij in één keer de kranten en tijdschriften de deur uit. Eindelijk had hij zijn ideale winkel gerealiseerd.
'Plots kreeg ik er een pak klanten bij', vertelt Dupont. 'Veel mensen hadden wel de etalage gezien, maar als ze de deur open deden, dachten ze dat we alleen kranten en tijdschriften hadden. En kwamen ze niet binnen. Nu wel. Nog altijd krijg ik mensen over de vloer die vertellen dat ze niet wisten dat hier een echte boekhandel zat. Ik begrijp dat AMP nu meer met boeken gaat doen (Bookplus, MD), maar ik ben sceptisch: naar mijn gevoel zien Vlamingen kranten en tijdschriften, en boeken als verschillende producten. Beide verkopen onder één dak gaat matig.'

Anno 2007 heeft Limerick nog steeds een eigenzinnig assortiment. Aanvankelijk ging Dupont volledig af op zijn eigen smaak. 'Ik had oogkleppen op, ik ging ook niet kijken wat bij andere winkels lag.' Sinds hij een groep vaste klanten aan zich gebonden heeft, luistert hij ook goed naar wat zij willen. Raden zij een titel aan, dan haalt hij die ook in huis. Ook zijn medewerkers - dankzij de groei inmiddels drie - hebben hun rol. 'Een goed assortiment is een samenspel.'
Dupont wil zo min mogelijk populaire bestsellers in de winkel hebben. 'Het is net als bij de apotheker naast de winkel. Mensen komen bij hem voor medicijnen, maar als hij niet ook cosmetica verkoopt, maakt hij niet voldoende omzet. Ook ik kan niet zonder cosmetica. Ik heb dus een paar Grishams. Maar dat mag niet ten koste gaan van de uitstraling - ook voor de thrillerkast. Ik wil de top of the bill: Mankell, Slaughter, Pelecanos, maar geen Clancy of onbekende Amerikanen.'
De balans behouden tussen zijn eigen keuze en een steeds kleiner aandeel populaire titels is 'een tight rope', erkent Dupont. Door zich nergens bij aan te sluiten, noch bij de Vlaamse Boekverkopersbond (VBB) noch bij Colibro, hoeft Limerick nooit verplicht vanwege een collectieve actie titels op voorraad te nemen. Aan die vrijheid hecht Dupont - door Seys omschreven als 'koppig', 'gedreven' en 'een einzelgänger' - zeer. Tot nu toe gaat het goed: nog elk jaar groeit de omzet. 'Maar soms lig ik 's nachts wakker van de vraag of het goed blijft gaan', bekent hij.
De afgelopen jaren heeft Limerick zijn assortiment steeds meer geconcentreerd op literatuur, filosofie, poëzie, geschiedenis, klassieken. Andere categorieën gingen er stuk voor stuk uit: reisgidsen, kookboeken, strips. Alleen tijdens de feestdagen (Kerstmis, Moederdag) heeft Limerick nog een select aantal kookboeken. Het is een direct gevolg van de fors toegenomen productie. Was Limerick een algemene boekwinkel gebleven, dan zou het van alles te weinig in huis hebben.
'Door de exponentieel toegenomen productie zijn wij gedwongen onze doelgroep af te bakenen', legt Dupont uit. Anders zou ook voor de kerndoelgroep het aanbod té dun worden. 'Het is ook de trend van deze tijd: de opkomst van speciaalzaken. Voor de ketens is dat het grootste probleem. Zij hebben tien, vijftien jaar lang gezegd: wij hebben alles, kom bij ons en je vindt wat je zoekt. Dat kunnen ze niet meer waarmaken, dus is de basis weggevallen van hun marketingprincipe.'

Opmerkelijk genoeg heeft Limerick een groot aantal series in huis: Salamander Klassiek, Gouden Reeks, Privé-Domein, Russische Bibliotheek. Tot voor kort had hij alle leverbare delen. Dupont: 'Ik had een deal gemaakt met Ann Ceulemans van WPG. Wij zouden de hele serie neerzetten en WPG leverde in depot. Ik kan zelf niet investeren in én de ruimte én de voorraad. Ik betaalde voor bijbestellingen. Helaas is dat gestopt, omdat WPG nu bij CB zit en dat kan dit niet verwerken.'

Het is niet zijn enige klacht over uitgevers. Sinds de verbouwing in 1998 koopt hij rechtstreeks bij hen in. Na enige jaren begonnen de vertegenwoordigers Limerick steeds serieuzer te nemen. Maar dat ze, zelf verspreider van cultuur, hem zien als partner? 'Dat De Slegte Dan Brown gaat verkopen onder de adviesprijs, neem ik ze niet kwalijk. Maar uitgevers stellen De Slegte daartoe in staat. Ze zouden moeten denken: dit kan ik niet maken tegenover andere kanalen. Bij hun taak als cultuurverspreider hoort een zekere ethiek. Die is er zelden.'
(Eerder gepubliceerd in Boekblad, maart 2007)

zaterdag 8 november 2014

Eigen beheer-uitgave 'Grachtenhuizen' haalt derde druk (Boekblad)

Fotograaf Arjan Bronkhorst heeft gisteren de derde druk opgelegd van zijn foto-boek Grachtenhuizen. Hij gaf het in eigen beheer uit nadat uitgevers 'het niet aandurfden'.

Het meer dan vierhonderd pagina's tellende Grachtenhuizen bevat ongeveer 350 foto's van bijzondere interieurs van een aantal Amsterdamse grachtenpanden. Het groot formaat boek (24 x 30 cm) met teksten in het Nederlands en Engels van Marc van den Eerenbeemt en Koos de Wilt kost 49,50 euro. Desondanks is het een 'ongelooflijk en onverwacht succes', aldus Bronkhorst. Precies een jaar na verschijnen zijn al bijna 6.000 exemplaren weggegaan. Als de derde druk van de persen rolt zijn er straks 8.000 in druk. Voor de decembermaand verschijnt er tevens in gelimiteerde oplage een speciale editie in een linnen ‘slipcase’ met een fotoafdruk. Verkoopprijs: 89,50 euro. 
'Rond de boekpresentatie kreeg ik enorm veel aandacht,' vertelt Bronkhorst. 'BNR vroeg me 3 dagen voor de presentatie al voor een live-radiointerview. Het Financieele Dagblad wilde de primeur in de zaterdagkrant. Ik zat zelfs bij Hart van Nederland. Dat publiek bereik je normaal niet met erfgoedhuizen. Toen was binnen drie weken de eerste druk uitverkocht.' Dat Grachtenhuizen ook daarna goed is blijven lopen, verklaart hij uit 'het binnenkijkgevoel: alleen als je 's avonds langs de grachten loopt, kun je iets van de grootse weelde van de binnenkant zien. Meestal blijven deze privéhuizen, die tot de mooiste van Nederland behoren, gesloten.'
Ook de persoonlijke aandacht die de fotograaf in het boek heeft gelegd moet hebben bijgedragen aan het succes, denkt Bronkhorst. 'Dit boek komt uit mijn tenen. Alle aspecten van het boek moesten in orde zijn. De fotografie, maar zeker ook de 20.000 woorden die in het boek staan. Tot het voorwoord van burgemeester Eberhard van der Laan aan toe. Dat merken mensen: ik krijg hele dankbare mails. Heel bijzonder. Het zou daarom ook een ware uitdaging zijn voor mij om een soortgelijk boek te maken over Londen of Parijs, zoals me wel gevraagd is. Dan zou het toch eerder een Taschen-boek worden. Hoe mooi de boeken van Taschen ook zijn: je bladert ze door en koopt ze niet, omdat er net iets mist. Ik zou het anders willen doen.'
Die persoonlijke aandacht is ook de reden dat Bronkhorst uiteindelijk niet met een uitgeverij in zee is gegaan. 'Uitgevers denken in formats. Is het een gelikt interieurboek? Nee. Een gids? Ook niet. Een historisch boek? Nee. Ik wilde mijn idee ook niet aanpassen aan die formats. Dan zeiden uitgevers: moet er niet een soort paspoort van ieder huis bij? Of standaard een foto van iedere buitengevel? Nee. En omdat ik het zó graag wilde maken zoals het mij voor ogen stond, heb ik het maar zelf gedaan. Met als resultaat dit enorme boekwerk van meer dan 400 pagina’s in full-color.'
De uitgave kostte hem een investering van tienduizenden euro's – alleen al aan de eerste druk van 3.000 exemplaren. 'En moet je alle uren die ik erin gestopt hebt, meetellen tegen een commercieel tarief? Ik vind van niet,' zegt Bronkhorst. 'Ik vond dat ik dit boek moest maken, als ode aan deze bijzondere huizen. Ik vond het ook leuk om te doen. En ik had het geld op de bank staan. Anderen kopen er misschien een auto van. Die schrijf je af en dan is het weg. Ik heb nu een investering gedaan in mijn werk. Ik heb er inmiddels ook aan kunnen verdienen. Ik kan daarom  uit eigen middelen de derde druk financieren.' 
De meeste exemplaren van Grachtenhuizen verkocht hij via de boekhandel. 'Het meeste natuurlijk in Amsterdam, maar ook in 't Gooi loopt het erg goed. Eigenlijk wordt het boek in heel Nederland verkocht. Boekwinkels bestellen gewoon via CB. Hier en daar benader ik een boekhandel met de vraag of ze posters willen ophangen of volume willen maken. Dan zie je gelijk dat het werkt. Als boekwinkels het boek in de winkel hebben liggen wordt het verkocht, gegarandeerd. Het leuke is dat de boekhandel er goed aan verdient en kopers mij tegelijk vragen: waarom is het zo goedkoop?'
De tweetalige uitgave maakt Grachtenhuizen ook interessant voor de buitenlandse markt. En dan niet alleen toeristen in Amsterdam. Bronkhorst verkoopt het boek nu via de webshop van zijn eigen uitgeverij aan klanten tot in de VS en Australië. Vooral in Duitsland is de belangstelling groot: nadat Der Spiegel er aandacht aan besteedde, kreeg hij honderden bestellingen – ook van boekhandels. Het mooiste zou zijn als het boek ook over de grens kon worden gedistribueerd. Bronkhorst bezocht daarom vorige maand de Frankfurter Buchmesse.
Hetzelfde geldt voor nieuwe projecten. Bronkhorst richtte voor zijn boek uitgeverij Lectura Cultura op. 'Een kleine uitgeverij gespecialiseerd in boeken en andere media op gebied van kunst en cultuur', omschrijft de uitgeverij zichzelf online. Dat suggereert dat Bronkhorst meer uitgaven wil maken. 'Ja. Met mijn eigen werk in eerste instantie, maar ik zie ook wel eens werk van collega's – heel goede fotografen – waar ik interesse in heb. Er zijn in ieder geval voldoende ideeën voor nieuwe uitgaven.' 
Zie ook: www.grachtenhuizen.org. Vanaf 18 november is een aantal foto's uit de serie Grachtenhuizen te bezichtingen in het Amstel Hotel. Eerder wijdde het Amsterdam Museum een expositie aan het fotoserie.
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 6 nov)

Zie ook:
- Mary Go Wild: in eigen beheer uitgegeven boek wordt boekhandel en uitgeverij

vrijdag 7 november 2014

Story Terrace wil markt voor opschrijven levensverhalen professionaliseren (Boekblad)

Nederlanders moeten het laten opschrijven van hun eigen levensverhaal gaan beschouwen als iets wat je een keer in je leven doet. Dat is het doel van het vandaag gelanceerde Story Terrace.

De klanten van Story Terrace kunnen vanaf 1500 euro een zogeheten Storyboek laten maken. Voor die basisprijs worden zij een keer gedurende enkele uren geïnterviewd, waarna zij vier exemplaren krijgen van een hardcover van circa vijftig pagina's (met de helft tekst) met hun eigen verhaal. Voor een meerprijs kunnen zij een langer boek laten maken. Ook speciale wensen zijn op aanvraag mogelijk.
Nieuw is het idee van oprichter Rutger Bruining, die eerder bij Booz Allen Hamilton en Candover/Arle werkte, natuurlijk niet. Van levensinterview.nl en vooruwkinderen.nl tot Biografiebureau Bakker – wie zijn levensverhaal wil laten opschrijven kan tegenwoordig bij tientallen individuen of bedrijven terecht. In 2005 schreef Addo Stuur ook Schrijf uw biografie om mensen op weg te helpen bij het zelf noteren van hun geschiedenis.
Maar met Story Terrace wil Bruining de markt professionaliseren. 'Wij pakken wij het groots aan', vertelt hij. 'Wij hebben een pool van twintig schrijvers, die zelf boeken hebben gepubliceerd of in landelijke kranten en tijdschriften hebben gepubliceerd.' Zo vermeldt de site Eveline Vreeburg, die twee boeken uitgaf bij Prometheus, en Persis Bekkering, die onder andere in de Volkskrant over literatuur schrijft. Hoeveel de auteurs verdienen aan een boek, wil Bruining niet zeggen.
'Ten tweede proberen we het schrijven van je biografie zo laag mogelijk in de markt te zetten', vervolgt de initiatiefnemer. 'Het proces is zo kostenbeperkt mogelijk. Klanten krijgen eerst een notitieboekje om hen aan te zetten na te denken over hun herinneringen, gevolgd door een vragenlijst. Daarna worden zij gebeld door de schrijver, die wij uitkiezen bijvoorbeeld op basis van een gedeelde interesse, voor een kennismakingsgesprek. Als dan het interview plaatsvindt, bij de klant thuis of in een openbare gelegenheid, goed voorbereid op wat ze willen vertellen.'
Ook op andere manieren worden de kosten beperkt. Door een lage instaplengte: 'Andere bureaus schrijven soms hele biografieën. Dat is veel duurder.' De opmaak van het boek gebeurt in de Filipijnen. En het omslagontwerp van Grade Design is gestandaardiseerd. 'Wel krijgt iedereen een unieke kaft.'
Story Terrace is al actief sinds februari. Sindsdien hebben een kleine twintig mensen een Storyboek laten maken. Onder hen oud-president van De Nederlandsche Bank Nout Wellink: Van Bredevoort tot Leiden. Nout Wellinks jonge jaren (1943-1965) is prominent zichtbaar op de site. 'Nee, die hebben we niet gratis laten maken om promotiedoeleinden. Iedereen heeft betaald, al heb ik de eerste klanten wel korting gegeven,' zegt Bruining.
Vanaf vandaag treedt het bedrijf naar buiten. Met free publicity, maar ook met eigen content hoopt het aandacht te genereren. Story Terrace laat iedere maand bekende en onbekende mensen op basis van een thema herinneringen ophalen. Deze maand is het thema: 25 jaar val van de muur. Zo vertelt taxichauffeur Wolf over zijn belevenissen op 9 november 1989.
'Uiteindelijk wil ik stapsgewijs groeien naar enkele duizenden klanten per jaar', zegt Bruining. 'Er worden jaarlijks zo'n 200.000 mensen zestig. Als we daar één procent van binnenhalen komen we al een heel eind. Het idee is dat mensen het laten beschrijven van hun verhaal gaan zien als iets wat je een keer in je leven doet. Of dat men wil dat zijn ouders dat doen – en dat je dan een Storyboek cadeau doet. Het is natuurlijk nog steeds een duur, maar wel een heel bijzonder cadeau.'
Story Terrace is daarnaast actief in Engeland. Ook daar is een pool van twintig schrijvers. 'Voorlopig opereren we in Engeland reactief. Als mensen zich melden, helpen we ze. Die kunnen uiteraard ook uit andere landen komen: ik kreeg laatst een e-mail uit Zambia, ik sprak ook een vrouw uit Jordanië. Maar de inspanningen op het gebied van marketing en sales blijven nu beperkt tot Nederland.'
Naast Bruining werken vier mensen voor Story Terrace. De managing editor Rosanne van Asperen de Boer (ex-Lebowski) is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de schrijvers en het eindproduct. Een manusje-van-alles helpt onder andere bij de productie. Een contentmanager levert teksten voor de themamaanden. En een salesmedewerker gaat de b2b-markt bewerken. 'Wij willen bedrijven persoonlijke verhalen van medewerkers en jubileumboeken leveren. De prioriteit blijft wel bij de consument liggen.'
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 4 nov)

dinsdag 4 november 2014

Free Musketeers goes America – zelf uitgeven in de VS (Schrijven Magazine)

Uitgeverij Free Musketeers laat het gros van haar boeken in het Engels vertalen. Auteurs kost het niets – tenzij ze voor allerlei diensten bij betalen. Directeur Klaas van Eijkern steekt zijn handen in het vuur voor de kwaliteit van de vertaling en het blazoen van zijn partner America Star Books.

'In Amerika letten ze meer op de inhoud en minder op taal'

Waarom alleen uitgeven in het Nederlands als je ook een vertaling van je boek in het Engels wereldwijd te koop kunt zetten? Uitgeverij Free Musketeers biedt haar auteurs die mogelijkheid. Voor niets. Op zijn kantoor heeft directeur Klaas van Eijkern inmiddels vier stapels met tientallen Engelstalige boeken staan. Als hij opstaat om een voorbeeld te laten zien, vindt hij die niet zo snel. Zo veel vertalingen zijn er al.
De nieuwe dienst is een reactie op de forse groei van selfpublishing-platforms als Mijnbesteller.nl, Brave New Books en Pumbo. 'Er is een groep die op een makkelijke manier een boek wil uitgeven,' vertelt Van Eijkern. 'Die al tevreden is als er tien exemplaren worden geproduceerd en hij er zelf één in handen heeft. En er is een groep die serieus met schrijven bezig is en een uitgeverij zoekt die echt moeite doet om hun boek zo goed mogelijk in de markt te zetten.'
Omdat de eerste groep steeds groter wordt, wil het Zoetermeerse bedrijf nog duidelijker maken dat het zich op de tweede groep richt. En daarvoor moet Free Musketeers blijven innoveren. Hun partner America Star Books brengt in een klap meer dan 3000 titels uit in vertaling om dit unique selling point te benadrukken. Deze boeken komen sinds januari in omgekeerde volgorde van verschijnen op de Amerikaanse markt. Tenzij de auteurs van deze werken het expliciet verbieden.

Aanvankelijk betaalden schrijvers 700 euro voor het maken van een vertaling. Tachtig auteurs deden dat ook. 'Maar hoewel dat in feite een laag bedrag is, begrijp ik dat veel mensen dat niet kunnen betalen,' zegt Van Eijkern. Het omzetten in het Engels is daarom gratis gemaakt. Die investering verdient America Star Books terug aan de verkoop van boeken én aanvullende diensten aan auteurs. Free Musketeers ontvangt een percentage hiervan – hoeveel wil Van Eijkern niet zeggen.
De vertaling moet zo goedkoop mogelijk worden gefabriceerd. Dus geen gediplomeerd vertaler die voor 0,064 euro per woord aan de slag gaat (het minimumtarief voor literair vertalers in Nederland), maar een softwareprogramma waarvan de tekst door drie personen in zijn geheel wordt nagekeken. 'Gemiddeld werkt ieder van die drie zo'n drie tot vier dagen aan de tekst.'
Die personen zijn afkomstig uit het boekenvak, hebben Engels gestudeerd of hebben een achtergrond in de journalistiek. 'In Maryland, waar America Star Books is gevestigd, werkt een team van tachtig man hier fulltime aan. Ze zoeken nog een Nederlandstalige native speaker in de regio, maar die is nog niet gevonden. Behalve met ons werken ze ook met Braziliaanse, Argentijnse en Spaanse uitgevers.'

Levert deze werkwijze voldoende kwaliteit op? Als je de voorbeelden op het forum van Schrijven Online gelooft: zeker niet. Sommige gemaakte fouten zijn schokkend. Volgens Van Eijkern is in die specifieke gevallen het werk niet secuur genoeg is nagekeken. De verantwoordelijken zijn ontslagen of krijgen geen opdrachten meer. 'Voor het gros van de vertalingen durf ik mijn handen voor in het vuur te steken.'
Toch legde Free Musketeers aanvankelijk op hun site veel nadruk op het feit dat de Amerikaanse vertaling nooit één op één het origineel volgt. De controleurs van America Star Books veranderen voor hen onbekende persoonsnamen als Maarten of plaatsen als Middelburg, of schrappen voor Amerikanen onbegrijpelijke informatie van bijvoorbeeld regelgeving. Alles exact nazoeken zou vertalen te duur maken.
Die werkwijze verklaart voor een deel de kritiek op het forum. Van Eijkern: 'Er zijn altijd een aantal negatievelingen. Maar als je vraagt wat voor fouten zij aantreffen, gaat het niet om vertaalfouten. Nee, zij willen hun kindje exact hetzelfde houden in vertaling. Zij denken dat anderen over aanpassingen vallen. Dat is niet zo omdat het inhoudelijk geen essentiële dingen zijn.'
Ook meldde Free Musketeers in het begin letterlijk: 'Amerikanen zien taalfouten over het hoofd'. Is dat soms een vrijbrief om fouten in de vertaling te laten staan? 'Natuurlijk niet', reageert Van Eijkern. 'Maar het is wel waar: in Amerika letten ze meer op de inhoud en minder op taal. In België zijn ze toch ook meer gespitst op taal dan in Nederland? Die verschillen bestaan gewoon.'
Desalniettemin bezweert Van Eijkern dat alle aanpassingen die auteurs in de vertaling willen aanbrengen gratis worden doorgevoerd. 'Al moeten ze beseffen dat een boek met de titel Murder in Oeteldonk niet zal lopen in Amerika, omdat Oeteldonk ze niets zegt.'

America Star Books, uitgever van de vertalingen, heeft niet bij iedereen een goede reputatie. Het bedrijf dat aanvankelijk PublishAmerica heette en is opgericht door de Nederlander Willem Meiners, zou een scam zijn die alleen leeft van de verkoop aan diensten aan auteurs. Van Eijkern haalt daar zijn schouders over op: 'op 60.000 auteurs zijn er een stuk of honderd die niet tevreden over hen zijn.'
Feit is dat het bedrijf niets illegaals doet. Rechtszaken tegen PublishAmerica, de laatste in 2013, leidden tot niets. De vraag is alleen in hoeverre het auteurs realistische verwachtingen voorspiegelt. Boeken presenteren aan de redacteuren van nationale tv-programma's? Boeken neerleggen op beurzen? Beseffen auteurs hoe klein de kans is dat het tot meer verkopen leidt?
'Als je een dienst op het net zet,' zegt Van Eijkern, 'geeft iedereen een eigen interpretatie aan wat het betekent. Sommige mensen hebben dan een te hoog verwachtingspatroon. Die denken bijvoorbeeld dat als je een boek aan de boekhandel aanbiedt, het in iedere winkel komt te liggen. Maar dat is onmogelijk. Als je dat niet uitgelegd krijgt, vinden ze dat je te weinig voor ze doet.'
Een voorbeeld. In 2011 bood PublishAmerica auteurs voor 49 dollar aan het onder de aandacht te brengen bij J.K. Rowling – die daar overigens niets van zei te weten. Is dat geen bij voorbaat weggegooid geld? 'Nee,' vindt Van Eijkern. 'Als zij je boek gaat promoten, kan dat een enorm effect hebben. En als je het niet probeert, weet je ook niet of het gaat gebeuren.'

Dus wat doet America Star Books met de vertaling van Free Musketeers-uitgaven? Het meldt het boek in de databases van distributeurs Gardners en Ingram. Daarmee volgt automatisch opname in het assortiment van webwinkels als Amazon en aanbieding aan de boekhandel. In geval van verkoop, wordt het boek on demand geprint en geleverd, waarvoor auteurs minimaal 10 % royalty krijgen (op de eerste 500 exemplaren). Wie meer wil dan sec een vertaling op de markt brengen, moet daarvoor betalen.
Van Eijkern beseft dat schrijvers moet investeren om op te vallen in een gigantisch aanbod. America Star Books alleen al publiceert twaalf tot vijftien boeken per dag – náást de vertalingen. 'Als je alle heil van een uitgeverij verwacht, gebeurt er niets. Maar dat geldt ook al lang voor een traditionele uitgeverij. Daar moet de auteur tegenwoordig ook veel zelf doen – zij het eerder in moeite dan in geld.'
America Star Books, vertelt Van Eijkern, doet bijna dagelijks per mail aanbiedingen voor tal van diensten – opname in brochures, meegenomen worden aan beurzen, etc. – aan haar auteurs. 'Hooguit twee weken hebben wij dat gevolgd. Maar in Nederland moet je daar niet mee aankomen. Hier wordt dat als spam ervaren. Doe dat twee keer per maand, dat is genoeg.'

Van Eijkern zoekt weer in de stapel vertalingen. Hij laat Humus & Dutch van Sara Ahron zien, waarvan er 'zeker meer dan vijftig' exemplaren zijn verkocht en dat daarmee de bestverkochte vertaling tot nu toe is geweest. 'Zij is naar Amerika geweest. En niet als enige. Ze was op beurzen en festivals in Los Angeles en Hollywood. De moeite die ze erin steekt, stimuleert dus de verkoop.'
(Eerder gepubliceerd in Schrijven Magazine 5, 2014) 

Zie ook:

zondag 2 november 2014

Des romans français: Frédéric Beigbeder, 'Oona & Salinger'

Met een grappige verwijzing naar Magrittes Ceci n’est pas une pipe begint Beigbeder zijn roman over Oona O’Neill en J.D. Salinger: Ceci n’est pas une fiction. Maar wat is het dan? Truman Capote heeft het genre ‘non-fiction novel’ geïntroduceerd: fictie die zo dicht mogelijk bij de feiten blijft. Maar de Franse vertaling van die Amerikaanse term vindt Begbeider vreselijk: roman non fictionel, hij verkiest faction, een pakkende definitie die ook in het Frans bestaat.
Beigbederheeft na allerlei onderzoek een raamwerk opgezet van feiten en daaromheen een intrigerend verhaal gesponnen over het leven van J.D. Salinger, Oona O’Neill en Charlie Chaplin. In 2010 is Salinger, vooral bekend van Catcher in the Rye, overleden. Enkele jaren daarvoor heeft Beigbeder de stoute schoenen aangetrokken om een bezoek te brengen aan zijn idool die sinds jaren een zeer teruggetrokken bestaan leidt. Maar eenmaal dicht bij het huis van de schrijver durft hij het toch niet aan diens leven te storen, wetende dat Salinger daar ook absoluut niet op zit te wachten.
Het boek kan op dezelfde manier beschouwd worden, Beigbeder komt met zijn gefictionaliseerde verhaal dicht bij de waarheid, maar we zullen nooit weten of het zo gegaan is. Maar ook Beigbeder is een schrijver in hart en nieren en hoopt levensechte personages geschapen te hebben, ook al hebben ze de namen van bestaande personen: si cette histoire n’était pas vraie, je serai extrèmement déçu.
Vlak voor de oorlog begint het verhaal Salinger en Oona, dochter van de op dat moment wereldberoemde dramaturg Eugene O’Neill, met wie zij sinds haar tweede jaar nagenoeg geen contact meer heeft. Jerome Salinger, die al schrijft en snel een verhaal gepubliceerd zal krijgen, en Oona ontmoeten elkaar in de Stork Club in New York, een plek waar de rich and famous uit die tijd samenkomen. Truman Capote zit aan hetzelfde tafeltje als Oona, ze zullen hun leven lang bevriend blijven, en Salinger komt erbij zitten, aangetrokken door de stille en mooie vijftienjarige Oona. Ze keuvelen wat over koetjes en kalfjes en laten de hun conversatie daarna gemoedelijk stilvallen, kijkend naar de beau-monde.

-Vous savez…
- Qoui?
- Je me tais, mais… je m’ennuie pas.
- Moi non plus.
- J’aime bien me taire avec vous.
- …
-…

Bij de tweede ontmoeting slaat de vonk over, ze praten veel, drinken nog meer en blijven de hele nacht bij elkaar. Er ontstaat een relatie, hoewel ze achteraf beiden zeggen dat ze te jong waren om te weten wat echte liefde is. Na een paar maanden, ze zien elkaar veel, zij slaapt vaak bij hem, zonder dat ze met elkaar naar bed gaan, begint het te wringen. Zijn bezitterigheid en humeurige buien botsen met haar fladderende en vrolijke leventje waarin ze vooral wil genieten.
De relatie komt fysiek aan een einde wanneer Salinger, van Joodse afkomst, besluit het leger in te gaan en in Europa tegen Hitler te gaan strijden. Oona volgt haar vriendinnen naar Hollywood met het doel om filmactrice te worden. Salinger schrijft haar en beschouwt haar nog steeds als zijn verloofde, Oona antwoordt dat het voorbij is, dat ze verder wil met haar leven en dat ze bovendien iemand anders ontmoet heeft: Charlie Chaplin. Charlie is overdonderd door de verschijning van de jonge schoonheid, ze schelen 36 jaar. Ze wordt zijn vierde vrouw en blijft bij hem tot zijn dood in 1977.
Beigbeder, die zelf ook een relatie heeft met een veel jongere vrouw, maakt van dit gegeven gebruik om het op te nemen voor oudere mannen die de voorkeur hebben voor jonge vrouwen. Het gaat ze, de mannen, niet alleen om de jonge en strakke lichamen, maar ook omdat de jeugdigheid hun toekomst geeft en de jonge vrouwen zijn op zoek naar levenservaring, iets van een twintigjarige ontbeert.
Ondanks dit onnodige uitstapje, weet Beigbeder de boeiende levens van deze personen knap met elkaar te verweven. Salinger verandert compleet tijdens de oorlog in Europa, hij ziet de meest afschrikwekkende taferelen, doorstaat te veel ellende voor één mensenleven en blijft ondanks alles vasthouden aan Oona, zijn eerste en grootste liefde. Hoewel het leven van Salinger afgesloten blijft voor de buitenwereld, in beheer bij zijn weduwe en zoon, wordt er een geloofwaardig lijn uitgezet van hoe het contact tussen Salinger en Oona verder verloopt. Hij blijft haar schrijven, zij leest zijn brieven en antwoordt sporadisch. De asbak die Oona uit de Stork Club heeft meegenomen en aan Salinger heeft gegeven, blijft tot het einde toe een rol spelen, ook al is hij in stukken.
 
Salinger et Oona, c’est une histoire d’amour courtois. Chaplin et Oona, c’est le mariage le plus réussi que je connaisse. La vie parfaite, c’est d’avoir vécu le deux, comme Oona.

Beigbeder besluit het boek met zijn eigen huidige liefde, die hij nooit ontmoet zou hebben zonder dit project, hij ontmoet haar in Zwitserland, waar hij probeert de brieven die Salinger schreef aan Oona los te krijgen bij de erven van Oona Chaplin. Het lukt hem niet, en maar goed ook, bedenkt hij zich, anders had hij ze nooit kunnen verzinnen.
Vier jaar heeft hij dag in dag uit doorgebracht met zijn personages. De lezer kan nu een intrigerende roman lang genieten van deze beroemdheden, en zich afvragen waarom het niet zo gegaan zou kunnen zijn.


Arjen van Meijgaard

Zie ook: 'Un roman français' van Frédéric Beigbeder