Met
een grappige verwijzing naar Magrittes Ceci
n’est pas une pipe begint Beigbeder zijn roman over Oona O’Neill en J.D.
Salinger: Ceci n’est pas une fiction.
Maar wat is het dan? Truman Capote heeft het genre ‘non-fiction novel’ geïntroduceerd:
fictie die zo dicht mogelijk bij de feiten blijft. Maar de Franse vertaling van
die Amerikaanse term vindt Begbeider vreselijk: roman non fictionel, hij verkiest faction, een pakkende definitie die ook in het Frans bestaat.
Beigbederheeft na allerlei onderzoek een raamwerk opgezet van feiten en
daaromheen een intrigerend verhaal gesponnen over het leven van J.D. Salinger,
Oona O’Neill en Charlie Chaplin. In 2010 is Salinger, vooral bekend van Catcher in the Rye, overleden. Enkele
jaren daarvoor heeft Beigbeder de stoute schoenen aangetrokken om een bezoek te
brengen aan zijn idool die sinds jaren een zeer teruggetrokken bestaan leidt.
Maar eenmaal dicht bij het huis van de schrijver durft hij het toch niet aan
diens leven te storen, wetende dat Salinger daar ook absoluut niet op zit te
wachten.
Het boek kan op dezelfde manier beschouwd worden, Beigbeder komt met zijn gefictionaliseerde verhaal dicht bij de waarheid, maar we zullen nooit weten of het zo gegaan is. Maar ook Beigbeder is een schrijver in hart en nieren en hoopt levensechte personages geschapen te hebben, ook al hebben ze de namen van bestaande personen: si cette histoire n’était pas vraie, je serai extrèmement déçu.
Vlak voor de oorlog begint het verhaal Salinger en Oona, dochter van de op dat moment wereldberoemde dramaturg Eugene O’Neill, met wie zij sinds haar tweede jaar nagenoeg geen contact meer heeft. Jerome Salinger, die al schrijft en snel een verhaal gepubliceerd zal krijgen, en Oona ontmoeten elkaar in de Stork Club in New York, een plek waar de rich and famous uit die tijd samenkomen. Truman Capote zit aan hetzelfde tafeltje als Oona, ze zullen hun leven lang bevriend blijven, en Salinger komt erbij zitten, aangetrokken door de stille en mooie vijftienjarige Oona. Ze keuvelen wat over koetjes en kalfjes en laten de hun conversatie daarna gemoedelijk stilvallen, kijkend naar de beau-monde.
Het boek kan op dezelfde manier beschouwd worden, Beigbeder komt met zijn gefictionaliseerde verhaal dicht bij de waarheid, maar we zullen nooit weten of het zo gegaan is. Maar ook Beigbeder is een schrijver in hart en nieren en hoopt levensechte personages geschapen te hebben, ook al hebben ze de namen van bestaande personen: si cette histoire n’était pas vraie, je serai extrèmement déçu.
Vlak voor de oorlog begint het verhaal Salinger en Oona, dochter van de op dat moment wereldberoemde dramaturg Eugene O’Neill, met wie zij sinds haar tweede jaar nagenoeg geen contact meer heeft. Jerome Salinger, die al schrijft en snel een verhaal gepubliceerd zal krijgen, en Oona ontmoeten elkaar in de Stork Club in New York, een plek waar de rich and famous uit die tijd samenkomen. Truman Capote zit aan hetzelfde tafeltje als Oona, ze zullen hun leven lang bevriend blijven, en Salinger komt erbij zitten, aangetrokken door de stille en mooie vijftienjarige Oona. Ze keuvelen wat over koetjes en kalfjes en laten de hun conversatie daarna gemoedelijk stilvallen, kijkend naar de beau-monde.
-Vous
savez…
- Qoui?
- Je me tais, mais… je m’ennuie pas.
- Moi non plus.
- J’aime bien me taire avec vous.
- …
-…
- Qoui?
- Je me tais, mais… je m’ennuie pas.
- Moi non plus.
- J’aime bien me taire avec vous.
- …
-…
Bij
de tweede ontmoeting slaat de vonk over, ze praten veel, drinken nog meer en
blijven de hele nacht bij elkaar. Er ontstaat een relatie, hoewel ze achteraf
beiden zeggen dat ze te jong waren om te weten wat echte liefde is. Na een paar
maanden, ze zien elkaar veel, zij slaapt vaak bij hem, zonder dat ze met elkaar
naar bed gaan, begint het te wringen. Zijn bezitterigheid en humeurige buien
botsen met haar fladderende en vrolijke leventje waarin ze vooral wil genieten.
De
relatie komt fysiek aan een einde wanneer Salinger, van Joodse afkomst, besluit
het leger in te gaan en in Europa tegen Hitler te gaan strijden. Oona volgt
haar vriendinnen naar Hollywood met het doel om filmactrice te worden. Salinger
schrijft haar en beschouwt haar nog steeds als zijn verloofde, Oona antwoordt
dat het voorbij is, dat ze verder wil met haar leven en dat ze bovendien iemand
anders ontmoet heeft: Charlie Chaplin. Charlie is overdonderd door de
verschijning van de jonge schoonheid, ze schelen 36 jaar. Ze wordt zijn vierde
vrouw en blijft bij hem tot zijn dood in 1977.
Beigbeder,
die zelf ook een relatie heeft met een veel jongere vrouw, maakt van dit
gegeven gebruik om het op te nemen voor oudere mannen die de voorkeur hebben
voor jonge vrouwen. Het gaat ze, de mannen, niet alleen om de jonge en strakke
lichamen, maar ook omdat de jeugdigheid hun toekomst geeft en de jonge vrouwen
zijn op zoek naar levenservaring, iets van een twintigjarige ontbeert.
Ondanks dit onnodige uitstapje, weet Beigbeder de boeiende levens van deze personen knap met elkaar te verweven. Salinger verandert compleet tijdens de oorlog in Europa, hij ziet de meest afschrikwekkende taferelen, doorstaat te veel ellende voor één mensenleven en blijft ondanks alles vasthouden aan Oona, zijn eerste en grootste liefde. Hoewel het leven van Salinger afgesloten blijft voor de buitenwereld, in beheer bij zijn weduwe en zoon, wordt er een geloofwaardig lijn uitgezet van hoe het contact tussen Salinger en Oona verder verloopt. Hij blijft haar schrijven, zij leest zijn brieven en antwoordt sporadisch. De asbak die Oona uit de Stork Club heeft meegenomen en aan Salinger heeft gegeven, blijft tot het einde toe een rol spelen, ook al is hij in stukken.
Ondanks dit onnodige uitstapje, weet Beigbeder de boeiende levens van deze personen knap met elkaar te verweven. Salinger verandert compleet tijdens de oorlog in Europa, hij ziet de meest afschrikwekkende taferelen, doorstaat te veel ellende voor één mensenleven en blijft ondanks alles vasthouden aan Oona, zijn eerste en grootste liefde. Hoewel het leven van Salinger afgesloten blijft voor de buitenwereld, in beheer bij zijn weduwe en zoon, wordt er een geloofwaardig lijn uitgezet van hoe het contact tussen Salinger en Oona verder verloopt. Hij blijft haar schrijven, zij leest zijn brieven en antwoordt sporadisch. De asbak die Oona uit de Stork Club heeft meegenomen en aan Salinger heeft gegeven, blijft tot het einde toe een rol spelen, ook al is hij in stukken.
Salinger et Oona, c’est une histoire d’amour courtois. Chaplin et Oona, c’est le mariage le plus réussi que je connaisse. La vie parfaite, c’est d’avoir vécu le deux, comme Oona.
Beigbeder
besluit het boek met zijn eigen huidige liefde, die hij nooit ontmoet zou
hebben zonder dit project, hij ontmoet haar in Zwitserland, waar hij probeert
de brieven die Salinger schreef aan Oona los te krijgen bij de erven van Oona
Chaplin. Het lukt hem niet, en maar goed ook, bedenkt hij zich, anders had hij
ze nooit kunnen verzinnen.
Vier jaar heeft hij dag in dag uit doorgebracht met zijn personages. De lezer kan nu een intrigerende roman lang genieten van deze beroemdheden, en zich afvragen waarom het niet zo gegaan zou kunnen zijn.
Vier jaar heeft hij dag in dag uit doorgebracht met zijn personages. De lezer kan nu een intrigerende roman lang genieten van deze beroemdheden, en zich afvragen waarom het niet zo gegaan zou kunnen zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten