zondag 9 juli 2017

Kinderboekenplatform Booqees lanceert Plus-abonnement, heeft 1.800 accounts (Boekblad)

Booqees heeft haar aangekondigde Plus-abonnement gelanceerd. Het streaming kinderboekenplatform heeft nu ongeveer 1.800 accounts.

Het plusabonnement kost 8,99 euro – tegen 6,99 euro voor het gewone abonnement. Het verschil tussen beide abonnementen zit hem in de mogelijkheden om offline te lezen en om maximaal drie kinderen in plaats van één kind per account tegelijk toegang te geven tot Booqees. Plus-abonnees kunnen maximaal 15 boeken tegelijk op hun leesplank zetten. De lancering komt net op tijd voor de zomervakantie, die komend weekend voor de eerste regio van start gaat.
Het huidig aantal accounts betekent een groei van circa 700 abonnees in drie maanden tijd. Deze groei is volgens mede-oprichter Pieter Havermans volgens verwachting. 'De streaming platforms van Bol en Bruna voor volwassenen beginnen nu enige bekendheid te krijgen. Zeker Kobo Plus. Maar een soortgelijk aanbod voor kinderen is nog erg nieuw. Dat merken we aan de vragen die we krijgen. Vrij veel gaan over eenvoudige dingen. Denk aan: krijg ik toegang tot de hele catalogus?'
Daarbij werkt Booqees nog aan partnerships en promotiecampagnes. Voor de eerste voert Havermans gesprekken. Op dit moment kan hij niets concreet aankondigen. Voor het tweede zit Booqees nog in de testfase. 'Wij lanceren allemaal proefballonnetjes. Van bannercampagnes via apps en mobiele sites tot advertorials, zoals volgende week, op blogs voor vrouwen en blogs op het gebied van lezen. Ook adverteren we via Facebook. We houden alles goed bij om uit te zoeken hoe we onze doelgroep het beste bereiken en wat tot de beste conversie leidt.'
Het aanbod is in drie maanden slechts minimaal gestegen: met ongeveer vijftig titels. 'Dat valt tegen', geeft Havermans toe. 'Voor uitgevers is het allemaal nog erg spannend. Ze weten niet goed wat voor digitale strategie ze willen of moeten voeren. Wij houden uiteraard contact en delen onze ervaringen, maar wij zijn afhankelijk van de knopen die intern worden doorgehakt. Wel verwacht ik direct na de zomer deals te sluiten met enkele uitgevers die bekende merken in licentie uitgeven.'
Vergeleken bij de 1100 titels van Booqees lijkt het aanbod van Kobo Plus een stuk groter. De categorie Nederlandstalige kinderboeken geeft daar 2.424 titels. Maar, zoals Havermans uitlegt, dat is inclusief young adult-titels die Booqees niet heeft. Kobo Plus heeft kinderboeken tot lezers van 17 jaar, Booqees gaat niet verder dan 14 jaar. 'Maar dan nog. Bol  heeft natuurlijk meer onderhandelingskracht dan wij én zichzelf al bewezen. Wij zijn een start-up.'
De grootste verandering van de afgelopen drie maanden is die van het proefabonnement. Klanten konden 14 dagen gratis toegang krijgen tot Booqees. Nu krijgen ze dertig dagen voor 1 euro. Havermans: 'Twee weken bleek te kort om het platform goed uit te proberen. Klanten maakten een account aan, namen niet meteen de tijd om het te bekijken en de termijn was alweer om. Ook vroegen wij een 1 cent-betaling. Omdat we zeiden dat het gratis was, kregen we daar negatieve feedback op. Daarom is het nu 1 euro geworden en communiceren we dat.'

Zie ook:

vrijdag 7 juli 2017

Interview Maranke Rinck over het verschil tussen een Zilveren Griffel en een Zilveren Penseel (Boekblad)

Maranke Rinck kreeg vorige week een Zilveren Griffel voor Tangramkat (Lemniscaat). Haar partner Martijn van der Linden kreeg een Zilveren Penseel voor hetzelfde boek. In plaats van te discussiëren over de vraag of schrijvers en illustratoren van kinder- en jeugdboeken wel gelijk worden gewaardeerd, heeft ze liever dat iedereen zich gezamenlijk inzet om het genre te promoten.

Was het groot feest bij jullie thuis?
‘Enorm. Het was zo’n verrassing. We sprongen heel hard op en neer toen we het hoorden. Daarna gingen we gewoon naar huis, hoor. We hebben drie kinderen. Die moesten we naar bed brengen. Pas de volgende dag hebben we een fles champagne opengetrokken.’

Betekent een Zilveren Griffel evenveel als een Zilveren Penseel?
‘Er zijn zeven griffels uitgereikt en maar twee penselen. Daar zit een verschil. Maar wij zijn met beide prijzen even blij. Van Martijn werd wel vaker gezegd: voor zijn tekeningen in Tangramkat gaat hij vast een Zilveren Penseel voor winnen. Hoewel wij er altijd naast zitten met onze voorspellingen denk je dan toch: het zou best kunnen. Ook over mijn werk zijn mooie dingen geschreven, maar niet zo letterlijk dat ik daar een Zilveren Griffel voor verdien. En dan krijgen we er allebei een!’

Hoeveel boeken hebben jullie nu samen gemaakt?
‘Poeh. Mijn eerste prentenboek heb ik al samen met Martijn gemaakt: Het prinsenkind uit 2004. Daarna volgden er nog drie, maar toen heeft Martijn heel veel in opdracht geïllustreerd voor allerlei auteurs en ging ik veel freelance schrijfwerk doen. Tot we een paar jaar geleden tegen elkaar zeiden: toch jammer dat het er niet meer van komt om samen iets te maken. Toen hebben we daar tijd voor vrij gemaakt. Dat leidde tot Memorykonijn. Dat was zo fijn dat we daarna Tangramkat hebben gedaan.’

Is het heel anders samenwerken met een illustrator die ook je partner is?
‘Heel anders. Normaal krijgt Martijn een verhaal met de opdracht: maak er maar tekeningen bij. Onze boeken zijn echt van ons samen. Van begin tot eind is het een soort pingpongspel. Natuurlijk schrijf ik het en tekent hij het, en toch kun je niet goed zeggen wie wat heeft gedaan. Waarschijnlijk kun je ook alleen maar zó intensief met iemand samenwerken als het ook je eigen partner is.’

En delen jullie de royalty’s dan eerlijk?
‘Ja ja, we hebben precies hetzelfde contract.’

Zo’n eerlijke verdeling tussen auteur en illustrator is toch niet altijd even gebruikelijk? Illustratoren voelen zich vaak achtergesteld.
‘Dat weet ik niet. Het verschilt per project. Ik schrijf ook educatieve prentenboeken voor Malmberg, een paar keer met Martijn. Dan is het logisch dat een uitgever meer invloed heeft op het product dan wanneer wij samen iets maken en een volledig voltooid boek bij Lemniscaat op tafel leggen. Dan krijgen schrijver en illustrator van Malmberg een eigen contract. Maar ik heb ook de heftige discussie op Facebook gelezen naar aanleiding van de uitreiking van de Griffels en Penselen – bijvoorbeeld over de nadruk die in het persbericht wordt gelegd op de schrijvers of het feit dat er minder Penselen dan Griffels zijn. Ik hou me daar liever buiten.’

Waarom?
‘Voor mij komt de discussie en zeker de felheid ervan als een verrassing. Is dat echt nodig? Het is toch niet zo dat alleen illustratoren gebrek aan aandacht krijgen? Het hele genre kinder- en jeugdboeken is in de media ondergeschikt. Ik begrijp wel dat het onterecht is dat altijd de schrijvers van prentenboeken als eerste worden genoemd. Maar we kunnen beter met z’n allen proberen de aandacht voor deze boeken te vergroten.’

Jullie uitgever behandelt jullie in ieder geval gelijkwaardig?
‘Absoluut. Bij Lemniscaat was het eerder andersom. Het is een uitgeverij die van oudsher illustratoren enorm waardeert en juist hén beschouwt als de auteur van een prentenboek. De tekst moet natuurlijk ook goed zijn, maar is niet het allerbelangrijkste. Niet dat ik me ooit minder gewaardeerd heb gevoeld door Lemniscaat, maar het heeft een tijdje geduurd voordat ik, laat ik zeggen, als schrijver dezelfde status had.’

Hebben jullie ook last gehad van het gerommel bij Lemniscaat, waardoor Koos Meinderts en Charlotte Dematons opstapten?
‘Wij zijn ontzettend tevreden. Lemniscaat laat ons volledig onze gang gaan. En als ik dan zie hoe zij onze boeken oppakken: qua vormgeving, productie, promotie. Dat hadden we nooit zelf kunnen doen. Het probleem lag ook vooral bij redactie. Wij weten zo precies wat we willen dat dat toch minder belangrijk is. Al vinden wij net als iedereen dat er een ervaren superredacteur bij moeten komen. Die is er tot nu toe niet gekomen.’

Toch moet de onrust van invloed zijn op alle auteurs.
‘Natuurlijk is het vervelend dat mensen weg gaan en nieuwe mensen komen die óók weer weg gaan – behalve op de redactie ook bij foreign rights. Dat geeft stress. Je bouwt relaties op, die te snel worden verbroken. Het is ook afwachten wat er precies gaat gebeuren met de redactie van Lemniscaat.’

En ondertussen werken jullie aan jullie nieuwe boeken samen: Knikkeruil – het prentenboek voor de Kinderboekenweek. Is dat net zo mooi als samen een Griffel en Penseel winnen?
‘We hebben er net de laatste hand aan gelegd. Eind deze week gaat het naar de drukken. En ja, het is een mooie bevestiging van dat je goed bezig bent. Martijn had twee jaar geleden al het geschenk van Harm de Jonge geïllustreerd. Toen heb ik de Kinderboekenweek van de zijlijn, als vrouw van, meegemaakt. Die ervaring geeft heel veel zin om in oktober samen in het middelpunt te staan.’

Veel kritiek onder illustratoren richt zich nu op de CPNB – als organisator van de Griffel & Penselen-uitreiking. Hoe bevalt jullie de samenwerking?
‘Heel fijn. De CPNB onthaalde ons echt als koning en koningin. En omdat Memorykonijn en Tangramkat met een spel is uitgegeven, wilden ze dat voor het prentenboek van de Kinderboekenweek ook. Ik dacht: dat is onmogelijk, het prentenboek moet toch goedkoop zijn? Maar de CPNB zette alles op alles en het is ze nog gelukt ook, al wordt het prentenboek nu 6,95 euro. Juist toen we zeiden dat het boek over knikkeren ging, wilde ze per se een spel. Eppo [van Nispen] begon helemaal te glunderen. Ik was vroeger de knikkerkoning, vertelde hij. Overigens heeft ook Lemniscaat zich enorm sterk gemaakt voor Knikkeruil, om de kwaliteit te bewaken. Zo is het een boek geworden waar we dik tevreden over zijn.’
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 29 jun) 

donderdag 6 juli 2017

Interview Caspar Klinkhamer (Bol.com) en Pieter Swinkels (Kobo): 'Kannibalisatie Kobo Plus minder groot' (Boekblad)

De kannibalisatie van Kobo Plus op de losse verkoop van e-boeken is minder groot dan verwacht. Ongeveer tien procent van het Nederlandstalige aanbod is momenteel minder dan een half jaar oud. De groei van het aanbod is voor een derde te danken aan uitgeverijen die voor het eerst titels laten opnemen in Kobo Plus. Dat zeggen directeur boeken & entertainment Caspar Klinkhamer van Bol.com en executive vice-president publisher relations & content Pieter Swinkels van Kobo in een gezamenlijk interview over de eerste resultaten van Kobo Plus.

Bij elkaar hebben de klanten meer dan een miljoen uur gelezen. Hoeveel verschillende boeken zijn dat?
'Op dit moment zijn dat meer dan 180.000 boeken, die klanten voor ten minste 20% hebben gelezen. Dat gaat om 20.000 unieke titels uit het aanbod van ruim 80.000 titels. De 20%-regel is geïntroduceerd in samenspraak met uitgeverijen om fraude te voorkomen. De inkomsten van klanten die in een maand geen enkel boek voor meer dan 20% lezen vloeien naar de uitgeverijen en de auteurs wiens boeken wel zijn gelezen.'

Gebruikers hebben gemiddeld tien e-boeken op boekenplank. Hoeveel daarvan hebben ze gelezen?
'Klanten leggen vanaf het begin fanatiek digitale leeslijsten aan met daarop inderdaad zo’n 10 titels per klant. Niet al deze boeken worden in dezelfde maand gelezen en dit verschilt sterk per lezer. Klanten hebben de mogelijkheid om binnen hun abonnement onbeperkt te bladeren en boeken uit te proberen. Maar als we kijken naar de lijst van bestsellers zien we een duidelijk verschil met conventionele bestsellerlijsten. Onze lijst is langer en vele malen diverser en bevat zowel bekende als minder bekende titels.'

Wat is het effect van Kobo Plus op de verkoop van andere boeken?
'We hebben met Kobo Plus lezers aangesproken die tot nu toe niet of nauwelijks geld besteedden aan (digitale) boeken. Bovendien stoppen klanten die al boeken kochten daar niet mee. Wel besteden sommige klanten minder aan ‘losse boeken’ nadat ze het abonnement namen. Dit hadden wij en de uitgeverijen ingecalculeerd, met de verwachting dat de omzet uit het abonnement de kannibalisatie niet alleen zou compenseren, maar ook voor extra omzet zou zorgen. Alles bij elkaar worden onze verwachtingen overtroffen, maar we zijn nog maar een paar maanden bezig. Het is te vroeg om echt sluitende antwoorden te geven.'

Ik begrijp van uitgevers dat Kobo Plus de verkoop van papieren boeken niet kannibaliseert, maar wel die van e-boeken.
'Inderdaad. De kannibalisatie is sterker voor e-boeken dan voor fysieke boeken. Voor fysieke boeken zien we nu nauwelijks of geen impact van de introductie van Kobo Plus. Maar de kannibalisatie is vooralsnog minder uitgesproken dan verwacht. Dit is opvallend omdat we hadden verwacht in het begin met name onze huidige (digitale) lezers aan te spreken. We trekken echter nu al veel nieuwe of ‘lichte’ lezers aan. Per maand dat we langer live zijn wordt de extra omzet die we per klant genereren hoger: zo trekken we door onze marketing per maand meer lezers aan die niet of nauwelijks boeken kochten. Titels in het abonnement ontwikkelen zich wat betreft losse verkoop niet anders dan titels die niet in het abonnement zijn opgenomen. Titels die in het abonnement zijn opgenomen worden daar dus wat betreft losse verkoop niet op afgerekend.'

Waarom is er juist voor papieren boeken geen kannibalisatie?
'Voor folio geldt dat veel boeken als cadeau worden gegeven. Bovendien zien we dat zelfs onze meest fervente digitale lezers soms graag fysieke boeken kopen. Bovendien verwachten we dat opname van een titel in Kobo Plus een positief effect heeft op de losse verkoop. De klanten met een Kobo-reader of onze leesapp hebben immers alle boeken in het abonnement én hun gekochte boeken in één omgeving bij elkaar. Als uitgeverijen series in het abonnement opnemen maar, zoals sommige doen, het laatste deel daarbuiten houden, kopen klanten die titel er los bij. Ook zien we dat klanten die boeken lezen in het abonnement de papieren versie later – wellicht als cadeau – los in onze winkel kopen.'

De vele nieuwe lezers zijn voor jullie een aanwijzing dat er minde illegaal wordt gedownload. Is er onderzoek gedaan dat jullie vermoeden schraagt?
'We hebben in het verleden zelf en ook via GfK onderzoek gedaan naar piraterij van digitale boeken. We zijn onder andere met GfK in gesprek om deze onderzoeken periodiek te herhalen. We hopen dat we op deze manier onze eigen analyses met externe data te kunnen ondersteunen. Daar nemen we de uitgeverijen nadrukkelijk in mee.'

Het aanbod Nederlandstalige titels groeit gestaag. Is dat te danken aan uitgevers die meer titels beschikbaar stellen of aan nieuwe uitgevers die in zee gaan met Kobo Plus?
'Van de ruim 2.000 titels die we na de lancering in februari toevoegden kwam 64% van uitgeverijen waar we al titels van in het abonnement opgenomen hadden, en 36% van uitgeverijen waarvan we nog geen titels in het abonnement hadden. In totaal gaat dat om meer dan 50 imprints. Voor de Engelstalige content hebben we juist veel titels toegevoegd van partijen die nog niet meededen tijdens livegang: 98%.'

Gaat de groei van het aanbod jullie snel genoeg?
'Iedere dag voegen we gemiddeld zo’n 25 Nederlandstalige titels toe. Uitgevers zijn bemoedigd door de eerste bevindingen na de introductie, maar tegelijkertijd zijn ze ook nog wat afwachtend. Wij praten hen zeer frequent bij en zijn relatief open over de bevindingen tot nu toe, zodat ze voldoende inzicht krijgen. Nu we veel van de verwachtingen waarmaken, zien we dat we uitgeverijen die niet met hun gehele fonds deelnemen in Kobo Plus kunnen enthousiasmeren om nog meer titels toe te voegen. Bovendien wordt de omzet die we genereren met Kobo Plus snel substantieel en komt de verhouding tussen betalende abonnees en proefabonnementen dichter bij wat we op de lange termijn beogen. Daarmee wordt niet deelnemen aan Kobo Plus ook steeds meer een irrationele keuze voor uitgeverijen.'

Ik vind bijvoorbeeld echter niet de recente bestsellers van Jo Nesbø en Karin Slaughter bij Kobo Plus – en trouwens ook niets uit backlist van deze auteurs.
' Afhankelijk van de contracten met auteurs en agenten hebben sommige uitgeverijen meer tijd nodig om toestemming te krijgen voor hun titels. Dat was nog niet geregeld bij de lancering. Dat geldt met name voor vertaald werk, maar een belangrijke ontwikkeling van de laatste maanden is juist de toevoeging van vertaald werk. Zo hebben we titels toegevoegd van Jill Mansell, Carlos Ruiz Zafón, Paulo Coelho en James Patterson. Voor Nicci French is een akkoord over de Frieda Klein-serie, al is die nog niet live op Bol.com. Waarom Jo Nesbø en Karin Slaughter er nog niet bij zitten, moet je eigenlijk vragen bij hun uitgeverijen: De Bezige Bij respectievelijk HarperCollins Holland.'

Buitenlandse rechthebbenden en agenten willen in het algemeen wel titels beschikbaar stellen voor Kobo Plus?
'De feedback die wij krijgen is dat buitenlandse agenten vaak nog niet klaar zijn om in abonnementsdiensten in te stappen. Samen met de uitgeverijen voeren we gesprekken om over te brengen dat we een wereldwijd uniek verdienmodel hebben geïntroduceerd en uitgebreid onderzoek hebben gedaan naar de impact van Kobo Plus op de bestaande boekenmarkt. Dit verhaal overbrengen op alle partijen vergt tijd, maar we zien hier recent wel een versnelling optreden.'

Hoeveel titels in Kobo Plus zijn minder dan een half jaar oud?
'Van onze Nederlandstalige titels ongeveer 1.500 minder. Dat is bijna 10% van het Kobo Plus-aanbod. Inclusief Engelstalige titels hebben we 18.000 titels die minder dan een half jaar oud zijn en bijna 5.000 titels die direct na verschijnen in het abonnement zijn opgenomen.'

Dus hoe ontwikkelt jullie aanbod zich in relatie tot de voornaamste concurrent: de bibliotheek?
'De bibliotheek heeft recent haar website vernieuwd. Daarom kunnen we niet betrouwbaar inschatten hoeveel titels de bibliotheek aanbiedt, bovendien zijn niet alle titels van de bibliotheek geschikt voor een e-reader. Kobo Plus moet dit jaar in ieder geval doorgroeien naar 20.000 Nederlandstalige titels, waarmee we een significant breder en recenter aanbod hebben dan andere aanbieders. Bovendien geloven we dat onze gebruikservaring beter is. De feedback krijgen we ook van klanten, met name op het gebied van vindbaarheid van titels en het beschikbaar maken daarvan op je e-reader, tablet en smartphone.'

Welke punten van kritiek krijgen jullie van gebruikers?
'Vragen van klanten gaan vaak over titels die ze zoeken. Dit wordt steeds minder omdat het aanbod zich snel uitbreidt. We blijven daarom ook bij uitgeverijen benadrukken dat het succes van het abonnement sterk samenvalt met het aanbod. Dat uitbreiden heeft dus onze hoogste prioriteit. Daarnaast besteden we veel aandacht aan de techniek. De feedback die we daarover ontvangen, gebruiken we weer om de klantervaring verder te verbeteren.'

De top 5 in Nederland en Vlaanderen op Kobo Plus overlapt veel meer dan bij gewone bestsellerlijsten. Hoe komt dat?
'We zijn in Nederland gestart met het benaderen van uitgeverijen. Vlaanderen is later gevolgd. Dit kan verklaren waarom het aandeel in Nederland nog wat groter is. Daarnaast merken we dat digitaal lezen nog wat populairder in Nederland is dan in België.'

Hoe verklaar je het nogal opvallende succes van Kies voor mij van Stefanie van Mol in Vlaanderen?
'Kies voor Mij heeft op Bol.com veel aandacht gehad. Zo ontving het de prijs voor beste Brave New Book van 2016. Stefanie van Mol heeft ook een trouwe schare fans. Het boek stond daarop lang hoog in de toplijsten voor losse verkoop. De auteur heeft er recent overigens voor gekozen om met een andere uitgever in zee te gaan. We zijn nog met haar in gesprek over het opnemen van haar nieuwe titels in Kobo Plus.'

Welke marketingcampagnes hebben jullie voor de komende periode gepland?
'We willen de zomer gebruiken om nog veel meer bekendheid te creëren voor Kobo Plus. Met name door radiocommercials, waarin we ook veel plek hebben ingeruimd voor auteurs, online advertising, flyers in Bol.com-pakketten, homepage banners op Bol.com en e-mailcampagnes. Eén van de manieren waarop we met name nieuwe lezers proberen aan te trekken is het aangaan van relevante partnerships, denk daarbij aan een samenwerking met bijvoorbeeld de NS. Ook hebben we dagelijks contact met bloggers en redacties die het abonnement uitproberen.'

De zomer is hét moment om te pieken?
'Ja. Juli is traditioneel de beste maand van het jaar voor e-boeken en e-readers. We verwachten veel nieuwe abonnees in de komende maand. Onder meer dankzij onze radio-campagne in de eerste week van juni zijn we de zomer al heel sterk begonnen met 50 tot soms 100% meer abonnees dan in de maand mei op vergelijkbare dagen. Ondertussen zien we dat de conversie naar betalende abonnementen niet afneemt maar eerder nog steeds beter wordt. Dat biedt veel perspectief voor de zomer.'
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 30 jun)

dinsdag 4 juli 2017

Index Books begint poëzieboekhandel in Leiden (Boekblad)

De library supplier Index books begint eind dit jaar een poëzieboekhandel in Leiden. Eigenaar Christiaan van Minnen verwacht met doorzettingsvermogen en durf de speciaalzaak tot een succes te kunnen maken.

De poëzieboekhandel moet een compleet overzicht bieden van de poëzieproductie van Nederlandse uitgeverijen, aangevuld met een selectie uit andere talen en het beste van wat in eigen beheer wordt uitgegeven. Ook gaat de winkel evenementen zoals voorleesavonden organiseren en scholen benaderen met 'pakketten van lessen en personen', zoals Van Minnen het noemt, om het poëzieonderwijs op te leuken. 
Index Books levert 'al 26 jaar saaie boeken aan mensen die ze nodig hebben', legt Van Minnen zijn motivatie uit, 'nu gaan mijn collega Anne ter Beek en ik mooie boeken leveren aan mensen die ze echt willen hebben'. En dan ligt poëzie voor de hand. 'Het is een oude liefde van mij en Anne. Ik publiceerde in de jaren tachtig en negentig poëzie in De Revisor en produceer zo nu en dan nog steeds gedichten.'
Van Minnen heeft zijn bedrijf stapje voor stapje opgebouwd, vertelt hij: zonder angst voor tegenslag, met het lef om in de juiste mate te investeren en dan vooral vol te houden. 'Wij hebben dat al die jaren in stilte gedaan, maar hebben nu wel allerlei grote hogescholen en universiteiten als klant. Maar vorig jaar hebben wij als eerste en tot nu toe enige boekenvakbedrijf een FD Gazelle Award gewonnen, die snelle groei beloont.'
Index Books is gevestigd op de Herenstaat 79. De poëziewinkel komt enkele deuren verderop op nummer 83d, dat de library supplier momenteel gebruikt voor opslag. 'Wij laten een verdieping bovenop ons bedrijfspand zetten. Die verbouwing begint op 1 augustus, direct na de bouwvak, en zal wel een maand of twee, drie duren. Zodra het klaar is, kan de voorraad daarheen en kunnen we de vrijgekomen ruimte gaan inrichten voor poëzie.'
De Herenstraat ligt net buiten het centrum. Toch geeft juist die decentrale plek Van Minnen vertrouwen. 'In de Breestraat zou dit nooit lukken. Daar betaal je voor een gelijkaardig pand 5000 euro per maand. Dat kun je niet ophoesten met de verkoop van een paar bundels. Natuurlijk zullen we hier alleen gerichte bezoekers krijgen, maar er fietsen veel mensen door de straat. Als we er daar een paar van kunnen verleiden ook eens af te stappen.'
Bovendien is juist Leiden geschikt voor zoiets als een poëzieboekhandel, vindt hij. 'De stad heeft al vierhonderd jaar traditie als boekenstad. Elsevier is hier begonnen. Brill zit hier nog steeds. Burgersdijk & Niermans en Kooyker zijn oude bedrijven. Leiden zou zich ook veel meer als boekenstad moet profileren. Ook onze klanten vinden het bijzonder dat hun boeken uit Leiden komen. Verhuizen naar elders zou daarom commercieel nadelig zijn.'
De poëzieboekhandel moet ten minste 'budgetneutraal' opereren, vindt Van Minnen. Mede door de mogelijkheid tot synergie met Index Books moet dat lukken. 'Wij krijgen hier vijf keer per week het CB voor de deur met vele dozen vol boeken die wij vervolgens per post over de hele wereld sturen. Daar kan best af en toe een poëziebundel bij. Daarnaast nemen we de goede dingen van Index over: online presence, snelheid van leveren, klantvriendelijkheid.'
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 30 jun)

Zie ook:

maandag 3 juli 2017

Esther Gerritsens schrijfles 4: Hoe een roman te besluiten (Schrijven magazine)

Met ieder nieuw boek verrijkt Esther Gerritsen haar inzicht in het ambacht van schrijven. Wat heeft haar eigen oeuvre haar geleerd? Een schrijfcursus in vier lessen – 4: hoe een roman te besluiten.

Esther Gerritsen vertelt enthousiast over de film Thelma & Louise van Ridley Scott, waarvan ze ooit een ‘making of’ zag. In deze feministische klassieker uit 1991 verruilen een serveerster en een huisvrouw hun vervelende mannen voor het avontuur on the road. Onderweg vermoorden ze een verkrachter en krijgen ze de politie achter zich aan. Aan het slot rijden ze met hun ’66 Thunderbird een canyon in.
‘Eigenlijk weet je al heel lang: ze gaan dood of de gevangenis in. Maar wat zie je? Ze rijden op de canyon af, de auto gaat omhoog, de lucht in. En dan stopt de film. Het laatste wat je ziet, zijn die twee vrouwen: lachend, alsof ze de vrijheid tegemoet gaan. Dat geeft de kijker een gevoel van bevrijding. Zij zijn de helden. Als de film vijf seconden langer was doorgegaan, had het einde een ander gevoel gegeven. De makers leggen dat in die 'making of' heel helder uit. In de film werkt het ook heel helder.'
Zó moet je het slot timen, legt de schrijfster uit: dat je de lezer precies het juiste gevoel, met alle gewenste ambiguïteit, meegeeft. En daarvoor is het niet alleen nodig dat je exact weet wat je vertelt, zoals ze al eerder in deze reeks heeft betoogt, maar ook wat er gevoelsmatig en cognitief bij de lezer gebeurt.

Neem Roxy. De roman beschrijft de verwarring van de 27-jarige schrijfster nadat haar man is omgekomen bij een auto-ongeluk en zij zo ook te weten komt dat hij haar bedroog met een stagiaire. Wat moet ze doen? Met haar vader, met wie ze een getroebleerde relatie heeft? Met haar dochter, voor wie ze nu alleen moet zorgen? Alle raad van de mensen die voortdurend om haar heen zijn, maakt de wanorde in haar hoofd alleen maar groter.
Het slot van deze roman is expliciet open gelaten om de lezer een optimistisch gevoel te bezorgen. Gerritsen: ‘Ik wist dat Roxy uiteindelijk ervoor kiest wél voor het kind te zorgen. Dat ze voor het goede kiest. Maar waar moest ik het verhaal dan stoppen? Als ze de keuze heeft gemaakt of vlak daarvoor? Of juist daarna: als ze al bezig is te proberen en het misschien helemaal niet lukt? Het gaat erom hoeveel hoop ik de lezer wil geven. Dat bepaalde het einde.’
Ook voor Broer deed ze haar best bij de lezer de juiste emotie op te roepen. ‘De goede smaak gebiedt dat het met een vrouw als Olivia niet goed komt. Maar ik wilde dat ogenschijnlijk goede einde, dat de hoofdpersoon zelf haast niet kan geloven en de lezer misschien bijna ook niet, om te tonen dat de ellende in het hoofd van de hoofdpersoon zit en niet daarbuiten. Misschien wilde ik dat ‘hoofd’ een keer niet laten winnen.'

Maar zoals Gerritsen steeds heeft betoogd: er zijn geen vaste regels voor een schrijver. Iedereen kan een roman ook volledig anders eindigen – als je het tenminste op een of andere manier waar maakt. ‘A.M. Homes laat haar boeken soms ongelooflijk goed aflopen. Dat je denkt: dit gaat te ver. Alles is weer gezellig bij elkaar gekomen, en dan gaat het nóg twintig bladzijden door. Juist omdat ze het zo erg uitgesponnen is, het zo zonder twijfel is gedaan, ga ik er toch in mee. Het heeft iets rebels.'
Eigenlijk zou een schrijver daarom ook zijn eigen ideeën – ook over wat een goed slot is – eens moeten negeren en precies het tegenovergestelde doen. Het kan de tekst alleen maar avontuurlijker en rijker maken.

vrijdag 30 juni 2017

Interview Marchien van Doorn (Noordhoff): 'Vooral Noordhoff Health groeit jaar op jaar erg goed'

Noordhoff had direct na elkaar twee evenementen georganiseerd. De feestelijke opening van het nieuwe kantoor in Utrecht, die werd uitgesteld , en de presentatie van de 55e editie van de Bosatlas – de eerste die ook volledig digitaal is. Het gaat dan ook goed met de educatieve uitgeverij, aldus algemeen directeur Marchien van Doorn, tevens nieuwe voorzitter van de GEU.

Waarom ging het seminar ter gelegenheid van de opening van het nieuwe kantoor niet door?
'Scholen hebben het in deze periode erg druk met de examens. Het is daarom uitgesteld naar een nader te bepalen moment.'

Maar het kantoor is vorige maand al in gebruik genomen. Bevalt het?
'Heel erg goed. Het is modern en transparant en past daarom bij het Noordhoff dat we willen zijn. De ontwikkelingen in de maatschappij en in het onderwijs vragen om flexibiliteit en transparantie. Het kantoor weerspiegelt dat. Er zijn veel mogelijkheden om samen te werken: onderling en met klanten. Het is heel flexibel ingericht: waar je mee bezig bent, bepaalt waar je zit.'

Het kantoor is gevestigd in een omgeving met andere technologiebedrijven. Gaan jullie ook met hen samenwerken? Of deze bedrijven op termijn zelfs overnemen?
'Je ziet sowieso dat we steeds meer samenwerken met andere partijen, maar dat hoeft niet per se met de bedrijven die in hetzelfde complex zitten. Ook doen we overnames, zoals afgelopen november DigiTaalbedrijf, die softwareprogramma's voor taalverwerving maakt voor met name het hoger onderwijs – een acquisitie waar we zeer tevreden mee zijn. Ik kan niets concreet zeggen over wat we in de toekomst gaan doen.'

Kun je zeggen: door het groeiend aantal samenwerkingen is het belangrijk om in het midden van het land te zitten – waardoor het zwaartepunt van Noordhoff met deze verhuizing verschuift van Groningen naar Utrecht?
'Niet per se. Je kunt ook heel goed virtueel samenwerken en dat dus ook doen vanuit Groningen. De samenstelling van het team in Utrecht is dan ook precies hetzelfde als de afgelopen jaren in Houten.'

Bij uw aantreden anderhalf jaar geleden zei u dat het goed gaat met Noordhoff en dat de koers ongewijzigd blijft. Hoe is dat nu?
Het gaat nog steeds goed. Elk jaar groeien we een beetje, zoals ook het doel is. Vooral Noordhoff Health, de afdeling die nu in Utrecht is gesitueerd, groeit jaar op jaar erg goed.'

Waarom?
'De markt voor bij- en nascholing is een groeimarkt. Professionals, zeker ook in de gezondheidszorg, moeten steeds meer doen om bij te blijven. Onze doelgroep is nu met name verpleegkundigen. We willen nu ook kijken naar andere doelgroepen, in eerste instantie verpleegkundigen met een specialisme.'

Hoe gaat het met Noordhoff op de markt voor het voorgezet onderwijs?
'Onverminderd goed. Ook daar groeien we jaar op jaar – vooral in marktaandeel. Het is een cyclische markt, waarin veranderingen in examenprogramma’s zoals wij een paar jaar geleden hebben gezien, kunnen leiden tot grote groei. Nu zitten we echter een in fase van stabilisatie. Maar steeds meer leerlingen werken met een methode van Noordhoff. Beter gezegd: met meerdere methoden van Noordhoff. Precieze cijfers kan ik niet geven.'

Hoe gaan jullie die groei vasthouden?
'Door goed te kijken naar wat er gebeurt op de markt en daar de methode op aanpassen. In wezen gaan veranderingen door de digitalisering op deze markt nog niet heel snel. We proberen leerlingen en docenten te ondersteunen met de beste methodes en hen hulp te bieden door trainingen. Het is logisch dat nu de digitale trend doorzet en docenten steeds vaker digitaal materiaal daadwerkelijk gebruiken en daar ook steeds flexibeler mee omgaan – door eigen materiaal toe te voegen of delen van het materiaal weg te laten – wij daar op inspelen.'

Anderhalf jaar geleden kondigde u voor 2017 een nieuwe generatie leermiddelen aan: én digitaal én gepersonaliseerd.
'Jazeker. Na de zomer gaan docenten en leerlingen in het voortgezet onderwijs voor het eerst met tien methoden van de nieuwe generatie werken. We zijn druk bezig met de voorbereidingen daarop. Het digitale lesmateriaal van deze methoden wordt uitgeleverd op het nieuwe platform dat gepersonaliseerd leren mogelijk maakt. Waarbij het uitgangspunt overigens blijft dat de docent de controle over het leerproces houdt. Ik kan nu niet aangeven om hoeveel leerlingen het bij elkaar gaat, omdat sommige scholen pas volgend jaar overstappen of zelfs het jaar daarop.'

Waarin onderscheiden deze methoden zich van de concurrentie?
'Iedereen is inderdaad met gepersonaliseerd leren bezig. Voor ons is belangrijk dat de docent in control blijft. Wij gaan ervan uit dat een groot deel van het onderwijs de komende jaren kiest voor blended learning, waarbij zowel papier als digitaal lesmateriaal gebruikt wordt. Wij spreken ons daar heel duidelijk over uit.'

Andere uitgeverijen niet?
'Wij kijken heel goed naar de behoeften van de docent. Waar zij nu op wachten, dat is wat wij hen bieden. Ik kan me voorstellen dat andere uitgeverijen vergelijkbare trends zien, maar dan is er altijd nog de kracht en kwaliteit van de Noordhoff-methoden. Dat geeft de doorslag.'

Ook de Bosatlas is met de lancering van de nieuwe editie nu volledig gedigitaliseerd. Ik dacht daarbij onwillekeurig toch: nu pas. Hoe zou dat komen?
'Het is niet zo dat de Bosatlas helemaal geen digitale component had. Die was er wél. Alleen zijn nu alle kaarten gedigitaliseerd en voorzien van een digitale additie, zoals een videofilmpjes of iets interactiefs. Maar papier bleef en blijft belangrijk. Al was het maar omdat bij het eindexamen het gebruik van een digitale atlas niet is toegestaan. Leerlingen moeten een papieren atlas gebruiken. Daarbij is een papieren atlas toch echt een ander product.'

Zou de papieren atlas niet toch minder gebruik gaan worden nu er een volledig digitale is?
'We hopen natuurlijk dat de digitale veel wordt gebruikt, ook omdat hij zo mooi is. Maar of het een succes wordt? We gaan het de komende periode zien.'

Waarom is de digitale Bosatlas eigenlijk alleen voor het onderwijs beschikbaar? Er is toch een omvangrijke markt voor atlassen bij het grote publiek?
'Vanwege de inhoudelijke en didactische afstemming op het onderwijs bieden we deze digitale versie alleen aan op scholen. Als er vraag ontstaat vanuit de consumentenmarkt zullen we wel de – ook logistieke – mogelijkheden onderzoeken om de digitale versie buiten de scholenmarkt aan te bieden.'

U bent vorige week ook benoemd tot voorzitter van de Groep Educatieve Uitgeverijen (GEU). Waarom ambieerde u die functie?
'Harold Rimmelzwaan, de vorige voorzitter, ging weg bij Malmberg en trad daarom af. Het leek mij belangrijk dat Noordhoff als grootste educatieve uitgeverij de verantwoordelijkheid neemt om het voorzitterschap op zich te nemen.'

Wat zijn uw speerpunten als voorzitter?
'Net als haar leden bevindt de GEU zich in een transitie, omdat zij een belangrijke rol wil spelen in het faciliteren van de leden bij alle ontwikkelingen die daarbij horen. Dat betekent dus deelnemen aan de overleggen in de digitale keten die de laatste jaren zijn opgestart, zoals het platform Edu-K, waarin de verschillende partijen uit de onderwijsketen zijn vertegenwoordigd.. Hier wordt het gesprek aangegaan over een goed functionerende educatieve keten of het heel belangrijke privacydossier.'

Gaat het ook goed met de GEU?
'Ja. In het verleden werden wij gezien als de club van de grote educatieve partijen. Maar er zijn veel kleine spelers, waaronder start-ups, op de markt bijgekomen. Ook deze verwelkomt de GEU graag. Zo zijn meerdere innovatieve en specialistische bedrijven die zich bezighouden met bijvoorbeeld alleen toetsontwikkeling recent lid geworden. In 2011 had de GEU 32 leden, een jaar later 34 – en nu, in 2017, 43 leden.'

Leidt dat ook tot nauwere samenwerkingen – bijvoorbeeld tussen Noordhoff en zo'n klein nieuw bedrijf?
'Je kunt nieuwe toetreders zijn als een bedreiging of als een kans. Wij vinden het goed dat ze komen. Er moet beweging in de markt zijn. Concurrentie houdt ons allemaal scherp. En ja, het biedt ook potentieel voor samenwerkingen.'

Kunt u daar een voorbeeld van geven?
'Voor het hoger onderwijs werkt Noordhoff bijvoorbeeld samen met Golden Egg Check. Dat bedrijf heeft software ontwikkeld dat het schrijven van een businessplan ondersteunt. Het is dus gericht op ondernemers. Maar dat kun je goed vertalen naar software voor studenten die moeten leren een businessplan te schrijven.'

Zie ook:

woensdag 28 juni 2017

Interview: Thomas Verbogt over de afhankelijkheid van een schrijver van de boekhandel (Boekblad)

Thomas Verbogt is voorzitter van de jury voor de verkiezing van Boekverkoper van het jaar. Hij vindt het van cruciaal belang dat een schrijver goede banden onderhoudt met boekverkopers. Hij beschouwt zich ook in deze tijd ‘voor honderd procent’ van hen afhankelijk.

Waarom heb je ingestemd met het verzoek om voorzitter te worden?
‘Ik heb in mijn ruim dertig jaar durende loopbaan als schrijver gezien dat boekverkopers hardwerkende mensen zijn. Je kunt wel in een winkelstraat een paar boeken in een pand zetten, maar er moet heel wat gebeuren om er een boekhandel met ziel van te maken. Ik vind het erg leuk om hen nu in het zonnetje te zetten. Ik wil me daar graag voor inzetten, al is dat een groot woord gezien de gering bezigheden.’

Wat houdt het voorzitterschap in?
‘In juli ga ik de vijf genomineerde winkels bezoeken. In augustus vergaderen we erover, waarna eind van die maand de bekendmaking en prijsuitreiking is.’

Waarom moet er heel wat gebeuren om een boekhandel met ziel te maken?
‘Een boekhandelaar moet een grote liefde voor het boek hebben, maar vooral een liefde voor de relatie van zijn klant en het boek. Iedere uitstekende boekhandel is de ziel van de omgeving waarin deze zich bevindt. Men komt niet zozeer om boeken te kopen, maar om kennis te nemen van alles wat er leeft. Een boekhandelaar moet daarop inspelen, door hoe hij zijn boeken presenteert en aanbeveelt aan zijn klanten. Dat is een vak apart. Gelukkig zijn er in Nederland veel die dat met passie doen.’

Speelt ook de inrichting van de boekhandel daarbij een rol?
‘De boekhandel moet een ruimte zijn waarin je je makkelijk beweegt, maar ook een ruimte met een zekere innigheid, waarin je de intieme wereld van het gedachtegoed van alle boek kunt voelen. Dat gaat niet om oppervlakte. Dat gaat om een heel eigen wereld die een goede boekhandel schept, zodat je bij binnenkomst meteen voelt: ik betreed een inspirerende wereld waar veel te beleven valt. Soms zijn boekhandels door omstandigheden gedwongen kantoorartikelen of cadeaudingetjes te verkopen. Toch kun je merken dat de boekverkoper met hart voor de zaak erin slaagt het boekenaspect te prevaleren. Ik vind dat knap.’

Bezoek je boekhandels dus uit plezier?
‘Overal waar ik kom stap ik een boekhandel binnen. Ik ben altijd heel benieuwd, bijvoorbeeld naar welke boeken een vooraanstaand plaatsje hebben gekregen. Het maakt niets uit of dat een grote boekhandel in New York is of Lovink in Lochum. Die vind ik allebei even fascinerend.’

Hoe bepalend is de persoonlijkheid van de boekverkoper?
'Die is allesbepalend! Hij of zij moet de klant in de winkel de ruimte geven. Hem niet meteen vragen of die ergens geholpen mee wil worden, want dat geeft hij zelf wel aan. Ook moet de boekverkoper zich als liefhebber opstellen: met de passie van de liefhebber, zonder dat de passie opdringerig wordt. De relatie met de klant heeft een zekere intimiteit. Die vraagt om een subtiele omgang.'

Kom je er ook graag als schrijver?
‘Als schrijver word ik altijd hoffelijk behandeld. Overal merk ik een gretigheid: fijn dat je er bent, óók als het geen commercieel succes wordt. Zeker de laatste jaren heb ik daarover niet te klagen, maar het kan natuurlijk altijd dat er voetbal op tv is of het weer slecht en er maar tien boeken worden verkocht. Dan nog vindt de boekhandelaar het fijn dat ik er ben: iemand die net als hij betrokken is bij de wereld van het boek. Ik heb echt nog nooit gedacht: hier kom ik niet meer. Alleen in de Sinterklaastijd denk ik: dán kom ik niet meer.’

Hoezo?
‘Vooral de laatste jaren zijn alle klanten bijna neurotisch gericht op hun lijstje. Ze komen binnen, kijken niet om zich heen, lopen direct naar de kassa en vragen dan: Heeft u – gevolgd door de titel van een populair boek. Daarna zijn ze opgelucht dat ze weer weg kunnen. Ik had in 2014 een bundel Sinterklaasverhalen samengesteld uit mijn columnoeuvre: Wat heeft Sint voor jou gekocht? Wat mooi rijmt op: Een boek van Thomas Verbogt. Een mooi gebonden boekje, kostte niets en ik moest daarvoor de boer op. Dat werkte niet. Ik zat overal voor joker.’

Heeft u ondanks louter positieve ervaring een favoriete boekhandel?
‘Een aantal, ik heb niet één favoriet. Van Kemenade & Hollaers in Breda, Blokker in Heemstede, ook boekhandels in Amsterdam en Arnhem. Die eerste is trouwens een goed voorbeeld van een grote boekhandel die toch een intieme sfeer oproept.’

Ken je ook de genomineerde winkels voor Boekverkoper van het jaar: Maximus (Rotterdam), Westerhof (Zwolle), ‘t Spui (Vlissingen), Van der Meer (Noordwijk) en De Kleine Tovenaar (Roermond).
‘Jawel, een aantal. Maar laat ik me als voorzitter op dit moment gedeisd houden.’

Ben je als schrijver afhankelijk van boekhandels?
‘Enorm. Voor honderd procent. Je bent veel afhankelijker van de goodwill van de boekhandel dan van juichende recensies – al pikt de boekhandel het daarna altijd op. Ik ben er ook van overtuigd dat Als de winter voorbij is van twee jaar geleden nog altijd doorloopt omdat boekhandelaren deze roman blijven adviseren aan klanten wiens smaak ze kennen. Dat heeft meer effect dan mond-tot-mondreclame van lezers. Daarom is het zo belangrijk dat een schrijver goede relaties onderhoudt met de boekhandel en altijd ingaat op uitnodigingen voor signeersessies en dergelijke. Even bijpraten, even hartelijk met elkaar zijn, dat helpt.’

De afhankelijkheid is toch minder geworden door de opkomst van internetboekhandels, rechtstreekse verkoop van uitgeverijen en literaire evenementen?
‘Dat is waar. De boekencultuur is ook veranderd. Als je boek een paar weken oud is en er komt een nieuwe Karin Slaughter wordt alles daarvoor opzij gezet. Dat was vroeger niet zo. Al geldt dat juist niet voor kleine boekhandels, die niet de ruimte volplempen met de nieuwe Karin Slaughter omdat het ten koste gaat van de gevarieerdheid van hun aanbod. Toch blijft de boekhandel de belangrijkste partij voor een schrijver.’

Treedt je daarom altijd gratis op?
‘Als het in de promotionele sfeer is: ja, altijd. Als een boek een jaar oud is en een boekverkoper wil een literaire avond organiseren, dat moet er iets tegenover staan. Het zou raar zijn als dat niet het geval is.’

Dan kun je inclusief reistijd zo een hele dag kwijt zijn om in bijvoorbeeld Lochem tien boeken te verkopen.
‘Ik weet het. Maar ik reis meestal per trein, dan kun je onderweg van alles doen. Goed, naar Lochem kan dat niet. Dan pak ik de auto, luister ik muziek, denk wat over de dingen. Het maakt niet uit. Het zijn toch tien boeken, denk ik dan, en misschien heb ik wel tien lezers gewonnen die mijn boek vervolgens cadeau geven. En ik heb de banden aangehaald met die boekhandel aangehaald. Daar heb ik graag iets voor over.’
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 21 jun) 

Zie ook:

maandag 26 juni 2017

Interview Alfred Birney over zijn blessure en zijn succes (Boekblad)

Alfred Birney had gehoopt na dertig jaar schrijven door te breken als hij de Libris Literatuurprijs voor De tolk van Java zou krijgen. Hij wilde daar ook best wat vaker zijn schrijfkamer uitkomen. Het immense succes overtrof echter alle verwachtingen. Tot zijn spijt laat zijn gezondheid het niet toe om alle afspraken na te komen.

Waarom hebt u sinds twee weken optredens in boekhandels moeten afzeggen?
‘Het ging niet meer. Ik heb sinds oktober met een slijmbeursontsteking in mijn heup. Daar valt mee te lopen. Ik paste alleen mijn houding aan, waardoor mijn gewrichten rechts begonnen op te spelen. Zaterdag 10 juni ging het mis. Welmoed de Jong van De Geus trof me thuis in Den Haag kreupel aan. Ze weigerde me naar Den Bosch en Oss te brengen. Ik nam een pijnstiller en stapte toch in. In Den Bosch hoefde ik maar 150 meter te lopen naar boekhandel Heinen. Met een wandelstok links en een hand op Welmoeds schouder rechts haalde ik het nét. Het deed hartstikke zeer. En in Oss bij Derijks hetzelfde. Dat kon zo niet verder gaan. Dat spijt me nog meer voor de boekhandels en organisaties van festivals dan voor mezelf. De afspraken bij boekhandels zijn verschoven na het najaar, de festivals gaan niet door. Juist daar had ik zo’n zin in, omdat ik daar collega’s zie.’

Wanneer kunt u uw boekhandelstournee vervolgen?
‘Mijn therapeut en ik hebben een traject uitgezet tot eind augustus om mijn spieren aan te sterken. Ik heb de afgelopen vijf jaar zó hard gewerkt aan mijn boek. Ik heb niets anders gedaan en daarom mijn lichaam verwaarloosd. Al mijn spieren zijn weg. Als die terug zijn, kan ik naar een fitnessschool om verder te trainen en ook weer naar boekhandels. Ik maak voor nu twee uitzonderingen: een optreden bij Een Vandaag en afgelopen woensdag bij Broese. Ik was daar al voor een meet & greet, waarna ze me terugvroegen voor een lezing. Dat vind ik zo eervol. En er waren al zestig kaartjes verkocht. Utrecht is ook net te doen. Als het in Groningen was, zou ik helemaal verstijfd aankomen.’

U heeft de afgelopen weken ook veel gedaan.
‘Best wel. Op een zaterdagochtend moest ik vroeg mijn bed uit om naar de studio van BNR in Amsterdam te gaan – en daarna nog even naar boekhandels in drie steden. Het is echt veel. Ik ben alleen niet op tv. Ja, binnenkort Een Vandaag, dat is het eerste. Ik dacht altijd: je moet bij een van de populaire talkshows hebben gezeten, wil je succes hebben. Maar ik heb ze niet nodig gehad. Mijn boek stond toch op nummer een. Kennelijk helpt het nog steeds als de kranten veel over je schrijven, zoals is gebeurd.’

Deed u al die optredens in boekhandels met plezier?
‘O ja. Mijn boek ligt overal. Natuurlijk de Libris-boekhandels, maar ook AKO en Bruna – die niet direct instapten. Ik lig zelfs op Schiphol. Ik heb daar foto’s van gezien, heel mooi. En dan wil iedereen mij hebben, sommige winkels zelfs twee keer. Ook Derijks trouwens. Ik vind dat zo geweldig. Ik kom overal met een grote grijns binnen. Mensen verwachten misschien dat een geslagen persoon langs komt, De tolk van Java is zo’n serieus boek. En dan komt er een lachende, jongensachtige man binnen. Ik lig dan wel in de lappenmand. Ik heb zo’n pijn dat ik geen vijftien minuten in een boek kan lezen. Maar ik blijf heel vrolijk. Ik geniet echt van de bekendheid. Ik had dat nooit gedacht, ik ben toch een schuchter persoon.’

U verwachtte dat een Librisprijs De tolk van Java meer lezers zou bezorgen. Maar het succes moet alle verwachtingen hebben overtroffen.
‘Ik stond vier weken op nummer 1. Vier weken! Deze week ben ik dan ingehaald door een detectiveschrijver die wereldwijd 33 miljoen exemplaren heeft verkocht. Daar kan ik natuurlijk niet tegenop. Ik was toevallig op een Libris-beurs toen ze me vertelden dat mijn boek vanuit het niets op nummer 1 kwam. Ik dacht: wat ís dit? Ik weigerde het te geloven. Ik moest het eerst, een dag later, officieel zien. En ja hoor, ik liet echte sellers als Nicci French achter me. Hoe kón dat? En dat ging vier weken zo door. Ik moet overigens zeggen: ik heb me nooit voor bestsellerlijsten geïnteresseerd en keek er nooit naar, maar wat staat er weinig literatuur in. Bijna niets. Dat vind ik zorgelijk.’

En wat is uw antwoord op die vraag: hoe kon dat?
‘Daar heb ik eigenlijk nog steeds geen verklaring voor. Paulien Loerts, de directeur van Singel Uitgeverijen, zei me dat alles precies op zijn plaats valt, maar ik weet eigenlijk niet wat ze daarmee bedoelt. Het maakt me ook niet uit. Ik ben vooral blij dat het verhaal nu zo breed wordt gedeeld. Maar misschien zijn er wel een aantal factoren te bedenken.’

Zoals?
‘Mijn uitgever Nele Hendrickx wilde me mediatraining laten doen. Waarom? Omdat ik dan wat vlotter op tv overkwam. Ik ben natuurlijk niet de makkelijke prater die direct zijn verhaal klaar heeft, zoals een programma als Pauw dat wil hebben. Ik ben bedachtzaam, ik moet eerst op gang komen. Toch moest ik enorm lachen om het voorstel. Ik ben mezelf, aan mij valt niets meer te verspijkeren. Maar toch: voor de Libris-uitreiking had ik een dankwoord uit mijn hoofd geleerd. Ik heb het wel vijftig keer gerepeteerd. Alleen, toen ik voor de microfoon stond, was ik alles kwijt. Ik wist alleen nog dat ik het Letterenfonds wilde bedanken. Later hoorde ik dat mensen dat geïmproviseerde gestamel charmant vonden. Het was zo anders dan al die snelgebekte mensen die je altijd op tv ziet, dat mensen mij misschien – hoe noemen ze dat tegenwoordig? – authentiek vonden. En authentiek, dat is de mode op dit moment. Ik kreeg op de avond van de uitreiking ook de indruk dat iedereen het me gunde. Er kwam helemaal geen kritiek.’

Het succes zal toch ook komen door het boek zelf?
‘Ook dat, ja. In korte tijd verschenen een aantal boeken over de dekolonisatie van Nederlands-Indië: De roofstaat van Ewald Vanvugt, De brandende kampongs van Generaal Spoor van Rémi Limpach en mijn boek. Het onderwerp is nu een issue, dat zijn cumulatiepunt vond in de bekroning van mijn boek – ook met de Henriëtte Roland Holst-prijs niet te vergeten. Ik ben, anders dan bijvoorbeeld Adriaan van Dis, de eerste overduidelijk Indische schrijver die zo’n belangrijke prijs wint. Het kan zijn dat veel mensen die zelf een verleden hebben met Nederlands-Indië daarom nu mijn boek gaan lezen. Vergeet niet: een tot anderhalf miljoen mensen zijn of zelf Indo’s of Molukkers of nazaten van Nederlandse militairen die daar hebben gevochten. Zeker de Indo’s zijn een onzichtbare, maar wel een enorme groep die jaar in jaar uit hebben gewacht tot iemand hun geschiedenis op schreef. Dat heb ik gedaan met De tolk van Java, zoals ze mij in boekhandels komen vertellen.’

Hoe behandelt uitgeverij De Geus u nu?
‘Als een vorst. Ik reis niet makkelijk, maar steeds komt iemand van de uitgeverij me ophalen en thuisbrengen. Ze rijden me door het hele land. Perfect. En ze blijven menselijk. Ze zeggen niet: je móét nu dit en dat. Ze zeggen: eerst aan je gezondheid denken. En ze doen van alles voor het boek. Voor Vaderdag hingen posters in zes steden: Leiden, Leeuwarden, Rotterdam, Amsterdam, Den Haag en Utrecht. Mijn snoet staat op het voorplat van de nieuwe aanbiedingsfolder. En in het najaar gaan ze door met campagne voeren.’

Willen ze ook oud werk heruitgeven?
‘Op de uitgeverij zijn ze dat nu aan het lezen. Ik denk dat er wel belangstelling voor is. Hier in Den Haag is de bibliotheek helemaal leeg. Al mijn werk is uitgeleend. En tweedehands exemplaren vliegen de deur uit, maar ik heb nog geen concrete plannen gehoord. Ik hoop in ieder geval dat het succes nog even aanhoudt. Ik heb om te beginnen veel zin om in het najaar alsnog naar alle boekhandels te gaan die ik nu heb moeten afzeggen.’
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 19 jun)