woensdag 28 juni 2017

Interview: Thomas Verbogt over de afhankelijkheid van een schrijver van de boekhandel (Boekblad)

Thomas Verbogt is voorzitter van de jury voor de verkiezing van Boekverkoper van het jaar. Hij vindt het van cruciaal belang dat een schrijver goede banden onderhoudt met boekverkopers. Hij beschouwt zich ook in deze tijd ‘voor honderd procent’ van hen afhankelijk.

Waarom heb je ingestemd met het verzoek om voorzitter te worden?
‘Ik heb in mijn ruim dertig jaar durende loopbaan als schrijver gezien dat boekverkopers hardwerkende mensen zijn. Je kunt wel in een winkelstraat een paar boeken in een pand zetten, maar er moet heel wat gebeuren om er een boekhandel met ziel van te maken. Ik vind het erg leuk om hen nu in het zonnetje te zetten. Ik wil me daar graag voor inzetten, al is dat een groot woord gezien de gering bezigheden.’

Wat houdt het voorzitterschap in?
‘In juli ga ik de vijf genomineerde winkels bezoeken. In augustus vergaderen we erover, waarna eind van die maand de bekendmaking en prijsuitreiking is.’

Waarom moet er heel wat gebeuren om een boekhandel met ziel te maken?
‘Een boekhandelaar moet een grote liefde voor het boek hebben, maar vooral een liefde voor de relatie van zijn klant en het boek. Iedere uitstekende boekhandel is de ziel van de omgeving waarin deze zich bevindt. Men komt niet zozeer om boeken te kopen, maar om kennis te nemen van alles wat er leeft. Een boekhandelaar moet daarop inspelen, door hoe hij zijn boeken presenteert en aanbeveelt aan zijn klanten. Dat is een vak apart. Gelukkig zijn er in Nederland veel die dat met passie doen.’

Speelt ook de inrichting van de boekhandel daarbij een rol?
‘De boekhandel moet een ruimte zijn waarin je je makkelijk beweegt, maar ook een ruimte met een zekere innigheid, waarin je de intieme wereld van het gedachtegoed van alle boek kunt voelen. Dat gaat niet om oppervlakte. Dat gaat om een heel eigen wereld die een goede boekhandel schept, zodat je bij binnenkomst meteen voelt: ik betreed een inspirerende wereld waar veel te beleven valt. Soms zijn boekhandels door omstandigheden gedwongen kantoorartikelen of cadeaudingetjes te verkopen. Toch kun je merken dat de boekverkoper met hart voor de zaak erin slaagt het boekenaspect te prevaleren. Ik vind dat knap.’

Bezoek je boekhandels dus uit plezier?
‘Overal waar ik kom stap ik een boekhandel binnen. Ik ben altijd heel benieuwd, bijvoorbeeld naar welke boeken een vooraanstaand plaatsje hebben gekregen. Het maakt niets uit of dat een grote boekhandel in New York is of Lovink in Lochum. Die vind ik allebei even fascinerend.’

Hoe bepalend is de persoonlijkheid van de boekverkoper?
'Die is allesbepalend! Hij of zij moet de klant in de winkel de ruimte geven. Hem niet meteen vragen of die ergens geholpen mee wil worden, want dat geeft hij zelf wel aan. Ook moet de boekverkoper zich als liefhebber opstellen: met de passie van de liefhebber, zonder dat de passie opdringerig wordt. De relatie met de klant heeft een zekere intimiteit. Die vraagt om een subtiele omgang.'

Kom je er ook graag als schrijver?
‘Als schrijver word ik altijd hoffelijk behandeld. Overal merk ik een gretigheid: fijn dat je er bent, óók als het geen commercieel succes wordt. Zeker de laatste jaren heb ik daarover niet te klagen, maar het kan natuurlijk altijd dat er voetbal op tv is of het weer slecht en er maar tien boeken worden verkocht. Dan nog vindt de boekhandelaar het fijn dat ik er ben: iemand die net als hij betrokken is bij de wereld van het boek. Ik heb echt nog nooit gedacht: hier kom ik niet meer. Alleen in de Sinterklaastijd denk ik: dán kom ik niet meer.’

Hoezo?
‘Vooral de laatste jaren zijn alle klanten bijna neurotisch gericht op hun lijstje. Ze komen binnen, kijken niet om zich heen, lopen direct naar de kassa en vragen dan: Heeft u – gevolgd door de titel van een populair boek. Daarna zijn ze opgelucht dat ze weer weg kunnen. Ik had in 2014 een bundel Sinterklaasverhalen samengesteld uit mijn columnoeuvre: Wat heeft Sint voor jou gekocht? Wat mooi rijmt op: Een boek van Thomas Verbogt. Een mooi gebonden boekje, kostte niets en ik moest daarvoor de boer op. Dat werkte niet. Ik zat overal voor joker.’

Heeft u ondanks louter positieve ervaring een favoriete boekhandel?
‘Een aantal, ik heb niet één favoriet. Van Kemenade & Hollaers in Breda, Blokker in Heemstede, ook boekhandels in Amsterdam en Arnhem. Die eerste is trouwens een goed voorbeeld van een grote boekhandel die toch een intieme sfeer oproept.’

Ken je ook de genomineerde winkels voor Boekverkoper van het jaar: Maximus (Rotterdam), Westerhof (Zwolle), ‘t Spui (Vlissingen), Van der Meer (Noordwijk) en De Kleine Tovenaar (Roermond).
‘Jawel, een aantal. Maar laat ik me als voorzitter op dit moment gedeisd houden.’

Ben je als schrijver afhankelijk van boekhandels?
‘Enorm. Voor honderd procent. Je bent veel afhankelijker van de goodwill van de boekhandel dan van juichende recensies – al pikt de boekhandel het daarna altijd op. Ik ben er ook van overtuigd dat Als de winter voorbij is van twee jaar geleden nog altijd doorloopt omdat boekhandelaren deze roman blijven adviseren aan klanten wiens smaak ze kennen. Dat heeft meer effect dan mond-tot-mondreclame van lezers. Daarom is het zo belangrijk dat een schrijver goede relaties onderhoudt met de boekhandel en altijd ingaat op uitnodigingen voor signeersessies en dergelijke. Even bijpraten, even hartelijk met elkaar zijn, dat helpt.’

De afhankelijkheid is toch minder geworden door de opkomst van internetboekhandels, rechtstreekse verkoop van uitgeverijen en literaire evenementen?
‘Dat is waar. De boekencultuur is ook veranderd. Als je boek een paar weken oud is en er komt een nieuwe Karin Slaughter wordt alles daarvoor opzij gezet. Dat was vroeger niet zo. Al geldt dat juist niet voor kleine boekhandels, die niet de ruimte volplempen met de nieuwe Karin Slaughter omdat het ten koste gaat van de gevarieerdheid van hun aanbod. Toch blijft de boekhandel de belangrijkste partij voor een schrijver.’

Treedt je daarom altijd gratis op?
‘Als het in de promotionele sfeer is: ja, altijd. Als een boek een jaar oud is en een boekverkoper wil een literaire avond organiseren, dat moet er iets tegenover staan. Het zou raar zijn als dat niet het geval is.’

Dan kun je inclusief reistijd zo een hele dag kwijt zijn om in bijvoorbeeld Lochem tien boeken te verkopen.
‘Ik weet het. Maar ik reis meestal per trein, dan kun je onderweg van alles doen. Goed, naar Lochem kan dat niet. Dan pak ik de auto, luister ik muziek, denk wat over de dingen. Het maakt niet uit. Het zijn toch tien boeken, denk ik dan, en misschien heb ik wel tien lezers gewonnen die mijn boek vervolgens cadeau geven. En ik heb de banden aangehaald met die boekhandel aangehaald. Daar heb ik graag iets voor over.’
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 21 jun) 

Zie ook:

Geen opmerkingen: