Maranke Rinck kreeg
vorige week een Zilveren Griffel voor Tangramkat (Lemniscaat).
Haar partner Martijn van der Linden kreeg een Zilveren Penseel voor hetzelfde
boek. In plaats van te discussiëren over de vraag of schrijvers en
illustratoren van kinder- en jeugdboeken wel gelijk worden gewaardeerd, heeft
ze liever dat iedereen zich gezamenlijk inzet om het genre te promoten.
Was het groot feest bij
jullie thuis?
‘Enorm. Het was zo’n
verrassing. We sprongen heel hard op en neer toen we het hoorden. Daarna gingen
we gewoon naar huis, hoor. We hebben drie kinderen. Die moesten we naar bed
brengen. Pas de volgende dag hebben we een fles champagne opengetrokken.’
Betekent een Zilveren
Griffel evenveel als een Zilveren Penseel?
‘Er zijn zeven griffels
uitgereikt en maar twee penselen. Daar zit een verschil. Maar wij zijn met
beide prijzen even blij. Van Martijn werd wel vaker gezegd: voor zijn
tekeningen in Tangramkat gaat hij vast een Zilveren Penseel
voor winnen. Hoewel wij er altijd naast zitten met onze voorspellingen denk je
dan toch: het zou best kunnen. Ook over mijn werk zijn mooie dingen geschreven,
maar niet zo letterlijk dat ik daar een Zilveren Griffel voor verdien. En dan
krijgen we er allebei een!’
Hoeveel boeken hebben
jullie nu samen gemaakt?
‘Poeh. Mijn eerste
prentenboek heb ik al samen met Martijn gemaakt: Het prinsenkind uit
2004. Daarna volgden er nog drie, maar toen heeft Martijn heel veel in opdracht
geïllustreerd voor allerlei auteurs en ging ik veel freelance schrijfwerk doen.
Tot we een paar jaar geleden tegen elkaar zeiden: toch jammer dat het er niet
meer van komt om samen iets te maken. Toen hebben we daar tijd voor vrij
gemaakt. Dat leidde tot Memorykonijn. Dat was zo fijn dat we
daarna Tangramkat hebben gedaan.’
Is het heel anders
samenwerken met een illustrator die ook je partner is?
‘Heel anders. Normaal
krijgt Martijn een verhaal met de opdracht: maak er maar tekeningen bij. Onze
boeken zijn echt van ons samen. Van begin tot eind is het een soort
pingpongspel. Natuurlijk schrijf ik het en tekent hij het, en toch kun je niet
goed zeggen wie wat heeft gedaan. Waarschijnlijk kun je ook alleen maar zó
intensief met iemand samenwerken als het ook je eigen partner is.’
En delen jullie de royalty’s
dan eerlijk?
‘Ja ja, we hebben
precies hetzelfde contract.’
Zo’n eerlijke verdeling
tussen auteur en illustrator is toch niet altijd even gebruikelijk?
Illustratoren voelen zich vaak achtergesteld.
‘Dat weet ik niet. Het
verschilt per project. Ik schrijf ook educatieve prentenboeken voor Malmberg,
een paar keer met Martijn. Dan is het logisch dat een uitgever meer invloed
heeft op het product dan wanneer wij samen iets maken en een volledig voltooid
boek bij Lemniscaat op tafel leggen. Dan krijgen schrijver en illustrator van
Malmberg een eigen contract. Maar ik heb ook de heftige discussie op Facebook
gelezen naar aanleiding van de uitreiking van de Griffels en Penselen –
bijvoorbeeld over de nadruk die in het persbericht wordt gelegd op de schrijvers
of het feit dat er minder Penselen dan Griffels zijn. Ik hou me daar liever
buiten.’
Waarom?
‘Voor mij komt de
discussie en zeker de felheid ervan als een verrassing. Is dat echt nodig? Het
is toch niet zo dat alleen illustratoren gebrek aan aandacht krijgen? Het hele
genre kinder- en jeugdboeken is in de media ondergeschikt. Ik begrijp wel dat
het onterecht is dat altijd de schrijvers van prentenboeken als eerste worden
genoemd. Maar we kunnen beter met z’n allen proberen de aandacht voor deze
boeken te vergroten.’
Jullie uitgever
behandelt jullie in ieder geval gelijkwaardig?
‘Absoluut. Bij
Lemniscaat was het eerder andersom. Het is een uitgeverij die van oudsher
illustratoren enorm waardeert en juist hén beschouwt als de auteur van een prentenboek.
De tekst moet natuurlijk ook goed zijn, maar is niet het allerbelangrijkste.
Niet dat ik me ooit minder gewaardeerd heb gevoeld door Lemniscaat, maar het
heeft een tijdje geduurd voordat ik, laat ik zeggen, als schrijver dezelfde
status had.’
Hebben jullie ook last
gehad van het gerommel bij Lemniscaat, waardoor Koos Meinderts en Charlotte
Dematons opstapten?
‘Wij zijn ontzettend
tevreden. Lemniscaat laat ons volledig onze gang gaan. En als ik dan zie hoe
zij onze boeken oppakken: qua vormgeving, productie, promotie. Dat hadden we
nooit zelf kunnen doen. Het probleem lag ook vooral bij redactie. Wij weten zo
precies wat we willen dat dat toch minder belangrijk is. Al vinden wij net als
iedereen dat er een ervaren superredacteur bij moeten komen. Die is er tot nu
toe niet gekomen.’
Toch moet de onrust van
invloed zijn op alle auteurs.
‘Natuurlijk is het
vervelend dat mensen weg gaan en nieuwe mensen komen die óók weer weg gaan –
behalve op de redactie ook bij foreign rights. Dat geeft stress. Je bouwt
relaties op, die te snel worden verbroken. Het is ook afwachten wat er precies
gaat gebeuren met de redactie van Lemniscaat.’
En ondertussen werken
jullie aan jullie nieuwe boeken samen: Knikkeruil – het
prentenboek voor de Kinderboekenweek. Is dat net zo mooi als samen een Griffel
en Penseel winnen?
‘We hebben er net de
laatste hand aan gelegd. Eind deze week gaat het naar de drukken. En ja, het is
een mooie bevestiging van dat je goed bezig bent. Martijn had twee jaar geleden
al het geschenk van Harm de Jonge geïllustreerd. Toen heb ik de
Kinderboekenweek van de zijlijn, als vrouw van, meegemaakt. Die ervaring geeft
heel veel zin om in oktober samen in het middelpunt te staan.’
Veel kritiek onder
illustratoren richt zich nu op de CPNB – als organisator van de Griffel &
Penselen-uitreiking. Hoe bevalt jullie de samenwerking?
‘Heel fijn. De CPNB
onthaalde ons echt als koning en koningin. En omdat Memorykonijn en Tangramkat met
een spel is uitgegeven, wilden ze dat voor het prentenboek van de Kinderboekenweek
ook. Ik dacht: dat is onmogelijk, het prentenboek moet toch goedkoop zijn? Maar
de CPNB zette alles op alles en het is ze nog gelukt ook, al wordt het
prentenboek nu 6,95 euro. Juist toen we zeiden dat het boek over knikkeren
ging, wilde ze per se een spel. Eppo [van Nispen] begon helemaal te glunderen.
Ik was vroeger de knikkerkoning, vertelde hij. Overigens heeft ook Lemniscaat
zich enorm sterk gemaakt voor Knikkeruil, om de kwaliteit te
bewaken. Zo is het een boek geworden waar we dik tevreden over zijn.’
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 29 jun)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten