Noordhoff had direct na elkaar twee evenementen georganiseerd. De feestelijke
opening van het nieuwe kantoor in Utrecht, die werd uitgesteld , en de
presentatie van de 55e editie van de Bosatlas – de eerste die ook volledig
digitaal is. Het gaat dan ook goed met de educatieve uitgeverij, aldus algemeen
directeur Marchien van Doorn, tevens nieuwe voorzitter van de GEU.
Waarom ging het seminar ter
gelegenheid van de opening van het nieuwe kantoor niet door?
'Scholen hebben het in deze periode erg druk met de examens. Het
is daarom uitgesteld naar een nader te bepalen moment.'
Maar het kantoor is vorige
maand al in gebruik genomen. Bevalt het?
'Heel erg goed. Het is modern en transparant en past daarom bij
het Noordhoff dat we willen zijn. De ontwikkelingen in de maatschappij en in
het onderwijs vragen om flexibiliteit en transparantie. Het kantoor
weerspiegelt dat. Er zijn veel mogelijkheden om samen te werken: onderling en
met klanten. Het is heel flexibel ingericht: waar je mee bezig bent, bepaalt
waar je zit.'
Het kantoor is gevestigd in
een omgeving met andere technologiebedrijven. Gaan jullie ook met hen
samenwerken? Of deze bedrijven op termijn zelfs overnemen?
'Je ziet sowieso dat we steeds meer samenwerken met andere
partijen, maar dat hoeft niet per se met de bedrijven die in hetzelfde complex
zitten. Ook doen we overnames, zoals afgelopen november DigiTaalbedrijf, die
softwareprogramma's voor taalverwerving maakt voor met name het hoger onderwijs
– een acquisitie waar we zeer tevreden mee zijn. Ik kan niets concreet zeggen
over wat we in de toekomst gaan doen.'
Kun je zeggen: door het
groeiend aantal samenwerkingen is het belangrijk om in het midden van het land
te zitten – waardoor het zwaartepunt van Noordhoff met deze verhuizing
verschuift van Groningen naar Utrecht?
'Niet per se. Je kunt ook heel goed virtueel samenwerken en dat
dus ook doen vanuit Groningen. De samenstelling van het team in Utrecht is dan
ook precies hetzelfde als de afgelopen jaren in Houten.'
Bij uw aantreden anderhalf
jaar geleden zei u dat het goed gaat met Noordhoff en dat de koers ongewijzigd
blijft. Hoe is dat nu?
Het gaat nog steeds goed. Elk jaar groeien we een beetje, zoals
ook het doel is. Vooral Noordhoff Health, de afdeling die nu in Utrecht is
gesitueerd, groeit jaar op jaar erg goed.'
Waarom?
'De markt voor bij- en nascholing is een groeimarkt.
Professionals, zeker ook in de gezondheidszorg, moeten steeds meer doen om bij
te blijven. Onze doelgroep is nu met name verpleegkundigen. We willen nu ook
kijken naar andere doelgroepen, in eerste instantie verpleegkundigen met een
specialisme.'
Hoe gaat het met Noordhoff
op de markt voor het voorgezet onderwijs?
'Onverminderd goed. Ook daar groeien we jaar op jaar – vooral in
marktaandeel. Het is een cyclische markt, waarin veranderingen in
examenprogramma’s zoals wij een paar jaar geleden hebben gezien, kunnen leiden
tot grote groei. Nu zitten we echter een in fase van stabilisatie. Maar steeds
meer leerlingen werken met een methode van Noordhoff. Beter gezegd: met
meerdere methoden van Noordhoff. Precieze cijfers kan ik niet geven.'
Hoe gaan jullie die groei
vasthouden?
'Door goed te kijken naar wat er gebeurt op de markt en daar de
methode op aanpassen. In wezen gaan veranderingen door de digitalisering op
deze markt nog niet heel snel. We proberen leerlingen en docenten te
ondersteunen met de beste methodes en hen hulp te bieden door trainingen. Het
is logisch dat nu de digitale trend doorzet en docenten steeds vaker digitaal
materiaal daadwerkelijk gebruiken en daar ook steeds flexibeler mee omgaan
– door eigen materiaal toe te voegen of delen van het materiaal weg te
laten – wij daar op inspelen.'
Anderhalf jaar geleden
kondigde u voor 2017 een nieuwe generatie leermiddelen aan: én digitaal én
gepersonaliseerd.
'Jazeker. Na de zomer gaan docenten en leerlingen in het
voortgezet onderwijs voor het eerst met tien methoden van de nieuwe generatie
werken. We zijn druk bezig met de voorbereidingen daarop. Het digitale
lesmateriaal van deze methoden wordt uitgeleverd op het nieuwe platform dat
gepersonaliseerd leren mogelijk maakt. Waarbij het uitgangspunt overigens
blijft dat de docent de controle over het leerproces houdt. Ik kan nu niet aangeven
om hoeveel leerlingen het bij elkaar gaat, omdat sommige scholen pas volgend
jaar overstappen of zelfs het jaar daarop.'
Waarin onderscheiden deze
methoden zich van de concurrentie?
'Iedereen is inderdaad met gepersonaliseerd leren bezig. Voor ons
is belangrijk dat de docent in control
blijft. Wij gaan ervan uit dat een groot deel van het onderwijs de komende
jaren kiest voor blended learning, waarbij zowel papier als digitaal lesmateriaal
gebruikt wordt. Wij spreken ons daar heel duidelijk over uit.'
Andere uitgeverijen niet?
'Wij kijken heel goed naar de behoeften van de docent. Waar zij nu
op wachten, dat is wat wij hen bieden. Ik kan me voorstellen dat andere
uitgeverijen vergelijkbare trends zien, maar dan is er altijd nog de kracht en
kwaliteit van de Noordhoff-methoden. Dat geeft de doorslag.'
Ook de Bosatlas is met de
lancering van de nieuwe editie nu volledig gedigitaliseerd. Ik dacht daarbij
onwillekeurig toch: nu pas. Hoe zou dat komen?
'Het is niet zo dat de Bosatlas helemaal geen digitale component
had. Die was er wél. Alleen zijn nu alle kaarten gedigitaliseerd en voorzien
van een digitale additie, zoals een videofilmpjes of iets interactiefs. Maar
papier bleef en blijft belangrijk. Al was het maar omdat bij het eindexamen het
gebruik van een digitale atlas niet is toegestaan. Leerlingen moeten een
papieren atlas gebruiken. Daarbij is een papieren atlas toch echt een ander
product.'
Zou de papieren atlas niet
toch minder gebruik gaan worden nu er een volledig digitale is?
'We hopen natuurlijk dat de digitale veel wordt gebruikt, ook
omdat hij zo mooi is. Maar of het een succes wordt? We gaan het de komende
periode zien.'
Waarom is de digitale
Bosatlas eigenlijk alleen voor het onderwijs beschikbaar? Er is toch een
omvangrijke markt voor atlassen bij het grote publiek?
'Vanwege de inhoudelijke en didactische afstemming op het
onderwijs bieden we deze digitale versie alleen aan op scholen. Als er vraag
ontstaat vanuit de consumentenmarkt zullen we wel de – ook logistieke –
mogelijkheden onderzoeken om de digitale versie buiten de scholenmarkt aan te
bieden.'
U bent
vorige week ook benoemd tot voorzitter van de Groep Educatieve Uitgeverijen
(GEU). Waarom ambieerde u die functie?
'Harold Rimmelzwaan, de vorige voorzitter, ging weg bij
Malmberg en trad daarom af. Het leek mij belangrijk dat Noordhoff als grootste
educatieve uitgeverij de verantwoordelijkheid neemt om het voorzitterschap op
zich te nemen.'
Wat zijn
uw speerpunten als voorzitter?
'Net als haar leden bevindt de GEU zich in een transitie,
omdat zij een belangrijke rol wil spelen in het faciliteren van de leden bij
alle ontwikkelingen die daarbij horen. Dat betekent dus deelnemen aan de
overleggen in de digitale keten die de laatste jaren zijn opgestart, zoals het
platform Edu-K, waarin de verschillende partijen uit de onderwijsketen zijn
vertegenwoordigd.. Hier wordt het gesprek aangegaan over een goed
functionerende educatieve keten of het heel belangrijke privacydossier.'
Gaat het
ook goed met de GEU?
'Ja. In het verleden werden wij gezien als de club van de grote
educatieve partijen. Maar er zijn veel kleine spelers, waaronder start-ups, op
de markt bijgekomen. Ook deze verwelkomt de GEU graag. Zo zijn meerdere innovatieve
en specialistische bedrijven die zich bezighouden met bijvoorbeeld alleen toetsontwikkeling
recent lid geworden. In 2011 had de GEU 32 leden, een jaar later 34 – en nu, in
2017, 43 leden.'
Leidt dat
ook tot nauwere samenwerkingen – bijvoorbeeld tussen Noordhoff en zo'n klein
nieuw bedrijf?
'Je kunt nieuwe toetreders zijn als een bedreiging of als een
kans. Wij vinden het goed dat ze komen. Er moet beweging in de markt zijn.
Concurrentie houdt ons allemaal scherp. En ja, het biedt ook potentieel voor
samenwerkingen.'
Kunt u
daar een voorbeeld van geven?
'Voor het hoger onderwijs werkt Noordhoff bijvoorbeeld samen met Golden Egg Check. Dat bedrijf heeft software ontwikkeld dat het schrijven van een businessplan ondersteunt. Het is dus gericht op ondernemers. Maar dat kun je goed vertalen naar software voor studenten die moeten leren een businessplan te schrijven.'
'Voor het hoger onderwijs werkt Noordhoff bijvoorbeeld samen met Golden Egg Check. Dat bedrijf heeft software ontwikkeld dat het schrijven van een businessplan ondersteunt. Het is dus gericht op ondernemers. Maar dat kun je goed vertalen naar software voor studenten die moeten leren een businessplan te schrijven.'
Zie ook:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten