Talrijke
bekende Nederlanders hebben – aangespoord door de Vereniging van Openbare Bibliotheken – de petitie 'Mijn bieb
moet blijven' ondertekend, die op 12 maart wordt aangeboden aan minister Jet Bussemaker (OCW). Schrijvers, politici, bestuurders en anderen.
Waarom? Bibliotheekblad.nl vroeg het aan Jean Beddington (kok), Ad van Liempt
(schrijver / programmamaker), Alexander Rinnooy Kan (hoogleraar economie en
bedrijfskunde) en Willie Wartaal (De Jeugd van Tegenwoordig).
Waarom vindt u de bibliotheek zo belangrijk
dat u de petitie hebt ondertekend?
Ad van Liempt: 'Ik ben een kind van bibliotheken. Ik
heb er vroeger honderden boeken geleend. Toen ik nog geen geld had om boeken te
kopen, waren bibliotheken de entree naar boeken. Dat is misschien een
nostalgische reden om voor de bibliotheek te pleiten. Maar ik heb ook
voorbeelden van moderne bibliotheken in Amsterdam en Den Haag gezien, waar
wordt gelezen én gestudeerd. Als je op een zondag in de OBA ziet hoeveel
jongeren daar zijn en hoe hoog het percentage bezoekers van niet-Nederlandse
afkomst. Daar word ik heel optimistisch van. Bibliotheken ontwikkelen zich zo
tot openbare kennis- en studiecentra. We mogen niet te licht beslissen om die
te sluiten.'
Jean Beddington: 'De bibliotheek is een mooie, serene
plek waar je rustig kunt zitten zonder geluid van buiten af. Er worden geen
telefoons gebruikt. Waar kom je dat tegenwoordig nog tegen? Ik hoorde laatst
dat mensen die heel mooi piano spelen dat in de grote vestiging bij het centraal
station van Amsterdam kunnen doen. Dan hoor je alleen de piano. Dat vind ik
zo'n mooi idee. De bibliotheek is vooral belangrijk voor kinderen, als plek om
boeken te vinden die ze mee naar huis kunnen nemen. En voor ouderen. Ik woon om
de hoek van het filiaal aan het Roelof Hartplein. Dat is een heel leuke
ontmoetingsplek voor ouderen.'
Alexander Rinnooy Kan: 'Dat ik de petitie heb ondertekend
zonder daar eerst lang over na te denken heeft veel te maken met mijn eigen
herinnering. De bibliotheek was mijn kennismaking met boeken en literatuur. Die
kennismaking, die hoort bij een compleet mensenleven, gun ik iedereen. Ik ben
een groot fan van de bibliotheek. De directeur van de bibliotheek in Amsterdam
vertelde mij ooit wie zijn belangrijkste klanten waren: allochtone meisjes. Dat
vind ik ongelooflijk bemoedigend. Dat zij naar een bibliotheek in de buurt
kunnen en dat daar de wereld zich voor hen opent. Dat moet behouden blijven.'
Willie Wartaal: 'De Jeugd heeft getekend uit puur
eigenbelang. Ik vond het zelf heel leuk in de bibliotheek in Amsterdam-Oost,
waar je ook cd's kon lenen. Ik kan wel zeggen dat het goed is dat mensen lezen
blablabla en dat kinderen naar de bibliotheek gaan blablabla, maar ik wil
gewoon dat andere mensen dezelfde vette tijd in de bibliotheek hadden als ik.
Het hoort ook bij een welvarend land dat de bibliotheek blijft.'
Mag er op de bibliotheek helemaal niet bezuinigd
worden?
Ad van Liempt: 'Ik kan dat niet overzien. Ik sprak
laatst een gemeenteraadslid van een grote stad, die me vertelde: bibliotheken
moeten wel betaald worden. Er komen minder mensen, er moet zoveel geld bij –
dan kan het wellicht beter zijn een aantal vestigingen te sluiten en één
grotere bibliotheek te versterken. Het kan best dat dat een betere oplossing is
dan alle bestaande vestigingen tot in de eeuwigheid open te houden. We moeten
het praktisch en realistisch bekijken. Maar dát we geld opzij moeten zetten om
bibliotheken om te vormen tot aantrekkelijke kenniscentra, spreekt voor zich.'
Jean Beddington: 'Absoluut niet. Er moet juist in
bibliotheken worden geïnvesteerd. In digitale mogelijkheden en in meer kleine
vestigingen. De jeugd moet nu helemaal de stad in. Steeds vaker heb je in grote
steden maar één heel grote vestiging. De bibliotheek moet juist de wijk in. Of
het platteland op. In Engeland [waar Beddington is geboren en getogen, md] kwam
er bij ons ook eens in de week een bus langs. Heerlijk vond ik dat. Ik heb
daardoor in mijn jeugd heel veel kunnen lezen.'
Alexander Rinnooy Kan: 'Het is niet denkbeeldig dat de
bezuinigingen slachtoffers maken. Voor zover ik zicht heb op de plannen wordt
in ieder geval de geografische spreiding bedreigd. Dat is een zorgwekkende
ontwikkeling. Ik kan alleen maar hopen dat het meevalt.'
Moet de rol van de bibliotheek
veranderen in de 21e eeuw?
Ad van Liempt: 'De functie van de bibliotheek
verschuift. Als ik onderzoek doe, moest ik vroeger naar het archief. Nu kan ik
dat deels thuis doen. Maar er is ook een contrabeweging: kijk naar de hoeveelheid
jongeren die bij elkaar komen in de bibliotheek, het gezellig maken, maar ook
elkaar verder helpen met hun studie. Ze moeten studieopdrachten vaak ook in
groepen doen. Ze klikken dus in de bibliotheek hun laptop open, lenen tegelijk
boeken, maken gebruik van de kennisinfrastructuur, met behulp van het aanwezige
personeel. Als Nederland echt een kennisland wil zijn, moeten de bibliotheken –
met deze nieuwe functie als kenniscentrum – absoluut niet worden opgeheven.'
Alexander Rinnooy Kan: 'De bibliotheek moet zich natuurlijk
aanpassen aan onze digitale tijd. Dat is alleen maar verstandig. Ik begrijp dat
dat ook gebeurt. Als kinderen en jongeren – om hen gaat het vooral – via
digitale media de toegang tot literatuur en de collectie weten te vinden, is
dat goed. Er is geen principieel verschil tussen fysiek of digitaal. Digitaal
heeft ook voordelen, al was het maar dat je niet met alle boeken hoeft te
sjouwen. Als de toegang tot de collectie maar wordt gegarandeerd.'
Willie Wartaal: 'De bibliotheek moet meebewegen met de
tijd. Natuurlijk. Ik weet niet met welk concept, daar heb ik geen kijk op. Maar
meebewegen doe je in ieder geval met bezuinigen. Minder geld is nooit goed.'
Bent u zelf lid van de bibliotheek?
Ad van Liempt: 'Jazeker. In Nieuwegein, waar ik woon – al moet ik toegeven dat ik weinig kom. Meestal kom ik voor lezingen in bibliotheken. Nieuwegein kent geen hogeschool of universiteit, maar de bibliotheek – sinds kort in een nieuw, schitterend pand – kan hier toch een onderdeel zijn van een cultureel centrum, waar van alles wordt georganiseerd. Daar liggen in samenwerking met andere instellingen allerlei kansen. Daarom is het ook zo jammer dat de kunstuitleen hier is verdwenen.'
Jean Beddington: 'Niet meer. Nadat ik naar Nederland ben verhuisd, ben ik hier nooit lid geworden. Ik heb weinig tijd om te lezen, maar ik zit wel in een eigen netwerk van vrienden die elkaar boeken uitlenen. Engelstalige boeken, die ik dan in mijn eigen rustige tempo kan lezen.'
Alexander Rinnooy Kan: 'Ik ben lid van de universiteitsbibliotheek. Dat is mijn bron van literatuur op dit moment. Soms haal ik daar ook bijzondere romans. Maar als ik fictie of een ander boek echt wil hebben, schaf ik het aan. Dat is het voordeel van mijn ouderdom: ik kan een dringende behoefte om iets te lezen op die manier bevredigen.'
Willie Wartaal: 'Nee. Ik koop mijn boeken en muziek nu. De bibliotheek is voor iedereen ook wel een relaxte plek waar je kan zitten, maar ik kom er niet meer.'
(Eerder gepubliceerd op Bibliotheekblad.nl, 9 maart)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten