RTV Utrecht zendt deze
zomer de informatieve serie Giphart leent uit uit. De regionale tv-zender toont zo, met steun van de Utrechtse
bibliotheken en BiSC, wat de moderne bibliotheek zijn publiek te bieden heeft.
Een concept dat andere bibliotheken kunnen kopiëren.
Zo gaat het eraan toe in het oudercafé van de Bibliotheek
IJsselstein. De peuters springen en dansen, proberen twee helften van een
kokosnoot aan elkaar te plakken, spelen met rubberen slangen. Soms met hun
moeder, soms alleen – terwijl hun moeder dan koffie drinkt en praat met een
medewerker van de bibliotheek of het Centrum voor Jeugd en Gezin. 'De kinderen
worden ook voorgelezen. En wij ondersteunen de ouders als die bijvoorbeeld om een
boek vragen over het krijgen van een broertje of zusje,' zegt Liesbeth Versteeg
van de bibliotheek.
Het oudercafé en Versteeg zijn te zien in de 22 minuten
durende eerste aflevering van Giphart
leent uit die vrijdag 25 juli ieder uur werd uitgezonden op RTV Utrecht –
en sindsdien kan worden herbekeken op de site van de zender. Presentator
Ronald Giphart, bekend van romans als Ik
ook van jou (1992) en IJsland
(2010), toont in deze zevendelige serie wat de bibliotheken in de provincie
Utrecht allemaal doen anno 2014. Zoals hij zelf zegt in de introductie: 'De
bibliotheek is allang niet meer de plek waar alleen maar boeken worden
uitgeleend, maar waar ook heel veel dingen gebeuren.'
En dus gaat Giphart, samen met chauffeur Adri Zwambag van de
Vervoerscentrale, in verschillende filialen van bibliotheek Lek & IJssel naar
een oudercafé, de opening van een Boekspot, een cursus reisfotografie, de
provinciale finale van de Nationale Voorleeswedstrijd en het toeristisch
informatiepunt. Ook leest hij zelf voor en geeft hij boekentips. 'Mijn oudste
zoon printte voor hij naar Vietnam ging allemaal informatie uit. Koop nou deze
Rough Guide, zei ik. Dan heb je alles bij de hand en als hij na terugkeer naar
Vietnam ruikt heb je een levenslang aandenken.'
De serie is een initiatief van de zeven Utrechtse
bibliotheken en financieel ondersteund door het Prins Bernhard Cultuurfonds en
de provincie. Het Bibliotheek Service Centrum (BiSC) voerde de regie. 'Het
vloeit voort uit ons gezamenlijk marketingbeleid,' vertelt projectleider Marten
Groen van BiSC. 'Het medium televisie hadden wij nog niet eerder gebruikt,
hoewel dat toch een hoog bereik heeft. Het is nu weliswaar de vakantieperiode,
maar het blijkt dat een deel van onze doelgroepen nu toch veel kijken: ouderen
gaan bijvoorbeeld niet allemaal in de zomer op vakantie, en ook minder
bedeelden, vaak ook de groepen met een taalachterstand, zijn in de zomer welkom
in onze bibliotheken.’
De bedoeling van Giphart
leent uit is: informeren, vertelt Groen. 'Wij wilden weergeven waar de
bibliotheek voor is in de samenleving en dat dat veel meer is dan het uitlenen
van boeken alleen. De diensten die aan bod komen zijn heel divers. In iedere
aflevering staat één bibliotheek centraal – en dan zo dat alle bibliotheken
zich in alle afleveringen kunnen herkennen. De precieze invulling is helemaal
uitgedacht door RTV Utrecht, die eindverantwoordelijk is voor de inhoud. Zij
hebben ook Giphart benaderd. Wij hebben niet zelf aan de knoppen gezeten.'
De eerste aflevering heeft veel weg van een lange promospot.
Groen bestrijdt dat echter: 'Het is geen bedrijfsfilm, de serie geeft een
objectief beeld van het bibliotheekwerk.' Wel vindt hij het jammer dat Giphart
in zijn eerste leestips zijn zoon aanraadt een boek te kopen. 'Dat had misschien anders gekund, maar dat geeft niet. Bij
de Boekspots gaat het er ook om dat mensen elkaar – onder auspiciën van de
bibliotheek – boeken “uitlenen”. Het gaat ook om het grotere geheel van
leesbevordering. Als Gipharts zoon maar boeken blijft lezen en gebruiken.'
Wat het budget voor de serie precies is, wil Groen niet
vertellen. Maar de bibliotheken krijgen er – naast de promotionele aandacht
–wel iets voor terug. 'Het materiaal moet te hergebruiken zijn. Bijvoorbeeld op
de sites van de lokale bibliotheken.'
Giphart – die in 2007 nog een talkshow had op RTV Utrecht –
nam de presentatie op zich om zijn 'steentje bij te dragen aan het in stand
houden van de leescultuur,' zei hij vorige week, toen hij nog midden in de
opnames was. 'Schrijvers zijn daarvan afhankelijk. Een geweldige
bibliotheekdekking is een belangrijke onderdeel van de leescultuur, maar door
alle bezuinigingen vindt er een kaalslag plaats. Vestigingen verdwijnen of zijn
kleiner geworden. De aantallen uitleningen loopt terug. Daarom is het belangrijk
dat bibliotheken aandacht krijgen.'
Het is wat Giphart betreft terecht dat de serie een
positieve insteek heeft. 'Je kan natuurlijk ook een kritisch programma maken en
de onderkant laten zien. Die bestaat ook. Het gaat niet met alle bibliotheken
in de provincie goed. Maar nu het culturele aanbod verschraalt naar niveaus die
nooit eerder zijn gezien, moeten we een gezamenlijke inspanning doen om dat
tegen te gaan. Literatuur leert je over de wereld en over jezelf. Dat mag niet
verloren gaan. Het enthousiasmeren – tot een oproep om vrijwilliger te
worden aan toe – staat daarom voorop.'
Prompt somt de oud-juryvoorzitter van de verkiezing van de
Beste Bibliotheek van Nederland een hele reeks mooie initiatieven op die hij
door deze serie heeft leren kennen. Initiatieven vooral die het voortbestaan
van het bibliotheekwerk mogelijk maken. De onbemande bibliotheek in Cothen. Of
de Boekspots op veel drukke plekken in de provincie. Maar hij noemt ook
initiatieven op die laten zien hoe uitgebreid het bibliotheekwerk is geworden.
Het project om laaggeletterden in Kanaleneiland te steunen. Of het verzamelpunt
van lokale schrijvers in Leersum.
Heeft Giphart dan ook gemerkt dat er, ondanks jaren van
bezuinigingen, nog veel drang is om de relevantie van de bibliotheek te
bewijzen? 'Zeker. Zoals een vriend uit Loenen aan de Vecht zei: "Heel erg,
die bezuinigingen, maar het geeft ook energie om nieuwe initiatieven te
ontplooien." In Loenen hebben ze met alle bezoekers gezamenlijk een
gedicht gemaakt, om de poëzie onder de mensen te brengen. Dat was misschien
niet gebeurd als bibliotheken nog op een geldberg zaten. En het is ook echt
nodig. Want als je niet oppast, dan verdwijnt de bibliotheek en komt het nooit
meer terug.'
Als het aan Groen en Giphart ligt zenden andere regionale
zenders een soortgelijk programma uit over hún bibliotheken – gepresenteerd
door een schrijver uit hún regio. Maar als dat niet binnen de financiële
mogelijkheden hoort, kunnen andere bibliotheken elementen hergebruiken. 'We
hebben bijvoorbeeld een item over Bibliotheek op School,' zegt Groen. 'Dat
wordt nu landelijk uitgerold. Andere bibliotheken kunnen dat misschien
gebruiken, ook al is het dan gefilmd in een van onze vestigingen. Het is nooit
onze bedoeling geweest om het exclusief te houden.'
(Eerder gepubliceerd op Bibliotheekblad.nl, 31 jul)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten