In Confessions of a ghostwriter treedt de bekendste
ghostwriter van Groot-Brittannië uit de schaduw. Andrew Crofts blijkt een doodnormale
tekstschrijver.
Stel je voor dat Andrew Crofts de herinneringen van Harold
Pinter aan de Tweede Wereldoorlog had geschreven, toen de toneelschrijver uit
Londen was geëvacueerd. Ooit praatte de ghostwriter op een receptie met Pinters
vrouw, de historica Antonia Fraser. Nadat Crofts vertelde hoe hij zijn brood
verdiende, werd de Nobelprijswinnaar van 2005 erbij gehaald. Jij komt er nooit
toe te schrijven over je oorlogservaringen, zei Fraser tegen hem, waarom laat
je het die Crofts niet doen?
Stel je voor dat dit niet alleen maar een flauw grapje was. Wat
een sensatie zou Confessions of a Ghostwriter zijn geweest. Crofts zou niet de
broodschrijver zijn met de zorg voor zijn gezin als voornaamste bekommernis,
zoals naar voren komt in zijn onlangs gepubliceerde memoires, maar een geheime
literator die het harde werk uit handen neemt van getormenteerde collega's met
een writers' block. Hij zou een cruciale voetnoot in de literatuurgeschiedenis
zijn.
Een ghostwriter – een goed Nederlands synoniem is er niet – roept
nieuwsgierigheid op. Het is tegenwoordig wel bekend dat de sportheld, soapster,
politicus of nobele onbekende met een bijzonder, vaak treurig verhaal zijn of
haar eigen boek niet zelf heeft geschreven. Maar wie dan wel? Als het colofon
vermeldt wie de redactie heeft verzorgd, kun je de naam achterhalen. Maar wie
dat is? Juist die onwetendheid wekt het verlangen meer over de echte schrijver te
weten te komen.
Daarom is het bijzonder dat de 61-jarige Crofts nu 260
pagina's lang over zijn leven en carrière uitweidt. Sinds hij in de jaren 1980 zijn
diensten aanbood in het Britse vakblad The Bookseller heeft hij ruim tachtig
boeken geschreven. Bij elkaar verkochten ze miljoenen exemplaren. De bekendste
daarvan is waarschijnlijk Sold van Zana Muhsen uit 1995 (Nog eenmaal mijn
moeder zien, in het Nederlands), waarin ze over haar gedwongen uithuwelijking uitweidt.
Helaas is de kennismaking met de obscuurste bestsellerauteur
van Groot-Brittannië een teleurstelling. Crofts is, zoals gezegd, een
doodgewone leverancier van teksten, zoals er in het Nederlandse taalgebied alleen
al tienduizenden van zijn. Hij wordt benaderd door managers van reality
tv-showsterren, zakenmannen, politiek leiders, mensen met een ongelukkige jeugd
enzovoorts. Hij gaat met hen in zee. Hij interviewt ze. En hij verwerkt hun
verhaal tot een boek. En dat een keer of vier per jaar. That's it.
Crofts geeft hoog op van de vrijheid die het
freelancersbestaan hem geeft. En meer nog: van de avonturen die zijn
beroepskeuze hem hebben bezorgd. Hij was op de thee bij Suzanne Moebarak (de
vrouw van). Hij is wakker gebeld door een wereldberoemde filmster. Hij kreeg
een bedreigde soapie met gezin te logeren. Heel leuk allemaal, maar wat Crofts
opbiecht klinkt toch tweedehands. Hij is niet de avonturier, maar diens
secretaris die ook mee mag op wereldreis.
Nu is de ghostwriter de eerste om te bekennen dat hij
zichzelf heeft verhoereerd. Daarmee neemt hij de lezers voor zich in. Crofts
maakt zich niet groter dan hij is. Dat anderen met de eer en glorie van zijn
werk strijken, prima. Kan hij tenminste meteen na het voltooien van een boek
door met het volgende project, terwijl de zogenaamde auteur de vermoeiende pr
moet doen. Als hij iemand een werk van hem ziet lezen, voelt hij niet de minste
behoefte zijn geheim te verraden.
Toch zijn Crofts toelichtingen op de professionele aspecten
van zijn vak interessanter dan zijn anekdotes over zijn carrière –
toelichtingen die uitgebreider aan bod komen in zijn tien jaar geleden
verschenen handboek Ghostwriting. Crofts legt uit dat je van tevoren goed
moet afwegen of een onderwerp wel 70.000 woorden interessant blijft. Of dat je
de auteur op zijn terrein moet ontmoeten en hem nooit moet tegenspreken om hem
openlijk te kunnen laten praten.
Opvallend vond ik vooral het feit dat Crofts niet simpelweg
wordt ingehuurd en volgens een vast uurtarief factureert, maar eigenlijk te
werk gaat als andere non-fictieschrijvers. Op basis van een eerste ontmoeting
schrijft hij een synopsis, waarmee hij het boek probeert te verkopen aan een
agent. Krijgt die het ondergebracht bij een uitgeverij, dan gaat hij samen met
de auteur aan de slag. De ghostwriter en auteur delen dan het voorschot en de
eventuele royalty's.
Al zijn er natuurlijk uitzonderingen. Een steenrijke familie
deed Crofts' diensten ooit cadeau aan een 70-jarige miljardair die altijd
pochte dat hij wel een boek kon vullen met zijn avonturen in het zakenleven.
Maak het nu maar, pa, was de boodschap in het zevensterrenhotel in Dubai dat ze
hadden afgehuurd. Crofts hoefde nog net uit de levensgrote taart te springen.
Dat deed een beroemd Aziatisch supermodel. Hij stond er alleen maar stilletjes
naast.
(Eerder gepubliceerd op Knack.be)
Zie ook:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten