De vijf korte verhalen van Fouad Laroui, naast schrijver
ook docent Frans aan de Universiteit van Amsterdam, kenmerken zich door een
bepaalde lichtvoetigheid, maar raken tegelijkertijd aan essentiële waarden die
ten grondslag liggen aan de omgang tussen mensen. Kun je elkaar altijd geloven
of geloof je de ander ook tegen beter weten in? Is liefde te definiëren, en zo
ja, moet je je dan ook aan je eigen definitie houden? Is het erg als je door
een misverstand of miscommunicatie datgene verwerft wat je altijd nastreefde?
Laroui geeft geen antwoord op deze vragen, maar presenteert ze op speelse
wijze, bezien van uit de Marokkaanse cultuur.
Enkele verhalen spelen zich af in of rondom plekken waar verteld wordt,
gediscussieerd, zoals op een school, in een restaurant of in een café. Mensen komen
er samen om hun leven te delen. De lezer waant zich aan een belendend tafeltje,
legt zijn oor te luisteren en geniet van de geschiedenissen die er de ronde
doen, zoals in Trois mensonges de Torrès,
het laatste verhaal van de bundel. Torrès, van wie iedereen weet dat hij
dingen verzint, is een begenadig verteller. De luisteraars hangen aan zijn
lippen, willen weten hoe het afloopt, proberen zijn verzinsels onderuit te
halen. Maar steeds weer weet hij hen op het verkeerde been te zetten. Als ze er
iets tegen inbrengen, zegt hij: Je me
suis posé la question moi-même. Zo haal je de wind uit de zijlen van de
tegenstander, je voegt je bij hem om vervolgens verder te vertellen.
Het titelverhaal handelt over een Poolse werkgever die zich op ludieke wijze in de luren laat leggen. Hij wil graag alles te weten komen van de Marokkaanse cultuur, schrijft woorden en uitdrukkingen op in een klein notitieboekje en slaat het aanbod om een typische lokale bruiloft van dichtbij mee te maken niet af. Maar dat dicht bij is wel heel dichtbij. De Pool is tandarts bij een internationaal bedrijf en heeft als een van de weinige hoger geplaatste medewerkers ook contact met de arbeiders. Een van hen belooft hem de ervaring van de bruiloft en hoewel je als lezer al snel door hebt dat het de verkeerde kant opgaat, ontspint het verhaal zich toch heel geloofwaardig. De naïeve Pool komt steeds een stapje verder in het proces. Hij koopt een mooi pak, doet aanbetalingen en hoewel hij zich verbaast over de hoogte ervan, denkt hij dat het klopt. Tot na de huwelijksnacht, dan wordt hem duidelijk waar het om ging. Maar is dat erg?
Het titelverhaal handelt over een Poolse werkgever die zich op ludieke wijze in de luren laat leggen. Hij wil graag alles te weten komen van de Marokkaanse cultuur, schrijft woorden en uitdrukkingen op in een klein notitieboekje en slaat het aanbod om een typische lokale bruiloft van dichtbij mee te maken niet af. Maar dat dicht bij is wel heel dichtbij. De Pool is tandarts bij een internationaal bedrijf en heeft als een van de weinige hoger geplaatste medewerkers ook contact met de arbeiders. Een van hen belooft hem de ervaring van de bruiloft en hoewel je als lezer al snel door hebt dat het de verkeerde kant opgaat, ontspint het verhaal zich toch heel geloofwaardig. De naïeve Pool komt steeds een stapje verder in het proces. Hij koopt een mooi pak, doet aanbetalingen en hoewel hij zich verbaast over de hoogte ervan, denkt hij dat het klopt. Tot na de huwelijksnacht, dan wordt hem duidelijk waar het om ging. Maar is dat erg?
Hoe absurd het ook lijkt, juist door de
cultuurverschillen, de naïviteit van de een en slinksheid van de ander, wordt
het aannemelijk gemaakt. De lezer krijgt mededogen met zowel de Pool als zijn
in de scène meegevoerde bruid. Het is een modern sprookje, de karakters hebben
duidelijke eigenschappen en worden niet verder uitgediept.
In La toile mystérieuse
eet een politiecommissaris met aanzien elke dag op hetzelfde tijdstip in
hetzelfde restaurant. Zijn plekje wordt door de restauranthouder vrijgehouden,
aan hetzelfde tafeltje. En dan hangt er ineens een schilderij aan de muur
tegenover hem. Niet zonder bedoeling, blijkt achteraf. De commissaris wordt
door slim nadenken op een spoor gezet en als een Marokkaanse Maigret ontdekt
hij met een mysterieus schilderij als begin de waarheid achter een vreemde
zelfmoord.
En af en toe neemt Laroui de Marokkaanse cultuur of het geloof op een vrolijke manier op de hak. Zoals in het verhaal van de Pool, die zich voor de zogenaamde bruiloft ook moet bekeren tot de islam. Hij is het er niet mee eens: Qu’est-ce que c’est cette religion ? Tu entres, on te coupe le zizi, tu sors, on te coupe la tête.
En af en toe neemt Laroui de Marokkaanse cultuur of het geloof op een vrolijke manier op de hak. Zoals in het verhaal van de Pool, die zich voor de zogenaamde bruiloft ook moet bekeren tot de islam. Hij is het er niet mee eens: Qu’est-ce que c’est cette religion ? Tu entres, on te coupe le zizi, tu sors, on te coupe la tête.
Het derde verhaal is meer een script: Géométrie de l’amour. Drie docenten op
een middelbare school, twee vrouwen en een man, discussiëren in de pauze, onder
andere over de liefde. Maar ook daar speelt weer de vraag: wat is waar? Zijn er
universele waarheden, zoals vaak verwoord in spreekwoorden? Alain, de docent
wiskunde, is het daar niet mee eens:
La sagesse populaire dit: <<Il n’y a pas
de fumée sans feu.>> Or, c’est faux, c’est totalement faux : il y a
des rumeurs parfaitement infondées, il y a des calomnies gratuites… Combien de
malheureux ont vu leur vie, leur réputation ruinées à cause de ce genre de
diction <<Il n’y a pas de fumée sans feu.>>, qui a l’air vrai, mais
qui est en fait…une belle connerie.
De verhalen van Laroui zijn zeker de moeite waard en
geven een interessant inkijkje in de Marokkaanse cultuur. In kleurrijk zinnen
geeft hij aan dat de grens tussen waarheid en verzinsel dun is. Het is maar net
wie het verhaal hoort en vooral: wat de lezer of luisteraar wil horen.
Arjen van
Meijgaard
Geen opmerkingen:
Een reactie posten