Hoe ervaren schrijvers boekhandels,
uitgevers en de boekenvakorganisaties? In de rubriek 'Schrijvers & het boekenvak' DBC Pierre, die ter
gelegenheid van zijn nieuwste boek op Crossing Border optrad. Het
is zeldzaam dat een auteur een persoonlijke relatie heeft met een buitenlandse
uitgever. DBC Pierre heeft dat wel met Joost Nijsen van Podium.
DBC Pierre
(1961) is vaak in Nederland. Eigenlijk vliegt hij na ieder boek wel een keer
over. Zojuist verscheen, na zijn debuut Vernon
God Little uit 2003 en nog drie romans, de 'a-typische schrijfgids' Laat ze maar denken dat je als schrijver
geboren ben. En hij was afgelopen weekend zeker al voor de vijfde keer te
gast op Crossing Border, vermoedt hij, dus dat kan haast niet anders. In Laat ze maar denken... vertelt DBC Pierre hoe hij, zonder
enige relevante opleiding, vanuit het niets een Booker Prize-winnende roman
schreef. Hij maakte dit boek op aanraden van zijn Engelse uitgeverij Faber
& Faber, die liever met een nieuwe roman van zijn hand wachtte tot het tij
voor literaire fictie gunstiger wordt.
Komt u graag naar Crossing Border?
'Zeker. Dit festival
behoort tot de beste in de wereld. Er is hier een heel bijzondere vibe. Ik werd
hier bovendien al uitgenodigd voordat ik de Booker Prize won. Het boek was nog
niet eens ingestuurd voor die prijs. Het was daarom ook het eerste festival
waar ik heenging. Voor ik schrijver was wist ik niet eens dat er zo'n
internationaal circuit van literaire festivals bestond. Bijzonder is ook dat
het al heel lang literatuur en muziek combineert. Nu zie je dat vaker, maar
Crossing Border was een van de eerste. Die mix maakt literatuur opwindend.
Geeft het rock-'n-roll. Tegelijk geeft het de muziek zwaartekracht en
prestige.'
Wat maakt een literair festival goed?
'Er zijn heel veel
verschillende festivals. Festivals op bijzondere locaties. Festivals met een
grote portemonnee die veel grote schrijvers kunnen uitnodigen. Maar dat
verklaart hun succes niet. Dat zit hem in de alchemie van vaak niet meer dan
één persoon, die precies weet welke schrijvers goed samen passen, die verschillende
evenementen perfect op elkaar afstemt, die voortdurend op de achtergrond bezig
is om te kijken of alles goed gaat. Bij Crossing Border heeft Louis Behre die
alchemie – en nu zijn zoon Michel, die het van hem heeft overgenomen.'
Is het belangrijk voor een internationaal bekende
auteur om het festivalcircuit over de wereld af te reizen?
'Festivals zijn zeker
belangrijk. Vooral dát ze bestaan. Alles wordt tegenwoordig overheerst door de
markt. De kunst is een van de laatste vrije zones. Kunst is daarom
betekenisvoller geworden dan het ooit is geweest. Veel meer dan vroeger zijn we
met elkaar verbonden via de kunst. De plekken waar dat gestalte krijgt zijn de
festivals. In een volledig gefacebookte wereld kunnen lezers elkaar daar
ontmoeten. Kunnen ze daar ontdekken hoe belangrijk en cool boeken zijn.'
Zijn de festivals noodzakelijk voor het inkomen
van een schrijver?
'Lang niet alle festivals
betalen hun auteurs. Sterker, de meeste festivals redeneren dat het voordeel
van een optreden ligt in de aandacht die het genereert voor je werk. Crossing
Border is een van de weinige die de auteurs een honorarium betalen. Is dat dan
veel? Het is in ieder geval genoeg om tijdens het festival een goede fles
whisky te drinken, vijf gram goede kwaliteit hasj te roken en nog een paar
sloffen shag mee naar huis te nemen.'
Hoe ervaart u het literaire klimaat in Nederland?
'Opwindend – dat komt
natuurlijk ook door Crossing Border. Net als in Duitsland heb je in Nederland
een intelligent, goed opgeleid publiek. Het verschil is dat in Duitsland
iedereen ernstiger is. Vragen zijn studieuzer, het publiek is stiller en
beleefder. Het is de sfeer van: de plicht van cultuur. In Nederland is het
publiek eerder een groep vrienden, met wie je makkelijk en informeel in gesprek
komt. Er is geen grens tussen artiest en publiek, zoals in de rest van de
wereld. Ik vind dat heerlijk. Ik ben normaal behoorlijk nerveus voor een
optreden, maar hier een stuk minder.'
Van alle 42 landen waarin uw werk verschijnt, komt
u het liefst naar Nederland?
'Het klinkt slijmerig om
te zeggen nu ik hier ben, maar: ja. Mijn Nederlandse uitgeverij Podium is naast
Faber & Faber in mijn eigen land de enige uitgeverij die niet alleen de
succesvolle boeken, maar ook de flops heeft gepubliceerd. Ze blijven me trouw,
ook als ze geen geld aan mijn werk verdienen. Daar ben ik heel blij mee. Ik kan
ook goed overweg met Joost Nijsen van Podium. Hij ondersteunt volledig die opdracht
die ik voel te hebben – de opdracht om beter proberen te schrijven dan ik
eigenlijk kan. En mijn werk wordt bij Podium altijd zo mooi vormgegeven. Dat is
voor mij belangrijk. Ik kocht vroeger al boeken alleen omdat ik ze als object
zo mooi vond. Ik had geen idee van de inhoud.'
Kunt u een persoonlijke relatie opbouwen met een
buitenlandse uitgever?
'In het algemeen leer je
hen nooit kennen. In, zeg, 34 van de 42 landen hebben de uitgeverijen mijn
boeken uit de catalogus van de agent gekocht. Daarom nemen ze ook veel
makkelijker afscheid van een auteur als die onvoldoende verkoopt. En omdat het
land zo klein is betalen ze nog minder voor de vertaalrechten dan de prijs van
een vliegticket om mij te laten overkomen – dus dan kom ik er nooit. Het levert
mij ook weinig inkomsten op. Het is vooral een leuk idee dat je werk ook in die
landen bestaat. Daarom ken ik eigenlijk alleen de uitgevers in de grotere
landen: Frankrijk, Duitsland, Nederland, Denemarken. Laatst was ik overigens
wel in Georgië. Heel leuk. De uitgevers bleken een groep advocaten te zijn die
in hun vrije tijd literatuur uitgaven.'
(Eerder gepubliceerd op Boekblad, 10 nov)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten