Hoe ervaren schrijvers de boekhandels, uitgevers
en boekenvakorganisaties waar ze mee samenwerken? Joris van Casteren, die Prometheus verruilde voor De Bezige Bij, verwondert zich over de
loyaliteit die uitgevers van auteurs eisen zonder hen ook tegemoet te komen in
hun financiële noden.
Waarom wilde je weg bij Prometheus, waar je in
2001 debuteerde?
'Ik miste het
clubgevoel, dat er eigenlijk al jaren niet meer was. Vroeger zat ik daar met
Hafid Bouazza, Jan van Aken en Pieter Boskma. Allemaal vertrokken. Alleen Menno
Wigman zit nog steeds bij Prometheus. Toen dacht ik: ik ben al zo lang trouw
geweest, ik mag ook best weg gaan.'
Je wilde dus naar aan andere uitgeverij omdat
bevriende auteurs zijn vertrokken?
'Niet alleen. Ook mijn
goede band met Mai Spijkers [directeur van Prometheus] is minder geworden. We
zijn de laatste jaren ieder andere wegen gegaan. Het punt is: alles aan mijn
relatie met de uitgeverij is persoonlijk. Als dat minder wordt, blijft alleen
het zakelijke over. Dat is niet genoeg in een relatie auteur-uitgeverij. Want
Prometheus deed het heus goed. Mai heeft het vuur uit zijn sloffen gelopen voor
mijn boeken. Ik ga zeker niet weg uit onvrede. Het is eerder dat mijn motivatie
om een nieuw boek te schrijven voor Prometheus een beetje weg was. Bij De
Bezige Bij voel ik wel weer trekkracht en inspiratie.'
Hoe heb je bij De Bezige Bij uitgekomen?
'Ik ben in de loop der
jaren best vaak door andere uitgeverijen benaderd. Steeds hadden ze een idee
voor een boek – en of ik dat zou willen maken. Vooral Robbert Ammerlaan, toen
nog van De Bezige Bij, heeft enorm aan me getrokken. Ik had niets te klagen bij
Prometheus, dus ik ben daar nooit op ingegaan. Maar zo zijn wel contacten
gelegd, die nu makkelijk waren om op te pakken. Ik heb ook wel met mensen
gesproken over andere uitgeverijen. Iedereen was bijvoorbeeld heel enthousiast
over Das Mag. Maar ik ken daar niemand.'
Ondertussen is Ammerlaan zelf weg bij De Bezige
Bij.
'Jawel. Maar ik heb
ook andere contacten gelegd bij die uitgeverij. Ik ken veel auteurs, dus ik
kwam daar al regelmatig op presentaties. Ook zonder Ammerlaan lag deze
uitgeverij het meest dichtbij.'
De imagoschade die de uitgeverij vorig jaar
heeft opgelopen zat je niet in de weg? Er verlieten in 2017 nogal wat auteurs
De Bezige Bij.
'Ik weet nog dat het
bij Prometheus niet goed ging. Ik dacht toen al: dat komt vanzelf weer goed. Wat
ook gebeurde. Ik weet dat er allemaal auteurs bij De Bij zijn vertrokken, maar
ik heb gesproken met Tommy Wieringa, een goede vriend van me – die echt voor
één project naar Hollands Diep is gegaan – en Allard Schröder, voorzitter van
de Schrijversvereniging, en ik heb er alle vertrouwen in dat het bij De Bij
goed gaat. En dan staat straks dat Bij-logo op mijn boek. Dat is een héél
aantrekkelijke gedachte. De Bezige Bij is nog steeds de uitgeverij met de
grootste literaire traditie van Nederland, daar kun je niet omheen.'
Je hebt niet overwogen om naar Bas Lubberhuizen
te gaan, die boeken van jou over Amsterdam CS en Athenaeum Boekhandel hebben
gepubliceerd?
'Inderdaad. Dat vond
Mai niet leuk. Misschien is onze relatie mede daarom bekoeld. Een uitgever als
hij eist loyaliteit van zijn auteurs. Eigenlijk gek, want ze betalen je daar
niets voor, terwijl ze toch ook moeten snappen dat auteurs financieel rond
moeten komen, zeker als je twee kinderen hebt. Ik ben daarom ingegaan op het
voorstel van Wieneke 't Hoen van Lubberhuizen om een boekje over het Centraal
Station te schrijven. Ik zag dat als een grote reportage. Als iets om tussendoor
te schrijven. Ik vond dat dat moest kunnen.'
Uitgevers betalen toch een voorschot?
'Maar dat is een
lening, geen honorarium. Als ik een stuk voor de krant schrijf, word ik daar
gewoon voor betaald. Als schrijver kun je alleen een werkbeurs van het
Nederlands Letterenfonds krijgen, die daarmee eerder de uitgeverij subsidieert
dan de auteur. Nee, uitgevers zouden zelf meer over de financiën van hun
auteurs moeten meedenken.'
Geeft De Bezige Bij je meer dan alleen een
voorschot?
'Nee, nee. Zij zitten
in hetzelfde systeem.'
Waarom kies je in dat geval niet voor eigen
beheer? Het Paulien Cornelisse-model.
'Grappig dat je haar
noemt. Ik heb onlangs met haar gesproken omdat zij zo enthousiast is over mijn
boek Lelystad. Toen vroeg ik hoe het
uitgeven bij haar gaat. Niet zo makkelijk als het misschien lijkt dus. In mijn
geval zou het ook niet werken. Ik ben aan gort als een boek af is. Ik moet er
niet aan denken om dan nog het hele uitgeefproces zelf te doen. Ik laat het
graag aan een uitgever over die voor alle taken – verkoop, omslagen maken,
alles – een compleet netwerk heeft. Al zit ik er wel bovenop.'
En nu
fulltime aan de slag met je nieuwe boek – over een mijnwerkerszoon die geen
afscheid kan nemen van zijn overleden moeder?
‘Ja, ik heb er erg veel zin in. Zo'n overstap hakt er
wel in. Job Lisman beschouw ik ook als een vriend, net als enkele andere Prometheus-medewerkers.
Dat was ook wel eens lastig, want als de verhoudingen zo amicaal zijn, kun je
moeilijk een keer roepen: he, doe eens beter je best! Maar het is óók lastig om
te zeggen dat je vertrekt. Ik ben blij dat het allemaal achter de rug is.'
Hou je nog wel contact met Prometheus over je backlist?
'Het is eerder
irritant dat je je backlist niet zomaar mee krijgt. Lelystad, Het been in de IJssel en Mensen op Mars – deze
drie – zou ik graag bij me houden. Volgend jaar bestaat Lelystad tien jaar. Dat wil De Bezige Bij graag heruitgeven. Maar het
boek loopt nog, dus Mai zal dat niet zomaar uit handen geven. Aan de andere
kant: hij is een zakenman. Met hem moet een afspraak te maken zijn. Maar helaas
moet daar over worden onderhandeld.'
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 11 jan)
Zie ook:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten