Van
In maakt sinds de introductie van haar online platform Bingel ieder jaar een
sprong vooruit. De Vlaamse educatieve uitgeverij verwacht verder te kunnen
groeien na de overname van concurrent De Boeck. 'We hebben eerder dan de
concurrentie gekozen voor digitale innovatie. Dat bleek de juiste richting.'
Winfried Mortelmans had even het gevoel dat hij een filmster
was toen hij onlangs een bezoek bracht aan een lagere school. De kinderen waren
wildenthousiast dat ze 'de man van Bingel' in het echt zagen – Van Ins digitaal
platform voor het primair onderwijs. 'Eén kind kondigde aan dat hij al zijn
vrienden ging vertellen dat hij mij gezien had. Die gaan kei-jaloers zijn, zei
hij,' zo herinnert de algemeen directeur zich lachend. 'Bingel is ook een van
de populairste sites onder kinderen. Hoogst ongebruikelijk voor iets van
school.'
Bingel is de online
uitbreiding van de lesmethoden voor wiskunde, spelling en taal, Frans,
godsdienst en wereldoriëntatie. Voor ieder leerjaar is een eiland ontwikkeld,
waar leerlingen oefeningen maken. Bij goed resultaat verdienen ze 'pingping',
waarmee ze hun avatar kunnen personaliseren en mini-games kunnen spelen. Het
systeem is adaptief: de oefeningen passen zich aan het niveau van de leerling.
Via een dashboard kan de leerkracht ieders vorderingen op de voet volgen.
Sinds de lancering in 2011 is Bingel een groot succes. Niet minder dan 79 procent
van de scholen in het Vlaamse lager onderwijs gebruikt het inmiddels.
Gezamenlijk maken 280.000 leerlingen dagelijks een half miljoen oefeningen. En
met plezier: 9 op 10 leerlingen zegt graag te 'bingelen'. Ook beveelt 90
procent van de leerkrachten die Bingel gebruiken, het platform aan. Bingel
biedt dan ook concrete leerwinst, blijkt uit onderzoek, onder meer door het
motiverende spelelement.
Het is daarom geen verrassing dat het goed gaat met Van In.
De Belgische dochter van Sanoma Learning groeit sinds de introductie van Bingel
jaarlijks met 5 % – tot circa 35 miljoen euro omzet in 2015. Alle methodes voor
het lager onderwijs dragen daaraan bij. Omdat iedere school die ten minste één
methode van Van In afneemt toegang krijgt tot het volledige platform en dus ook
de oefeningen voor alle andere methodes kan aanbieden, werkt Bingel
tegelijkertijd als perfect marketinginstrument.
Mortelmans benadrukt dat de marktleider zijn positie ook
heeft kunnen verstevigen door te blijven investeren in de kwaliteit van de
content. Toch kan hij niet ontkennen dat Bingel misschien de belangrijkste
drager van de groei is. 'Wij profiteren ervan dat we eerder dan de concurrentie
hebben gekozen voor digitale innovatie. En dat ook beter hebben gedaan.
Digitalisering was voor ons geen doel op zich. We hebben niet zomaar een boek
door een site vervangen.'
Een belangrijkste verklaring voor het succes, vindt
Mortelmans, is dat Van In heeft geluisterd naar de behoeften van leerkrachten
en leerlingen. 'We ondersteunen de leerkracht bij zijn leeropdracht, zodat hij
zijn job – kinderen helpen zich te ontwikkelen – het best kan uitvoeren. De
impact die wij hebben, bevat drie manieren. We verhogen het leerresultaat. We
vergroten de motivatie van leerlingen. En we verbeteren de efficiency van het
leerproces. Bingel doet dat allemaal.'
Ook de eenvoud van het platform is een kracht. Bingel sluit
aan bij iedere visie op digitaal onderwijs. Kinderen de vrijheid geven zichzelf
te ontwikkelen of kinderen alleen de oefeningen laten maken die de leerkracht
selecteert, het kan allemaal. Daarbij zijn technische vereisten beperkt.
Leerlingen hebben alleen een pc of tablet met internet nodig. Als de school dat
niet zelf heeft, kan het de oefeningen als huiswerk opgeven. 'Bingel past bij
ieder schoolprofiel', zegt Mortelmans.
Het mooie van Bingel is dat het succes niet beperkt blijft
tot de lagere school. Diddit, een variant voor het middelbaar onderwijs, wint
na de lancering in 2015 voor de eerste twee leerjaren snel terrein. Er zijn nu
meer dan 80.000 gebruikers en Diddit is aanwezig in meer dan de helft van de
Vlaamse scholen. 'Diddit is natuurlijk aangepast op deze leeftijdsgroep. We
werken met meer volwassen minigames,
personalisering van profiel en design, maar dit werkt wel op dezelfde
achterliggend technologie.’
Evenmin blijft het platform, dat in 2015 een International Educational
Learning Resources Award won, iets Vlaams. Er zijn inmiddels lokale
versies voor lagere scholen in Wallonië (waar Van In eveneens marktleider is),
Zweden en Finland. Mortelmans: 'In Zweden, waar het vorig jaar is gestart,
schieten de gebruikersaantallen momenteel elke maand met 50% omhoog. Het is ook
mooi dat het in Finland, toch een gidsland als het gaat om kwaliteit van het
onderwijs, zeer wordt geprezen.'
Bij deze expansie profiteert Van In ervan dat het onderdeel
is van een internationale groep, vindt de directeur. 'Tien jaar geleden
overheerste teleurstelling bij internationale educatieve concerns als Sanoma
Learning', legt Mortelmans uit. 'De verwachting was dat bedrijven content
zouden uitwisselen, maar dat bleek moeilijker dan gedacht. Zelfs
wiskundemethodes zijn door de lokale context moeilijk te vertalen. Maar voor
techniek zijn er wél grote synergievoordelen te bepalen.'
En dat wordt steeds meer waargemaakt. 'Onze zusterbedrijven
profiteren van onze knowhow over Bingel. Andersom leren wij van hen. In Zweden
gebruiken ze bijvoorbeeld veel meer tablets. Hoe gaan leerlingen daarmee om?
Hoe gebruiken ze Bingel dan? Daar leren wij van. Ander voorbeeld: digitale
assesment. Dat leeft minder in België, dus zijn wij daar softwaretechnisch niet
mee bezig. Doordat we de expertise van de zusters kunnen gebruiken, hebben we
straks wél een hoogwaardig product.'
Voor alle uitbreidingen in eigen land zijn investeringen
nodig. En niet alleen voor de uitbreidingen overigens. Mortelmans moet hard
lachen om de naïviteit daarover toen Bingel werd gelanceerd. 'Wij dachten: nu
zijn we klaar voor de komende jaren. Niet dus. De investeringen van destijds
zijn maar een fractie van de investeringen die we nu doen. Voor voortdurende
verbeteringen én het gebruik van Bingel. Wat dacht je dat hosting van 500.000
oefeningen per dag kost?'
De noodzaak tot investeringen is de voornaamste reden dat
Van In eerder dit jaar concurrent De Boeck (met een omzet van 16,9 miljoen euro
nr. 4 in de markt) heeft overgenomen – naast het feit dat beider portfolio's
opmerkelijk weinig overlap kende. 'Ook al zijn we hier marktleider, we zijn nog
lang niet zo groot als onze Nederlandse zuster Malmberg. De markt is hier meer
versnipperd en verdeeld over Vlaanderen én Wallonië.. Het budget voor
leermiddelen per leerling is ook lager. Daarom moeten we op grotere schaal
werken.'
Voorlopig gaat de meeste aandacht uit naar de integratie van
beide bedrijven, die komend voorjaar moet zijn afgerond. De merknamen Van In en
De Boeck blijven bestaan, maar de uitgeverij zal opereren als één bedrijf – met
een kantoor in Vlaanderen (het huidige kantoor plus magazijn in Wommelgem van
Van In) en een kantoor in Wallonië (een nog te vinden pand nabij
Louvain-La-Neuve). Doordat zo dubbele functies kunnen verdwijnen, verliezen 38
van de 205 medewerkers hun baan.
Maar daarna, belooft Mortelmans, zal Van In doorgaan met
innoveren en groeien.
(Eerder gepubliceerd in Boekblad magazine, dec 2016)
(Eerder gepubliceerd in Boekblad magazine, dec 2016)
Zie ook:
- Heel Vlaanderen bingelt (maart 2016)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten