Toen ik Zijn bloedig plan van Graeme Macrae Burnet uit had, zocht ik op de websites van de kranten die ik tegenwoordig volg naar recensies. NRC Handelsblad en The Guardian bleken het boek allebei te hebben laten bespreken door de thrillercriticus. Waarom? Uitsluitend omdat de kleine Schotse uitgever van de roman het heeft ondergebracht bij diens imprint voor crime fiction? Een strategie die de Nederlandse uitgever van de vertaling heeft gevolgd door een blurb van een andere thrillerschrijver op de achterflap te zetten. Toch is dit allerminst een thriller.
Zeker, Zijn bloedig plan draait om de drievoudige moord die Roderick Macrae in 1869 heeft gepleegd. Het boek bundelt getuigenverslagen, de geschreven herinneringen van de dader, passages uit de memoires van een criminoloog die zich over de zaak heeft gebogen, medische rapporten, en een verslag van de rechtszaak, gebaseerd op de krantenverslagen van destijds (alles verzonnen, uiteraard). Het gaat dus om een misdaad en de zoektocht naar de juiste loop van de gebeurtenissen, de motieven en de passende straf. Maar dat maakt het toch geen thriller? Als dat het criterium zou zijn, moet je de halve wereldliteratuur als thriller uitgeven en bespreken.
Macrae Burnets roman, die vorig jaar óók op de shortlist van de Booker Prize stond, is absoluut geen ontspanningslectuur, hoe vlot je het boek ook kunt lezen. Het biedt een verontrustende waarheid, zoals literatuur dat doet, door de haarscherpe manier waarop het de menselijke neiging blootlegt te redeneren vanuit zijn eigen vooroordelen. Het plot doet er daarbij totaal niet toe. Ik voelde althans niet een keer de urgente vraag opkomen: hoe loopt dit af? En het slot is – zeer ongebruikelijk voor een thriller – in feite een open einde, omdat de lezer de finale waarheid wordt onthouden.
Anders gezegd. Als dit een whodunnit was, weet je al op de eerste pagina wie het heeft gedaan. Daarna wordt dat ook nooit in twijfel getrokken. En als dit een whydunnit was, zoals veel 'literaire thrillers' heten te zijn, blijf je met de vraag zitten: wáárom dan? De auteur geeft wel aanwijzingen, maar het is aan de lezer zelf om daar het antwoord op te formuleren. Er juist dat maakt dit boek zo confronterend.
Hoe doet Macrae Burnet dat? Door zijn verhaal 150 jaar geleden te situeren stuit je voortdurend op de algemeen aanvaarde waarheden van destijds die nu worden gezien als hemeltergende vooroordelen. Waarheden als: wat jammer dat de arme klasse zo lui is en niets van hun leven weet te maken – terwijl iedere lezer ziet hoe hard ze moeten werken om, onder druk van willekeurige machtsuitoefening van de boven hen gestelden, maar net hun hoofd boven water kunnen houden. Door de gekozen vorm dient de auteur deze waarheden bovendien ongefilterd op, waardoor ze des te stuitender zijn.
Zelfs de man van de wetenschap, die op de hoogte is van de laatste inzichten in het gloednieuwe vakgebied van de criminologie, is tenenkrommend in zijn afkeer van iedereen die niet zo hooggeleerd en verfijnd is als hij. Zijn van hautaine eigendunk doordrenkte memoires zijn walgelijk: al die onzin over de criminele klasse, waarin het uiterlijk verraadt hoe groot de neiging tot moord is. Hoe modern hij ook zegt te zijn, hij lijkt het achterlijkst en inhumaanst van allemaal te zijn.
Maar wat blijkt? Juist deze man zou weleens de waarheid over Roderick Macrae's motieven bloot hebben kunnen leggen – waardoor deze heel wat minder een slachtoffer van de omstandigheden is dan je een heel boek lang geneigd bent te denken. Dat doet je beseffen dat je anno 2017 wel kunt menen dat je zoveel geciviliseerder en genuanceerder bent dan die domme negentiende-eeuwers die zich door hun religieus geïnspireerde waanbeelden laten leiden, maar dat ook jij je door een gekleurde bril kijkt – door te oordelen op basis van de sympathie of antipathie die iemand opwekt. Heel knap.
(Ondertussen heb ik toch geprobeerd niets weg te geven. In een recensie hou je het plot geheim. Zeker van een thriller.)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten