zaterdag 16 december 2017

Joris van Casterens 'Een botsing op het spoor': De lichaamsdelen waren vastgevroren aan de rails (Athenaeum.nl)

Er houden meer mensen een trauma over aan iemand die voor een trein springt dan je geneigd bent te denken. Dankzij Van Casterens indrukwekkende reportage Een botsing op het spoor is er eindelijk openheid over een veelvoorkomend maar verzwegen probleem.

De trein heeft vertraging 'wegens aanrijding met een persoon'. Iedere reiziger weet wat dat betekent: een springer. Maar weet hij het werkelijk? Hij leest er daarna nooit iets over – zelfs niet in het plaatselijke sufferdje waar gouden bruiloften en verbredingen van de stoep doorgaans wél tot nieuwsberichten leiden. Dat komt, blijkt uit 'the making of' bij Joris van Casterens Een botsing op het spoor, omdat de NS zwijgt over treinzelfmoorden. Altijd, in alle toonaarden. De organisatie hoopt zo kopieergedrag te vermijden.
Wie echt wil weten hoe groot de impact van een treinbotsing is, moet daarom deze reportage van de veelvuldig geprezen journalist (Lelystad, Mensen op Mars) lezen. Een botsing op het spoor is een flinterdun werkje: nog geen zeventig kleine bladzijden, maar het is Van Casteren op zijn best. In zijn uitgebeende stijl vertelt hij het verhaal van alle mogelijke betrokkenen: de machinist, maar ook de passagiers, de lijkopruimers, de politie en de nabestaanden. Stuk voor stuk was het voor hen een zeer ingrijpende gebeurtenis. Juist omdat het zonder poespas wordt verteld, maakt dat zo'n indruk.
Uitgangspunt is de dubbele zelfmoord van Gerda en Mirella – moeder en dochter – en hun vijf honden. Op maandagochtend 28 november 2016 wachtten zij bij de spoorwegovergang Sionsweg-Scheidingsweg, even onder Nijmegen, de sprinter naar Roermond op. Een hondje overleeft de aanrijding. Het is dat detail dat Van Casteren triggerde om juist deze van de 220 treinzelfmoorden die jaarlijks in Nederland plaatsvinden te onderzoeken. Stel dat hij die hond kon terugvinden, dacht hij. Hoewel hem dat lukt, staat hij daar terecht uiteindelijk niet echt bij stil.
Want de meeste impact heeft het ongeluk op degenen die er dichtst bij betrokken zijn. De machinist in de eerste plaats. Het is in zijn kille eenvoud gruwelijk om de opsomming van de springers te lezen die hij in zijn tienjarige carrière op de trein heeft meegemaakt. De eerste keer had hij een vrouw onthoofd. Een andere keer was het lichaam nauwelijks als zodanig herkenbaar. De laatste keer had het slachtoffer, omdat hij helemaal niet zo hard reed, hem aangestaard. En altijd was het de machinist zelf die, eenmaal uitgestapt, het lijk in al zijn rauwheid als eerste zag.
En wat te denken van de omstanders die, wachtend bij de gesloten spoorbomen, moeder en dochter eronderdoor zagen lopen, hun dood tegemoet? Maar ook voor wie een treinzelfmoord feitelijk gewoon werk is, is het iedere keer buitengewoon traumatisch. De twee medewerkers van het uitvaartcentrum die in de regio het lijk verwijderen, moesten in dit geval op deze koude morgen de uiteengereten lichaamsdelen loswrikken van de rails waaraan ze waren vastgevroren. 'Als je er te veel bij stilstaat ga je er zelf aan onderdoor', zegt een van hen.
Lezing van Een botsing op het spoor overtuigt je zo zonder meer van maatregelen om het zelfmoordenaars moeilijker te maken. Van hoge boetes voor lopen op het spoor tot waarschuwingsborden die mogelijke daders hulp beloven. En natuurlijk moeten onbewaakte spoorwegovergangen dicht, zoals onlangs bij Winsum is gebeurd na een aantal opzienbarende ongelukken. Het is bewonderenswaardig hoe Van Casteren het beleid van de NS logenstraft, die hierdoor hopelijk inziet dat zwijgen in dit geval problemen eerder verergert dan voorkomt.
Het enige wat je de auteur eventueel kan verwijten is dat hij niet nóg verder heeft gegraven. Als Van Casteren op een gegeven moment over de vloer komt bij de nabestaanden, daar stuit op moeizame familieverhoudingen en je je afvraagt wat er precies is voorgevallen (incest?), doet Van Casteren geen moeite meer dat te ontrafelen. Zo sla je Een botsing op het spoor dicht met een gevoel van onbevredigde nieuwsgierigheid. Maar dát verhaal viel natuurlijk buiten de scope van deze schitterende reportage die het verdient de reputatie van een klassieker te krijgen.
(Eerder gepubliceerd op Athenaeum.nl)

Zie ook:

Geen opmerkingen: