Onno Blom
heeft er in zijn biografie van Jan Wolkers voor gekozen om diens levensverhaal
van binnenuit te vertellen. Omdat hij die keuze zo radicaal doorvoert is Het litteken van de dood, hoe vaardig ook
geschreven, onbevredigend.
De geest van Jan Wolkers is nog springlevend. De biografie van
Onno Blom was na verschijnen niet aan te slepen, zo graag wilde het publiek nog eenmaal in de nabijheid van de unieke persoonlijkheid van de schrijver
vertoeven. Na een herdruk waren binnen tien dagen 30.000 exemplaren van Het litteken van de dood in druk.
Opmerkelijk veel voor een biografie van duizend pagina's dik. Er ontstond zelfs
een schandaal – toepasselijk voor een biografie van een auteur om wie
voortdurend rumoer ontstond. Bloms biografie was aanvankelijk unaniem afgekeurd
door de promotiecommissie, waarna ongebruikelijk snel een nieuwe commissie de
herziene versie alsnog goedkeurde. Ook unaniem trouwens.
Het
schandaal – toegegeven, een groot woord – deed opnieuw de discussie over de
criteria van een goede biografie ontbranden. Vertel je een levensverhaal? Of
plaats je dat in de context van zijn tijd, de literatuurgeschiedenis of een
bepaalde groep? Blom koos voor het eerste. Er stond hem zo'n compleet archief
tot zijn beschikking dat hij het leven van Wolkers van binnenuit wilde
vertellen. En Wolkers dacht nu eenmaal niet over zichzelf als bijvoorbeeld een
exponent van de jaren zestig, ook al demonstreerde hij in die tijd actief tegen
de Vietnamoorlog en het politieoptreden tegen de provo's. Het ging hem alleen
om het maken van kunst, omdat hij daarin de vrijheid vond die zijn tirannieke
vader en zijn dwingend geloof hem ontzegde.
Blom
werkt dat levensverhaal vaardig uit. De literair journalist (sinds kort
verbonden aan de Volkskrant) schrijft
vlot en helder, terwijl hij zelf op gepaste afstand blijft. Hij vestigt nooit
de aandacht op zichzelf met pedante terzijdes of nodeloze taalbloempjes. Hij
gunt zijn hoofdpersoon alle ruimte. Blom staat, ondanks de lengte van de
biografie, bovendien nooit te lang stil bij de passages in Wolkers' leven.
Sommige schrijversbiografieën bespreken bijvoorbeeld alle recensies van alle
boeken. Blom beperkt zich tot een paar uitschieters of typerende oordelen. Zo
blijft van geboorte in 1925 tot het overlijden in 2007 voortdurend de vaart
erin, waarna de indruk overblijft dat alles aan de orde is gekomen wat
besproken had moeten worden.
De
biograaf is zeker niet kritiekloos. Hij verlaat zich nooit alleen op Wolkers'
archief. Als hij op tegengeluiden stuit, meldt hij die óók. Terwijl de auteur
van Turks fruit zelf zich erop voor
liet staan dat in zijn veelal autobiografische verhalen alles precies zo is
gebeurd als hij beweert, is er ook een zekere Jan de Heer. Met hem had Wolkers
na de bevrijding 'het tillenbeest' gestolen uit Kasteel Oud-Poelgeest, waarover
hij zijn debuutverhaal schreef. Volgens De Heer 'was [Jan] geniaal in het
vertellen van verhalen die niet altijd de gehele waarheid weergaven'. Zo had
Wolkers de tweede sfinx niet in een verlaten latrine gegooid, zoals hij
schreef, maar gewoon op het terrein achtergelaten. En trouwens, De Heer was
helemaal geen angstige, bleke jongen.
Toch
is Het litteken van de dood
onbevredigend. Dat komt omdat Blom de keuze om het levensverhaal te vertellen
zo radicaal heeft doorgevoerd. Hij geeft geen enkel expliciet oordeel, biedt
amper context en beperkt zich tot hooguit een korte analyse. Hij laat het
volledig aan de lezer om conclusies te trekken. Maar de lezer van een biografie
is daar bijna per definitie niet toe in staat. Hij heeft daarvoor te weinig
kennis – niet van het tijdperk waarin Wolkers furore maakte, niet van zijn
oeuvre, niet van de netwerken waarbinnen de schrijver opereerde. Misschien
heeft hij op een enkel gebied, al dan niet beroepshalve, voldoende achtergrondinformatie
paraat, maar absoluut niet op alle terreinen die deze biografie beslaat.
Neem
het oeuvre van Wolkers. Blom behandelt alle verhalen, romans en toneelstukken: van
'Het tillenbeest' en andere verhalen uit zijn debuutbundel Serpentina's petticoat uit 1961 tot het boekenweekgeschenk Zomerhitte uit 2005 en enkele
onafgemaakte fragmenten uit de nalatenschap. Maar hij bespreekt ze geheel los
van elkaar. De ontwikkeling in het oeuvre? Hoe het zich verhield met de
literaire stromingen van zijn tijd? Je krijgt geen idee. Daardoor weet je niet
wat al die boeken betekenden. Ook
niet voor Wolkers zelf, behalve dan dat hij altijd een noodzaak voelde om deze
verhalen te schrijven. En dan weet ik nog iets van de literatuurgeschiedenis. Over
de betekenis en waarde van Wolkers werk als beeldend kunstenaar, tast ik nog
steeds in het duister.
Daar
komt bij dat Blom te veel meegaat met Wolkers. Hij heeft niet alleen vaak het
verhaal verteld in diens woorden 'om hem nabij te brengen'. Hij kiest ook vaak zijn
kant. Een mooi voorbeeld is de 'geheime Liebe' die Wolkers in 1954 beleefde met
een model van de Sommerakademie in Salzberg, die hij volgde bij Giacomo Manzù.
Hij zou in de bioscoop met haar hebben gevreeën – waarna ze met Manzù trouwde.
Maar enig bewijs ontbreekt, anders dan het vele jaren later opgeschreven
verhaal. Het circumstantial evidence
dat Wolkers elders zo vaak de exacte werkelijkheid beschreef, is in dit geval
onvoldoende. In de geschiedenis van Wolkers' seksuele bevrijding, die Blom zo
goed zichtbaar maakt, is dit avontuurtje op dat moment ongeloofwaardig.
Zo
groeit langzaam het gevoel dat Bloms loyaliteit niet lag bij de lezer, bij wie
hij had moeten liggen, maar bij zijn hoofdpersoon. Dat blijkt ook uit kleine
passages waarin zijn oordeel wel degelijk doorschemert. Zo schrijft hij na
publicatie van De onverbiddelijke tijd
in 1984 dat Wolkers' werk na de unanieme lof bij de aanvang zijn carrière
steeds meer plaatsmaakte voor kritiek. 'Mede vanwege zijn succes bij de massa',
staat er dan, 'was het onder literaire critici bon ton geworden om zijn werk te minachten.' Dat is te kort door de
bocht. Even later meent Blom dat Wolkers daarna geen romans meer schreef
vanwege zijn jonge tweeling. Terwijl hij in de eerste, vermoeiendste jaren drie
romans had voltooid! Daar was een diepere analyse op zijn plaats.
Het litteken van de dood biedt daarom niet meer
dan het genoegen om tijdens vele uren leesplezier in de nabijheid van Wolkers'
persoonlijkheid te vertoeven. Ik had toch op iets meer gehoopt.
(Eerder gepubliceerd op Athenaeum.nl)
Zie ook:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten