Het komt bijna
dagelijks in Nederland voor: zelfmoord via de trein. Toch wordt er niet over
gepraat. In Een botsing op het spoor
reconstrueert Joris van Casteren met huiveringwekkende precisie wat er gebeurt
als mensen besluiten zich te laten overrijden.
Nog nooit had
Joris van Casteren – met toch al meer dan twintig jaar ervaring als journalist
en schrijver – zo'n heftig interview afgenomen. Machinist René Smeets werd
meerdere malen door emoties overmand toen hij de auteur vertelde over de
dubbele zelfmoord op zijn boemeltje van Nijmegen naar Roermond. En over de vier
keer daarvoor dat hij in zijn tienjarige carrière op de trein iemand aanreed
die zich van het leven wilde beroven.
'Het was
ontzettend moeilijk voor hem, omdat ik precies wilde weten wat er was gebeurd',
vertelt Van Casteren. 'Hij moest al die ongelukken herbeleven. Tegelijk had hij
gelukkig een nonchalance en humor, waardoor hij er helder over kon vertellen.
Ook mij ging het niet in de koude kleren zitten. Hij vertelde me details!
Sommige waren zó heftig, over een vrouw die hij had onthoofd, dat ik die niet
eens wilde opschrijven.'
Toch mocht
Smeets niet ontbreken. In Een botsing op
het spoor beschrijft Van Casteren met anatomische nauwkeurigheid wie
allemaal tegen wil en dank betrokken raakt bij een spoorsuïcide. Passagiers.
Wachtenden bij de spoorwegovergang. Forensisch rechercheurs. Medewerkers van
het uitvaartcentrum. Nabestaanden. En ook de machinist. 'Allemaal houden ze
daar op een of andere manier een trauma aan over.'
Zelfmoord via de
trein komt zo'n 220 keer per jaar voor, de keren dat de zelfmoordenaar
overleeft niet eens meegerekend. Iedere treinreiziger heeft wel eens vertraging
opgelopen 'wegens aanrijding met een persoon', maar omdat er zo verhullend en
met zo veel distantie over wordt gesproken, weet bijna niemand hoe groot de
impact van iedere zelfdoding is. Van Casteren wilde daar verandering in
brengen.
'Smeets is pas
de eerste machinist die hierover praat', zegt hij. 'Het beleid van de NS is
erover zwijgen, omdat ze bang zijn voor copycats.
Mijn geluk was dat deze lijn werd geëxploiteerd door Veolia. Via via kon ik de
topman van Arriva, dat Veolia heeft overgenomen, spreken. Die kon ik ervan
overtuigen – ook omdat hij iets van mij had gelezen – dat ik geen hijgerig
nieuwsstuk wilde maken, maar een gedetailleerde reconstructie.'
De botsing vond
plaats op 28 november 2016 op de spoorwegovergang Sionsweg-Scheidingsweg even
onder Nijmegen. Een moeder en een dochter die een teruggetrokken leven leiden
in een nabij buurtschap, waren met hun vijf honden onder de spoorboom gekropen.
Ze wachtten tot de trein, nog vol optrekkend vanaf station Heyendaal, hen met
zo'n honderd kilometer per uur zo raken. Slechts een hondje overleefde de klap.
'Ik heb al eens
boek geschreven over een been dat in de IJssel was gevonden', vertelt Van
Casteren. 'Ik was eigenlijk wel klaar met de ledenmaten. Maar toen Frank
Westerman me het krantenbericht hierover liet zien, werd ik gegrepen door dat
hondje. Stel je voor dat ik de persoon kon vinden bij wie dat hondje nu is,
dacht ik. Dat geeft zo'n verhaal ook een literaire en esthetische waarde.'
De ironie wil
dat van Casteren het nieuwe baasje van het getraumatiseerde hondje slechts een
zin geeft. Hij wilde liever niet praten – herinneringen ophalen was niet goed
voor de hond. Maar dat is misschien de enige betrokkenen die onzichtbaar blijft.
Alle anderen komen in het 10.000 woorden tellende verhaal aan bod – tot aan de
medewerkers van het uitvaartcentrum die de vastgevroren lichaamsdelen van de
rails moesten verwijderen.
'Eigenlijk
schrijf ik alleen nog maar boeken', zegt Van Casteren. 'Journalistiek is zo
snel geworden. Alles om als eerste iets op Twitter te melden. Er staan daardoor
te veel fouten in nieuwsberichten, ook over dit ongeluk. In weekbladen had ik
wel meer tijd, maar ik had het gevoel dat ik mijn stijl misbruikte om iedere
week hetzelfde trucje te doen. Dan ga ik liever tot op de bodem tot ik de
werkelijkheid in zijn geheel heb blootgelegd.'
Het idee wil dat
hij de trend mee heeft. Non-fictie is steeds populairder. 'Helaas merk ik dat
niet. Zoals veel schrijvers verkoop ook ik niet spectaculair. Alleen Lelystad en Het been in de IJssel lopen door. En dat terwijl een verhaal als Een botsing op het spoor belachelijk
veel tijd kost. Voor je iedereen hebt gevonden en zo ver hebt dat ze willen
praten. En iedere keer daarheen reizen. Maar ik hoop dat ik zulke verhalen kan
blijven maken.'
(Eerder gepubliceerd in Livre)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten