Televisiepresentatrice Anniko van Santen was voor het tweede jaar juryvoorzitter van de Bookspot Gouden Strop. Het betekende voor haar een terugkeer naar het intense lezen uit haar jeugd – wat ze destijds mede dankzij de bibliotheek zo ongebreideld kon doen. 'Ik roep altijd: als ik met pensioen ben, hoef ik me – zolang er bibliotheken zijn – niet te vervelen.'
Anniko van Santen hoefde geen moment te twijfelen. Als de CPNB, organisator van de Bookspot Gouden Strop voor het beste Nederlandstalige spannende boek, meer continuïteit in de jury verlangt en de presentator van Opsporing Verzocht daarom voor het tweede jaar op rij als voorzitter wil: heel graag. Volgens het persbericht waarmee haar benoeming wereldkundig werd gemaakt, was het jureren vorig jaar zelfs haar hoogtepunt van 2017.
'Mensen in leesclubs weten het natuurlijk al lang', verklaart ze zich nader, 'maar voor mij was het een ontdekking hoe ontzettend leuk het is om met een aantal verstandige mensen te discussiëren over boeken – ook als je die boeken zelf niet hebt gekozen, zoals natuurlijk bij het jureren van alle inzendingen het geval is. Als voorzitter lees je veel geconcentreerder dan thuis op de bank of in bed. Dat is al erg fijn. En daarna de gedachtewisseling: geweldig.'
Vorig jaar viel Van Santen in voor Huub Stapel die wegens een ernstige beenblessure moest afhaken. Bij gebrek aan tijd las ze alleen de thrillers die al waren komen bovendrijven – inclusief het winnende Tot stof van Felix Weber. Dit maal las ze breder. 'Elke inzending wordt door twee juryleden gelezen. Ik ben vrij door de stapel gegaan. Ik heb ook boeken gelezen die nog niet waren beoordeeld. Dan dacht ik halverwege: die wordt het niet. Tot mijn geruststelling kreeg ik gelijk.'
Uiteindelijk, merkte ze, mogen smaken misschien verschillen, kwaliteit verloochent zich niet. De vijf titels op de shortlist vonden alle juryleden zonder twijfels goede thrillers. Naast Van Santen zelf waren dat de recensenten Jos van Cann (Hebban, VN's Detective & Thrillergids) en Els Roes (Thriller & Zo, VN's Detective & Thrillergids), de boekverkoper Herma Schipperheijn (boekhandel Augustinus in Nijmegen) én Marian van Leth, oud-directeur van BiblioNu in Venray en Horst.
'Vervolgens hadden we wel discussie over de vraag: wat maakt ze dan de moeite waard? Het is om leuk om te zien dat iedereen anders naar de boeken kijkt. De recensenten lezen mega-, megaveel. Zij kunnen daarom beter inschatten hoe origineel een plot is. De boekverkoper heeft ook invalshoek: kan ik dit mijn klanten aanraden? Zal die niet afhaken? En Marian weegt als bibliothecaris een vergelijkbare vraag mee: hoe populair zal zo'n titel zijn in de bibliotheek?'
Zelf let Van Santen op haar beurt op het taalgebruik van de auteurs. 'Ik hou heel erg van mooie zinnen. Renate Dorrestein, die deze maand helaas is overleden, was een meester in het gebruik maken van net dat ene woordje dat een heel beeld oproept. In Reddende engel, dat dit jaar op de longlist stond, schrijft ze over een dorpje dat "vrekkig verborgen" lag tussen de heuvels. Mijn hart maakt dan een sprongetje, ik zie gelijk een landschap voor me. Ik kan daar heel erg van genieten.'
De 47-jarige Van Santen was in haar jeugd een gretige lezer. Ze las bijna een boek per dag. 'Mijn jeugd heb ik niet spelend op de stoep doorgebracht, maar met mijn neus in de boeken. Later ging ik werken. Kreeg ik kinderen. Dus toen hield dat op. Ik ben zo'n lezer geworden die eigenlijk alleen nog op vakantie een boek pakt. Maar dan doe ik het echt graag. Als we een lange vliegreis maken zucht ik niet vermoeid. Nee, dan denk ik: joepie, dat is anderhalf boek.'
De rol van de openbare bibliotheek in haar leven loopt hiermee parallel. Als kind ging ze – eerst in Dieren, later in Roermond – een à twee keer in de week naar de lokale bibliotheek. 'Plank na plank na plank stonden daar dingen om te lezen. Meer dan ik ooit aan zou kunnen. Heerlijk.' Daarna zocht ze als student – in Hilversum – de rust om er te kunnen leren. 'Ik hou van de rustige sfeer van de bibliotheek, waar tegelijkertijd altijd iets gebeurt. En in mijn pauzes kon ik fijn rondsnuffelen.'
Nu is de televisiepresentatrice nog wel lid. Maar ze komt nooit meer in de bieb – ook niet voor haar twee puberkinderen, op wie ze de liefde voor lezen tot haar spijt niet heeft kunnen overbrengen. 'Ik lees niet alleen minder, ik lees ook het liefst op een e-reader. Ik koop ook eerder dan ik leen. En alle informatie staat tegenwoordig op internet. Als je dat meetelt, lees ik trouwens nog steeds veel. Van artikelen tot sociale media. Alleen niet meer de boeken waar ik vroeger zo verslingerd aan was.'
Als het aan haar ligt, verandert dat na haar werkzame leven. 'Ik roep altijd: als ik met pensioen ben, hoef ik me – zolang er bibliotheken zijn – niet te vervelen. Dan ga ik alles lezen waar ik nu niet aan toekom. Ik hoop dus van harte dat er over twintig jaar een bibliotheek in de buurt is. Dat moet ook wel, daarvoor zijn bibliotheken te belangrijk. Er zijn nog altijd hele lagen van de bevolking die niet het geld hebben om boeken te kopen. Zij moeten ook toegang tot kennis hebben.'
Van Santen ziet de bedreigingen voor de bibliotheken: de ontlezing onder met name de jeugd, de gedachte dat alles op internet staat. 'Maar de brei van informatie op internet is niet te vergelijken met de samengebalde kennis die in boeken staan. Dat is verschillend, en die moeten op één plek bij elkaar gebracht worden. Dat is de bibliotheek, waar goed personeel kan helpen en adviseren. De meeste mensen die binnenlopen weten niet precies wat ze zoeken. Daarom is het zo fijn als ze gegidst worden.'
Spannende boeken heeft ze nooit veel gelezen. De laatste jaren las ze vooral wat mensen haar aanraden. Wel heeft ze een voorkeur van boeken over geschiedenis. 'Mijn laatste boek voor ik ging lezen als voorzitter was een geromantiseerde biografie over Catherina de Grote. Ik heb er ook een project van gemaakt om de wereldliteratuur te lezen. Dan kijk ik op zo'n lijst van vijftig meesterwerken die je gelezen moet hebben. Daarom heb ik bijvoorbeeld Of Mice and Men van Steinbeck gelezen.'
Bij thrillers voelde Van Santen juist enige aarzeling. Dat kwam door haar werk. Voor Opsporing verzocht – waar ze al sinds 2005 bij betrokken is als presentator en eindredacteur – is ze de hele tijd al bezig met misdaad. Moet ze dan in haar vrije tijd ook lezen over moord, verkrachting en inbraak? Maar nu ze in korte tijd tientallen thrillers heeft gelezen, heeft ze gemerkt dat de werkelijkheid en de fictie uitstekend naast elkaar een rol in haar leven kunnen hebben.
'Fictie is echt ontspannend', legt ze uit. 'Het is fijn dat als ik een boek uit heb, ik het ook echt dicht kan slaan. Dan is de zaak opgelost en klaar. Door mijn werk weet ik ook dat misdaad niet altijd logisch is. Mensen doen soms iets bij toeval of per ongeluk. Maar in een spannend boek werkt de schrijver ergens naartoe. Je wordt meegesleept naar een vanzelfsprekend slot. Dat is ook weleens fijn. En dan gaat het vaak over de wereld van politie en justitie die ik goed ken.'
Ze kan daarom niet zeggen dat ze professioneel baat heeft bij het lezen van thrillers. 'Daarvoor is fictie echt iets anders. Het is leuk om te merken: ja, zo werkt de politie echt aan een zaak. Maar meer ook niet. Andersom knap ik ook niet snel af als een boek niet geloofwaardig is. Dit jaar had ik bij alle inzendingen maar één keer dat ik dacht: nee, zo werkt dat niet. Dat ging om een reactie van familieleden op een moord. Hoewel iedereen anders reageert, kon ik er in dit geval niet in meegaan.'
Daar komt bij dat thrillers – misschien wel meer dan andere genres – iets zeggen over onze huidige samenleving. 'Wat juist zo bijzonder is aan deze prijs is dat je zo veel inzendingen leest die ook echt in Nederland spelen. De boeken zijn dan niet alleen spannend, maar laten bijvoorbeeld zien dat eerwraak ook hier een rol kan spelen, en hoe we daar mee omgaan. Of breder: hoe wij mensen vermoorden en wat wij vinden van redenen om mensen om te leggen. Dat maak thrillers erg interessant.'
(Eerder gepubliceerd in Bibliotheekblad)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten