Schrijvers zijn zelden actieve gebruikers van de openbare bibliotheek. De Amerikaanse auteur A.J. Finn is een uitzondering. Hij praat bijzonder gepassioneerd over de bibliotheek – én zijn spraakmakende thrillerdebuut De vrouw in het raam, die onlangs in Nederlandse vertaling verscheen.
Lid van de openbare bibliotheek? Voor A.J. Finn spreekt dat vanzelf. In alle steden waar hij heeft gewoond, vertelt de Amerikaanse thrillerschrijver tijdens zijn bezoek aan Nederland, heeft hij zich binnen een week na de verhuizing bij de dichtstbijzijnde bibliotheek aangemeld. Ook in 2013, toen hij verhuisde van Londen naar New York, waar hij uitgever werd bij William Morrow. 'Omdat ik werkte in de uitgeverij kon ik makkelijk aan boeken komen, maar toch was het prioriteit nummer 1 voor mij. Bibliotheken zijn de ruggengraat van de geletterdheid. Ze vormen de basis van de cultuur.'
Juist in deze tijd wil de 38-jarige Finn de openbare bibliotheek steunen. 'De regering van Trump heeft voorgesteld om de subsidie aan het Institute for Museums and Library Services (IMLS) – de organisatie dat de nationale financiering van alle bibliotheken verzorgt – in 2019 af te schaffen, ook al is het maar 0,00006% van het federale budget. Dat zal waarschijnlijk niet gebeuren, omdat de regering het vorig jaar óók voorstelde en de subsidie door het samenspel van politieke machinaties uiteindelijk zelfs werd verhoogd. En toch stelt de regering opnieuw afschaffing voor, alleen om te kunnen zeggen: lezen en bibliotheken, dat is allemaal niet belangrijk.'
De auteur wil zich openlijk te weer stellen tegen de anti-culturele instelling 'van een president die zelfs volgens zijn eigen medewerkers laaggeletterd is'. Bibliotheken zijn te belangrijk om domweg aan hun lot over te laten. 'Het lezen van boeken vergroot je empathie, omdat ze je de mogelijkheid bieden om je te verplaatsen in andere mensen en andere omstandigheden. Bibliotheken geven je op een heel laagdrempelige manier de toegang tot die andere levens. Tot letterlijk duizenden en duizenden andere levens. Mij heeft mijn library card me al mijn hele leven intens veel genoegen beleefd. Het is een ervaring die ik iedereen gun.'
Daar komt bij dat Finn nog altijd daadwerkelijk van bibliotheek gebruik maakt – wat vrij uitzonderlijk mag heten voor een schrijver. 'Ik heb het geluk gehad vaak in de buurt van spectaculaire bibliotheken te hebben gewoond. In Oxford bij de Bodleian, nu bij de New York Public Library. Dat zijn geweldige gebouwen waar het heerlijk is om te verblijven. Zeker in Oxford heb ik praktisch in de bibliotheek gewoond. Tegenwoordig kom ik vooral voor de enorme collecties, juist in het genre waar ik zo van hou: thrillers. In de bibliotheek kan ik nog steeds nieuwe auteurs ontdekken, waar vaak hele oeuvres van aanwezig zijn. De boekhandel heeft begrijpelijkerwijs alleen de laatste titels van de bekendste namen.'
Als het even kan, gaat Finn ook in gesprek met de bibliothecaris. 'De mensen in de bibliotheek worden niet geweldig betaald. Ze werken daar uit liefde voor boeken en lezen. En dat merk je. Overal ter wereld waar ik kom in bibliotheken kan je een goed gesprek voeren met een bibliothecaris over boeken. Ik vind dat heerlijk. Ook de evenementen die ze organiseren in New York zijn van een hoge kwaliteit. Ik ga er zeker vier keer per maand heen, al was het maar om mijn steun aan het bibliotheeksysteem uit te spreken. Je kunt wel lid zijn, zoals ik ook lid ben van de Authors Guild en PEN America, maar voor mij is dat genoeg. Ik wil iets dóén.'
Dat sinds januari ook zijn eigen thriller The Woman in the Window in de bibliotheek ligt, vindt Finn – het pseudoniem van Dan Mallory, genoemd naar de voorletters van een nicht én de Franse buldog van een ander familielid – alleen maar geweldig. Hij kan het zich permitteren. Iedere uitlening zal weinig afdoen aan zijn inkomsten. Zijn agent verkocht de rechten voor twee boeken aan nota bene zijn eigen werkgever voor twee miljoen dollar. Daarna werden ook de vertaalrechten aan 37 landen en de filmrechten verkocht. En belangrijker: het boek is een bestseller, die twee weken de New York Times Bestseller List aanvoerde.
Begin mei verscheen de Nederlandse vertaling als De vrouw in het raam. Hoofdpersoon is de dertiger Anna Fox die in haar eentje een groot huis in Harlem bewoont. De kinderpyscholoog is door agorafobie aan huis gekluisterd. Daar heeft ze weinig meer te doen dan klassieke films kijken, bij te beunen als online psycholoog en haar buren bespioneren. Als ze op een dag ziet dat haar nieuwe buurvrouw wordt vermoord, heeft ze een probleem. Zij weet zeker dat ze zag wat ze heeft gezien, maar er is geen bewijs – en een dag later staat een vrouw voor haar deur die zich voorstelt als de zogenaamd vermoorde vrouw. Wie gelooft dan een te veel drinkende, zieke geest?
Het knappe aan deze thriller is dat het niet alleen een whodunnit is. Anna Fox is als personage intrigerend genoeg om het boek zo nodig zonder plot te kunnen dragen. 'Als voormalig uitgever weet ik dat zo veel spannende boeken weinig meer dan kruiswoordpuzzels zijn. Je vermaakt je ermee, leest ze uit, doet ze dan weg en vergeet ze. Prima, dat moet ook bestaan. Maar ik wilde meer dan oppervlakkig entertainment bieden. Ik wilde een thriller schrijven die onder de wendingen van het verhaal je een andere, diepe ervaring geeft. Een thriller als een Paard van Troje, die allerlei ideeën het boek in smokkelt.'
Finn nam daarom de tijd om Anna Fox bij de lezer te introduceren. 'Sommige lezers hebben geklaagd dat het eerste kwart of eenderde van het boek te langzaam. Maar ik vind dat noodzakelijk. Om je als lezer echt te engageren met haar moet je vertrouwd raken met het ritme en de routines van haar leven. Anders geef je niet om haar en om wat haar later overkomt. Ik vind het daarom ook belangrijk om haar karaktereigenschappen te geven die voor het verhaal niet noodzakelijk zijn. Te veel thrillerpersonages hebben alleen maar eigenschappen voor zover die belangrijk zijn voor het plot. Anna Fox moet echter zijn.'
Niet alleen slaagt De vrouw in het raam er zo in je te laten meeslepen met het plot, je wordt ook aan het nadenken gezet over de problemen waarmee de hoofdpersoon worstelt: eenzaamheid, verliet, een haperende geestelijke gezondheid. 'Ik heb zelf vijftien jaar met depressies geworsteld. Ik kon soms weken mijn slaapkamer niet uit, laat staan mijn appartement, en voelde me vaak eenzaam. Ik wilde de lezer laten ervaren hoe dat vóélt. Maar ook laten zien hoe makkelijk het is om eenzaamheid verkeerd te interpreteren. Iedereen interpreteert Anna verkeerd, en zij schat anderen zelf óók voortdurend anders in dan in werkelijkheid het geval is.'
A.J. Finn heeft er lang over gedaan om te debuteren. Zijn hele leven stond in het teken van thrillers. Hij verslond in zijn jeugd al Agatha Christies en Arthur Conan Doyles die hij uit de bibliotheek haalde – en de klassieke Hitchcock-thrillers die ook in De vrouw in het raam zo'n belangrijke rol spelen. Later promoveerde hij in Oxford op de psychologische thrillers van Patricia Highsmith. En in 2005 begon hij in de uitgeverij, waar hij jarenlang samenwerkte met de grootste namen: Karen Slaughter, Nicci French, Patricia Cornwell en J.K. Rowling. Alleen schrijven deed hij niet. Dat bleef een vaag verlangen.
'Ik had, als iedere redacteur op de uitgeverij, wel de fantasie om het te proberen. Maar ik had geen verhaal. En ik wilde een echt, authentiek verhaal hebben. Zeker nadat ik langer in deze sector werkte, leerde ik te herkennen wanneer iemand een copycat novel schreef die in de eerste plaats was geïnspireerd door het succes van anderen. Niets mis mee, maar ik wilde dat niet. Daar kwam bij dat de markt werd gedomineerd door seriemoordenaars als die van James Patterson en code-thrillers als die van Dan Brown. Niet de psychologische thriller die mij het dierbaar is. Dat veranderde pas met Gone Girl van Gillian Flynn. Alleen: ik had nog steeds geen verhaal.'
Dat veranderde twee jaar geleden door twee gebeurtenissen. Ten eerste werd zijn depressie eindelijk herkend als bipolaire stoornis. Die diagnose gaf hem de mentale rust én de juiste medicatie om zoiets energievretend te doen als een heel boek schrijven. En toen was er zes weken later ruimte voor het toeval. 'Ik keek op een avond Rear Window, waarin een aan huis gekluisterde Jimmy Stewart getuige is van een moord aan de overkant van de straat. Aan de overkant zag ik een licht aangaan. Ik keek naar mijn overbuurvrouw en hoorde op tv zeggen: You shouldn't spy. En op dat moment kwam Anna Fox uit het niets te voorschijn.'
Met dat karakter kwam eindelijk het verhaal te voorschijn waar hij al die jaren op had gewacht. 'Ik werkte het karakter uit. Waarom is zij bijvoorbeeld agorafoob? En vandaaruit kon ik het plot bedenken. Zij ziet dus een moord. Wie kon die dan gepleegd hebben? En binnen 48 uur had ik het rond. Toen ontdekte ik dat het maken van een thriller anders was dan ik altijd had gedacht. Een goed verhaal bedenken leek me het moeilijkste, en schrijven tamelijk makkelijk. Maar het bleek precies andersom. Toen ik eenmaal het idee had, had ik een vol jaar van iedere avond en ieder weekend schrijven nodig om het af te krijgen.'
En nu ligt het er – een van de beste thrillers die dit jaar in Nederland zullen verschijnen. 'En dus ook te leen bij de Nederlandse openbare bibliotheek!'.
(Eerder gepubliceerd in Bibliotheekblad)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten