Het voelt altijd vererend als een buitenlandse historicus zich buigt over de Nederlandse geschiedenis. Simon Schama, C.R. Boxer, Jonathan Israel of De ondergang van de Batavia van Mike Dash – juist dan besef je dat Nederland mede het lot van de wereld heeft bepaald. Tegelijk weet je ook precies tot welke periode die hoofdrol zich beperkte. Al deze auteurs schrijven over het Nederland van de zeventiende eeuw. Mike Dash is daarop geen uitzondering.
Merk je ook dat de auteurs buitenlanders zijn? Ja. Kleine details verraden de niet-Nederlandse achtergrond. Simon Schama beschreef in De ogen van Rembrandt het 3 Octoberfeest in Leiden zo dat ik het er niet in herkende. En Mike Dash noemt de VOC voortdurend ‘Jan Compagnie’. Volgens hem greep de multinational van weleer zo diep in in het leven van zoveel Nederlanders dat zij het bedrijf liefkozend met deze bijnaam eerden. Dat mag zo zijn, maar als de bijnaam zó algemeen is, waarom ben ik die term dan nooit eerder tegengekomen? Ook als je googlet op de term, krijg je niet de indruk dat ‘Jan Compagnie’ synoniem voor de VOC is.
Gelukkig doet het er niet veel toe. De ondergang van de Batavia is een fantastisch, breed opgezet en huiveringwekkend verslag van de schipbreuk van de Batavia op de Houtman Abrolhos, circa vijfenzeventig kilometer voor de Australische kust, en de terreur die de leider Jeronimus Cornelisz op het eilandje ter grootte van een paar voetbalvelden uitoefent. Zijn handlangers brengen meer dan 115 overlevenden bruut en genadeloos om het leven. Dash vertelt zijn verhaal zo nuchter dat het pijn doet om te lezen. Het doet beslist iets af van je geloof in de mensheid.
Mike Dash, De ondergang van de Batavia, Arbeiderspers, 2002
Geen opmerkingen:
Een reactie posten